We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Minimale dienstverlening De Lijn is slecht voor chauffeur én reiziger: tijd voor maximale dienstverlening

Net nu we 100 jaar stakingsrecht vieren, wil de Vlaamse regering in sneltempo een nieuw decreet door het parlement jagen waardoor het voor het personeel van De Lijn moeilijker wordt om te staken. De regering gebruikt De Lijn als test case, en dat is geen toeval. Het overheidsbedrijf wordt al meer dan tien jaar kapot bespaard en staat voor een zeer ingrijpende hervorming waarbij een op de vijf bushaltes in Vlaanderen wordt geschrapt. Om te vermijden dat het personeel zich verzet, morrelt men aan het stakingsrecht. 

woensdag 5 mei 2021

Minimale dienstverlening De Lijn is slecht voor chauffeur én reiziger: tijd voor maximale dienstverlening

Hieronder lees je in grote lijnen de tussenkomst van Jos D’Haese, fractieleider van de PVDA in het Vlaams Parlement, over het decreet waarmee de Vlaamse Regering minimale dienstverlening wil invoeren bij De Lijn.

Geachte minister, beste collega’s parlementsleden,

Op 24 mei is het 100 jaar geleden dat artikel 310 uit het strafwetboek werd geschrapt. Daardoor waren stakingen niet langer verboden in België. De grootste verdediger van artikel 310 was Charles Woeste, jullie kennen hem wel. 100 jaar nadat Charles Woeste in het stof beet, wordt het stakingsrecht opnieuw onder druk gezet. Stap voor stap wordt er aan het stakingsrecht gemorreld.

Het is geen toeval dat De Lijn wordt gebruikt als test case. Jullie beweren dat dit decreet een ‘legitiem doel’ nastreeft, namelijk ‘de vrijheid van eenieder om zich zonder beperkingen te kunnen verplaatsen, onder meer naar het werk of school.’

Maar ik moet het eerste decreet nog zien dat die vrijheid effectief garandeert. Sinds 2009 is exact het omgekeerde gebeurd: er werd een vijfde van de werkingsmiddelen weg bespaard, lijnen en haltes geschrapt en prijzen verhoogd. Stap voor stap is de dienstverlening van De Lijn uitgekleed. En als kers op de taart komt er in de komende jaren een desastreuze hervorming waarbij maar liefst een op de vijf bushaltes zullen sneuvelen.

Dan wil je er natuurlijk voor zorgen dat degenen die het krachtigste wapen - het stakingsrecht - hebben om daartegen op te komen monddood worden gemaakt. De onvrede is enorm bij de vele chauffeurs, technici en bedienden die de afgelopen jaren de dienstverlening en de arbeidsomstandigheden zienderogen achteruit zagen gaan.

Dát is de context waarin deze inperking van het stakingsrecht plaatsvindt. Laat ons daar geen illusies over maken: als deze regering het stakingsrecht verder kan inperken, zal ze dat niet nalaten. N-VA parlementslid Axel Ronse liet zich vorige maand ontvallen dat hij zich afvroeg of er in een onafhankelijk Vlaanderen nog wel gestaakt zou worden. Waar het hart van vol is, loopt de mond van over. Deze Vlaamse regering heeft liever een bevolking die braaf haar asociaal beleid slikt, zonder voor haar rechten op te komen.

Sociaal overleg wordt met voeten getreden

Mevrouw de minister, u hebt al meermaals beweerd dat u de bonden de kans hebt gegeven om in overleg te gaan over dit decreet. Dat legt de Internationale Arbeidsorganisatie trouwens op wanneer er inperkingen van het stakingsrecht worden doorgevoerd. Maar de vraag is of dat sociaal overleg ook effectief heeft plaatsgevonden.

U schrijft: “Het decreet ligt in het verlengde van de onderhandelingen die daarover hebben plaatsgevonden tussen De Lijn en de representatieve vakorganisaties, zonder dat die evenwel tot een resultaat hebben geleid.” En dat de tekst “de voortzetting van de onderhandelingen tussen de sociale partners” is.

Maar dat wordt tegengesproken door de vakbonden. “De minister heeft ons duidelijk laten verstaan dat er weinig ruimte is om te onderhandelen: haar tekst is het minimum.” Dat zegt ACV’er Jo Van der Herten. “Het is een spijtige zaak dat er niet is gekozen voor een onderhandelde oplossing", zegt Stan Reusen van ACOD. “Dit is een gemiste kans”.

De minister zegt dat er sociaal overleg heeft plaatsgevonden, de vakbonden die dat overleg zouden moeten voeren, zeggen het tegenovergestelde.

Copy-paste van de minimale dienstverlening bij de NMBS

Het decreet zelf vertoont in elk geval geen spoor van sociaal overleg. Het is een nagenoeg exacte copy-paste van de wet die vier jaar geleden ingevoerd is voor minimale dienstverlening bij de NMBS. Ook toen werd in de memorie van toelichting verwezen naar onderhandelingen die nooit hebben plaatsgevonden. Dat er ook bij dit decreet voor De Lijn nooit onderhandelingen plaatsgevonden hebben is er aan te zien. Er verandert letterlijk niets aan de tekst van het decreet, op een paar termen na:

  • "NMBS en infrabel" wordt "De Maatschappij De Lijn"
  • "gedelegeerd bestuurder" wordt "directeur-generaal"
  • "Sturingscomité" wordt "Ondernemingsraad"

En dat is het dan.
Er zijn een paar termen veranderd.

Een bijna letterlijke kopie van de wet over de continuïteit van de dienstverlening bij het spoor dus. En er wordt hier gezegd dat het Grondwettelijk Hof heeft gezegd dat die wet in orde is. Dat is zo. Maar de NMBS is De Lijn niet, die wet zomaar kopiëren kan zomaar niet.

  • De Lijn is een Vlaamse maatschappij, de NMBS federaal
  • De Lijn is een Extern Verzelfstandigd Agentschap, privé dus. De NMBS is een overheidsdienst.
  • De Lijn verzorgt maar de helft van het aanbod van openbaar vervoer in Vlaanderen, de NMBS de volle 100 procent

Ik kom daar zo meteen op terug. Maar het sociaal overleg gaat verder dan de opmaak van dit decreet. De Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) legt ook sociaal overleg op bij de uitwerking ervan in de praktijk. En daar komt dit decreet niet aan tegemoet. Er wordt enkel een niet-bindend advies van de ondernemingsraad gevraagd, verder ligt de concrete uitwerking bij de raad van bestuur. In het decreet staat ook niets over het belang van sociaal overleg in de toekomst.

Sociale onvrede zal enkel groter worden

De manier waarop dit decreet tot stand is gekomen en de manier waarop sociaal overleg in dit decreet wordt uitgehold maken heel duidelijk dat deze regering weinig geeft om sociaal overleg of sociale vrede.

Het effect van dit decreet zou bovendien wel eens kunnen zijn dat de onvrede bij De Lijn zich veel minder via de steeds meer “ingedijkte” weg van stakingsaanzeggingen en termijnen zal uiten. Als stakingen zoals bepaald in de cao’s steeds moeilijker worden, dan zal men zich steeds meer genoodzaakt zien om spontane stakingen te organiseren, die niet binnen de regelgeving van dit decreet vallen. Wie is daarbij gebaat?

Als men de impact van stakingen echt wil verminderen, waarom maakt men dan bijvoorbeeld het loon van het management niet afhankelijk van het aantal stakingsdagen? Dat kan ertoe leiden dat het niet nog eens dagen moet duren voor er in gesprek wordt gegaan.

De dienstverlening aan de reiziger wordt er niet beter op

Ik heb het decreet van voor naar achter en van achter naar voor doorgelezen en er klopt iets niet. Volgens de titel is dit een decreet over de continuïteit van de dienstverlening. Er wordt in de memorie van toelichting gezegd dat dit decreet een uitvoering is van een resolutie waarin een “gegarandeerde dienstverlening” wordt gevraagd. Er wordt hier gesproken over een ‘betrouwbare’ dienstverlening. Er wordt zelfs opgekomen voor mensen die geen auto hebben. Maar daar vind ik in het decreet niets over terug.

Ik vind niets terug over de continuïteit van de dienstverlening die wordt verstoord door de talloze technische problemen die niet opgelost geraken. Door de erbarmelijke staat van het wagenpark van De Lijn. Door de personeelstekorten. Door de manke reizigersinformatie. Door de totaal gebrekkige doorstroming. Dat zorgt het hele jaar door voor onderbrekingen van de dienstverlening. Maar daar staat in dit decreet helemaal niets over. Al degenen die vandaag pleiten voor een alternatief voor de mensen zonder auto heb ik niet gehoord toen er bekend werd gemaakt dat er duizenden haltes werden geschrapt.

Dan zou je kunnen zeggen: “U trekt het weer op flessen, in de titel staat heel duidelijk: ‘continuïteit van de dienstverlening van de Vlaamse Vervoersmaatschappij - De Lijn in geval van staking’”.

Maar dit decreet garandeert helemaal niets in geval van staking. De stakingsbereidheid bij De Lijn is over het algemeen zeer groot. Dat heeft de Vlaamse regering helemaal aan zichzelf te danken, aan de jarenlange besparingen en aan het totale gebrek aan respect voor sociaal overleg. Als iedereen bij De Lijn staakt, is er helemaal geen dienstverlening. Niets continuïteit, niets garantie. Dat staat trouwens letterlijk in het decreet.

En bovendien, en dat maakt de zaak helemaal duidelijk, gaat dit decreet helemaal niet over de ‘dienstverlening van de Vlaamse Vervoersmaatschappij - De Lijn’. Ze gaat maar over de helft daarvan. De andere helft van die dienstverlening wordt immers uitgeoefend door private pachters en die vallen niet onder dit decreet. U kan daar helemaal niets garanderen. Dat is een fundamenteel verschil met de NMBS, waar er geen systeem van verpachting van lijnen bestaat. En dat is bovendien een inbreuk tegen de principes van gelijkheid en non-discriminatie van de grondwet. Daar wordt met geen woord over gerept.

Regering wil verzet aan banden leggen

De conclusie is dan ook glashelder: dit is geen decreet over continuïteit van de dienstverlening en zelfs niet over continuïteit van de dienstverlening tijdens een staking. Dit is een decreet over de inperking van het stakingsrecht van de werknemers van één bepaald bedrijf: De Lijn.

En dat is helemaal de wereld op haar kop. Want het zijn net die werknemers die als enigen opkomen voor genoeg personeel. Voor deftig materiaal. Voor een herwaardering van de technische diensten. Voor werkbare roosters. Net die mensen die opkomen voor de continuïteit van de dienstverlening doorheen het hele jaar willen jullie een actiemiddel uit handen nemen of op zijn minst afzwakken.

Dat is de wereld op haar kop, maar het is ook perfect te begrijpen. Want er is maar één instantie die die problemen kan oplossen, en dat is de Vlaamse regering. Maar liever dan te investeren in een gegarandeerde maximale dienstverlening het hele jaar door, leggen jullie het recht op actievoeren van de mensen die daarvoor opkomen aan banden. U maakt dus de mensen die u willen verplichten om uw verantwoordelijkheid te nemen monddood. Democratie op Vlaamse wijze.

Onrechtvaardige sancties

Dit decreet gaat over het inperken van het stakingsrecht en het gaat daar ver in. Werknemers van De Lijn moeten op voorhand aangeven of ze staken of niet - waardoor een collectief recht geïndividualiseerd wordt. Wie dat niet doet, wordt gesanctioneerd. En wie zich niet houdt aan zijn of haar intentie, wordt ook gesanctioneerd. Wat die sancties zijn, daarvoor verwijst het decreet naar het tucht- en arbeidsreglement.

Eerst en vooral is het heel straf dat er gesproken wordt over sancties voor het uitoefenen van het stakingsrecht. Met dezelfde sancties als iemand die zich overslaapt of gewoon niet komt opdagen.

Maar die verwijzing naar het tucht- en arbeidsreglement is helemaal problematisch. Want hier is er een belangrijk verschil tussen De Lijn en de NMBS. De meeste werknemers van de NMBS zijn statutair benoemd, bij De Lijn is enkel de gedelegeerd bestuurder een ambtenaar. Bij De Lijn zijn drie afwezigheden voldoende voor een onmiddellijk ontslag. Gaan jullie mensen op straat laten zetten wanneer ze drie dagen staken zonder dat ze een formulier invullen?

Beste minister, beste collega’s, het mag heel duidelijk zijn. De PVDA zal tegen de minimale dienstverlening stemmen. Wij zijn voor een maximale dienstverlening.

Overleg met vakbonden krijgt geen kans

Minister Lydia Peeters beweerde in de toelichting van het decreet minimale dienstverlening dat dit decreet in het verlengde lag van de onderhandelingen met de vakbonden. Bij de eerste bespreking in de commissie Mobiliteit het Vlaams Parlement gaf zij na de tussenkomst van Jos D’Haese toe dat er nooit overleg met de vakbonden had plaatsgevonden.

Tijdens dezelfde commissie vroeg de PVDA om alsnog een hoorzitting met de vakbonden te organiseren. Zelfs dat verzoek werd geweigerd door de meerderheidspartijen. Zij geven op die manier openlijk toe dat ze het overleg geen kans willen geven.