Europa van de mensen, niet van de centen

Samen kunnen we veel bereiken. Daarvoor is Europese samenwerking essentieel. Maar de grote maatschappelijke uitdagingen structureel aanpakken en ons programma realiseren vereist wel een totaal ander Europa. Ons programma gaat over openbare investeringen. Maar de Europese verdragen zitten vast in een besparingslogica. Wij willen kwaliteitsvolle openbare diensten en het recht bepaalde sectoren te vermaatschappelijken. Maar de Europese verdragen duwen richting liberalisering en privatisering ervan. Wij willen een ambitieus ecologisch investeringsprogramma. Maar de Europese Unie zet een markt op waar bedrijven schone lucht kopen in plaats van hun eigen lucht te zuiveren. Daarom geven wij onszelf zuurstof door de Europese verdragen in vraag te stellen.

Samen kan heel wat. Europese samenwerking is essentieel. Geen land kan bijvoorbeeld de klimaatcrisis alleen aanpakken. Ook belastingontwijking door multinationals vereist een Europese aanpak van de achterpoortjes en belastingparadijzen. Maar de grote uitdagingen structureel aanpakken en ons programma realiseren vereist wel een totaal ander Europa. Een Europa niet van concurrentie tussen de volkeren, maar van solidariteit, samenwerking, ontwikkeling, inspraak en duurzaamheid. Een Europa met een centrale rol voor openbare sectoren. Met overheidsmonopolies om de sleutelsectoren te beschermen tegen de haaien van de markt en de beursspeculanten. Maar ook met openbaar bestuur, waar mensen met enthousiasme en ambitie voor de sociale en ecologische vooruitgang de dienst uitmaken. Een Europa met openbare investeringen, niet in de oorlogsindustrie, maar in klimaat, in fossielvrije energie, in publiek transport, in onderwijs, cultuur, huisvesting, zorg. Een Europa dat fondsen mobiliseert met een vermogensbelasting, met een taks op financiële transacties en dat spijkerhard strijdt tegen de fiscale paradijzen. Een continent met een hoog minimumloon, met een lagere pensioenleeftijd en met een strikte toepassing van het principe “gelijk loon voor gelijk werk”.

Want vandaag draait alles krom. Vermarkting, concurrentie en besparingen zijn de Europese ordewoorden. Openbare diensten worden kapot bespaard. Vermarkten is immers: de openbare sector terugdringen en alles overleveren aan de winstlogica. De concurrentie- en besparingsdynamiek maakt Europa kapot. In de eurozone is een vijfde van de jongeren werkloos. In sommige landen is dat één op de twee. In tien jaar tijd is het aantal werkende armen in Duitsland verdubbeld. Bijna de helft van de Hongaarse kinderen groeit op in armoede. In Italië leven 8 miljoen mensen in precaire omstandigheden. In Frankrijk zijn 9 miljoen mensen arm, onder wie 3 miljoen kinderen.

Dat is de balans van 25 jaar Merkel en Hollande, Juncker en Macron. Een kwarteeuw autoritair besparingsbeleid, een kwarteeuw sociale afbraak, een kwarteeuw vermarkting door een grote coalitie van liberalen, christen- en sociaaldemocraten. Telkens opnieuw zijn al deze regels gestemd door alle traditionele partijen, inclusief de groenen en sociaaldemocraten. Méér van dat is ook de enige weg voorwaarts volgens Merkel en Macron. En ook volgens de N-VA. “We moeten volop de productieve concurrentie tussen steden, regio’s en landen aanmoedigen. Het is die concurrentie die ons allen net voortstuwt,” zegt voormalig Europees parlementslid Sander Loones van de N-VA. Meer van dat is ook wat er komt als men niet breekt met de Europese verdragen.

Of het nu over klimaat gaat of over openbare dienstverlening, authentiek links zal de Europese verdragen, verordeningen en richtlijnen in vraag moeten stellen. Tenzij men het eigen programma wil begraven. Want de Europese instellingen hebben tanden. Commissievoorzitter Juncker vatte het volmaakt samen: geen democratie tegen de Europese verdragen. De financiële markten moeten de mensen leren “juist” te stemmen, vertelde zijn collega-commissaris Oettinger. Als je de besparingsregels in vraag stelt, zullen de markten je wel een lesje leren, beaamde Draghi, de voorzitter van de Europese Centrale Bank. De Trojka met haar memoranda en boetes is nooit ver weg.

Die logica moet weg. Zoniet zal Europa ofwel een continent van autoritarisme worden, ofwel uiteenspatten door de wedergeboorte van oude nationalistische tendensen.

Tegenover de almacht van het Europese grootbedrijf wil de PVDA mee een tegenmacht creëren. Die strijd aangaan begint met het kader te weigeren. Asociale richtlijnen zetten we niet langer om. We verbinden de strijd op Europees vlak. We leren van de Duitse vakbonden en de Franse spoorwerkers over de loonstrijd en het verdedigen van de openbare dienstverlening. Van de Ierse, Griekse en Italiaanse waterbewegingen leren we over het recht op water. Van de precaire werknemers van Deliveroo, Amazon en Ryanair over hoe acties Europees te coördineren. Van de Europese dokwerkers over hoe de liberalisering van statuten te stoppen. Van Poolse en Spaanse vrouwen hoe zich te organiseren tegen aanvallen op basisrechten.

Wat wij willen

Een. We moeten investeren: we breken met de besparingsverdragen

  • Om ons sociaal en ecologisch investeringsplan te verwezenlijken, bevrijden we ons van de autoritaire begrotingsregels van de Europese Unie in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB), het Verdrag van Lissabon en het Stabiliteitspact.
  • We steunen een Europees plan voor openbare investeringen met sociale en ecologische doelstellingen (zie ons Europees programma), ter ondersteuning van ons nationaal RedGreen Deal-plan.
  • We wijzigen het Europese Stelsel van Rekeningen (ESR 2010) om het keurslijf van staten en gemeenten, dat een zware belemmering vormt voor ambitieuze overheidsinvesteringen, op te heffen.
  • We gebruiken Europese fondsen voor sociale en milieudoelstellingen, in weerwil van bezuinigingsplannen en structurele hervormingen.
  • We trekken ons terug uit de Europese regeling voor de handel in emissierechten voor grote bedrijven (ETS). We vervangen verhandelbare emissierechten door bindende maximale emissienormen, per sector vastgelegd.

Een ambitieus programma van sociale en ecologische investeringen is het tegenovergestelde van bezuinigen. Wij stappen af van het Begrotingspact (VSCB) en het Stabiliteitspact. Maar we gaan ook voor ongehoorzaamheid tegenover het Europees Verdrag zelf. In artikel 121, 126 en 136 organiseert dat Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie het toezicht op de twee beruchte cijfers van de EU: de openbare schuld van een lidstaat mag niet meer dan 60% van het bbp bedragen en het begrotingstekort niet meer dan 3%. Het latere Six Pack en het Begrotingspact (VSCB) verscherpten dat toezicht nog: het structureel begrotingstekort moet teruggedrongen worden tot 0,5% van het bbp. Het Two Pack verscherpte dan weer de toezichtprocedure: de regeringsuitgaven mogen niet sneller stijgen dan de door de Commissie vastgelegde potentiële economische groei. Die percentages zijn zuiver ideologische keuzes, gebaseerd op gemiddelden van drie decennia geleden.

Het Europese stelsel van rekeningen, afgekort ESR 2010, maakt geen onderscheid meer tussen gewone en buitengewone gemeentelijke boekhouding. In plaats van een investering over meerdere jaren af te schrijven moeten de gemeenten dit bedrag volledig registreren in het jaar van de lening. De investeringen van de lokale overheden hebben er zwaar onder te lijden. Deze lokale investeringen vertegenwoordigen een derde van de overheidsinvesteringen. Er zonder komt het onderhoud en de renovatie van de lokale infrastructuur in het gedrang.

In het licht van de algemene bezuinigingen, liberaliseringen en privatiseringen zijn de Europese fondsen slechts een druppel in een oceaan van concurrentie. Maar ook deze druppel wordt gebruikt om openbare diensten en sociale rechten te verzwakken. Meer en meer worden deze fondsen officieel verbonden met voorwaarden inzake de naleving van de structurele hervormingen die de Commissie heeft “voorgesteld” om haar liberaliseringsbeleid op te leggen. Wij wijzen dat af. De Europese fondsen moeten naar lokale en sociale behoeften gaan en niet naar prestigieuze projecten ten voordele van de rijksten.

We hebben een ambitieus investeringsplan nodig. Elke duurzame en sociale politiek vergt urgente investeringen: in sociale woningen, voor woonisolatie, in scholen, in de gezondheidszorg, in duurzame energie. Een klimaatreddingsplan kan niet zonder openbaar vervoer van personen en goederen of zonder forse investeringen in stadsverwarmingsnetten. Zo’n reddingsplan zal botsen met het Europese Emissions Trading System, de markt waar bedrijven schone lucht kopen in plaats van hun eigen lucht te zuiveren.

Twee. Openbare diensten Europees uitbouwen

  • Met een openbare energiepool maken we ecologische planning mogelijk. We werken samen met openbare energiebedrijven in Europa voor de uitwisseling van technologie en voor het beheer van energiestromen.
  • We komen terug op de liberalisering van het internationaal treinverkeer in Europa en maken dat toegankelijker. We bouwen het prioritair uit voor de verplaatsingen over middellange afstanden in Europa (minder dan 1.000 km).
  • De Europese richtlijnen van het “vierde spoorwegpakket” uit 2016 leiden naar de privatisering van passagierstreinen. We weigeren ze toe te passen.
  • We houden de watersector, inclusief drinkwatervoorziening en afvalwaterzuivering, in publieke handen.
  • We beschermen de gezondheids- en zorgsector tegen commercialisering.
  • We versterken openbare diensten in plaats van ze te ontmantelen. We breken met artikels 101-107 van het Europees Werkingsverdrag en maken zo staatshulp weer mogelijk.

De basisfunctie van een openbare dienst is: diensten verlenen aan de gemeenschap. Ze is niet: de zakken van aandeelhouders vullen. De privatiseringen, in al hun vormen, zijn mislukt. We weigeren nog meer openbare diensten te privatiseren. We hebben sterke openbare diensten nodig.

Artikel 60 van het Werkingsverdrag van de EU is daar onverenigbaar mee. “De lidstaten spannen zich in om bij de liberalisering der diensten verder te gaan dan waartoe zij verplicht zijn op grond van de richtlijnen,” staat daar. En de artikelen 101-107 en 126 van dat Werkingsverdrag zijn onverenigbaar met een programma dat de ontwikkeling van overheidsbedrijven bepleit. In 2006 verklaarde de Commissie dat volgens haar “bijna alle sociale diensten beschouwd kunnen worden als economische activiteiten” die onder de fundamentele economische vrijheden vallen. De Europese instellingen zullen eventuele progressieve maatregelen beoordelen op: zijn ze wel evenredig? Hinderen ze de heilige vrije concurrentie niet te veel? Zij die voor het openbaar vervoer per spoor kiezen, zullen de liberalisering van het spoorvervoer op hun weg vinden. De Commissie werkt sinds 2001 met de vier “spoorwegpakketten” aan het klaarmaken van het spoorvervoer voor de markt. Een publieke energiesector zal dan weer af te rekenen krijgen met richtlijnen die de sector sinds 1996 liberaliseren. De postsector lijdt sinds de jaren 1990 onder de liberaliseringsklappen van de Commissie. Het kennisgevingsmechanisme van de Dienstenrichtlijn vereist de toestemming van de Europese Commissie alvorens men nieuwe regels kan invoeren. De lijst is eindeloos.

Wij willen daarop reageren met een duidelijke koerswijziging. We houden ons niet aan de regels die liberalisering en privatisering opleggen en kiezen voor openbare diensten. Omwille van mobiliteits- en milieuredenen komen we terug op de liberalisering van het internationaal treinverkeer in Europa en maken het toegankelijker. We bouwen het prioritair uit voor de verplaatsingen over middellange afstanden in Europa (minder dan 1.000 km). Dat biedt een alternatief voor het sterk vervuilende luchtverkeer op het Europese continent. In de praktijk promoot de overheid vandaag het luchtverkeer.

De energierevolutie zal de liberalisering van de energiemarkt terugdraaien. Met een openbare energiepool beginnen we aan ecologische planning. We stimuleren de samenwerking tussen openbare energiebedrijven in Europa voor technologie-uitwisseling, bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van de waterstofsector en voor het beheer van energiestromen. Op deze manier geniet ieder van de sterke punten van elk land.

Zoekend naar nieuwe te vermarkten en te liberaliseren sectoren, heeft de Europese Commissie het water en de gezondheidszorg in het vizier genomen. Het recht op water en het recht op gezondheid zijn basisrechten. Ze zijn niet te koop. We houden de watersector, inclusief drinkwatervoorziening en afvalwaterzuivering, in publieke handen. We verdedigen de gezondheids- en zorgsector tegen de klauwen van de markt.

Drie. Europees sociale rechten versterken in plaats van ontmantelen

  • We voeren het non-regressie beginsel in: er komen alleen Europese maatregelen die voor sociale, democratische of ecologische vooruitgang zorgen.
  • We willen gelijk loon voor gelijk werk. Voor elke werknemer geldt het loon en het socialezekerheidstarief van het land waar hij of zij effectief werkt en dat wordt daadwerkelijk gecontroleerd, tegen de sociale dumping.
  • We respecteren bestaande statuten – zoals de wet-Major – die beroepsgroepen beschermen. We bekijken de uitbreiding ervan naar andere beroepsgroepen. We weigeren een Europese proportionaliteitstest voor nieuwe statuten.

De sociale dumping tiert welig. De bouwsector importeert goedkope tijdelijke arbeidskrachten om de lonen naar beneden te duwen. Bedrijven als Ryanair maken schaamteloos gebruik van de Europese economische vrijheden om sociale systemen te ondermijnen. Dat is het tegendeel van de vooruitgang waarvoor Europese samenwerking zou moeten zorgen. Daarom voeren we het principe van non-regressie in: alleen maatregelen die voor sociale, democratische en ecologische vooruitgang zorgen, worden geaccepteerd. Best practices, not worst cases.

Dat begint met gelijk loon voor gelijk werk. Voor elke werknemer geldt het loon en het socialezekerheidstarief van het land waar hij of zij effectief werkt: het lex loci laboris.

Beschermde statuten van bijvoorbeeld havenarbeiders maar ook van chauffeurs behouden en versterken we. Ze zijn een dam tegen sociale dumping, zowel Europees als nationaal. Ze kunnen ongevallen voorkomen want ze staan garant voor een degelijke opleiding en bescherming. Europese proportionaliteitstoetsen die bestaande of nieuwe statuten bemoeilijken, weigeren we. Integendeel, het model van de wet-Major dient uitgebreid naar andere sectoren, zoals (opnieuw) de scheepsherstelling, de luchthavens, het transport en de bouw.

Strenge controle is nodig. Het Europees arbeidsagentschap moet daar, net als de nationale inspectiediensten, genoeg middelen voor krijgen.

Vier. Cruciale debatten door de mensen laten beslissen

  • We laten de mensen beslissen: via een bindend volksinitiatief kunnen een miljoen mensen uit zeven lidstaten een wetgevend initiatief opleggen aan instellingen of een asociale maatregel blokkeren.
  • Fundamentele beslissingen over de toekomst van de EU worden in iedere lidstaat bij referendum voorgelegd.
  • De onderhandelingen en vergaderingen van de Europese Raad, de Eurogroep, het Europees Stabiliteitsmechanisme en Ecofin moeten openbaar zijn, via livestream en officiële openbare verslagen.
  • We stoppen de draaideuren tussen de Europese instellingen en het grootbedrijf. Tot zeven jaar na hun mandaat mogen Europese Commissarissen of parlementsleden geen mandaat aanvaarden bij banken, multinationals en beursgenoteerde bedrijven.
  • Parlementsleden moeten alle lobbycontacten, ook die buiten de muren van het parlement, aangeven.
  • We willen meer privacybescherming voor mensen in digitale communicatie en meer transparantie van het grootbedrijf. Big Brother gaat bij ons de deur uit.
  • We garanderen de democratische vrijheden en mensenrechten tegen massadatabanken, passagiersregisters en digitale vingerafdrukken.
  • Klokkenluiders beschermen we.

We willen geen unie die boven de democratie staat. Vandaag worden Europese wetten letterlijk geschreven door en voor de lobby’s van het grootbedrijf. Enkel de Europese Commissie heeft het recht wetten voor te stellen en zij staat geheel ten dienste van deze lobby’s. Het kan niet dat zij wetten schrijven en naar hun hand zetten. Dat initiatief moet via referenda gaan naar de burgers en de sociale organisaties.

We laten de mensen beslissen. Via een bindend volksinitiatief kunnen een miljoen mensen uit zeven lidstaten een wetgevend initiatief opleggen aan de instellingen of een antisociale maatregel blokkeren. Maar ook cruciale beslissingen over de toekomst van de EU (zoals een nieuw verdrag) moeten in iedere lidstaat ter referendum voorgelegd worden.

De onderhandelingen in achterkamertjes, maar ook de vergaderingen van de Europese Raad, de Eurogroep, het Europees Stabiliteitsmechanisme en Ecofin moeten openbaar zijn, via livestream en officiële openbare verslagen.

Van de draaideur tussen de privésector en verkozen mandaten moeten we af. Tot zeven jaar na het eind van hun mandaat mogen Europese Commissarissen of parlementsleden geen mandaat aanvaarden als directielid, als lid van de raad van bestuur of van een adviesraad of als consulent bij banken, multinationals en beursgenoteerde bedrijven. Parlementsleden moeten elk lobbycontact, ook die buiten de muren van het parlement, aangeven.

We hebben nieuwe normen en waarden nodig voor alle eurocraten, met normale loonplafonds: maximum drie keer het mediane loon in plaats van de pronkerige lonen van 13.000 euro per maand voor een Europarlementslid en 20.000 of 30.000 euro per maand voor een Eurocommissaris.

Een regering die tienduizenden gezichten scant in een treinstation en de gescande gezichten in real-time checkt met een databank, het is geen sciencefiction meer. De Duitse regering experimenteert ermee in het Berlijnse Südkreuz Bahnhof. Ook de Europese Unie sponsort allerlei “intelligente veiligheidssystemen”. Het Europese Passagiersregister verplicht het opslaan van de persoonlijke gegevens van alle vliegtuigpassagiers en intussen werkt de Unie aan een continentale Big Brother databank met biometrische gegevens. Voor ons moeten maatregelen in de strijd tegen terrorisme niet alleen efficiënt en gericht zijn, maar ook noodzakelijk en proportioneel. Massasurveillance is niet alleen inefficiënt, maar zet ook onze vrijheid en democratie op het spel. Die kant willen we niet op. Big Brother gaat bij ons de deur uit.

We willen meer privacybescherming voor mensen in digitale communicatie en meer transparantie van het grootbedrijf. We garanderen democratische vrijheden en mensenrechten tegen massadatabanken, passagiersregisters en digitale vingerafdrukken. Klokkenluiders zoals Antoine Deltour, die het LuxLeaks-schandaal mee naar buiten bracht, beschermen we.

Vijf. De grenzen dicht voor fiscale fraudeurs en speculanten

  • We doen een burgeraudit van de overheidsschuld en organiseren een Europese conferentie die leidt tot moratoria, lagere interestvoeten, schuldherschikkingen en gedeeltelijke schuldannuleringen ten nadele van particuliere banken.
  • We willen rechtvaardige fiscaliteit voorrang geven op het vrije verkeer van kapitaal. Wij leggen de Tobintaks weer op tafel.
  • We verbieden hedgefondsen en gestructureerde financiële producten (derivaten), evenals kortetermijnspeculatie en short selling.
  • We willen een effectief minimumtarief voor de vennootschapsbelasting van 25% in alle lidstaten. Alle multinationals moeten hun activiteiten per lidstaat volledig publiek maken en belastingen betalen waar ze winst maken.
  • We verbieden transacties met belastingparadijzen en strijden voor een echte Europese zwarte lijst van belastingparadijzen, inclusief EU-lidstaten.

Voor ons programma van sociale en ecologische investeringen moeten we fondsen mobiliseren. Daarom moeten we de gratis geldkraan naar speculanten en het grootbedrijf dichtdraaien. Er vloeien miljarden en miljarden weg in zwarte gaten. Belastingontwijking kost de Europese Unie jaarlijks tot 1.000 miljard euro, berekende de Europese Commissie zelf. Ook de staatsschuld blijft wegen op vele landen en wordt gebruikt om de besparingen en de speculatie van de financiële markten tegen landen te billijken.

Europees moet bekeken worden hoe de staatsschuld van verschillende landen precies tot stand kwam en wie daar verantwoordelijk voor is. Banken en financiële instellingen die voor de opbouw van die schuld verantwoordelijk zijn of ervan profiteerden, moeten aansprakelijk gehouden worden. Wij voeren een burgeraudit van de overheidsschuld uit en organiseren een Europese conferentie die resulteert in moratoria, lagere interestvoeten, schuldherschikkingen en gedeeltelijke schuldannuleringen ten koste van particuliere banken.

We verbieden hedgefondsen en gestructureerde financiële producten (derivaten), evenals kortetermijnspeculatie en short selling.

We geven rechtvaardige fiscaliteit de voorrang op het vrij verkeer van kapitaal. We leggen de Tobintaks – de financiële transactietaks – weer op tafel. We hebben een hoog belastingtarief nodig voor het grootbedrijf in de Europese Unie. We willen voor de vennootschapsbelasting een effectief minimumtarief van 25% in alle lidstaten, zonder uitzondering. Alle multinationals dienen hun activiteiten per lidstaat volledig publiek te maken en belastingen te betalen waar ze winst maken.

Zolang er binnen de Europese Unie belastingparadijzen zijn, moet het mogelijk zijn vrij verkeer van kapitaal aan te vechten. Artikel 64 van het Werkingsverdrag van de Europese Unie vermeldt als mogelijk gerechtvaardigde redenen om dat te doen: maatregelen tegen inbreuken op de belastingwetgeving en maatregelen uit hoofde van de openbare orde of de openbare veiligheid. De vernietiging van openbare diensten en pensioenen door het stelen van belastinggeld moet een van deze redenen zijn.

We verbieden transacties met belastingparadijzen en strijden voor een echte Europese zwarte lijst van belastingparadijzen, inclusief EU-lidstaten. De enige toegestane transacties met belastingparadijzen zijn transacties waarvan eerder is aangetoond dat ze gerechtvaardigd zijn door reële economische activiteiten. Dat impliceert de opheffing van de fiscale en economische verdragen tussen België en belastingparadijzen, behalve voor de uitwisseling van fiscale informatie. We verbieden banken actief te zijn in belastingparadijzen door bankvergunningen van weerspannige instellingen in te trekken.