De digitalisering democratiseren
We bevinden ons midden in een technologische revolutie. Het digitale heeft ons leven veranderd. Die evolutie zou vooruitgang moeten brengen voor ons allen. Maar zo zien we het niet gebeuren. Big Tech verzamelt en verkoopt onze gegevens en probeert ons gedrag op een ongeziene schaal te voorspellen en te sturen. Zij maken er massa’s geld mee. Maar hun winstoogmerk valt niet te rijmen met vooruitgang voor iedereen.
Er is voor de digitale revolutie een ander uitgangspunt nodig. Technologie zetten we in waar mens en planeet haar nodig hebben en om ieders stem vrij te laten weerklinken. Dat is een democratische, ecologische en sociale uitdaging. Met een agenda voor werk 4.0. Met democratie die wij ontwikkelen met digitale middelen. Met samenwerkingsverbanden zonder winstoogmerk. Met een betere bescherming tegen multinationale webgiganten.
Een. Een agenda voor werk 4.0
- We ontwikkelen een agenda voor werk 4.0. Deze agenda bevat anti-stress-wetten, een vetorecht van werknemers tegen digitale overbelasting en nieuwe regels en rusttijden bij smart work thuis. Ze komt tot stand in overleg tussen ingenieurs, arbeiders, wetenschappers en de overheid.
- We garanderen het recht op opleidingen voor werknemers die te maken krijgen met nieuwe technologieën. Deze opleidingen vallen ten laste van de werkgever.
- We gaan voor een algemene verlaging van de werktijd, nu de productiviteit door de automatisering stijgt.
- Het recht van werknemers om na werktijd onbereikbaar te zijn, willen we gerespecteerd zien.
- We moedigen innovaties aan die voor sociale vooruitgang en ecologische omschakeling zorgen, zelfs als ze niet meteen financieel lonend zijn.
Wij zijn een technologische revolutie binnengestapt waarin briljante technieken met elkaar gecombineerd zijn. Machines kunnen onderling digitaal communiceren, er is de doorgedreven robotisering met 3D-printers en productie op maat. We zien de ene doorbraak na de andere. We zien de contouren van smart factories, “de slimme fabrieken” van de “vierde industriële golf”.
De eerste golf was die van het gietijzer, de stoommachines en de fabrieken die vorm gaven aan de industriële revolutie vanaf de jaren 1780. De tweede golf kwam er met het staal, de elektriciteit en de eerste arbeidsdeling in de industrie vanaf de jaren 1870. Deze golf werd voltooid met de massaproductie van de eerste lopende band waar het beroemde Model T van Ford geassembleerd werd. Dat is het fordisme van de jaren 1930. De derde industriële golf bracht de eerste computers, de elektronica en de geautomatiseerde productie vanaf de jaren 1970. De nieuwe productiemethodes van Toyota in de jaren 1980 voltooiden deze derde golf: geen stocks meer, maar de just-in-time-productie van het toyotisme.
Vandaag beleven we de vierde industriële golf, de “industrie 4.0”. Door nieuwe webtechnologieën, waarbij machines, goederen en onderdelen met elkaar communiceren, ontstaan dynamische netwerken die kosten, grondstoffen- en energieverbruik optimaliseren. Vandaar ook de naam the Internet of Things, het internet der dingen.
Industrie 4.0 maakt het mogelijk razendsnel in te spelen op de wensen van de klant en logistieke en energienetwerken efficiënter te organiseren. Maar voor de werknemers, voor wie industrie 4.0 een bron van emancipatie had kunnen zijn, wordt ze eerder een entree voor uitbuiting 4.0 met flexibilisering van de werktijd, intensivering van het werk, uiterste veelzijdigheid en banenverlies. Het is nog te vroeg om precies in te schatten welke impact deze vierde industriële revolutie zal hebben. Vast staat wel dat miljoenen jobs in heel Europa bedreigd zijn. Het lijkt wel een race against the machine.
Maar hoeft dat zo te zijn? Natuurlijk niet. De toekomst van arbeid in een eeuw van robots heeft alles te maken met de keuze die we maken. Er moet een algemene, offensieve agenda komen voor een industrie 4.0 die het zal hebben over thema’s als opleiding en kwalificaties, de werkzekerheid, de bescherming van de gezondheid, de ergonomie en de invulling van de arbeidstijd. Een agenda voor werk 4.0 waarover de overheid, wetenschappers, ingenieurs en werknemers van gedachten wisselen. We houden iedereen aan boord.
Dat de robot het gevaarlijke, moeizame, saaie, repetitieve en ongezonde werk overneemt, waarom niet? Dan wordt industrie 4.0 de sleutel tot een toekomst waarin we minder moeten werken. We gaan voor een algemene verlaging van de werktijd nu de productiviteit door de automatisering stijgt. Het is een verzuchting die ons allemaal verenigt en die het mogelijk maakt weer over meer vrije tijd te beschikken. Het is overigens niet verwonderlijk dat de 30-urenweek steeds meer op het voorplan staat bij de vrouwenbeweging en bij de vakbonden, vooral in Duitsland waar industrie 4.0 het verst gevorderd is. Het gaat erom de technologische innovatie te transformeren in nieuwe toekomstbanen en in een nieuw sociaal evenwicht.
We garanderen het recht op opleidingen voor werknemers. Het mechanisme uit de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 39 inzake de sociale gevolgen van de invoering van nieuwe technologieën moet verstevigd worden: bovenop het overleg erover garanderen we het recht op opleiding voor werknemers die te maken krijgen met de invoering van nieuwe technologieën. Deze opleiding valt ten laste van de werkgever
Er zijn ook nieuwe collectieve arbeidsovereenkomsten en regels nodig. Wij doen een antistress-wet stemmen waardoor werknemers het recht hebben buiten de werktijd onbereikbaar te zijn en het recht op een persoonlijk veto tegen digitale overbelasting. Er dienen ook nieuwe regels te komen rond smart work thuis.
Twee. Democratie ontwikkelen met digitale middelen
- We geven burgers inzagerecht in regeringsbeslissingen. De overheid moet de prioriteiten in de federale begroting helder aangeven en de betrokken informatie online ter beschikking stellen.
- We zetten een ethische digitale mailbox op waarin burgers anoniem fraude of bedrog kunnen melden.
- We zorgen voor een breed democratisch platform waarop burgers voorstellen kunnen doen en bediscussiëren, met de mogelijkheid ze in het parlement te laten bespreken en stemmen.
- We zetten in op participatie, met digitale consultaties over concrete politieke vraagstukken. We gebruiken de door de digitalisering vrijgekomen tijd bij overheidsdiensten en administraties om de bevolking bij te staan en aan een betere toegankelijkheid te werken.
Als alternatief voor de achterkamertjespolitiek gebruiken we de nieuwe technologieën om de ramen van de Wetstraat wijd open te zetten. We maken de beslissingen van regering en parlement toegankelijker, bijvoorbeeld door de budgetten en begrotingen overzichtelijk in kaart te brengen en de gegevens erachter ter beschikking te stellen voor nadere analyse. Zo kunnen burgers en verenigingen echt betrokken worden.
De nieuwe technologieën hebben ongelooflijk veel potentieel om de hele bevolking tussen twee verkiezingen in te doen participeren en debatteren. Anders dan de traditionele partijen die het debat willen beperken tot alleen de Wetstraat, willen wij die discussies net overal aanwakkeren. Daarom richten wij een platform voor participatieve democratie in waarop iedereen voorstellen kan doen en bediscussiëren. Regelmatig houden we online burgerconsultaties over concrete kwesties die bij een grote groep burgers leven. Deze consultaties worden ook offline, in gemeentehuizen, gehouden zodat iedereen eraan kan participeren.
Door de digitalisering verloopt de administratie efficiënter en komt er tijd vrij. Die tijd laten we door ambtenaren gebruiken om mensen bij te staan en drempels te verlagen De overheid kan digitalisering dan niet gebruiken als excuus om de dienstverlening moeilijker toegankelijk te maken of om te snijden in tewerkstelling. Bij het ontwikkelen van nieuwe technologieën stellen we de toegankelijkheid ervan centraal. Dat doen we door het contact met de burgers te diversifiëren en door ervoor te zorgen dat de kwaliteit van onlinediensten voor technologiegebruikers en de kwaliteit van offline diensten identiek is. We laten niemand aan de zijlijn staan.
Drie. Werken aan een sociale digitale maatschappij
- In het onderwijs nemen we initiatieven waarmee jongeren hun technologische creativiteit kunnen ontplooien.
- We organiseren voor iedereen toegankelijke initiatiesessies over nieuwe technologieën. Zo kan elkeen er voordeel uit halen om van zijn digitale rechten gebruik te maken.
- We gaan voor een gratis en open internet in zoveel mogelijk openbare gebouwen. De nieuwe technologie moet beschikbaar zijn voor iedereen.
De federale en gewestelijke overheden laten de innovatie van nieuwe apps en technologieën over aan de vrije markt en aan private investeerders. Projecten met snel geldgewin als opzet sluiten haast vanzelf minder bemiddelden uit. En maar heel weinig sociale digitale projecten komen van de grond. Die toestand keren we om. We gaan voor innovatie die vertrekt van wat nodig is voor mens en natuur en zoeken zowel hightech als lowtech oplossingen. We kiezen voor de oplossingen die de privacy respecteren.
In de scholen zetten we in op de creativiteit. We bieden er zoveel mogelijk apps en technologieën aan, zodat jongeren met die knowhow toekomstige innovatie kunnen ontwikkelen. Maar ook om alle jongeren positieve ervaringen te laten opdoen met participatie via digitale innovaties.
Als stimulans voor sociale innovaties willen we de overheid hackhatons laten organiseren. Dat zijn workshop-achtige activiteiten waarin in kleine groepjes creatieve oplossingen voor alledaagse problemen worden bedacht en uitgewerkt. Groepen ontwikkelaars komen daar samen en programmeren er samen. De resultaten die uit de bus komen, kunnen dan bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit van de openbare dienstverlening. Er mogen geen privaatrechtelijke patenten op genomen worden.
We stimuleren ook de ontwikkeling van innovatieve sociale fab labs of makerspaces waar coöperatieve organisaties experimenteren met nieuwe vormen van ecologische en lokale productie.
Iedereen moet van de technologie gebruik kunnen maken. Wij zetten in op een snel, gratis en open internet, vooral op openbare plaatsen.
Vier. Samenwerkingsverbanden zonder winstoogmerk
- We steunen de oprichting van samenwerkingsverbanden zonder winstoogmerk. We moedigen jonge vernieuwers aan om apps te ontwikkelen waardoor de kwaliteit van de openbare dienstverlening verbetert.
- Voor een vlottere mobiliteit en minder verkeersdrukte ontwikkelen we een app voor openbare taxi’s en autodelen, gecontroleerd door de stad.
- We reglementeren de digitale marktplaatsen voor de verhuur van privé-accommodaties. We stellen, naar het voorbeeld van de stad Barcelona, maximum-quota op voor platforms als Airbnb.
- We beschouwen de werknemers van deze platforms niet als zelfstandigen. Net als alle werknemers hebben zij recht op sociale zekerheid en een minimumloon.
- We democratiseren de platforms. We verbeteren de wet zodat werknemers van deze digitale platforms zich kunnen organiseren voor de sociale verkiezingen.
- We annuleren de vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen en belastingen voor gelegenheidswerk (tot 6130 euro per jaar), een maatregel van de regering-Michel.
Via het internet worden almaar meer diensten verkocht buiten de klassieke kanalen. Nieuwe digitale platforms dringen zich op: Uber, Airbnb, Deliveroo… Zij staan voor een nieuw businessmodel. Ze verwijzen wel naar het mooie idee van de deeleconomie, maar in feite zijn het grote autoritaire organisaties die de verloning van de prestaties zonder enige samenspraak bepalen, die de codes voor de gebruikers, klantenkaarten en zo opleggen en die de werknemer van de ene dag op de andere van het platform kunnen kegelen, zonder tegenstem. Ze hebben lak aan regels en halen hun neus op voor vakbondsrechten en beschermende statuten. Het zijn ijsbrekers die de hele sociale bescherming op de helling zetten.
De uitdaging is dubbel: digitale platforms ontwikkelen die werkelijk ten dienste staan van de bevolking en anderzijds de multinationals van het platform-kapitalisme een halt toeroepen.
Gaan voor nuttige platforms ten dienste van de bevolking, dat doen we door in allerlei sectoren openbare toepassingen uit te werken die rekening houden met werknemers, consumenten en de planeet.
Een voorbeeld is de coöperatieve FairBnB, het fair trade alternatief voor Airbnb.
FairBnB heeft geen naamloze investeerders maar is collectief eigendom van de gastvrouwen en –heren en van de gasten. Het werkt met een democratisch model van collectieve beslissingen en met een transparante boekhouding.
Ook op een hele reeks andere gebieden kunnen openbare of coöperatieve uitwisselingsplatforms zonder winstgevend doel worden ingericht: carpooling, uitwisseling en gemeenschappelijk gebruik van goederen en diensten, enzovoort.
Anderzijds moet de overheid andere maatregelen nemen tegen het platform-kapitalisme.
Platforms als Uber en ListMinut, een platform om iemand te vinden die een klusje voor je opknapt, kunnen wellicht goedkopere diensten aanbieden, maar respecteren de minimumregels voor de arbeidsvoorwaarden niet. Met een simpele “klik” van het platform kunnen ze werknemers “desactiveren”. En natuurlijk zetten loodgieters met een uurloon van 5 euro op de site ListMinut alle loodgieters in het land onder druk.
En de regering-Michel? Die heeft de platform-reuzen een steuntje in de rug gegeven. Ze heeft beslist dat zij voor iedere contractant op hun platform geen enkele euro belasting of sociale bijdrage moeten betalen voor de eerste 6.130 euro die de contractant verdient. En dat jaar na jaar.
Wij willen een andere weg op. Net als in veel andere steden in de wereld verbieden we de app van Uber. We zetten valse zelfstandigencontracten om in werknemerscontracten. In de strijdbeweging van de Deliveroo-fietskoeriers heeft de FOD Werkgelegenheid beslist dat de zelfstandigencontracten “beschouwd moesten worden als een arbeidsverhouding waarbij er sprake is van arbeid in loondienst”. Zij moeten dan ook de rechten van werknemers hebben: een collectieve arbeidsovereenkomst, een minimumloon, sociale zekerheid enzovoort, ook als het over gefragmenteerde of korte opdrachten gaat. We democratiseren de platformen. We willen de wet zo aanpassen dat de werknemers van deze platforms bij de sociale verkiezingen hun vertegenwoordigers kunnen kiezen.
Vijf. Een betere bescherming tegen multinationale webgiganten
- We nemen het principe van de netneutraliteit op in de Belgische Grondwet.
- We bieden burgers een betere bescherming tegen webgiganten.
- We garanderen de privacy van op openbare plaatsen verzamelde data. We steunen technologie die “privacy by design” hanteert. Zo verhinderen we gebruik van de data voor andere doeleinden.
- We werken aangepaste fiscale maatregelen uit om multinationals te laten betalen voor hun “digitale aanwezigheid” op ons grondgebied. Zo vermijden we dat ons land hun belastingen ontloopt.
- Om uit de greep van de grote technologische reuzen te raken, veralgemenen we in overheidsdiensten het gebruik van vrije IT-systemen en software. Alle software van de overheid wordt als open source ter beschikking gesteld.
Het internet is als een straat: iedereen, arm en rijk, mag erop en iedereen volgt dezelfde verkeersregels. Wie rijker is, mag niet sneller rijden. Dat heet de “netneutraliteit”. Of je nu surft naar websites met schattige kittens, of je zit op Facebook te scrollen, alles komt met dezelfde snelheid tot bij jou. Iedereen aan dezelfde snelheid en hetzelfde tarief. De Amerikaanse telecomtoezichthouder FCC heeft dat principe nu afgeschaft. Want door een internet met twee snelheden te maken – een voor de rijken en een voor de armen – kunnen grote providers zoals AT&T meer winst boeken. Ook in Europa dreigt het die richting uit te gaan. Wij verdedigen integendeel de gelijkheid van toegang tot het internet en nemen de netneutraliteit op in de grondwet.
In onze steden en gemeenten boordevol sensoren en camera’s maken we door ons reilen en zeilen voortdurend nieuwe informatie aan over wat we doen. Mits strikt respect voor de privacy-regels kunnen deze meta-data, als we er slim mee omspringen, van groot nut zijn. Cruciaal daarbij is: we zorgen voor veiligheid en privacy assessment volgens het principe “privacy by design”: meteen bij het verzamelen mag alleen de informatie bijgehouden worden die nodig is, anoniem en in overeenstemming met de privacy-regels.
Het probleem nu is dat deze data enkel in het bezit zijn van webgiganten en privé-spelers. We stellen voor deze meta-data te verzamelen volgens een duidelijke open structuur in een databank, zodat iedereen ook kan zien wat ermee gedaan wordt. De overheid moet duidelijk aangeven hoe ze met de data omspringt. De strikte voorwaarde om meta-data op te slaan en te gebruiken is dat die geanonimiseerd zijn.
Binnen dat kader stimuleren wij burgers, verenigingen en overheidsdiensten om ermee aan de slag te gaan. Daarbij is belangrijk dat we blijven weten wat er met de anonieme data gebeurt en dat de nieuwe data die met apps gegenereerd worden, opnieuw in de open database terechtkomen voor verder gebruik. Daarom verbinden we aan het gebruik van de data de verplichting te werken volgens het principe “open source, open architectuur, open standaard en open data”.
Want het recht op privacy is een basisrecht. Hoewel we blij zijn met de nieuwe Europese GDPR-regels, de “algemene verordening gegevensbescherming”, beseffen we dat we hiermee nog lang geen democratische controle hebben over onze privacy. Zo is het bijvoorbeeld de Amerikaanse webgiganten toegestaan data die zij in Europa verzameld hebben, op het Amerikaanse continent op te slaan. Op die manier is sluitende controle van de gegevens die Facebook heeft verzameld, natuurlijk niet mogelijk. De burgers hebben een betere bescherming nodig.
Volgens de Europese Commissie ontloopt Facebook vrijwel alle belastingen in Europa. Google, Amazon en Ebay betalen nog geen kwart van wat ze zouden moeten doen. Als je bijvoorbeeld iets bestelt bij Amazon, sluit je een contract af met de vennootschap van Amazon in Luxemburg. De winsten van Amazon worden dan belast in Luxemburg. Heel dikwijls worden deze winsten daarna naar een nog voordeliger belastingparadijs versast.
Nationale belastingstelsels zijn ingericht op de fysieke aanwezigheid van een bedrijf en weten niet goed raad met kantoorloze webgiganten. Ze hebben een aanpassing nodig die rekening houdt met de digitale werkelijkheid en dus met de digitale aanwezigheid van de internetreuzen en digitale platforms. Op die manier worden hun winsten in België belast van zodra zij er een activiteit uitvoeren.
We willen dat de overheid in al haar activiteiten open source software gebruikt. Daardoor kan ze haar onafhankelijkheid bewaren tegenover de grote internationale technologiebedrijven. We schrijven ook de nieuwe programma’s van de overheid, van de administratie, maar ook van overheidsbedrijven zoals de NMBS, in open source. Dan kunnen burgers en verenigingen met apps blijven werken om deze programma’s te verbeteren en bewaken we de privacy.