Een Europa van de mensen, niet van het geld

In Europa zouden we samen zoveel meer kunnen doen. Maar om onze grote structurele uitdagingen aan te pakken, hebben we een radicaal ander Europa nodig. We willen openbare investeringsplannen. Helaas, hebben de Europese verdragen de lidstaten vastgezet in een besparingslogica. Die moet doorbroken worden. We willen openbare diensten van hoge kwaliteit en een ambitieus klimaatprogramma. We willen een Europa waar burgers echt beslissen en waar werknemers worden beschermd tegen sociale dumping.

Er zijn veel dingen mogelijk als verschillende landen samenwerken. Europese samenwerking is dan ook essentieel. Geen enkel land kan bijvoorbeeld de klimaatcrisis alleen aanpakken. Belastingontduiking door multinationals vereist ook een gecoördineerde Europese strategie om wettelijke achterpoortjes te sluiten en belastingparadijzen aan te pakken.

Om tegemoet te komen aan de behoeften van werknemers is echter een radicaal ander Europa nodig. De huidige Europese Unie is een kapitalistische constructie die is afgestemd op de behoeften van de grote multinationals. De Europese Verdragen van Rome (1957) en Maastricht (1992) weerspiegelden deze fundamentele oriëntatie. Hun pagina's staan vol met verwijzingen naar concurrentie en het openstellen van de markt. Iedereen concurreert met iedereen.

De creatie van de interne markt verenigde niet alleen de nationale markten in één grote Europese markt of elimineerde de verschillen in regelgeving die de vrije concurrentie in de weg stonden. Bovenal werden zo veel mogelijk publieke en niet-commerciële sectoren gecommercialiseerd, zoals postdiensten en waterdistributie, die tot dan buiten de markt waren gebleven. De Europese verdragen zetten aan tot liberalisering en privatisering. Titel 4 van hoofdstuk 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vereist dat openbare diensten worden geliberaliseerd. De artikelen 101 tot 107 verwijzen naar vrije concurrentie, meer markten en strikte beperkingen op staatssteun. Zelfs overheidsbedrijven moeten zich aan de concurrentieregels houden, staat er.

Conclusie: of we het nu hebben over het klimaat of over openbare diensten, als we ons authentiek linkse programma willen verwezenlijken, moeten we deze Europese verdragen, verordeningen en richtlijnen fundamenteel aanvechten.

Wij willen een Europa dat niet gebaseerd is op concurrentie tussen volkeren, maar op solidariteit, samenwerking, ontwikkeling, participatie en duurzaamheid. Een Europa waarin de openbare sector een centrale rol speelt. Met openbare monopolies om belangrijke sectoren te beschermen tegen haaien en beursspeculanten. Met Europese instellingen die worden bemand door mensen die gemotiveerd en ambitieus zijn als het gaat om sociale en ecologische vooruitgang. Een Europa met overheidsinvesteringen, niet ten dienste van aandeelhouders en dividenden uit de oorlogsindustrie, maar in het klimaat, niet-fossiele brandstoffen, openbaar vervoer, onderwijs, cultuur, huisvesting en gezondheidszorg. Een Europa dat fondsen werft via een belasting op miljonairs en een belasting op financiële transacties, en dat hard strijdt tegen belastingparadijzen. Een continent met een fatsoenlijk minimumloon, een lagere pensioenleeftijd en waar het principe van gelijk loon voor gelijk werk strikt wordt toegepast.

Op dit moment is het een grote puinhoop. De duivelse dynamiek tussen concurrentie en bezuinigingen sloopt Europa. In de Europese Unie treft armoede meer dan een op de vijf burgers. Het aantal werkende armen explodeert. Bijna de helft van de Hongaarse kinderen groeit op in armoede. In Italië dreigen bijna 12 miljoen mensen onder de armoedegrens te vallen. In Frankrijk zijn de cijfers vergelijkbaar.

Eerst en vooral is dit het resultaat van 25 jaar bezuinigingen en van een beleid dat de rijksten op hun wenken bedient. Een kwart eeuw sociale ineenstorting, een kwart eeuw privatisering door een brede coalitie van liberalen, christenen en sociaaldemocraten. Keer op keer hebben alle traditionele partijen, inclusief de groene partijen en de sociaaldemocraten dit beleid gesteund. Volgens Ursula Von der Leyen zegt nog altijd dat het de enige manier is om vooruit te komen.

Of het nu gaat om het klimaat of de openbare diensten, authentiek links wil de Europese verdragen, verordeningen en richtlijnen fundamenteel ter discussie stelanllen. Dat zal nodig zijn tegenover Europese instellingen die onvervaard blijven doordenderen. Toen Griekenland in 2015 probeerde los te komen van het bezuinigingsmodel, vatte voormalig Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker het perfect samen: "Er kan geen democratische keuze zijn tegen de Europese verdragen. Als je de begrotingsregels in twijfel trekt, zullen de markten je een lesje leren", aldus de voorzitter van de Europese Centrale Bank. Deze logica moet doorbroken worden. Anders zal Europa ofwel een autoritair continent worden of uiteenvallen door de heropleving van oude nationalistische demonen.

Geconfronteerd met de almacht van het grote Europese bedrijfsleven wil de PVDA helpen een tegenwicht te creëren. De strijd moet beginnen met het verwerpen van het kader zelf. We zullen stoppen met het omzetten van asociale richtlijnen. We coördineren de strijd op Europees niveau. We leren waardevolle lessen van de Duitse vakbonden en de Franse spoorwegarbeiders voor de strijd om meer loon en de verdediging van openbare diensten. De waterbewegingen in Ierland, Griekenland en Italië leren ons wat het recht op water inhoudt. De strijd om het patent op te heffen en de coronavaccintechnologie te delen met de minder rijke landen was een indrukwekkende Europese mobilisatie. De precaire werknemers bij Deliveroo, Amazon en Ryanair toonden hoe we acties op Europees niveau kunnen coördineren. Europese havenarbeiders bewezen dat ze de liberalisering van hun statuten kunnen tegenhouden. Tot slot toonden Poolse en Spaanse vrouwen hoe we ons kunnen organiseren tegen aanvallen op fundamentele rechten, zoals abortus.

Wat wij willen

Een. Onze toekomst in eigen handen nemen: nee tegen bezuinigingen 2.0

  • We wrikken ons los uit de autoritaire begrotingsregels van de Europese Unie. Wij verwerpen de terugkeer van het stabiliteits- en groeipact. Europa heeft geen bezuinigingen 2.0 nodig.
  • Wij kiezen voor overheidsinvesteringen, onder democratische controle, in plaats van een Unie die de dividenden van grote multinationals subsidieert. We vervangen openbaar-private partnerschappen door een openbaar-openbaar aanpak.
  • We gebruiken Europese fondsen voor sociale en milieudoeleinden en verwerpen de uitbouw van een oorlogseconomie.
  • Wij willen een Europa dat openbare diensten en bedrijven respecteert en ontwikkelt, tegen de richtlijnen van liberalisering en privatisering in. Sommige sectoren zijn te belangrijk om aan de markt over te laten.
  • We staan opnieuw staatssteun en overheidsmonopolies toe, waarmee we breken met de Europese regels die werden aangewend om overheidsbedrijven te vernietigen. Om te voorkomen dat de kloof tussen landen en regio's groter wordt, verdedigen we een Europees Solidariteitsfonds.
  • We wijzigen het Europees systeem van rekeningen (ESR 2010) om het keurslijf voor nationale en lokale overheden af te schaffen. Dat vormt immers een groot obstakel voor ambitieuze overheidsinvesteringen.

Om de invoering van de eenheidsmunt, de euro, voor te bereiden, kwamen de Europese landen in 1992 in het Verdrag van Maastricht overeen dat de staatsschuld van elke staat onder de 60 procent van de jaarlijks geproduceerde rijkdom moest blijven. Het begrotingstekort, dat wil zeggen het overschot van de uitgaven ten opzichte van de inkomsten, mocht niet hoger zijn dan 3 procent. Geen enkele econoom kan de willekeur van deze cijfers serieus verklaren. Waarom geen 70 of 90 procent, waarom geen 2 of 4 procent. Deze doelstellingen hebben echter geleid tot strenge investeringsbeperkingen en opeenvolgende bezuinigingsplannen in naam van de criteria van Maastricht. Als gevolg daarvan worden openbare diensten geprivatiseerd, worden hele economische sectoren aan de markt overgelaten en overheidsinvesteringen teruggeschroefd. Na de eurocrisis werden de lidstaten zelfs verplicht om een schuldenplafond op te nemen in de grondwet. Dat zou betekenen dat politieke alternatieven voor de neoliberale ook juridisch onmogelijk gemaakt worden.

Tijdens de coronacrisis hebben de Europese leiders deze strenge normen uit de Europese verdragen opgeschort. Grote privébedrijven zijn gered met de hulp van de staat, wat enorme gaten in de begroting sloeg. Deze opschorting loopt eind 2023 af. De Europese Commissie en de Europese regeringen willen de normen opnieuw invoeren vanaf januari 2024. Als het van hen afhangt krijgen we een nieuwe golf van bezuinigingen.

De PVDA strijdt al jaren voor de afschaffing van deze regels. "Onrealistisch", "populistisch", antwoordden de traditionele partijen. De snelle opschorting van de regels laat zien dat het loslaten van besparingsregels in werkelijkheid niet alleen mogelijk, maar zelfs noodzakelijk is. De coronacrisis toonde wat het resultaat is van een kwart eeuw bezuinigingen in de openbare diensten: de slecht uitgeruste en ondergefinancierde ziekenhuizen en woonzorgcentra en de tekorten aan maskers en productiecapaciteit.

De coronacrisis, de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne, met zijn spiraal van sancties en tegensancties, bewijzen de rampzalige gevolgen van de Europese dogma’s. Toch doet de Europese Commissie alsof er niets gebeurd is en komt ze op de proppen met besparingsbeleid 2.0. Vermarkting, concurrentie en bezuinigingen blijven de kernwoorden. De besparingen hebben de openbare diensten tot op het bot uitgekleed. Dat merkt iedereen die al eens een bus of trein neemt of die in de krant de alarmkreten over leraren- , zorgkundigen of magistratentekort leest.

Het Europese herstelplan van 2020 heeft deze problemen niet opgelost. Aan het herstelplan zijn strenge voorwaarden verbonden. De toegekende middelen zijn afhankelijk van en gekoppeld aan het Europees Semester. Onder dit mechanisme moeten landen hun hervormingsrapport voorleggen aan de Europese Commissie waarna de Commissie regeringen op de vingers tikt en "adviseert" om nog dieper te snijden in de gezondheidszorg en de pensioenen. Wie niet gehoorzaamt, krijgt geen geld.

Voor werknemers biedt het Europese herstelplan weinig vooruitzicht op nieuwe banen. In België zou de investering van 6 miljard euro minder dan 2.500 banen opleveren. Het herstelplan is niet bedoeld om banen te creëren of de slachtoffers van de crisis te helpen. In de meeste gevallen gaat het om extra middelen voor de privésector.

Wanneer er toch geld wordt toegewezen aan overheidsinvesteringen, zijn de Europese fondsen slechts een druppel in de oceaan van concurrentie. Een druppel op een gloeiende plaat die uiteindelijk toch weer leidt tot de verzwakking van de openbare diensten en de sociale rechten. Net omdat de middelen gekoppeld zijn aan de hervormingen die de Europese Commissie voorstelt. De besparing door de Vivaldi-regering van 3 miljard in de pensioenen kwam er op vraag van de Europese Commissie. Zonder besparing geen middelen uit de Europese fondsen. Tegen die chantage zeggen wij: neen, bedankt.

In 2019 had de instelling al 15 landen aangemaand om hun pensioenstelsels te hervormen. Elf van deze landen hadden dat in 2022 nog niet gedaan, maar de Europese druk bleef groot. Het verklaart waarom de Franse president Macron koppig doorzette met zijn verhoging van de pensioenleeftijd ondanks het ongelooflijke verzet van de vakbonden en de werknemers.

Het Europees Verbond van Vakverenigingen ETUC heeft berekend dat de nieuwe voorstellen van de Europese Commissie voor 14 Europese landen samen een verplichte besparing van 45 miljard euro zouden betekenen. Volgens het Planbureau zou dit voorstel België kunnen verplichten tot jaarlijkse besparingen van één procent van het bruto binnenlands product, die cumulatief zouden toenemen over een periode van vier jaar. Dit zou een totale begrotingsinspanning betekenen van 4 procent van het binnenlands product, of bijna 25 miljard euro.

"Dat zou schadelijk zijn voor de groei, de sociale vooruitgang en duurzame ontwikkeling", reageerden de drie Belgische vakbonden eensgezind. "Er zou geen ruimte meer zijn voor investeringen of voor de ontwikkeling van nieuw beleid."

In het Europees Parlement is de unanimiteit van de grote politieke families rond de noodzaak van een nieuwe bezuinigingsronde opvallend. De PVDA is tegen deze bezuinigingsdogma's. Terwijl de sociaaldemocraten het voorstel van Maroš Šefčovič, vicevoorzitter van de Europese Commissie, toejuichten, viel PVDA-Europarlementariër Marc Botenga de commissaris aan: "Je bent hier weer met je belachelijke criteria van drie procent en zestig procent. Waarom 60 procent en geen 40 of 80? Je verzint maar wat, en dat allemaal met één doel: onze openbare diensten privatiseren en afbreken, landen dwingen te privatiseren, onze scholen, pensioenen en spoorwegen verkopen aan de hoogste bieder. Kijk maar naar wat bezuinigingen hebben gedaan met onze gezondheidszorg: het is een ramp."

Ons ambitieuze Doe de Switch-programma doet het tegenovergestelde van bezuinigen. We stappen af van het begrotingspact (VSCB) en het stabiliteits- en groeipact. We zijn ook vastbesloten om het Europese Verdrag zelf niet te gehoorzamen.

Het Europees Systeem van Rekeningen, kortweg ESR 2010, maakt niet langer onderscheid tussen de gewone en buitengewone rekeningen van lokale overheden. In plaats van een investering over meerdere jaren af te schrijven, moeten lokale overheden het volledige bedrag in het jaar van de lening boeken. Investeringen door lokale overheden zullen waarschijnlijk zwaar worden aangetast. Deze lokale investeringen zijn goed voor een derde van de overheidsinvesteringen. Zonder hen komt het onderhoud en de renovatie van de lokale infrastructuur in het gedrang.

De belangrijkste functie van een openbare dienst is het leveren van diensten aan de gemeenschap, niet het vullen van de zakken van aandeelhouders. Privatiseringen in al hun vormen zijn mislukt. We weigeren de verdere privatisering van openbare diensten, . We hebben sterke openbare diensten en een sterke openbare sector nodig.

We zullen opnieuw staatssteun en overheidsmonopolies toestaan en breken met de Europese regels die hebben gediend om overheidsbedrijven te vernietigen.

Twee. Voor een Europese Switch: Een Europa ten dienste van mens en planeet

  • We nemen onze energie in eigen handen. Power to the people. We richten nieuwe openbare energiebedrijven op en nationaliseren de productie van Engie en de andere energiemultinationals.
  • We verlagen de energieprijzen en doen de Switch naar hernieuwbare energiebronnen.
  • We vervangen het Europese koolstofquotasysteem en andere koolstofbelastingsmechanismen door bindende normen voor de bedrijven.
  • We maken treinen goedkoper dan vliegtuigen voor afstanden van minder dan 1000 km, zodat hogesnelheidstreinen en nachttreinen een duurzaam en haalbaar alternatief worden voor de auto of het vliegtuig.
  • We draaien de liberalisering van het spoor terug om de ontwikkeling van nachttreinen en internationale reizen aan te moedigen met goedkope treinen. We verlagen de kosten van de Interrailpas voor treinreizen door Europa.
  • We nemen de leiding over het farmaceutische beleid met de oprichting van een Europees openbaar onderzoeks- en ontwikkelingsinstituut, het Salk Institute. We werken aan een Europees volksgezondheidscluster voor onderzoek, ontwikkeling en productie van medicijnen, gebaseerd op de behoeften van burgers.
  • We beschermen de gezondheids- en zorgsector tegen de klauwen van de markt.

Europese herstelfondsen zijn vooral bedoeld om grote Europese multinationals te subsidiëren. Het Europese establishment wil hen helpen om de concurrentie aan te gaan in de sectoren van de digitale en groene technologie met andere grote buitenlandse spelers, vooral uit China en de VS. Er wordt gekozen voor een ‘publiek-private’ logica. Overheden subsidiëren grote bedrijven en leggen nieuwe infrastructuur aan om aan de behoeften van privébedrijven te voldoen.

In België bijvoorbeeld ontvangen bedrijven zoals ArcelorMittal, Engie en de Antwerpse petrochemische multinationals miljoenen euro's subsidies om te investeren in nieuwe, milieuvriendelijkere fabrieken en elektriciteitscentrales. Investeringen die ze normaal gesproken zelf zouden hebben gefinancierd, worden nu betaald door de overheid. De bedrijven mogen de gemaakte winst echter houden.

Wij willen een duidelijke en radicale koerswijziging in gang zetten. Wij kiezen voor een openbaar-openbare aanpak. We breken met de regels die liberalisering en privatisering opleggen en kiezen voor openbare diensten.

Van productie tot distributie, van opslag tot prijsvorming: de energiereuzen hebben alles verprutst. Als we nu niet de hele sector uit hun handen trekken, van het Europese tot het lokale niveau, wanneer dan wel? Dit is wat we bedoelen met "Power to the people". De overheid moet de energiesector weer in handen nemen. Zo maken we energie goedkoop en duurzaam. Met een gemeenschappelijk openbaar energiecentrum beginnen we met een planmatige aanpak van de ecologische omwenteling en stimuleren we de samenwerking tussen de Europese openbare energiebedrijven op het gebied van technologische uitwisseling. Zo profiteert iedereen van de sterke punten van elk land. Alleen zo kunnen we de overgang naar hernieuwbare energie versnellen en de prijzen aanzienlijk verlagen.

In het belang van de mobiliteit en het klimaat komen we terug op de liberalisering van het internationale treinverkeer in Europa. We zullen dit verkeer toegankelijker maken. We geven voorrang aan reizen over middellange afstanden (minder dan 1000 km). Hogesnelheidstreinen bieden een alternatief voor het zeer vervuilende luchtverkeer op het Europese continent. Momenteel subsidiëren onze regeringen het luchtverkeer. Dat zet een rem op de ontwikkeling van het internationale treinverkeer.

We richten een Europees Salk Instituut oprichten. De naam is een eerbetoon aan Jonas Salk, de onbaatzuchtige uitvinder van het poliovaccin. Het Instituut verzamelt de bestaande fondsen en financiert daarmee hoogstaand medisch onderzoek. Onderzoek wordt niet langer overgelaten aan de grillen en winstzucht van grote farmaceutische bedrijven, maar speelt in op bestaande behoeften. Het eindresultaat - nieuwe medicijnen, zelfs voor ziekten die de farmaceutische reuzen als 'onrendabel' beschouwen - wordt een openbaar goed, toegankelijk voor iedereen.

In haar nooit aflatende zoektocht naar nieuwe sectoren om te commercialiseren en te liberaliseren, blijven water en gezondheidszorg in het vizier van de Europese Commissie. Het recht op water en het recht op gezondheid zijn fundamentele rechten. Ze zijn niet te koop. We houden de watersector, inclusief drinkwatervoorziening en afvalwaterzuivering, in handen van de openbare sector. We beschermen de gezondheids- en zorgsector tegen de klauwen van de markt.

Drie. Burgers laten beslissen over cruciale debatten

  • We laten het aan het publiek over om te beslissen: via een bindend burgerinitiatief kunnen een miljoen mensen in zeven lidstaten een wetgevingsinitiatief opleggen aan de instellingen of een asociale maatregel blokkeren.
  • Fundamentele beslissingen over de toekomst van de Europese Unie worden in elke lidstaat aan een referendum onderworpen.
  • We sluiten de draaideuren tussen de Europese instellingen en het grootkapitaal. Commissarissen en leden van het Europees Parlement mogen geen mandaat aanvaarden bij banken of multinationals gedurende een periode van zeven jaar na hun ambtstermijn.
  • Europarlementariërs en Europese commissarissen zullen hun inkomen zien halveren. We schaffen het speciale pensioenfonds voor leden van het Europees Parlement af.
  • We vechten tegen belangenvermenging. We maken een einde aan het feit dat leden van het Europees Parlement lucratieve banen bij multinationals of andere beursgenoteerde bedrijven combineren met hun parlementaire taken.

We willen geen Unie die boven de democratie staat. Vandaag heeft alleen de Europese Commissie het recht om Europese wetten voor te stellen en zij staat volledig onder invloed van de multinationale lobby's. Het is onaanvaardbaar dat zij wetten kunnen laten opstellen die hun belangen dienen. Dit initiatiefrecht moet ook worden gegeven aan burgers en sociale organisaties door middel van referenda.

Op deze manier geven we de bevolking de kans om te beslissen. Via een bindend burgerinitiatief zullen een miljoen mensen in zeven lidstaten een wetgevingsinitiatief kunnen opleggen aan de instellingen of een asociale maatregel kunnen blokkeren. Cruciale beslissingen over de toekomst van de Europese Unie (zoals een nieuw verdrag) zullen ook in elke lidstaat aan een referendum moeten worden onderworpen.

Onderhandelingen achter de schermen en vergaderingen van de Europese Raad, de Eurogroep, het Europees Stabiliteitsmechanisme en Ecofin moeten openbaar worden gemaakt, live via streaming en in de vorm van officiële openbare verslagen.

Qatargate bevestigde: we moeten breken met de geldcultuur in de Europese instellingen. De commissarissen en leden van het Europees Parlement hebben totaal geen voeling met het echte leven van werknemers. Een lid van het Europees Parlement kan gemakkelijk meer dan 13.000 euro per maand verdienen. De voorzitter van de Europese Commissie steekt meer dan 30.000 euro per maand op zak. Ze beseffen niet wat hogere prijzen betekenen voor gewone mensen. Terwijl ze maar één dag nodig hadden om alle Europese regels op te schorten om de banken te redden of grote bedrijven te subsidiëren, hadden ze een vol jaar nodig om de elektriciteits- en gasprijzen te plafonneren. Dat is geen toeval.

Binnen het Europees Parlement was de PVDA vijf jaar lang de enige Belgische partij die de kwestie van de buitensporige salarissen van commissarissen en parlementsleden op tafel legde. De andere partijen, die altijd klaar stonden om ‘offers’ van het volk te vragen, weigerden systematisch om over hun eigen privileges te praten. We hebben nieuwe normen nodig voor alle eurocraten, met normale loonbegrenzingen: ten minste een halvering van het inkomen van parlementsleden en commissarissen.

Op dit moment worden Europese wetten letterlijk opgesteld door en voor bedrijfslobby's. De meeste Europese commissarissen zijn of waren nauw verbonden met het bedrijfsleven. Tijdens de onderhandelingen over de koopcontracten voor vaccins stuurde Ursula Von der Leyen geheime WhatsApp-berichten rechtstreeks naar het hoofd van Pfizer. Aan de vooravond van zijn benoeming tot Europees commissaris, onder andere verantwoordelijk voor de digitale sector, was de Franse commissaris Thierry Breton nog voorzitter en CEO van Atos, een multinational die actief is in dezelfde sector. De commissaris voor Economische Zaken, Paolo Gentiloni, had aangegeven dat hij voor 300.000 euro aan aandelen bezat, met name in Amazon, een bedrijf dat enkele miljoenen euro's zou moeten betalen als er ooit een Europese digitale belasting zou worden ingevoerd. Deze belangenconflicten verdwijnen niet van de ene dag op de andere omdat een commissaris snel zijn aandelen verkoopt. We moeten een einde maken aan de draaideuren tussen de particuliere sector en de gekozen ambten. Tot zeven jaar na het einde van hun mandaat mogen commissarissen en leden van het Europees Parlement geen mandaat aanvaarden als lid van de raad van bestuur, lid van een adviesraad of consultant van banken, multinationals of beursgenoteerde bedrijven. Leden moeten alle contacten met lobbyisten melden, ook buiten het parlement.

We moeten ook een einde maken aan de extra banen van leden van het Europees Parlement in de raden van bestuur van multinationals of financiële bedrijven. Hoe onafhankelijk ben je echt als Europees parlementslid, als je naast je job nog voor tienduizenden euro’s per maand bijverdient? Maar liefst 30 parlementsleden verdienen meer in die raden van bestuur dan hun nochtans zeer hoge verloning als parlementslid. Het vermoeden van belangenvermenging is duidelijk. De voormalige Belgische liberale premier Guy Verhofstadt verdient tot 300.000 euro per jaar bovenop zijn salaris als lid van het Europees Parlement, dankzij een aantal bijbaantjes, met name bij de investeringsmaatschappij Sofina. Dat wordt in de wandelgangen het "Verhofstadt-syndroom" genoemd: zoveel geld verdienen buiten je parlementair mandaat dat het niet langer duidelijk is voor wie je als parlementslid echt werkt. De website Politico heeft de voormalige premier bekroond tot de "grootste oplichter" in het Europees Parlement. Op initiatief van de PVDA heeft een meerderheid van het Europees Parlement herhaaldelijk opgeroepen tot een verbod op deze extra banen. We moeten actie ondernemen en een einde maken aan het Verhofstadt-syndroom.

Vier. Nultolerantie voor sociale dumping

  • We willen een opwaartse sociale spiraal en we introduceren het principe van non-regressie: Alleen Europese maatregelen die sociale, democratische of ecologische vooruitgang bevorderen, worden aangenomen.
  • We geven prioriteit aan fundamentele sociale rechten boven de economische vrijheden die zijn vastgelegd in de Europese verdragen. Bij conflicten hebben sociale rechten voorrang.
  • Wij verwerpen elke omzeiling van de regels voor arbeidstijd of het stakingsrecht in naam van de noodtoestand of de oorlogseconomie. Wij garanderen het stakingsrecht en de rechten van werknemers in Europa.
  • We willen gelijk loon voor gelijk werk. De regel moet zijn dat het salaris en het tarief van de socialezekerheidsbijdragen die van het land van tewerkstelling volgen en niet van het lageloonland waar het bedrijf ook een kantoortje heeft. We verbieden postbusbedrijven.
  • We stellen een Europese richtlijn voor om een einde te maken aan onderaanneming als economisch model voor sociale dumping. We maken hoofdelijke aansprakelijkheid van de hoofdaannemer de regel.
  • Volgens de richtlijn voor openbare aanbestedingen aanvaarden we alleen volwaardige banen, geen wirwar van bouw- en onderaannemingscontracten waarbij sociale rechten en veiligheid met de voeten worden getreden.
  • We beschermen de bestaande statuten die de beroepen beschermen - zoals de wet Major, die het havenwerk regelt. We streven ernaar om ze uit te breiden naar andere beroepscategorieën.

Sociale dumping is wijdverspreid in Europa. De bouwsector importeert goedkope tijdelijke arbeidskrachten om de lonen te drukken. Bedrijven als Ryanair maken schaamteloos misbruik van de Europese economische vrijheden om sociale stelsels te ondermijnen. Dit druist in tegen de vooruitgang die Europese samenwerking zou moeten brengen. Daarom introduceren we het principe van non-regressie: alleen maatregelen die sociale, democratische en ecologische vooruitgang garanderen worden geaccepteerd. De beste praktijken volgen, niet de slechtste.

Het begint met gelijk loon voor gelijk werk. Het salaris en het tarief van de socialezekerheidsbijdragen die van toepassing zijn, zijn die van het land waar de werknemer werkt: de beroemde "lex loci laboris". In 2019 hoopte een meerderheid van de partijen in het Europees Parlement om het probleem van sociale dumping onder het tapijt te vegen. Zelfs het gebruik van de uitdrukking werd taboe. Marc Botenga, heeft gevochten om de strijd tegen sociale dumping op tafel te houden.

Ketens van onderaanneming blijken ketens van uitbuiting en onderbetaling te zijn. Het systeem biedt grote spelers een paraplu aan om elke aansprakelijkheid te vermijden. Dit werd pijnlijk duidelijk tijdens het Borealis-schandaal, een multinational gevestigd in de haven van Antwerpen. In het Europees Parlement bevestigde een studie van de PVDA, via de parlementaire groep The Left, waar onze partij deel van uitmaakt, dat onderaanneming nu in heel Europa een model voor sociale dumping is geworden. Net als verschillende Europese vakbondsfederaties willen wij een Europese richtlijn om deze praktijken te reguleren, zodat er een einde komt aan een economisch model dat alleen dient om de winst te maximaliseren ten koste van de werknemers.

We handhaven en versterken de beschermde status, bijvoorbeeld van havenarbeiders via de Wet Major, maar ook van chauffeurs. Ze vormen een barrière tegen sociale dumping op zowel Europees als nationaal niveau. Ze kunnen ongelukken voorkomen omdat ze adequate training en bescherming garanderen. Het model van de wet Major, dat het statuut van havenarbeiders in België beschermt, moet worden uitgebreid naar andere sectoren, zoals luchthavens, transport en bouw.

Strikte controle is essentieel. Zowel het Europees Werkgelegenheidsagentschap als de nationale inspectiediensten moeten hiervoor voldoende middelen krijgen. Strenge controle door een sterke sociale inspectiedienst wordt een prioriteit in elke Europese lidstaat: in de landen van herkomst en in de landen waar het werk wordt uitgevoerd. De Sociale Inspectie zal de vakbonden structureel betrekken bij deze controle. Bij overtredingen zullen strenge sancties worden opgelegd om duidelijk te maken dat uitbuiting en sociale dumping op bouwplaatsen niet langer getolereerd worden.

We zullen ook de mogelijkheden voor vakbonden om toezicht te houden op de veiligheid en arbeidsomstandigheden op bouwplaatsen uitbreiden. Momenteel kunnen werknemersvertegenwoordigers in ondernemingsraden geen vragen stellen over werknemers in onderaanneming. Afgevaardigden zien en horen wat er op de werven gebeurt, maar mogen de wantoestanden niet ter sprake brengen. Dat moet veranderen.

Vijf. Eerlijke belastingen: laten we multinationals en miljonairs belasten

  • Op Europees vlak voeren we een miljonairsbelasting in op nettovermogens van meer dan een miljoen euro. De belastingvoeten bedragen 1 procent boven 1 miljoen euro, 2 procent boven twee miljoen euro en 3 procent boven 3 miljoen euro.
  • We passen een speciale heffing toe op de overwinsten van grote bedrijven, banken en energiereuzen. We voeren een minimumtarief in op de winst van multinationals, het standaardtarief van de vennootschapsbelasting, dat wil zeggen 25%.
  • We creëren een belasting die gericht is op de digitale reuzen en een belasting op financiële transacties ("Tobintaks"). België moet het voortouw nemen bij het invoeren van deze belasting om speculatie tegen te gaan.
  • We schaffen het bankgeheim in Europa af, ook voor de Belgische organisaties Swift en Euroclear, die actief zijn in internationale financiële transacties. Banken zijn verplicht om de belastingdienst alle nodige informatie te verstrekken.
  • Wij verbieden economische transacties naar belastingparadijzen. De enige transacties die met deze landen zijn toegelaten zijn transacties waarvan vooraf is aangetoond dat zij gerechtvaardigd zijn door echte economische activiteiten.
  • Wij verbieden dat banken actief zijn in belastingparadijzen en trekken de banklicentie in van onwillige Europese instellingen. Belastingparadijzen die lid zijn van de Europese Unie staken hun praktijken.

Werkende mensen maakten tijdens de gezondheidscrisis grote opofferingen. Deze 'coronahelden' - de zorgmedewerkers, de supermarktmedewerkers en de vrachtwagenchauffeurs - werden tijdens de pandemie even bejubeld maar net zo snel weer vergeten toen ze hun eisen voor fatsoenlijke arbeidsomstandigheden naar voren brachten. Slachtoffers en belastingbetalers betaalden de kosten van de overstromingen in juli 2021, terwijl de verzekeringsmaatschappijen hun plicht verzaakten om hun klanten te vergoeden. Huishoudens en kmo's hebben de rekening van de energiecrisis betaald, die werd veroorzaakt door beursspeculatie met energieprijzen. De regering had die speculanten aan banden kunnen leggen, maar weigerde in te grijpen.

Het is tijd om op zoek te gaan naar alle rijkdommen die ons de voorbije jaren ontnomen werden. We willen geen Europese belastingen die werknemers treffen. Door een belasting op te leggen aan miljonairs, fiscale achterpoortjes voor grote bedrijven te sluiten, grote belastingfraude te elimineren en te zorgen voor eerlijke belastingen, zullen de breedste schouders de zwaarste lasten dragen. Tot slot zullen we een belasting invoeren op de grote digitale multinationals en een belasting op de overwinsten van multinationals.

We willen dat eerlijke belastingen voorrang krijgen op het vrije verkeer van kapitaal. We zullen de Tobin-belasting - de belasting op financiële transacties - weer op tafel leggen. We hebben een hoog belastingtarief nodig voor grote bedrijven in de Europese Unie. We streven naar een minimum effectieve vennootschapsbelasting van 25 procent in alle lidstaten zonder uitzondering. Alle multinationals zullen volledige transparantie van hun werkelijke activiteiten in elk land moeten garanderen en belasting moeten betalen als ze winst maken.

Zolang er belastingparadijzen zijn binnen de Europese Unie, moet het vrije verkeer van kapitaal kunnen worden aangevochten. Daartoe bepaalt artikel 64 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de gronden waarop een beroep kan worden gedaan: maatregelen ter bestrijding van overtredingen van de belastingwetgeving en maatregelen ter bescherming van de openbare orde of veiligheid. De vernietiging van openbare diensten en pensioenen door de diefstal van belastinggeld zou ook een van deze gronden moeten zijn.

Miljarden verdwijnen nog steeds in "zwarte gaten". Belastingfraude en belastingontduiking kosten de Europese Unie tot 1000 miljard euro per jaar, volgens de eigen schattingen van de Europese Commissie. We zullen transacties met belastingparadijzen verbieden en vechten voor een echte Europese zwarte lijst van belastingparadijzen, inclusief EU-lidstaten. De enige transacties die zijn toegestaan met belastingparadijzen zijn die waarvan vooraf is aangetoond dat ze worden ondersteund door echte economische activiteiten. Dit betekent dat de fiscale en economische verdragen tussen België en belastingparadijzen moeten worden ingetrokken, met uitzondering van de uitwisseling van fiscale gegevens. We zullen banken verbieden om actief te zijn in belastingparadijzen door de banklicenties van recalcitrante instellingen in te trekken.

Ondertussen blijft de staatsschuld zwaar wegen op veel landen. Dat wordt misbruikt om besparingen en speculatie door de financiële markten te rechtvaardigen, ten koste van de landen. We moeten onderzoeken hoe de staatsschuld van verschillende landen is ontstaan en wie er op Europees niveau verantwoordelijk voor is. De banken en financiële instellingen die verantwoordelijk zijn voor of profiteren van de accumulatie van deze schulden moeten verantwoordelijk worden gehouden. We zullen een burgeraudit van de staatsschuld uitvoeren en een Europese conferentie organiseren die moet leiden tot moratoria, verlaagde rentetarieven, herschikking en gedeeltelijke kwijtschelding van schulden ten koste van particuliere banken.

We verbieden hedgefondsen en gestructureerde financiële producten (derivaten), evenals kortetermijnspeculatie en short selling.