België onder groene stroom
Ons land volledig op hernieuwbare energie laten draaien: ja, het kan. Wat vandaag in de weg staat, is de verstikkende logica van de markt. Het is tijd onze energie in eigen handen te nemen. Dan kunnen we volop investeren in zon, wind en andere vormen van hernieuwbare energie, aan betaalbare prijzen. We ontwikkelen waterstoftechnologie als sluitstuk van een hernieuwbare energieproductie. We maken het, ook voor wie er niet warmpjes in zit, haalbaar te isoleren en energie te besparen.
De uitstap uit fossiele brandstoffen is de hoeksteen van elk klimaatbeleid. Nog altijd zijn we in België voor een groot deel afhankelijk van olie en gas om ons van elektriciteit en warmte te voorzien. Daardoor blijven we broeikasgassen in de lucht blazen terwijl de alternatieven er zijn.
Kernenergie is geen deel van de oplossing maar van het probleem. Ze vormt een groot veiligheidsrisico. Blijven rekenen op de verouderde kerncentrales blokkeert ook systematisch de vereiste omslag naar hernieuwbare energie.
Deze omslag van fossiele brandstoffen en kernenergie naar hernieuwbare energie moet snel. Daarvoor had de federale regering al in 2015 een plan op tafel moeten leggen, maar dat plan kwam er pas in 2018 met het Energiepact. Dat pact belooft 40% groene stroom in 2030. Maar een studie van de Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace en WWF berekent dat zelfs 58% duurzame elektriciteit in 2030 perfect haalbaar en betaalbaar is.
De regering wil het aantal zonnepanelen verdubbelen. Ze rekent daarvoor echter helemaal op het spontane initiatief van de vrije markt. Nochtans, sinds de woekersubsidies voor zonnepanelen geschrapt zijn, is in Vlaanderen geen enkel grootschalig zonnepark meer gebouwd. Commerciële investeerders halen hun neus op voor een rendement van 5%. Daarnaast belooft het Energiepact nieuwe gascentrales te subsidiëren. Op die manier gaan publieke middelen naar de verbranding van fossiele brandstoffen. De burgers krijgen de prijs gepresenteerd met een nieuwe koolstoftaks. Een absurde en onrechtvaardige keuze. Nog maar eens krijgen energiemultinationals subsidies terwijl wij de rekening moeten betalen.
Met zo’n beleid kunnen we nog lang wachten op een groene revolutie. Het wordt tijd dat de overheid zelf haar verantwoordelijkheid neemt en samen met burgercoöperaties en lokale besturen investeert in het duurzame energiesysteem van morgen: zon en wind in publieke handen!
We vervangen het kaduke Energiepact daarom door een werkelijk Energietransitieplan, met twee duidelijke assen. Een: investeringen om het energieverbruik drastisch te doen dalen, want de groenste energie is natuurlijk de energie die we niet gebruiken. Twee: de vervanging van fossiele brandstoffen en kernenergie door hernieuwbare bronnen. Op die manier kan België in 2050 voor 100% op hernieuwbare energie draaien.
Een. De groenste energie is de energie die we niet gebruiken
- We stellen een nationaal Energietransitieplan op, met als eerste as de halvering van het energieverbruik met 50% tegen 2050.
- De Klimaatinvesteringsbank stimuleert onderzoek en ontwikkeling van energiebesparende maatregelen.
- We brengen samen met de gemeenten de isolatiestand van huizenblokken in kaart en bieden actief groepsrenovaties aan. De Klimaatinvesteringsbank verstrekt daar aangepaste leningen voor.
- Met een derdebetalersregeling maakt de Klimaatinvesteringsbank ook voor mensen met een kleine portefeuille isolatie en andere energiebesparende maatregelen mogelijk.
- We investeren in stedelijke warmte- en koudenetten die industriële restwarmte gebruiken en individuele branders en airco in steden onnodig maken.
- We stellen een masterplan op om tegen 2030 alle publieke gebouwen en sociale woningen klimaatneutraal te maken.
- Met een betere ruimtelijke ordening maken we veel verplaatsingen overbodig en verhogen we het gebruik van het openbaar vervoer.
- We maken de switch van het gebruik van fossiele brandstoffen naar elektriciteit. Het Energietransitieplan versnelt de overstap naar warmtepompen, elektrische voertuigen en groen gas.
De huizen in België gebruiken relatief 70% meer energie dan het Europese gemiddelde. Om dat recht te trekken behelpen onze overheden zich vooral met renovatiepremies. Het is een oplossing van ieder voor zich. Eigenaars met een laag inkomen blijven in de kou staan omdat de investeringskosten voor hen te hoog zijn. De Vlaamse regering schafte nu ook nog de energieleningen af: alleen nog mensen die behoren tot een sociale doelgroep kunnen er nog een beroep op doen.
We gaan gestructureerd en gefaseerd te werk om de klimaatimpact van de verouderde gebouwen in ons land drastisch terug te dringen. Het investeringspact van de regering-Michel levert middelen voor de isolatie van publieke gebouwen tegen 2030. Wij willen ook alle sociale woningen renoveren om in 2030 overal klimaatneutraliteit te bereiken. Met warmtescans van de daken en muren brengen we samen met de gemeenten de isolatiestand van de huizen op hun grondgebied in kaart. We bieden actief groepsrenovaties aan tot de bijna-energieneutrale standaard (E30), te beginnen bij huizenblokken waar de energie langs ramen en deuren naar buiten vliegt. Met de groepsrenovaties schrijven we een openbare aanbesteding uit om alle deelnemende huizen uit een blok samen in handen te nemen. Op die manier gaan we efficiënt te werk en verminderen we de kosten. Tegen 2040 brengen we zo 90 procent van het woningbestand tot de bijna-energieneutrale standaard. Wie de middelen niet heeft om te renoveren, wordt ondersteund via een derdebetalersregeling. Daarbij schiet de Klimaatinvesteringsbank de kosten van de renovatie voor. De eigenaar betaalt de investering terug met de opbrengst van de uitgespaarde energiekosten. Als de investering volledig vergoed is, daalt de energiefactuur naar het reële, lagere niveau. Verhuurders moedigen we aan om hun panden te renoveren door de energiestatus op te nemen als criterium in het huurprijzenraster. Wie panden verhuurt die niet goed geïsoleerd zijn, zal dat voor een lagere huurprijs moeten doen.
Ook in de industrie is veel vooruitgang te boeken. Met stadsverwarmingsnetten recupereren we restwarmte van bedrijven die vandaag gewoon de lucht in gaat. Zo lozen bedrijven in de Antwerpse haven vandaag dubbel zoveel warmte als de stad nodig heeft voor verwarming en sanitair warm water. We verplichten hen energiebesparende investeringen te doen en om te schakelen naar een circulaire economie. Zo dringen we het industriële energieverbruik verder terug. En met een betere ruimtelijke ordening maken we veel verplaatsingen overbodig en wordt de keuze voor het openbaar vervoer veel evidenter. Tegen 2050 kunnen we zo de Belgische vraag naar energie halveren.
Tegelijk schakelen we zoveel mogelijk over naar elektriciteit als energiebron, weg van olie en gas. Dat geldt zowel voor verwarming en voor transport als voor verlichting, apparaten en machines. Wanneer alle energie geleverd wordt door elektriciteit, hebben we dankzij de forse energiebesparing in 2050 ongeveer evenveel elektriciteit nodig als vandaag.
Twee. We investeren zelf in de stroom van de toekomst
- Power to the people. We nemen onze energie in eigen handen. In plaats van Engie, EDF en andere energiemultinationals willen we een publieke energiesector, in handen van de samenleving en onder democratische controle.
- We richten een publiek energiebedrijf op om werk te maken van grootschalige investeringen in hernieuwbare en betaalbare energie. We faciliteren daarnaast stedelijke energiebedrijven, in publieke handen, en burgercoöperaties, om lokaal mee te bouwen aan het energiesysteem van morgen.
- Met het nationaal Energietransitieplan tekenen we een pad uit om tegen 2050 in België enkel nog hernieuwbare energie te gebruiken.
- Dat publieke energiebedrijf is 100% groen en 100% transparant. De raad van bestuur bestaat voor minstens een derde uit consumenten en voor een derde uit werknemers van het bedrijf.
- Voor de plaatsing van zonnepanelen willen we de mogelijkheid van een derdebetalersregeling via de Klimaatinvesteringsbank.
- Om de dalen in de productie van hernieuwbare energie op te vangen, investeren we in energieopslag, vooral in de vorm van waterstof.
- We fusioneren de verschillende distributienetbeheerders en houden ze integraal in publieke handen. We zetten een digitaal gestuurd netwerk op met de verschillende energiedragers.
- We stappen volledig uit kernenergie in 2025. We verplichten Electrabel en Luminus om de kosten van de ontmanteling van de kerncentrales en de opslag van het nucleair afval volledig te betalen. Het geld dat daarvoor nodig is moet door de nucleaire exploitanten integraal gestort worden op een geblokkeerde rekening bij de Nationale Bank. De sites van Doel en Tihange bouwen we om tot energiehubs van de toekomst.
- We verbieden de verkoop van nieuwe branders op stookolie vanaf 2025, ten voordele van vooral zonneboilers en warmtepompen.
- We gebruiken fossiele brandstoffen nog alleen om elektriciteit op te wekken in combinatie met bruikbare warmte via warmtekrachtkoppeling.
- We vervangen fossiel aardgas zoveel mogelijk door synthetisch gas en biogas. Op termijn bouwen we het gasnetwerk af.
In 2016 was nauwelijks 14% van de in ons land geproduceerde elektriciteit duurzaam. Het Energiepact legt vast dit tegen 2030 op te trekken naar 40%. Maar hoe dat moet gebeuren, daarover blijft de regering in het vage. Ze rekent bijna uitsluitend op de privésector om haar doelstelling te halen. Dat doet ze al jaren en het heeft ons één ding geleerd: het werkt niet.
Toch is het perfect mogelijk fors meer energie uit hernieuwbare bronnen te halen. De prijzen van groene stroom dalen zienderogen en de capaciteit van nieuwe windmolens en zonnepanelen blijft groeien. Grootschalige investeringen in hernieuwbare energie kunnen zorgen voor veel nieuwe, groene banen. Maar de regering geeft de hefbomen van onze energievoorziening liever uit handen aan Electrabel & co. Die grote energiebedrijven blijven zweren bij kernenergie en fossiele brandstoffen. In plaats van radicaal te investeren in duurzame energieproductie is de regering van plan om jaarlijks 350 miljoen euro subsidies te geven aan zes nieuwe gascentrales. Zo kan het niet verder.
Energie is te belangrijk om ze aan de vrije markt over te laten. In een groene revolutie is er geen plaats voor Electrabel & co. We willen de hefbomen van onze toekomst zelf in handen krijgen. We pleiten voor de vermaatschappelijking van de energiesector. Mens en milieu moeten op de eerste plaats komen, niet het private winstbelang van multinationals. We willen aan de wurggreep van de Europese energiereuzen ontsnappen. In plaats van Engie, EDF & co willen we een openbare energievoorziening, in handen van de samenleving en onder democratische controle. Alleen op die manier kunnen we de chaos van de vrije markt vervangen door de geplande uitbouw van een duurzaam energiesysteem.
Om beweging in de zaak te krijgen, richten we zelf een publiek energiebedrijf op, met twee doelen voor ogen. Een goede dienstverlening, met betaalbare prijzen aan de ene kant. En de productie van honderd procent hernieuwbare energie aan de andere. Het energiebedrijf kadert in het energietransitieplan dat een pad uittekent om tegen 2050 helemaal te vertrouwen op hernieuwbare energie. Tegen 2030 is het mogelijk om 60 procent van onze elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te halen, goed voor 40 procent van de totale energievraag. Met een publiek energiebedrijf kunnen we de verstikkende winstlogica uitschakelen die de energiesector vandaag zo verlamt en volop gaan voor duurzame elektriciteit. We faciliteren daarnaast ook stedelijke energiebedrijven, in publieke handen, en burgercoöperaties, om lokaal mee te bouwen aan het energiesysteem van morgen. Heel wat steden in Denemarken en Duitsland doen het ons al voor. Hun stedelijke energiebedrijven zijn kampioenen van groene én betaalbare energie.
Vandaag is amper 4,4% van de geschikte daken bedekt met zonnepanelen. Daar kan ons publiek energiebedrijf verandering in brengen. Met de derdebetalersregeling van de Klimaatinvesteringsbank maken we het haalbaar, ook voor wie het minder breed heeft, om een batterij zonnepanelen op het dak te installeren. En we maken het eenvoudiger om samen met de buren te investeren in gemeenschappelijke zonnepanelen.
De energieproductie van wind en zon schommelt naargelang het weer, terwijl een continue levering van stroom van belang is. We hebben dus oplossingen nodig om de pieken in de stroomproductie van de toekomst op te vangen voor de dalmomenten. Op momenten dat zonnepanelen en windmolens te veel produceren, gebruiken we die elektriciteit voor de elektrolyse van water waarbij we water splitsen in zuurstof en waterstof. Power-to-gas heet die technologie. De waterstof die we zo produceren en opslaan, kan later gemakkelijk weer omgezet worden in elektrische stroom door het gebruik van groene brandstofcellen.
De omschakeling naar honderd procent hernieuwbaar vraagt ook om een heel nieuw energienetwerk. Naast elektriciteit en gas worden ook waterstof en heet water belangrijke energiedragers. De schommelende stroomproductie en de opslag van energie moeten constant in evenwicht blijven. We brengen de verschillende energienetten daarom in publieke handen en vormen ze om tot een smart grid, een digitaal gestuurd netwerk dat vraag en aanbod op elkaar afstemt.
Volop gaan voor hernieuwbaar wil zeggen: stoppen met kernenergie. In 2014 al engageerde de regering-Michel zich om het probleem van de bevoorradingsonzekerheid in handen te nemen. Maar op het einde van de legislatuur kon ze nog altijd niet garanderen dat het licht bleef branden, terwijl de energieprijzen alweer omhoogschoten. Het heeft alles te maken met de verouderde kerncentrales. Die wil de N-VA koste wat het kost openhouden om de bevoorrading te garanderen en de prijzen laag te houden. Maar ze bereikt er alleen maar mee dat ze de rijke aandeelhouders van Electrabel tevreden houdt. Die blijven megawinsten boeken op de afgeschreven kerncentrales, terwijl wij onze elektriciteit duur betalen en we nog nooit zo veel stroom uit onze buurlanden moesten importeren als in 2018. Ondertussen wordt met de nucleaire heffing een almaar kleiner deel van die winsten afgeroomd: 200 miljoen euro in 2015 en nog maar 160 miljoen in 2016, het laagste bedrag sinds de heffing in het leven werd geroepen.
Alle regeringspartijen en het Vlaams Belang beslisten in 2015 om de oudste kerncentrales in Doel tien jaar langer in dienst te houden. Zo organiseert het energiebeleid haar eigen stilstand. Want het openhouden van de kerncentrales blokkeert de investeringen in hernieuwbare energie. Omdat kerncentrales niet kunnen worden uitgeschakeld wanneer de zon schijnt en het hard waait. En omdat ze de omschakeling van ons elektriciteitsnet in de weg staan. We stappen daarom in 2025 volledig uit kernenergie en leggen de scheurtjesreactoren Doel 3 en Tihange 2 onmiddellijk stil.
De kosten voor de ontmanteling van de kerncentrales en de opkuis van het kernafval kunnen volgens recente ramingen oplopen tot 15 miljard euro. Electrabel en Luminus doen er alles aan om daar zo weinig mogelijk aan bij te dragen. Het is nochtans duidelijk: Electrabel en Luminus hebben veel winst gemaakt met de kerncentrales, zij moeten ook volledig opdraaien voor de ontmanteling en de opslag van het nucleair afval. Het geld dat daarvoor nodig is moet door de nucleaire exploitanten integraal gestort worden op een geblokkeerde rekening bij de Nationale Bank. Zo zijn we zeker dat de samenleving niet opdraait voor de kosten.
Nieuwe kerncentrales bouwen zijn al helemaal geen oplossing. Kerncentrales van de nieuwe generatie generen misschien minder nucleair afval maar ze zijn voor de rest in hetzelfde bedje ziek als hun oudere broertjes. Omdat de ontwikkeling en bouw ervan zoveel tijd in beslag nemen, zijn ze ook geen valabel alternatief. Bij de kernuitstap verzekeren we de tewerkstelling van de werknemers van Doel en Tihange. Hun expertise is nog hard nodig voor de ontmanteling van de centrales en voor de ombouw daarna van Doel en Tihange tot energiehubs van de toekomst. We vestigen er moderne warmtekrachtkoppelingscentrales en pilootprojecten voor energieopslag.
Bijna een derde van onze energie is afkomstig van aardgas. Met stadsverwarmingsnetten en met de omschakeling naar elektriciteit willen we daar op termijn vanaf. Intussen vervangen we fossiel aardgas zoveel mogelijk door synthetisch gas, aangemaakt met behulp van waterstof of biogas uit vergisting van duurzame bronnen. Op langere termijn bouwen we het gasnetwerk af.
Drie. Groene stroom, duurzaam en sociaal
- We verlagen de btw op gas en elektriciteit van 21% naar 6%. Energie is een recht, geen luxe.
- We voeren een door de overheid gereguleerd, goedkoop energietarief in voor particulieren, zoals het ‘tarif bleu’ in Frankrijk.
- We snoeien in de wirwar van energietarieven bij commerciële energieleveranciers. We beperken het aanbod tot één vast tarief per leverancier.
- We beschermen de consument tegen prijsschokken. In plaats van variabele tarieven garanderen we vaste prijzen die maximaal één keer per jaar aangepast worden.
- We verzetten ons tegen de verplichte invoering van slimme meters.
- We halen de kosten voor groene stroom uit de energiefactuur. In plaats van de subsidiekosten voor zonnepanelen af te wentelen op de consumenten, willen we dat Electrabel & co de zwaarste lasten dragen.
- We romen de woekerwinsten van commerciële zonneparken af. We schrappen tegelijk de netvergoeding voor kleine fotovoltaïsche installaties van particulieren.
- Voor de installatie van zonnepanelen werken we bij de Klimaatinversteringsbank een derdebetalersregeling uit.
Op vijf jaar tijd is de elektriciteitsfactuur in België met meer dan 30% gestegen, of met bijna 250 euro per jaar. In Vlaanderen was er zelfs een stijging met bijna 40%. Terwijl een gemiddeld gezin in de begindagen van de regering-Michel minder dan de buurlanden betaalde, betaalt het nu bijna een kwart meer.
Gezinnen betalen zich blauw voor hun stroomfactuur, maar krijgen daar niets voor terug. Integendeel. Ons land heeft de slechtste energievoorziening, met risico’s op black-outs, afschakelplannen en verouderde scheurtjescentrales die om de haverklap uitvallen. De energie is duur, maar niet duurzaam. Op het vlak van hernieuwbare energie bengelt België samen met Nederland aan de staart. In Frankrijk, het goedkoopste buurland, is 16% van de geconsumeerde energie hernieuwbaar. In België is dat maar de 8%.
Het energiebeleid faalt compleet. De overheid is niet meer in staat een stabiele bevoorrading van elektriciteit te garanderen. Engie-Electrabel dicteert dan ook de wet. De energiereus melkt onze gezinnen uit. De liberalisering van de energiemarkt was alleen maar goed voor de portemonnee van de aandeelhouders.
Toch bleef de regering volharden in boosheid. Ze ging de hoge facturen zelfs openlijk verdedigen. In 2016 zei Bart De Wever: “Goedkope energieprijzen? Dat zal in deze 21ste eeuw niet meer aan de orde zijn. Dat is eigenlijk een goede zaak.” Bert Wollants, de energiespecialist van de N-VA, zei twee jaar later: “Zo veel is die energiefactuur nu ook weer niet gestegen.”
Het enige lichtpuntje in de lange reeks prijsstijgingen is de afschaffing van de Turteltaks door het Grondwettelijk Hof bij een rechtszaak die werd aangespannen door de PVDA. Zo ging de stroomfactuur voor een gezin met 100 euro naar omlaag.
Van april 2014 tot september 2015 betaalden we 6 in plaats van 21% btw op elektriciteit. Dat was alleen maar normaal: verwarming in de winter is een basisrecht, geen luxeproduct zoals kaviaar of champagne. Het was nog een beslissing van de regering-Di Rupo, die er kwam na een jarenlange campagne van de PVDA. Maar de regering van Michel en De Wever verhoogde de btw meteen weer naar 21%. Die maatregel blijft de N-VA tot vandaag uitdrukkelijk verdedigen: “De verlaging van de btw levert niets op voor de bedrijven, die zijn immers vrijgesteld van btw”, billijkte minister Jan Jambon het.
De volgende regering moet de btw op energie onmiddellijk verlagen naar 6%. Daarmee wordt de factuur van de gezinnen een stuk milder. De rekening moet naar Electrabel gestuurd. Ze moet echt niet betaald worden met een verdoken indexsprong, zoals dat onder de regering-Di Rupo het geval was.
Om de energiekloof met de buurlanden te dichten, zijn structurele maatregelen nodig. We pleiten voor een gereguleerd, goedkoop tarief voor particulieren. In plaats van energiebedrijven vrij spel te geven, legt de overheid op die manier duidelijke maximumprijzen op. Dat systeem bestaat al in Frankrijk, met “le tarif bleu”. Niet toevallig is de energiefactuur in Frankrijk dan ook ook 400 euro per jaar goedkoper dan in België.
De verschillende energietarieven maken het optimaal kiezen voor het goedkoopste alternatief er helemaal niet makkelijker op. Daarom willen we het aanbod beperken tot één tarief per leverancier.
Om de consument te beschermen tegen plotse prijsverhogingen, garanderen we ook vaste prijzen die maar één keer per jaar aangepast kunnen worden.
We verzetten ons tegen de uitrol van de slimme energiemeters. Dat project helpt alleen de energiesector. Door de massale hoeveelheid digitale gegevens kunnen ze “slimme tarieven” doorvoeren, die schommelen van dag tot dag of zelfs van uur tot uur. Op piekmomenten kan elektriciteit zo drie tot vijf keer duurder uitvallen. Dat systeem is in de VS in voege. Op die manier verliezen de gezinnen elke controle over hun energiefactuur.
De meters zijn ook peperduur. De Vlaamse energiewaakhond VREG berekende dat de volledige uitrol van slimme gas- en stroommeters in Vlaanderen 1,6 miljard euro kost. Dat is omgerekend 640 tot 800 euro per gezin. Dat geld besteden we beter aan isolatieprojecten.
De netvergoedingen zijn bij ons 40% duurder dan in de buurlanden. Vooral omdat in Vlaanderen de kosten voor zonnepanelen rechtstreeks verrekend worden in de distributienettarieven. Lage inkomens, alleenstaanden en gezinnen betalen zich blauw om de woekersubsidies aan zonnepaneelkoningen als Fernand Huts en banken als ING.
Huts liet in één jaar twintig gigantische zonnedaken aanleggen op de loodsen van Katoen Natie. Daarvoor krijgt hij 450 euro per megawattuur, en dat nog twintig jaar lang. Gezinnen in het Waasland betalen zo jaarlijks 147 euro extra voor de zonneplantages van Huts.
We halen de kosten voor groene stroom uit de energiefactuur van gezinnen. We schrappen tegelijk de netvergoeding voor zonnepanelen van particulieren. In plaats van de subsidiekosten voor zonnepanelen af te wentelen op de consumenten, willen we dat Electrabel en de commerciële zonneparken de zwaarste lasten dragen. We romen de woekerwinsten op de zonneplantages van Fernand Huts & Co af.