Een trotse regenboogmaatschappij zonder discriminatie van LGBT+’ers
Gelijkheid, respect, en solidariteit zijn kernwaarden voor ons. Niemand mag slachtoffer zijn van discriminatie of geweld. De strijd van de LGBT+- beweging (lesbiennes, homo- en biseksuele personen, transgender personen) heeft op wettelijk vlak al voor veel vooruitgang gezorgd. Maar discriminatie komt nog steeds voor in allerlei vormen. De pas verworven rechten liggen ook opnieuw onder vuur van (extreem)rechts. Wij verzetten ons tegen deze tactiek van verdeel-en-heers en kiezen voor eenheid.
België heeft de afgelopen decennia stappen vooruit gezet naar een meer inclusieve samenleving. Maar ons land ontsnapt niet aan de zogenaamde cultuuroorlog die conservatieve en extreemrechtse krachten voeren tegen onder meer de LGBT+-beweging. Op internet circuleert meer homofobe en transfobe propaganda dan ooit tevoren. De zogenaamde strijd tegen woke vormt daarbij een ingangspoort naar steeds radicalere ideologieën en complottheorieën. De gevolgen beperken zich niet tot de online wereld. Sinds 2021 noteert Unia elk jaar méér haatmisdrijven en geweldplegingen met homofoob en/of transfoob motief.
In Vlaanderen werpt ex-Vlaams Belang parlementslid Dries Van Langenhove zich op als radicaalste vertegenwoordiger van deze stroming. Hij noemt de regenboogvlag van de LGBT+-beweging een ‘pedofielenvlag’ en zoekt zelfs de fysieke confrontatie op met LGBT+-activisten. ‘Zulke acties hebben een enorme impact op het welzijn van een volledige groep. Bovendien leert de ervaring ons spijtig genoeg dat woorden maar al te snel tot daden kunnen leiden,’ zo reageerde een woordvoerder van çavaria, de Vlaamse koepel van LGBT+-verenigingen. Zij zien een verband tussen de toenemende rechtse haatspraak en het stijgend aantal gevallen van fysieke agressie tegen LGBT+-personen. Van Langenhove staat namelijk niet alleen. De voorzitter van Vlaams Belang Jongeren, Filip Brusselmans, noemde transgenders ‘abnormaal’. Andere VB-mandatarissen beschouwen transgenderisme als ‘een ziekte’ of noemen de Gay Pride ‘echt vies’. Een aantal jaar geleden schreef ook Theo Francken van N-VA een ode aan ‘de echte mannen’ na een artikel over genderdiversiteit. In Franstalig België heeft de extreemrechtse partij Chez Nous van anti-LGBT+ standpunten haar tweede kernthema gemaakt, naast racisme.
Deze Belgische politici surfen mee op een internationale golf van anti-LGBT+-campagnes die haar oorsprong kent in de Verenigde Staten maar ook in Europa al stevig voet aan wal heeft. Vooral de Hongaarse premier Viktor Orban en de Italiaanse premier Giorgia Meloni - beide door VB-voorzitter Tom Van Grieken omschreven als zijn politieke voorbeelden - spelen daarin een sleutelrol. In 2021 voerde Hongarije een nieuwe wet in die het verbiedt om minderjarigen informatie te geven over het bestaan van homoseksualiteit en transgenderisme. De seksuele opvoeding op school moet voortaan heteroseksualiteit promoten en minderjarige ogen moeten afgeschermd worden van boeken, films of series die LGBT+-thema’s bevatten. De wet vindt haar oorsprong bij een voorstel van de extreemrechtse partij Jobbik en neemt ook hun leugen over dat de LGBT+-beweging pedofilie zouden aanmoedigen. In Italië zorgde de extreemrechtse regering van Meloni er voor het eerst in de moderne Europese geschiedenis voor dat een verworven recht van de LGBT+-beweging werd teruggedraaid, namelijk het co-ouderschap voor homoseksuele koppels. Haar decreet zorgde er op sommige plaatsen zelfs voor dat co-ouders werden geschrapt van de geboorteakte van hun kind. Naast Orban en Meloni voert ook de Poolse radicaalrechtse regeringspartij PiS de homofobe cultuuroorlog aan, onder meer met de campagne voor “LGBT-vrije gemeenten” waar een honderdtal veelal door PiS geleide gemeentebesturen al aan meededen.
Bij radicaalrechts gaan homofobie en transfobie hand in hand met racisme, vaak op een erg hypocriete manier. Dezelfde partijen die de cultuuroorlog tegen de LGBT+-personen aanvoeren, deinzen er niet voor terug om naar LGBT+-rechten te verwijzen in hun cultuuroorlog tegen (moslim)migranten. Zo roept Chris Janssens (VB) op tot een ‘migratiestop’ uit moslimlanden, zogezegd om homofobie tegen te gaan. Andere beleidsmaatregelen om discriminatie van LGBT+-personen tegen te gaan vindt hij niet nodig. Het beeld dat de toename aan homofoob en transfoob geweld toe te schrijven is aan migratie klopt niet en is vooral bedoeld om het racisme aan te wakkeren. Door de perceptie die zo ontstaat, kunnen beleidsmakers in de verleiding komen om helemaal geen maatregelen te nemen om discriminatie en haat te bestrijden onder de rest van de bevolking. Toen Zuhal Demir (N-VA) staatssecretaris voor Gelijke Kansen was, publiceerden meer dan honderd middenveldorganisaties een open brief tegen haar beleidsplan dat enerzijds weinig ambitie aan de dag legde en anderzijds zeer stigmatiserend was tegen moslism. ‘Homonationalisme’, zo noemden zij de poging van N-VA om homoseksuele kiezers te lokken rond het schrikbeeld van de ‘homofobe islam’. Voor PVDA is het van essentieel belang om alle vormen van discriminatie te bestrijden in een geest van eenheid en solidariteit. Emancipatie van de ene groep kan onmogelijk bereikt worden door de discriminatie van een andere groep te versterken.
De grootste bedreiging van LGBT+-rechten in Europa komt niet van migratie maar van (extreem)rechtse cultuuroorlogen. Wij verzetten ons tegen de nationalistische, identitaire en autoritaire denkbeelden die daarvan aan de basis liggen. LGBT+-rechten zijn mensenrechten. Wie de mensenrechten van één groep aanvalt, zet de mensenrechten van iedereen op het spel. We weigeren ons te laten verdelen. De uitdagingen om onze samenleving meer inclusief te maken, bijvoorbeeld op vlak van transgendervriendelijke toiletten en kleedkamers, zijn reëel en voor veel mensen nog onwennig. Maar in plaats van tegenstellingen uit te vergroten en verdeeldheid te zaaien, werken we aan meer wederzijds begrip, meer geduld en meer respect. Kortom, meer eenheid. Want samen staan we sterk.
Een. Een geweldloze maatschappij zonder discriminatie
- We stellen een coherent federaal actieplan op, dat elke vorm van discriminatie (racisme, seksisme, homofobie, discriminatie op grond van sociale afkomst, een handicap, taal, godsdienstige of politieke overtuiging, leeftijd enzovoort) bestrijdt.
- We gaan op de arbeids- en woningmarkt actief testen of er gediscrimineerd wordt. Stellen we discriminatie vast, dan sanctioneren we.
- We roepen het geweld op straat, aanrandingen en pesterijen een halt toe. We zetten in op preventie en sensibilisering, maar zorgen ook voor een effectieve bestraffing van de daders van haatmisdrijven.
- We helpen slachtoffers van gewelddaden, pesterijen en discriminatie. We geven hen een waardige opvang, bieden psychologische hulp en maken het eenvoudiger om een klacht neer te leggen.
We verschillen allemaal van elkaar. Soms worden we weggezet als ‘abnormaal’ of ‘vreemd’, omdat we buiten de norm vallen. Voor LGBT+-personen is dat dagelijkse kost. Hun identiteit past bijvoorbeeld niet in het binaire schema man-vrouw dat de maatschappij ons van bij de geboorte opdringt. Of hun seksuele oriëntatie past niet in het traditionele gezinsplaatje dat de maatschappij verwacht. Homoseksueel of transgender zijn is geen ‘keuze’, maar een kwestie van zich in harmonie voelen met je eigen zelfbeeld. Voor ons zijn gelijkheid en de vrijheid om te zijn wie je bent van fundamenteel belang.
Maar de maatschappij heeft de neiging om mensen die ze beschouwt als 'anders dan de norm’, uit te sluiten. Onder meer op de arbeidsmarkt en de woningmarkt openbaart zich hoe diep deze afwijzing geworteld is. Een samenleving met onvoldoende fatsoenlijke banen en woningen versterkt de verdeeldheid en geeft rechtse krachten de kans om mensen tegen elkaar op te zetten. Om discriminatie grondig aan te pakken moeten er voor iedereen fatsoenlijke leefomstandigheden zijn. Het is aan de overheid om de materiële tekorten aan te pakken en ze weg te werken. Maar in het rijk van “alles voor de privémarkt” kan dat niet. Daar draait het om de winst en die voedt zich juist aan concurrentie en tekorten. We hebben een totaal andere kijk op de maatschappij nodig, zodat de behoeften van de mensen eerst komen, niet de winst.
Voor ons is het essentieel dat er een coherent plan komt om elke discriminatie te bestrijden, zonder de minderheden tegen elkaar op te zetten. De hele samenleving heeft baat bij het bestrijden van discriminatie. Het is belangrijk dat de werkende klasse samen sterk staat en zich niet laat verdelen op basis van huidskleur, genderidentiteit, seksuele geaardheid, enzovoort. Op die manier wordt de sociale cohesie verstevigd. Verenigd staat de werkende klasse steviger in haar schoenen om de gemeenschappelijke rechten beter te verdedigen.
Om discriminatie in al haar vormen te stoppen, moet ze bestraft kunnen worden. Er is een antidiscriminatiewetgeving, maar als de overheid discriminatie niet actief opspoort en sanctioneert, blijven deze wetten dode letter. De overheid mag niet werkeloos afwachten tot slachtoffers bewijzen aanbrengen. Ze moet zelf de eerste stappen zetten. Ze moet zelf antidiscriminatietesten doorvoeren op de woon- en arbeidsmarkt.
Tegelijkertijd moeten we blijven sensibiliseren, met grote campagnes in de openbare ruimte, te beginnen in de scholen. Het is onaanvaardbaar dat in een samenleving die op de rechten van de mens gebaseerd is, nog zoveel LGBT+-personen het slachtoffer zijn van beledigingen op straat, van pestgedrag op het werk, van fysieke agressie en haatmisdrijven. De cijfers over zelfdoding en zelfmoordpogingen, vooral bij jongeren en trans personen, zijn zorgwekkend. De cijfers over fysieke agressie in de publieke ruimte stijgen. Toch zetten slechts weinigen door om effectief klacht neer te leggen: omdat de procedures zo ingewikkeld zijn of omdat men hen met een schaamtegevoel opzadelt. Het is de verantwoordelijkheid van de overheid om slachtoffers te helpen en te steunen en ervoor te zorgen dat zij gemakkelijker klacht kunnen neerleggen. We dienen daders ook te sanctioneren, liefst met leer- of herstelstraffen.
Twee. Een sterk middenveld
- We verhogen de structurele steun aan de verschillende LGBT+-verenigingen.
- We breiden de structurele ondersteuning van het middenveld uit. Om in de diepte te werken zijn langetermijninitiatieven nodig.
- We stimuleren een maximale samenwerking tussen verenigingen, koepels en overheden in plaats van hen met elkaar te laten concurreren voor beperkte ondersteuning.
- We luisteren met respect naar de mening van de deskundigen op het terrein en naar de gespecialiseerde verenigingen. Zij weten waarover ze spreken, zij zijn de belangrijkste gesprekspartners van de overheid.
In België heeft de bevolking heel wat rechten die het resultaat zijn van de strijd van sociale bewegingen, minderheidsgroepen en onderdrukte of uitgebuite groepen. Deze bewegingen en verenigingen vormen de ruggengraat van een democratische en levenskrachtige samenleving. De LGBT+-bewegingen zijn erin geslaagd om homoseksualiteit uit de criminele sfeer te halen: LGBT+-personen worden niet meer gedwongen psychiatrisch behandeld, ze krijgen geen gevangenisstraffen meer. Dankzij die strijd zijn er grote stappen gezet richting gelijke behandeling.
Wij willen het middenveld structureel ondersteunen en herfinancieren. We hebben langetermijninitiatieven nodig om in de diepte te kunnen werken. Onder het mom van besparingen zijn er steeds vaker alleen nog tijdelijke projectsubsidies beschikbaar. Dat is kortzichtig en zorgt ervoor dat enkel projecten die passen in het kraam van de regering kunnen worden uitgevoerd. Dat verhindert diepgaande actie op de lange termijn en beknot de vrijheid van de experten op het terrein om hun kritische werk te kunnen doen. We streven naar een maximale samenwerking tussen verenigingen, koepels en overheden in plaats van hen onderling te laten concurreren om een beperkte ondersteuning binnen te halen.
Drie. De instellingen en diensten van de overheid geven het voorbeeld
- We beëindigen de institutionele discriminatie van LGBT+-personen rond identiteitspapieren, wijziging van de burgerlijke staat, verandering van voornaam, ouderschapsrechten, regels voor bloeddonoren en adoptie.
- We geven het personeel van de overheidsdiensten (inclusief de politie) vorming zodat zij LGBT+-personen met respect kunnen opvangen zonder vooroordelen en met kennis van de laatste wettelijke bepalingen.
- We maken werk van een inclusieve communicatie die de diversiteit van de bevolking weerspiegelt. Ze richt zich tot iedereen en gebruikt geen stereotypes.
- We zorgen ervoor dat elke grote stad een opvangplek kan bieden voor jonge LGBT+-personen die thuis aan de deur worden gezet. Deze jongeren hebben sociale, psychologische en schoolse hulp nodig en bemiddeling met hun familie.
- Van alle asielzoekers is 5 procent hun land ontvlucht als slachtoffer van vervolging vanwege hun seksuele geaardheid of genderidentiteit. Zij dienen opgevangen te worden door gesensibiliseerd personeel dat ook rekening houdt met culturele verschillen en gevoeligheden.
Administraties en openbare diensten hebben een voorbeeldrol om LGBT+-personen met respect te behandelen. Van ons land verwachten wij dat het op dat vlak in de voorhoede staat. We beëindigen de institutionele discriminatie van LGBT+-personen rond identiteitspapieren, wijziging van de burgerlijke staat, verandering van voornaam, ouderschapsrechten, regels voor bloeddonoren en procedures bij adoptie.
Door recente wetswijzigingen kunnen transgender personen hun identiteitsgegevens veranderen. Een voornaamswijziging kan echter slechts eenmalig. We pleiten ervoor om deze beperking te laten vallen. Bovendien heeft het administratief personeel opleiding en vorming nodig over de nieuwe wetgeving om misverstanden, onhandige vragen en administratieve rompslomp te vermijden. In het algemeen geldt dat alle personeel, dat in contact staat met het publiek, meer over de thematiek gesensibiliseerd moet worden. Al te dikwijls worden LGBT+-personen geconfronteerd met gênante, indiscrete of stigmatiserende vragen: bij het erkennen van het kind van een vrouwelijk koppel, bij de procedure die een transgender persoon moet doorlopen, bij een klacht tegen homofobe agressie, …
De opleiding van politiepersoneel verdient bijzondere aandacht. Vaak is er sprake van tactloze of indiscrete behandeling van slachtoffers, van ongepaste vragen, van onderschatting van de bezwarende omstandigheden van de agressie en zelfs van het in vraag stellen van die agressie.
Door de keuze van woord en beeld, met tact en inclusieve communicatie, voorkomen we het uitsluiten van burgers en bestrijden we stereotypen. Een openbare dienst richt zich tot iedereen, ongeacht huidskleur, geslacht, seksuele geaardheid of beroep. Wij lichten alle administratieve procedures door om ervoor te zorgen dat alle formaliteiten, officiële brieven, folders, aanwervingsprocedures en informatiecampagnes volledig inclusief zijn en de diversiteit van de bevolking tot haar recht laten komen.
Jonge LGBT+’ers worden nog vaak door hun familie aan de deur gezet. Dit maakt hen sociaal en psychisch kwetsbaar. Ze hebben in die omstandigheden opvang en sociale begeleiding nodig en een efficiënte bemiddeling met het thuisfront. Ook moet iemand hen steunen in hun schoolcarrière. We zorgen ervoor dat elke grote stad een opvangplek kan bieden aan jonge LGBT+’ers. Indien nodig moet het OCMW steun bieden.
Vijf procent van de asielzoekers zijn hun land ontvlucht omdat ze slachtoffer waren van vervolging vanwege hun seksuele geaardheid of hun genderidentiteit. Zij dienen opvang te krijgen in degelijke, kleinschalige structuren met gesensibiliseerd personeel. Daar kan hun aanvraag eerlijk en humaan, zonder stereotypering en zonder vooroordelen onderzocht worden.
Vier. Hoogstaande gezondheidszorg
- We zetten in op de toegankelijkheid en promotie van sneltesten en preventieve geneesmiddelen tegen HIV door ze gratis aan te bieden, voor iedereen.
- Centra voor gezinsplanning en wijkgezondheidscentra krijgen een voortrekkersrol in de gezondheidspreventie van LGBT+-personen.
- We waarborgen een kwaliteitsvolle gezondheidszorg en voorzien in een volledige terugbetaling van hormoontherapie en eventuele chirurgische ingrepen bij trans personen.
- We pakken de enorme wachtlijsten in de trans zorgverlening aan. We zetten in op meer onderzoek en meer personeel.
- Er moet een einde komen aan het psychiatriseren van transgender personen. Transgender zijn is geen mentale stoornis.
- We zorgen ervoor dat rust- en verzorgingstehuizen toegankelijk zijn voor een LGBT+-publiek en vormen het personeel in de thematiek. Het is onaanvaardbaar dat LGBT+-personen zich op hun oude dag verplicht voelen weer ‘in de kast te kruipen’.
LGBT+-personen, en homoseksuele mannen in het bijzonder, zijn de grootste slachtoffers van HIV. Al kunnen behandelingen de effecten van de ziekte binnen de perken houden, toch blijft de ziekte ongeneeslijk en dodelijk. In het eerste decennium van de HIV-epidemie heeft de LGBT+- beweging moeten strijden tegen het stigma. Ze heeft de overheid moeten aanzetten maatregelen te nemen en te voorzien in betaalbare behandelingen. Het was een gevecht tegen de farmaceutische industrie en de overheid met als inzet: planmatig aids bestrijden. Daar kwam een strategie van preventie en zorgverlening uit. Maar deze botst op haar grenzen: de epidemie wordt niet verder teruggedrongen.
Toch zijn er nieuwe middelen. PrEP, een preventieve behandeling, is er daar één van. Er zijn nu ook snelle screenings beschikbaar. Maar die zijn nog te weinig verspreid en worden ook niet terugbetaald, hoewel je er HIV snel mee kan opsporen. Dat is belangrijk want veel besmettingen zijn te wijten aan het feit dat de drager van het virus niet weet dat hij of zij drager is. In België hebben we elf erkende multidisciplinaire aidsreferentiecentra (ARC’s). Die geven informatie, advies, ondersteuning en begeleiding over HIV en seksueel overdraagbare aandoeningen. Maar niet in alle ARC’s kan je ook terecht voor medische begeleiding van PrEP. Dat willen wij rechttrekken. We hebben in het hele land centra nodig die deze tests en screenings kunnen uitvoeren, informatie kunnen verstrekken en de mensen die een PrEP-behandeling willen starten, kunnen begeleiden. We zien die rol ook weggelegd voor centra voor gezinsplanning en de wijkgezondheidscentra. Tegelijk willen we de HIV-preventiecampagnes intensiever voeren. Het is belangrijk dat alle middelen en campagnes tegen de verspreiding van HIV ook beschikbaar zijn voor vrouwen en mensen buiten het LGBT+-netwerk.
Veel gezondheidszorg voor transgender en interseksuele personen wordt nog niet volledig terugbetaald. We willen die terugbetaling gewaarborgd zien, zowel voor eventuele geslachtsoperaties als voor hormoontherapie. Daarnaast willen we inzetten op meer personeel en onderzoek om de wachtlijsten in de trans zorg aan te pakken.
We willen ook een einde maken aan het psychiatriseren van trans personen, ook minderjarigen, en aan de operaties op interseksuele baby’s en kinderen. Jongeren moeten oud genoeg zijn om in staat te zijn er mee in te stemmen. Ze hebben voldoende tijd nodig om uit te zoeken wat hun genderidentiteit is.
Ook voor oudere LGBT+-personen is aandacht vereist. Vaak zijn de voorzieningen waar zij mee in contact komen nog lang niet mee met de tijd. We zorgen ervoor dat rust- en verzorgingstehuizen toegankelijk zijn voor een LGBT+-publiek en vormen het personeel in de thematiek. Het is onaanvaardbaar dat LGBT+-personen zich op hun oude dag verplicht voelen om weer ‘in de kast te kruipen’.