De veiligheid van de burgers waarborgen

Veiligheid is een grondrecht. De opkomst van de georganiseerde misdaad en het falen van de ‘war on drugs’ tonen aan dat een andere aanpak dringend nodig is. We willen criminaliteit effectief bestraffen, met zware criminaliteit als prioriteit. Tegelijkertijd zetten we in op een preventiebeleid dat gebaseerd is op buurtpolitie, sterke wijken en doeltreffende hulpdiensten. We moeten de structurele ongelijkheden aanpakken die de belangrijkste voedingsbodem vormen voor criminaliteit.

Wat wij willen

Eén. Misdaad effectief bestraffen

  • We geven prioriteit aan de strijd tegen de maffia, drugsbaronnen, financiële criminaliteit en mensenhandel, evenals grootschalige fraude en verduistering. Nultolerantie voor georganiseerde misdaad.
  • Fysiek geweld wordt ook doeltreffend bestraft. Een straf moet afschrikwekkend werken, maar ook als middel dienen voor rehabilitatie en het voorkomen van recidive.
  • Wat kleine criminaliteit betreft zijn wij voorstander van doeltreffende en herstelgerichte straffen, zodat de daders zich bewust worden van wat ze de slachtoffers hebben aangedaan.
  • Bij de behandeling van aangiften moet het slachtoffer een centrale rol spelen. Slachtofferhulp wordt opgewaardeerd en voortdurend ontwikkeld.

Als we geweld en misdaad willen terugdringen, moeten we ze effectief bestraffen. Een groot deel van de misdaad wordt gepleegd door georganiseerde bendes. De grootste economische sectoren in het kapitalisme zijn de wapen- en drugshandel. De kern van het probleem ligt in het feit dat rijke criminelen in de parallelle economie macht kopen met de miljoenen die ze tot hun beschikking hebben. De Verenigde Naties schatten de financiële criminaliteit op 6 procent van het wereldwijde bbp.

Elk jaar vertegenwoordigen belastingontduiking en -ontwijking een verlies aan potentiële belastinginkomsten van zo'n 1000 miljard euro in de Europese Unie. Belastingfraude kost elke Europese burger 2000 euro per jaar. Geld dat zou moeten gaan naar wetenschappelijk onderzoek, cultuur, sociale zaken, onderwijs, gezondheidszorg enzovoort.

Hebzucht gaat hand in hand met het gebruik van geweld: economisch geweld, belastingfraude, ongestrafte witteboordencriminaliteit, terrorisme, gewapende overvallen, ontvoeringen, geweld door mensenhandelaars, grote drugskartels, handel in diamanten uit oorlogsgebied, economische fraudeurs en criminelen, pooiers en andere afpersers, car- en homejackers en georganiseerde bendes. Er moet een einde komen aan de straffeloosheid van de organisatoren van deze criminaliteit.

De huidige regering negeert echter volledig de alarmbellen die rinkelen in de strijd van politie en justitie tegen financiële criminaliteit. De federale gerechtelijke politie schetst een rampzalig beeld van de situatie: er is een tekort van 1000 rechercheurs. De minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden (cd&v), heeft aangekondigd dat ze 400 mensen zal aanwerven gedurende de legislatuur, wat minder is dan de helft van het aantal dat nodig is. Geconfronteerd met een gebrek aan middelen heeft het Brusselse parket een commissie opgericht om de prioriteiten te evalueren. Zaken worden ‘gesorteerd’ afhankelijk van of justitie de middelen heeft om tot vervolging over te gaan of niet. Tientallen zaken betreffende financiële criminaliteit worden om begrotingsredenen geseponeerd. In de eerste versie van het nationaal veiligheidsplan, dat werd opgesteld toen minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) en Annelies Verlinden de prioriteiten voor de politie vastlegden, werd de strijd tegen belastingfraude niet eens genoemd. Onbegrijpelijk. Zeker omdat de strijd tegen financiële criminaliteit geld oplevert voor onze openbare diensten.

In een samenleving zoals wij die zien heeft iedereen het recht om in veiligheid te leven. Hiervoor hanteren we twee benaderingen. Ten eerste willen we misdaad effectief bestraffen. Ten tweede pakken we de sociale oorzaken van criminaliteit aan en geven iedereen een waardige plaats in de samenleving. Dat betekent niet dat er om ter langst en om ter hardst gestraft moet worden, maar wel dat straffen effectief uitgevoerd worden. Het is onaanvaardbaar dat daders van fysiek geweld of ernstige zedenmisdrijven lange tijd op vrije voeten blijven. Slachtoffers van misdrijven blijven vaak verweesd achter. Ze blijven zitten met angst en vragen. Waarom ik? Ben ik ergens schuldig aan? Zal mijn schade vergoed worden? Wat bezielt de dader? Hier verdient het goede werk van de dienst slachtofferhulp waardering. Wij ijveren ervoor dat dit nog verder wordt uitgebouwd.

Bij kleine criminaliteit zijn herstelgerichte straffen belangrijk. Daders moeten geconfronteerd worden met hun slachtoffer, zodat ze kunnen beseffen wat ze aangericht hebben. Ze moeten ook de schade vergoeden, financieel of door een taakstraf. Internationale ervaring leert dat zo'n herstelgericht strafbeleid veruit het meest doeltreffend is.

Twee. Bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorisme

  • We investeren in de douane, de federale gerechtelijke politie en het parket. We zorgen ervoor dat ze na decennia van besparingen hun werk weer fatsoenlijk kunnen doen.
  • Er worden extra mobiele scanners geleverd voor de haven van Antwerpen.
  • Onder het motto ‘Follow the money’ schaffen we het bankgeheim daadwerkelijk af en raken we de georganiseerde misdaad in de portemonnee.
  • We investeren in preventiebeleid om de dealers het gras voor de voeten weg te maaien. We strijden voor de toekomst van onze jongeren, zodat ze niet in de wereld van drugs en geweld terechtkomen.
  • We voeren de druk op landen op die fungeren als toevluchtsoord voor drugscriminelen op de vlucht, zodat ze effectief worden uitgeleverd.
  • We treden streng op tegen terrorisme, of het nu gaat om fundamentalistisch terrorisme of extreemrechts terrorisme.

De afgelopen jaren zijn we getuige van een geweldsspiraal die verband houdt met het drugsmilieu. Dit culmineerde in de dood van een onschuldig meisje van 11 jaar oud. In Antwerpen is de situatie het ernstigst. Minstens één keer per maand vinden daar schietpartijen of granaataanvallen plaats. De ‘war on drugs’, het actieplan van de Antwerpse burgemeester Bart De Wever (N-VA), is een complete mislukking. Sinds de aftrap meer dan tien jaar geleden zijn er zeker niet minder drugs in omloop. Er is juist meer handel en meer consumptie. De prijzen zijn niet gekelderd en de drugskartels zijn machtiger dan ooit. Deze vijanden organiseren zich op internationaal niveau en houden zich goed verscholen. Ze zwemmen in het geld terwijl ze onze jongeren gebruiken om hier het vuile werk op te knappen.

De huidige situatie is overigens niet te wijten aan de inspanningen van onze overheidsdiensten. Het werk dat zij verzetten is ongelooflijk, maar ze lopen op hun laatste benen. Op federaal niveau hebben ontelbare besparingen en een weigering om structureel te herinvesteren geleid tot tekorten bij de federale gerechtelijke politie, de scheepvaartpolitie, de FOD Financiën, de douane, het parket, enz. De regering-Michel (2014-2019), met Jan Jambon (N-VA) als minister van Binnenlandse Zaken, heeft drastisch gesnoeid in de begroting van de federale gerechtelijke politie. Er is maar liefst 200 miljoen euro bezuinigd. In de loop van de legislatuur is het aantal personeelsleden gedaald van 4778 tot 4350, oftewel meer dan 400 krachten minder. Jambon heeft de aanwervingen ook teruggeschroefd.

"Jarenlang hebben opeenvolgende regeringen onze openbare diensten afgebroken. We hebben minder rechters, minder rechercheurs, minder douanebeambten en minder belastinginspecteurs. Hoe kunnen we de drugshandel effectief bestrijden als onze diensten zodanig verzwakt zijn?", zei PVDA-volksvertegenwoordiger Nabil Boukili in het federaal parlement, toen hij zich richtte tot premier Alexander De Croo (Open Vld). Zijn Vivaldi-regering, met minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v), heeft weliswaar geïnvesteerd, maar veel minder dan de betrokken diensten nodig hebben en zonder de besparingen van zijn voorganger terug te draaien.

We willen de federale gerechtelijke politie versterken en de tekorten bij de douane wegwerken. Deze twee diensten zijn onmisbaar voor het opsporen van drugshandel en moeten dus de nodige middelen krijgen. Tot slot rusten we de douane in de haven van Antwerpen uit met de extra mobiele scanners waar de beambten al zo lang op wachten.

Bij het ministerie van Financiën (FOD Financiën) zien we hetzelfde verhaal. Tussen 2016 en 2022 is het aantal controleurs met bijna 500 afgenomen. Er zijn dus veel minder belastingcontroleurs, wat betekent dat er veel minder belastingcontroles worden uitgevoerd. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) heeft onthuld dat er 110 miljoen euro in beslag is genomen tijdens Operatie Sky ECC. Helaas is dit slechts een fractie van wat de haven van Antwerpen binnenkomt. Geschat wordt dat elk jaar 40 miljard euro aan drugsgeld wordt witgewassen. Volgens Peter De Buyser, hoofd internationale samenwerking bij de federale politie, blijft 98 procent van de criminele vermogens daardoor in handen van criminelen. We moeten zware criminelen raken waar het hun pijn doet: in hun portemonnee. Vergeet niet dat Al Capone niet in de bak belandde vanwege smokkel van illegale drank en drugs, maar vanwege zijn belastingaangifte.

We moeten deze financiële gegevens dus kunnen inzien. We moeten hun geldstromen in kaart kunnen brengen. "Follow the money". Dit kan alleen als het bankgeheim volledig wordt opgeheven. Banken worden verplicht om de belastingdienst saldi en jaaroverzichten te bezorgen van transacties op alle bankrekeningen: individuele rekeningen, rekeningen van buitenlandse dochterondernemingen enz. Volgens het hoofd van de Bijzondere Belastinginspectie is de huidige procedure verre van doeltreffend: "We moeten sneller kunnen handelen zonder omslachtige procedures. [Op dit moment] vragen we de belastingbetaler eerst om informatie, vervolgens wachten we af of ze al dan niet willen meewerken, en dan pas kunnen we naar de bank stappen. We moeten korter op de bal kunnen spelen."

Belgische drugshandelaars vertoeven graag in de Verenigde Arabische Emiraten met hun zwart geld, met name in Dubai. Eind 2022 werd er wel een uitleveringsverdrag gesloten, maar dat leverde nog niets op. We moeten de druk op het plaatselijke regime opvoeren om ervoor te zorgen dat veroordeelde drugsbaronnen, die in dit land nog steeds een luxeleventje leiden, effectief worden teruggestuurd naar België.

Op lokaal niveau hebben wijkteams meer ondersteuning nodig. Wijkagenten zijn onze oren en ogen op het terrein. Ze kennen de buurten en zijn een belangrijk aanspreekpunt voor de bewoners. Ze zullen drugsgerelateerd geweld niet op miraculeuze wijze oplossen, maar ze vormen wel een hoeksteen van de ordehandhaving. Vandaag de dag moeten ze steeds meer backoffice- en onthaaltaken op zich nemen, naast de administratieve werklast die al niet gering is.

De illusie dat repressie alleen alle problemen kan oplossen is aan diggelen geslagen. Alle betrokken spelers zijn het eens over de noodzaak van een overkoepelende aanpak. We zetten ons daarom sterk in voor preventie, met name als het om onze jongeren gaat. We moeten vechten voor hun toekomst en voorkomen dat ze in de gewelddadige wereld van drugs terechtkomen. Het aantal jongeren dat opgroeit in armoede is vandaag erg hoog. Te veel van hen gaan zonder diploma van school.

Ondertussen heeft de Antwerpse gemeenteraad (N-VA, Vooruit en Open Vld) beslist om de werkingsmiddelen voor jeugdwerk niet te indexeren. De sector zal het dus met 20 voltijdse equivalenten minder moeten stellen. Terwijl die er net gespecialiseerd in zijn om jongeren een eigen plek in de maatschappij (terug) te geven. Deze vertrouwensband, die te danken is aan hun rol van contactpunt op de pleinen en in de wijken, dreigt nu te verzwakken of zelfs te verdwijnen. Dergelijke maatregelen moeten worden ingetrokken. We hebben meer jeugdwerkers nodig, niet minder.

We zetten ons in voor de strijd tegen het terrorisme. We treden krachtig op om misdaad te voorkomen en de rekrutering van terroristen tegen te gaan. Onze maatregelen zijn gericht op degenen die een echte bedreiging vormen. We zijn voorstander van een overkoepelende aanpak die een repressieve gerechtelijke component omvat, maar ook een component preventie en sociaal beleid. We moeten ons niet alleen bezighouden met de bedreigingen en gevolgen, maar ook met de oorzaken.

Om de rekrutering van terroristen tegen te gaan, richten we onze inspanningen op de rekruteringslijnen, de mensen die de propaganda organiseren en hun communicatiekanalen. Ons antiterrorismebeleid is doelgericht: het kan niet zo zijn dat hele gemeenschappen verdacht worden. De inlichtingendiensten moeten meer gericht gegevens verzamelen en zich richten op mensen die een echt gevaar vormen voor onze veiligheid, in plaats van de hele bevolking te bespioneren.

Jihadisten en extreemrechts zijn beiden uit op een godsdienstoorlog en een botsing tussen beschavingen. Wij voeren strijd tegen alle vormen van haatzaaien die bevolkingsgroepen tegen elkaar opzetten, of dit gedrag nu afkomstig is van jihadisten of extreemrechts.

De afgelopen jaren is extreemrechts terrorisme steeds meer op de voorgrond getreden. Volgens een rapport van Europol is de dreiging van extreemrechts terrorisme de afgelopen jaren in heel Europa toegenomen. In Duitsland verklaarde de minister van Binnenlandse Zaken in 2021 dat rechts-extremisme nu een grotere bedreiging voor de veiligheid vormt dan moslimterrorisme. In 2019 werd een Duitse politicus vermoord door een neonazi en in 2022 verijdelden Duitse veiligheidstroepen een reeks aanslagen beraamd door de extreemrechtse Reichsbürger-beweging met als doel de regering omver te werpen. In 2021 ontsnapte België ternauwernood aan een aanslag door Jürgen Conings, een beroepsmilitair met extreemrechtse overtuigingen die wapens en explosieven stal uit de kazerne waar hij werkte. Conings nam deel aan een missie in Afghanistan in dezelfde compagnie als Tomas Boutens, een neonazi die in 2014 werd veroordeeld voor het beramen van een aanslag. Deskundigen vrezen een opleving van extreemrechts terrorisme als vrijwilligers die momenteel in Oekraïne vechten terugkeren naar Europa. Een aantal van hen is geïdentificeerd als lid van extreemrechtse organisaties. Met de Syriëstrijders hebben we reeds gezien hoe gevaarlijk mensen met een extremistische ideologie kunnen zijn als ze militaire ervaring hebben opgedaan in oorlogsgebied. Om te voorkomen dat we dezelfde fouten maken als toen, zorgen we ervoor dat het gerechtelijk apparaat een onderzoek instelt naar elke vrijwillige strijder die terugkeert uit oorlogsgebied in Oekraïne.

Drie. Buurtpolitie die echt nabij is

  • We ontwikkelen een buurtpolitie die dicht bij de mensen staat. Een toegankelijke dienst om de sociale cohesie en het samenleven te verbeteren.
  • Wij zijn tegen het opdoeken van lokale politiebureaus.
  • We voeren een structurele eindeloopbaanregeling in voor politieagenten en waarderen hun statuut op.
  • We maken een einde aan de voortdurende militarisering van de politie en de aankoop van oorlogswapens en -munitie voor politiemissies.
  • Wij verwerpen elke verdere samenvoeging van politiezones: centralisatie vergroot de kloof tussen de politie en de bevolking en tast de democratische controle aan.
  • Wij zijn tegen elke vorm van regionalisering van politiediensten.
  • Wij verwerpen de privatisering en uitbesteding van openbare veiligheidstaken. We willen meer controle over de particuliere beveiligingssector.

Het huidige beleid drijft een steeds grotere wig tussen de politie en het publiek. De politie wordt steeds meer gecentraliseerd, gemilitariseerd en repressief. De missies en functies van het leger en de politie lijken elkaar steeds meer te overlappen. De politie wordt steeds meer gemilitariseerd en het leger speelt een steeds grotere rol als bewaker van de orde binnen de nationale grenzen.

Wij vinden het essentieel dat de politiemacht ten dienste staat van de gemeenschap. Tegenwoordig kennen de meeste mensen niet eens de naam van hun wijkagent. Wijkagenten moeten genoeg tijd in de wijk kunnen doorbrengen. Op die manier leren ze de mensen en de uitdagingen in hun buurt kennen en kunnen problemen vroeg opsporen en actie ondernemen voordat ze uit de hand lopen. Het omgekeerde is ook waar: als het publiek de agenten kent, is er ook meer sociale controle en dat maakt misbruik veel moeilijker. We willen een competente politiemacht die slachtoffers kan ondersteunen en begeleiden.

De militarisering van de politie begon tijdens de conservatieve revolutie van Reagan en Thatcher. Speciale methoden en geweld gebruiken, werd aangemoedigd. Bij ons is de burgemeester van Antwerpen, Bart De Wever, een fan van het militariseren van de ordediensten. Zijn stad heeft de aankoop van 300-kaliber militaire wapens voor de politie goedgekeurd. Deze wapens vuren dodelijke kogels af. In de Verenigde Staten en Canada worden ze bejubeld door jagers op groot wild. Een schot met dit type geweer doodt een elandmannetje tot op een afstand van bijna een kilometer. In de Verenigde Staten heeft de gemilitariseerde politie al veel onschuldige slachtoffers gemaakt, maar nog geen enkele terroristische aanslag met zware wapens verijdeld. En de drugshandel bloeit als nooit tevoren.

Ondertussen heeft de lokale en federale politie in België 1.500 Scar-machinegeweren, die een paar jaar geleden zijn aangeschaft ter vervanging van de oude UZI-modellen. Deze nieuwe wapens zijn veel zwaarder en gevaarlijker dan hun voorgangers. De gebruikte munitie heeft ‘een extreem destructieve impact’, volgens een wapenspecialist die in een politiezone in Brussel werkte. Ze werden oorspronkelijk aangeschaft voor speciale eenheden in de strijd tegen het terrorisme, maar worden sindsdien gebruikt om de lokale politie te militariseren.

Bovendien zijn politieagenten het terecht zat om hun statuut te zien verslechteren. Het begon onder de vorige regering-Michel. Zelfs toen kwam de PVDA regelmatig tussen in het parlement om hun rechten te verdedigen. Net als alle ambtenaren verloren de agenten hun pensioenrechten als gevolg van maatregelen van de toenmalige minister van Pensioenen, Daniel Bacquelaine (MR). Jan Jambon (N-VA), toenmalig minister van Binnenlandse Zaken, verlaagde het aantal verlofdagen waarop ze recht hadden van 33 naar 24 en besloot het systeem van ziektekapitaal af te schaffen. Maar men kiest er niet voor om ziek te zijn. Deze maatregelen waren een klap in het gezicht van leden van de brandweer, politie en defensie.

Ondanks beloften om de job van politieagent aantrekkelijker te maken, heeft de regering-De Croo ook geen moeite gedaan om hun beroep op te waarderen. Integendeel, minister Verlinden (cd&v) besloot het NAVAP-systeem (non-activiteit voorafgaand aan de pensionering) geleidelijk af te schaffen. Met dat systeem konden politieagenten eerder stoppen met werken. De vakbonden waren tegen deze beslissing. Gezien de aard van hun werk, wordt het beroep van politieagenten als zwaar beschouwd. Daarom is dit systeem voor veel agenten van essentieel belang. Het NAVAP-systeem afschaffen is niet veilig voor hen of voor het publiek.

Begin 2022 bereikte minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v) een akkoord met enkele politievakbonden over een loonsverhoging van 5 procent. Deze verhoging zou in januari 2023 ingaan en in 2024 opnieuw worden onderhandeld. Weer een belofte gebroken door de regering. De loonsverhogingen worden geleidelijk ingevoerd. Ze zullen pas in 2025 afgerond zijn, na de ambtstermijn van Vivaldi dus. Bovendien zal minister Verlinden de loonsverhoging niet opnieuw onderhandelen in 2024. Dit gebrek aan respect voor sociale dialoog en politieagenten is onaanvaardbaar.

De PVDA is in het federale parlement meermaals tussengekomen over dit onderwerp. We hebben ervoor gepleit om het politiewerk op te waarderen en beter te betalen. We stelden parlementaire vragen over het gebrek aan respect voor sociaal overleg en de vernietiging van het statuut van politieagenten. Want dit voorbeeld staat niet op zichzelf. Het is een van de elementen van de pensioenhervorming waarmee deze regering iedereen tot 67 jaar wil laten werken, ook al is de werkende klasse hiertegen. En terecht. Op 67-jarige leeftijd zijn alle beroepen te zwaar, zeker bij de politie.

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v) wil het aantal politiezones verminderen. Er zijn momenteel 184 lokale politiezones: 6 in Brussel, 72 in Wallonië en 106 in Vlaanderen. De minister wil ze in 2030 samenvoegen en zo het aantal terugbrengen tot 40. Noch de vakbonden, noch de politiezones zijn voorstander van deze hervorming. De regering pusht deze fusie onder het mom van "schaalvoordelen" en "rationeler gebruik van middelen", maar met de PVDA zijn we tegen. Centralisatie brengt de politie immers verder van de bevolking en zorgt dat er minder democratische controle kan worden uitgeoefend. We willen politiebureaus die dichtbij en toegankelijk zijn. In Nederland heeft de centralisatie van alle politiediensten van de nationale politie voor grote problemen gezorgd. Deze reorganisatie ging hand in hand met een besparing van 230 miljoen euro. En daar draait het natuurlijk allemaal om: besparen. PVDA-volksvertegenwoordiger Nabil Boukili. was scherp over de verwoestende plannen van de minister. Hij uitte de juiste kritiek dat: "... voor ons diensten gebaseerd moeten zijn op de noden van de bevolking, de behoeften ter plaatse, en niet op economische vereisten. De economie moet de samenleving dienen en niet andersom".

We zijn ook tegen elke poging om de politie te regionaliseren. Op dit moment wijst alles erop dat we die kant uit gaan. Het is een klassieke truc: eerst geven nationalistische partijen de federale overheid niet de middelen die ze nodig heeft om goed te functioneren. Dan verklaren ze dat de federale structuur niet langer werkt en pleiten ze voor een splitsing. Dat is misbruik maken van de situatie.

Het splitsen van de politiediensten druist echter volledig in tegen de huidige realiteit. De criminele wereld wordt steeds complexer en internationaler. Witteboordencriminelen, belastingontduikers, drugsbaronnen, terroristen ... stoppen niet bij taalgrenzen. Voor de N-VA ligt de oplossing in de oprichting van een soort Belgische Europol. Maar als dat het geval is, waarom dan regionaliseren als de coördinatie toch al op nationaal niveau bestaat? Een splitsing zou enkel leiden tot inefficiëntie en hogere kosten: we zouden dan drie verantwoordelijke ministers hebben en evenveel kabinetten en administraties.

Tot slot is de privatisering van politietaken een groot probleem voor de democratie. Zo vervang je een democratisch gecontroleerde politiemacht (in principe, tenminste) door een privépolitiemacht. Hele delen van de politie zijn al geprivatiseerd. Private veiligheidsagenten bewaken evenementen en de organisatoren moeten hiervoor betalen. Privatisering zal snel leiden tot een politiemacht die aan geen enkele controle meer onderhevig is. De veiligheid garanderen is een sociale taak van de overheid. En we moeten die taak ook democratisch kunnen controleren. De privésector valt niet onder de wet op geïntegreerde politiediensten. Een ander gevaar van uitbesteding aan de privésector is het risico dat privégegevens worden opgeslagen in private registers.

Vier. Voorkomen is beter dan genezen

  • We bevorderen de hulp, preventie en sociale controle door maatschappelijk werkers, straathoekwerkers, jeugdwerkers en gemeenschapswachten. Al deze spelers dragen bij aan het samenleven in de maatschappij.
  • We zetten een interfederale preventiedienst op poten tegen terrorisme.
  • We maken een einde aan de dubbele moraal waarbij sommige rechtse partijen beweren zich in te zetten voor de veiligheid van de samenleving en tegelijkertijd meedogenloze concurrentie, oorlog, racisme en een egoïstisch, individualistisch samenlevingsmodel bevorderen.

Momenteel focust het beleid vooral op het repressieve aspect van misdaadbestrijding. Toch is de invloed van de politie op het terugdringen van criminaliteit vrij beperkt, omdat de oorzaken buiten de bevoegdheid van de politie liggen.

We moeten de relatie tussen ongelijkheid en onveiligheid benadrukken. Wetenschappers zoals Richard Wilkinson en Kate Pickett hebben aangetoond dat samenlevingen met grote inkomensverschillen minder veilig zijn. Hoe ongelijker een samenleving is, hoe meer moorden er worden gepleegd en hoe meer mensen in de gevangenis zitten. In meer egalitaire samenlevingen is er minder geweld en misdaad.

Om echt een einde te maken aan criminaliteit hebben we een fundamenteel andere samenleving nodig die structurele ongelijkheid wegneemt. Een samenleving waar samenwerking in de plaats komt van egoïsme en waar culturele en sociale ontwikkeling in de plaats komt van snelle winst. Als we meer veiligheid willen, is het belangrijk om de samenleving gelijker te maken.

Sociale preventie is de beste manier om criminaliteit te voorkomen. Daarom willen we het recht op werk en huisvesting garanderen, net als een solide sociale zekerheid. Zo ontstaat er een gevoel van zekerheid en kunnen mensen onbevreesd naar morgen kijken. Dan zal het voor criminelen moeilijker zijn om een netwerk van bendeleiders en handlangers te rekruteren.

Klassiek preventiewerk blijft ook essentieel. Veel mensen zetten zich professioneel en vrijwillig in voor een veilige samenleving: conciërges, buurtwerkers of gemeenschapwachten. We willen straathoekwerkers aanmoedigen. We willen er meer en hetzelfde geldt voor jeugdwerkers. Deze opvoeders hebben contact met buren en bewoners. Ze verbeteren de hulpverlening, preventie en sociale controle, wat op zijn beurt het samenleven bevordert.

Een preventief beleid is ook erg belangrijk in de strijd tegen terrorisme. We kunnen georganiseerde misdaad en terrorisme alleen bestrijden als iedereen meedoet en als iedereen zich ter plekke inzet om samen te vechten.

Als we meer sociale rechtvaardigheid en socio-economische zekerheid hebben, kunnen we ook andere normen en waarden ontwikkelen. Zo kunnen we eindelijk een einde maken aan de dubbele standaard die nultolerantie en massale repressie predikt voor bepaalde vormen van overlast en geweld, maar niets doet aan het geweld van oorlog, het financiële geweld van bankiers en speculanten en entertainment dat geweld promoot. Alleen als de samenleving niet langer draait om maximaal individualisme, om de strijd van allen tegen allen en om oorlog, kunnen waarden als samenwerking en sociale bescherming, solidariteit en respect zegevieren.

Vijf. Goed functionerende hulpdiensten voor de uitdagingen van de toekomst

  • We draaien de hervorming van de civiele bescherming terug door kazernes te heropenen die eerlijk verdeeld zijn over het land en door voldoende personeel aan te werven.
  • De federale overheid moet een billijk aandeel van de financiering van de hulpverleningszones op zich nemen. Deze nieuwe financiering moet worden ingezet voor het aanwerven van nieuwe brandweerlieden om het huidige tekort op te lossen.
  • B-FAST moet snel hulp kunnen bieden aan mensen in nood over de hele wereld. We vereenvoudigen de procedure voor het sturen van hulp naar het buitenland en zorgen ervoor dat reddingsteams weer aan de slag kunnen.
  • We verdedigen het statuut van brandweerlieden en leden van de civiele bescherming: beide moeten erkend worden als zware beroepen.
  • We erkennen kanker als een beroepsziekte bij brandweerlieden en leden van de civiele bescherming.

Sterke hulpdiensten zijn essentieel voor de openbare veiligheid. Onze moedige brandweerkorpsen en civiele bescherming beschermen onze levens, maar krijgen nog steeds niet de nodige middelen, zowel qua personeel als qua materiaal.

De verschrikkelijke overstromingen die ons land in 2021 troffen, toonden eens te meer aan dat rechts beleid onze veiligheid schaadt. De dag na de overstromingen lanceerde de PVDA het initiatief "SolidariTeams": we mobiliseerden honderden vrijwilligers om de slachtoffers van de ramp ter plaatse te gaan helpen. De ramp toonde de solidariteit van mensen in het hele land, aan beide kanten van de taalgrens. Deze vrijwilligers konden ook heel duidelijk zien dat het traditionele beleid onze diensten zodanig had uitgehold dat ze niet in staat waren om op dit soort noodsituaties te reageren. De oproep van Raoul Hedebouw voor een federale onderzoekscommissie om politieke lessen te trekken uit deze gebeurtenissen werd afgewezen door de traditionele partijen.

In 2019 hervormde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) de civiele bescherming om te besparen. Deze essentiële hulpdienst verloor zo meer dan 800 professionele en vrijwillige medewerkers en 4 van de 6 kazernes werden gesloten. Het effect van deze hervorming liet niet lang op zich wachten: tijdens de overstromingen van 2021 was er een groot tekort aan materiaal en menselijke middelen. De overheid reageerde laat en chaotisch en in sommige gevallen moesten mensen meer dan 24 uur op hun dak blijven zitten voor ze gered werden. Het duurde uren om helikopters te krijgen, de reddingsboten waren niet aangepast en er ontbrak allerlei apparatuur. Sommige taken van de civiele bescherming, zoals het uitdelen van zandzakken, moesten worden toevertrouwd aan de hulpdiensten en lokale autoriteiten, die niet altijd over de benodigde tijd of middelen beschikken. Andere taken, zoals het schoonmaken van rivieren, zijn zelfs toevertrouwd aan privéfirma's. Dit verhoogt de kosten voor het publiek.

Deze hervorming heeft ook gevolgen gehad voor internationale hulpoperaties. België verloor bijvoorbeeld de VN-goedkeuring voor zoek- en reddingsoperaties van B-FAST. We waren nochtans een toonaangevende speler op dat vlak.

Ondanks een streng evaluatierapport van de Civiele Bescherming dat de desastreuze gevolgen van de sluiting van de kazernes en het verlies van personeel aantoont, gaf minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (cd&v) duidelijk aan dat ze niet wil herinvesteren en de gebouwen niet wil heropenen. Onze voormalige reddingswerkers van de civiele bescherming zitten nochtans te popelen om opnieuw aan de slag te gaan. We willen deze hervorming terugdraaien en een netwerk van kazernes opzetten, verdeeld over het hele land, en voldoende personeel aanwerven.

De brandweer verdient ook onze volledige aandacht. De federale overheid is verplicht om de helft van de kosten van de hulpverleningszones te financieren, maar voldoet daar niet aan, waardoor de last onterecht bij de gemeenten en provincies wordt gelegd. Als gevolg daarvan zijn onze brandweer en ambulancediensten chronisch onderbemand, waardoor de openbare veiligheid in gevaar komt. Deze situatie dwingt de provincies ook om te besparen, zodat ze de kosten van de zones kunnen opvangen. De federale overheid moet haar deel van de financiering van de zones op zich nemen en prioritair investeren in personeel.

Onze hulpdiensten zijn essentieel voor onze veiligheid. Deze mensen riskeren elke dag hun leven om andere levens te redden. Brandweerlui leven gemiddeld 7 jaar minder lang dan de rest van de bevolking. Het is voor hen onmogelijk om tot hun 67e te werken: we erkennen dat werken bij de brandweer of de civiele bescherming een zwaar beroep is, zodat ze op een redelijke leeftijd met pensioen kunnen gaan. PVDA-volksvertegenwoordigers Nabil Boukili en Gaby Colebunders kwamen in de Kamer tussen om hun steun te betuigen aan de brandweerlieden, met name in de commissie Binnenlandse Zaken, maar ook door deel te nemen aan hun acties op het terrein.

De mannen en vrouwen van onze hulpdiensten lopen een hoog risico op kanker. Toch wordt dat nog steeds niet erkend als beroepsziekte. De PVDA heeft een wetsvoorstel ingediend om deze vormen van kanker te laten erkennen.

Zes. Voorrang aan veiligheid van vrouwen

  • In elke politiezone van het land richten we een eenheid op die gespecialiseerd is in de strijd tegen seksueel geweld, intrafamiliaal geweld en alle vormen van geweld tegen vrouwen.
  • We vormen professionals op alle niveaus van het strafrechtsysteem, zodat slachtoffers goed worden opgevangen en serieus genomen, en geweld niet wordt gebagatelliseerd. Elke persoon die zich meldt moet worden gerespecteerd en elke klacht moet serieus worden genomen.
  • We zetten op elke universiteit en hogeschool een meldpunt op voor gevallen van geweld en pesterijen.
  • We ontwikkelen nationale tools tegen intimidatie. Waar ze ook zijn, vrouwen moeten gemakkelijk melding kunnen maken bij de politie en een veilige plek vinden om hulp in te schakelen.

De cijfers over geweld tegen vrouwen in ons land zijn schrikbarend. Volgens een rapport van Amnesty International uit 2020 werd één op de vijf vrouwen ooit verkracht. 23 procent van de vrouwen is al eens het slachtoffer geweest van gedwongen seks door hun partner en bij 48 procent van de slachtoffers van seksueel geweld gebeurde de eerste keer voor hun 19de. Dergelijk geweld kan leiden tot de dood van het slachtoffer. Volgens persberichten waren er in 2021 22 vrouwenmoorden en in 2022 20. In het nieuws duiken vaak verhalen op van verkrachtingen, vrouwenmoorden, grensoverschrijdend gedrag of huiselijk geweld. Hieruit blijkt eens te meer hoe structureel het probleem van seksueel en gendergerelateerd geweld in ons land is.

Toch neemt slechts 4 procent van de slachtoffers van seksueel geweld contact op met de politie. Verschillende rapporten, studies en sleutelindicatoren benadrukken dat de politiek haar aanpak van deze vormen van geweld moet verbeteren. Al te vaak worden klachten niet serieus genoeg behandeld en krijgen slachtoffers niet de hulp die ze nodig hebben. Bijna de helft van alle klachten wordt afgewezen. Hierdoor worden slachtoffers gedemotiveerd en zijn ze minder geneigd om klacht in te dienen. Hoewel centra voor seksueel geweld een belangrijke eerste hulp voor slachtoffers zijn, moeten we ook de vele tekortkomingen in de manier waarop politie en justitie werken onder ogen zien.

Binnen de politiezone Brussel-Elsene is een cel voor slachtofferhulp (EVA) opgericht. Slachtoffers worden er begeleid door personeel dat speciaal is opgeleid om met seksueel en huiselijk geweld om te gaan. Slachtoffers worden echt serieus genomen. Met andere woorden, hun verhaal wordt echt gehoord. De agenten in kwestie hebben ook de hulpmiddelen die ze nodig hebben om ondersteuning te bieden. Een absolute noodzaak in dit geval. We willen deze goede ervaring uitbreiden. PVDA-volksvertegenwoordiger Sofie Merckx heeft een ontwerpresolutie ingediend om in elke politiezone een EVA-eenheid op te richten. We zullen ook de deskundigheid van de verschillende niveaus van politie en justitie versterken door gespecialiseerde opleidingen over dit onderwerp te veralgemenen.

Seksistisch en seksueel geweld komt ook veel voor op universiteitscampussen. In de afgelopen jaren zijn er in onze instellingen voor hoger onderwijs een aantal incidenten gemeld van agressie en beledigend gedrag van docenten tegenover vrouwelijke studenten, doctoraatsstudenten en assistenten. We zullen een onafhankelijk en extern rapportagesysteem opzetten, evenals een externe tuchtcommissie en een cel voor slachtofferhulp in elke instelling voor hoger onderwijs.

Vrouwen hebben het recht om veilig te zijn in openbare ruimtes. Ze accepteren niet langer het geweld en de pesterijen die ze elke dag op straat ervaren. Begin 2022 stelde de PVDA in Luik voor om een anti-intimidatie-app te creëren. Wanneer een vrouw wordt aangevallen, kan ze de de applicatie opstarten. Ze kan haar locatie direct naar de politie sturen, "veilige plekken" in de buurt zoeken, een automatisch bericht naar vrienden sturen of een schel geluid laten horen om mensen in de buurt te waarschuwen en de aanvaller af te schrikken. We zullen een dergelijke toepassing op nationaal niveau ontwikkelen.

Zeven. Bescherming van de fundamentele vrijheden en versterking van de democratische controle

  • We herroepen de omzendbrief van Annelies Verlinden over het preventieve betogingsverbod en verzetten ons tegen verdere beperkingen van dit recht, zoals in het wetsontwerp-Van Quickenborne.
  • We versterken het mandaat van onderzoeksrechters. Een gerechtelijk onderzoek onder leiding van een onderzoeksrechter is doeltreffend en biedt de nodige garanties aan verdachten en slachtoffers.
  • We beschermen klokkenluiders binnen het politiekorps en bestrijden de doofpotcultuur rond politiegeweld en pesterijen binnen het korps.
  • We hervormen Comité P en Comité R door er vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenactivisten in op te nemen. De parlementaire en democratische controle op deze organen wordt vergroot.

De overheid heeft de plicht om haar burgers te beschermen. Desondanks nemen regeringen steeds meer veiligheidsmaatregelen die onze vrijheden beperken. De regering-De Croo zette haar aanvallen op de rechtsstaat en de grondrechten verder onder het mom van urgentie. Onze volksvertegenwoordiger Nabil Boukili was tegen de pandemiewet, die de regering in staat stelt repressieve maatregelen te nemen zonder enige democratische controle door het parlement of het maatschappelijk middenveld. De wet op het bewaren van elektronische communicatiegegevens bevestigt het beleid van massasurveillance op onze online activiteiten. Onder het mom van het aanpakken van de georganiseerde misdaad zijn de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-boetes) die de scheiding der machten schenden, opgevoerd. Nabil Boukili heeft een wetsvoorstel ingediend om deze GAS-boetes af te schaffen: misdaden en overtredingen moeten voor de rechtbank worden berecht. De minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden, heeft een circulaire gepubliceerd die burgemeesters toestemming geeft om preventieve demonstratieverboden uit te vaardigen. Dit is een frontale aanval op het recht om zich in het openbaar te uiten. Volksvertegenwoordiger Nabil Boukili heeft een wetsvoorstel ingediend om de vrijheid van betoging te garanderen. We blijven ons verzetten tegen elke beperking van dit democratische recht, zoals het wetsvoorstel van minister van Justitie Van Quickenborne.

De strijd tegen terrorisme, misdaad of epidemieën mag niet leiden tot beslissingen die de fundamentele vrijheden ondermijnen. Het huidige repressieve beleid heeft de neiging om de samenleving te militariseren, terwijl we gewoon meer onderzoeksrechters nodig hebben die gespecialiseerd zijn in de strijd tegen terrorisme en georganiseerde misdaad. We willen de rol van onderzoeksrechters versterken. Onderzoeken door onderzoeksrechters hebben één groot voordeel: alle informatie die tijdens het onderzoek is verzameld, mag in de rechtszaal worden getoond. Dit is niet het geval voor informatie van de inlichtingendiensten, die soms zeer vertrouwelijk is. Onderzoeksrechters garanderen ook transparantie en controleren of onderzoeksprocedures wettig zijn. Op dit moment is het vrijwel onmogelijk om de inlichtingendiensten te controleren.

De veiligheidsdiensten kunnen wettelijk specifieke infiltratie- en inlichtingenmethoden gebruiken om gegevens te verzamelen. De staatsveiligheid doet honderden geheime operaties, die vroeger onmogelijk zonder gerechtelijk toezicht konden worden uitgevoerd.

Rechterlijke controle, bescherming tegen willekeur en respect voor het recht op verdediging zijn essentieel om de privacy van burgers te waarborgen. Anders wordt het vermoeden van onschuld tot het tegendeel bewezen is, het vermoeden van schuld tot het tegendeel bewezen is. Wij zijn niet tegen het verhogen van de middelen van de veiligheidsdiensten als dat nodig is om terrorisme te bestrijden, op voorwaarde dat dit gepaard gaat met een grotere democratische controle op de manier waarop deze diensten werken. Dat kan onder andere door een versterkte parlementaire controle op de werking van Comité P (dat toezicht houdt op de politiediensten) en Comité R (dat toezicht houdt op de inlichtingendiensten). We stellen voor om deze commissies te hervormen zodat ze ook vertegenwoordigers van mensenrechtenverdedigers omvatten.

Politieagenten in het veld nemen risico's voor onze veiligheid en stonden ook in de frontlinie tijdens de Covid-19-crisis. Aan de andere kant kan de politie geen "zwarte doos" zijn. De afgelopen jaren kwamen pesterijschandalen binnen het politiekorps aan het licht, met name tegen vrouwelijke politieagenten en politieagenten van buitenlandse afkomst. Slachtoffers zijn vaak huiverig om dergelijke incidenten te melden uit angst voor represailles. We moeten krachtige, concrete maatregelen nemen die een einde maken aan deze ‘zwijgwet’, zodat klokkenluiders binnen de politie beschermd worden. Onze volksvertegenwoordiger Nabil Boukili heeft voorgesteld een gratis telefoonnummer in te voeren om de anonimiteit van klokkenluiders te garanderen en hen aan te moedigen politiegeweld te melden.