Dierenwelzijn: dieren zijn geen zaken

Waar winst op de eerste plaats komt, moet het dierenwelzijn wijken. Dieren zijn in de eerste plaats levende wezens die we met respect willen behandelen. We stimuleren daarom een agro-ecologie met meer ruimte voor dieren en meer mogelijkheden voor natuurlijk gedrag. Met duidelijke regels en nauwkeurige controles verbeteren we de leefomstandigheden van de dieren in de landbouw, bij wetenschappelijk onderzoek en bij ons thuis.

Wat wij willen

Een. Dierenwelzijn boven winstoogmerk

  • We stimuleren de agro-ecologie. Zo bevorderen we de goede verzorging van landbouwdieren en voorkomen we de verspreiding van ziektes.
  • We garanderen voldoende ruimte voor landbouwdieren en toegang tot zonlicht, buitenlucht en de mogelijkheid tot soorteigen gedrag. We willen correcte criteria voor stalinrichtingen.
  • We zorgen voor meer transparantie over leven en sterven van dieren in de vlees-, zuivel- en eierenketen.
  • We beperken diertransport in Europa tot maximaal acht uur. We rationaliseren diertransporten zodat ze tot het minimum beperkt worden en we verbeteren de omstandigheden ervan.
  • We versterken de dienst Dierenwelzijn en het FAVV zodat ze onaangekondigde controles voor dierenwelzijn en voedselveiligheid kunnen uitvoeren in de volledige voedselketen, van kwekerij tot supermarkt.
  • We organiseren regelmatig opleidingen dierenwelzijn voor transporteurs en slachthuispersoneel.
  • In grote slachthuizen stellen we een Animal Welfare Officer in vaste dienst aan, die het dierenwelzijn nauwgezet opvolgt.
  • We stimuleren het opzetten van lokale slachthuizen. Zo dringen we diertransporten terug en maken we kortere voedselketens.
  • We stimuleren het gebruik van minder stresserende slacht- en verdovingsmethodes.

In de Belgische landbouw zorgen miljoenen dieren voor melk, eieren en vlees. De vleesindustrie verhandelt jaarlijks 320 miljoen dieren en dat getal stijgt. Het aantal veebedrijven daalt, maar die tellen almaar meer dieren. De meeste boeren dragen daar goed zorg voor. Maar omdat de winstlogica vrij spel heeft en de distributie de winstmarges voor de landbouwers kleiner maakt, wordt de hele sector gedwongen de productiviteit verder op te drijven. Dat blijft niet zonder gevolgen.

De tv-beelden van de dierenmishandeling in het slachthuis van Tielt waren verfoeilijk. Dat bedrijf wilde de marktprijs van slachtvarkens op 1 euro per kilo houden. Ver onder de prijs van Duitse en Nederlandse concurrenten en natuurlijk nog veel verder onder de prijs in de grootwarenhuizen. Met dumpingprijzen is het natuurlijk niet mogelijk varkens gezonde voeding, comfortabele stallen, een goed leven en een pijnloze dood te geven.

Door de winstlogica wordt overal aan dierenwelzijn ingeboet: legbatterijen van kippen, dieren in overvolle kooien, dierentransport in miserabele omstandigheden … De wetgeving op het dierenwelzijn wordt met de voeten getreden. Veel noodzakelijke wetgeving, bijvoorbeeld over dierentransport, blijft uit.

Om dierenwelzijn te garanderen, gaan we in de eerste plaats voor agro-ecologie. Zo bevorderen we niet alleen de goede verzorging van landbouwdieren, maar gaan we ook de verspreiding van ziektes tegen. We zorgen ervoor dat landbouwdieren toegang hebben tot zonlicht, buitenlucht en zoveel mogelijk natuurlijk soorteigen gedrag kunnen vertonen. Door te kiezen voor kleinere, lokale slachthuizen kunnen we de afstanden van dierentransport afbouwen en maken we kortere ketens mogelijk.

Volgens onderzoek zorgen gerichte opleidingen voor transporteurs, personeel in slachthuizen en andere mensen die met dieren in contact komen, voor een flinke verbetering. Daarom willen we gaan naar structurele bijscholingen over dierenwelzijn, ook in bedrijven waar geen inbreuken vastgesteld werden.

We zorgen er voor dat de Animal Welfare Officers, die in grote slachthuizen verplicht worden aangesteld om toe te kijken op het naleven van de wetgeving voor dierenwelzijn, vast in dienst zijn en in alle onafhankelijkheid kunnen werken.

We versterken de dienst Dierenwelzijn en het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Zo kunnen beide diensten onaangekondigde controles uitvoeren voor dierenwelzijn en voedselveiligheid in de volledige sector. Dierenwelzijn, werkomstandigheden en volksgezondheid horen op de eerste plaats te komen, niet de winsten van de aandeelhouders.

Twee. Dierproeven tot een minimum beperken

  • Er moet een groter budget komen voor het onderzoek naar alternatieven voor dierproeven. We zetten daar een centrum voor op, mee te financieren door bedrijven die dierproeven doen.
  • We beperken dierproeven tot het minimum. Een dierproef wordt pas goedgekeurd als de wetenschappelijke relevantie en het maatschappelijk nut ervan getest zijn.
  • Onderzoeksmethoden en resultaten van alle dierproeven worden voortaan online geregistreerd, ook die met tegenvallende resultaten. Zo vermijden we nutteloze dubbele experimenten.
  • We zijn tegen het vernietigen van “overtollige” proefdieren.
  • We versterken de dienst Dierenwelzijn om grondige, onaangekondigde controles te kunnen verrichten op de naleving van de wetgeving inzake proefdieren.

In België worden elk jaar meer dan 500.000 dieren ingezet voor wetenschappelijke experimenten, testen en onderzoek. Voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en therapieën zijn proefdieren jammer genoeg soms nog onmisbaar. Maar er dienen zich ook almaar meer alternatieven aan. We willen het gebruik van proefdieren tot het minimum beperken.

We richten daarom een centrum voor alternatieven voor dierproeven op en ontwikkelen een investeringsprogramma dat mee gefinancierd wordt door bedrijven die dierproeven uitvoeren. Zo versnellen we nieuwe methodes en technieken die proefdieren overbodig maken, zoals weefselkweek, organen op chip, microdoseringen bij mensen of computersimulaties. We onderwerpen elke aanvraag voor het gebruik van proefdieren aan de wetenschappelijke relevantie en het maatschappelijk nut. Experimenten die niet de gewenste resultaten opleveren, worden vandaag vaak niet gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Wanneer er proefdieren in het spel zijn, houdt dat het risico in dat nutteloze tests verschillende keren worden uitgevoerd door onderzoekers die elkaars resultaten niet kennen. We registreren daarom alle dierproeven online, ook die met tegenvallende resultaten.

Om het lijden van dieren tijdens en na dierproeven zoveel mogelijk te reduceren, vragen we de versterkte dienst Dierenwelzijn grondige, onaangekondigde controles te doen op de plaatsen waar dierproeven worden gedaan. We stoppen het vernietigen van “overtollige” proefdieren of dieren waarop tests zijn uitgevoerd, wanneer dat niet noodzakelijk is voor het dierenwelzijn.

Drie. Een coherent beleid voor dierenwelzijn

  • We nemen het principe van het welzijn van dieren als gevoelige wezens met eigen belangen en waardigheid op in de Belgische Grondwet, zoals Wallonië en Brussel dat al gedaan hebben.
  • We vergroten het draagvlak voor dierenwelzijn via educatieve schoolcampagnes. Met kinderboerderijen en boerderijbezoeken laten we scholieren kennismaken met de dieren in de landbouw.
  • In ons handelsbeleid trekken we de kaart van dierenwelzijn om activiteiten die de natuurlijke habitat van bedreigde dieren in het buitenland verstoren, te verminderen.

De zorgplicht voor dieren gaat verder dan de landbouwsector en proefdieren. Dierenwelzijn vraagt om continue aandacht in alle geledingen van de maatschappij. Want dieren zijn geen zaken. We leggen het principe van het welzijn van dieren als gevoelige wezens met eigen belangen en waardigheid daarom vast in de Belgische Grondwet. In Duitsland, Luxemburg en Zwitserland is dat vandaag al het geval. Ook Wallonië en Brussel namen het principe op in hun wetgeving. Op die manier stimuleren we alle overheden om het welzijn van dieren stelselmatig te bewaken.

Jong geleerd is oud gedaan. Om het bewustzijn over dierenwelzijn te verhogen, maken we werk van educatieve campagnes in scholen. Met boerderijbezoeken en kinderboerderijen laten we kinderen in aanraking komen met de rol en behandeling van boerderijdieren.

In ons handelsbeleid toetsen we beslissingen aan de impact op dierenwelzijn in de wereld. We nemen maatregelen om de impact op de natuurlijke leefomgeving van dieren in het buitenland te verminderen, zoals bij de import van palmolie.

Vier. Een goede behandeling van huisdieren

  • We kijken toe op de handel van alle dieren, met regels zoals die vandaag al voor de verkoop van honden en katten gelden.
  • We stellen “positieve lijsten” op van diersoorten die men als gezelschapsdier mag houden, naar het voorbeeld van de al bestaande “positieve lijst” voor zoogdieren.

Een goede start voor een huisdier begint bij grootgebracht worden door een erkende kweker die beschikt over alle noodzakelijke kennis. Die kan eigenaars ook correct informeren over de behandeling en verzorging van hun nieuw troeteldier. We behouden de fok van huisdieren daarom voor kwekers die een erkenning kunnen voorleggen, net zoals dat vandaag al voor honden en katten het geval is.

Het is verboden honden en katten te verkopen in handelszaken voor dieren. Ook op de openbare weg, markten en beurzen is het verboden honden of katten te verkopen. We willen deze regels laten gelden voor alle verkoop van huisdieren.

Er bestaan vandaag al “positieve lijsten” voor zoogdieren die als huisdier gehouden mogen worden. We maken werk van zulke lijsten voor andere diergroepen. Zo zorgen we dat alleen dieren waarvan de verzorging binnen de mogelijkheden van particulieren ligt, gehouden worden. We gaan daarmee ook de verkoop van kwetsbare en exotische soorten tegen.