Goede zorg voor ouderen

Ouderen willen zo lang mogelijk kunnen deelnemen aan wat de samenleving biedt. We hebben een beleid nodig dat hun zelfstandigheid, hun veiligheid en hun deelname aan het leven waarborgt zodat ze zich kunnen blijven ontplooien. Wanneer hun zelfstandigheid afneemt, moeten ze terechtkunnen in betaalbare, veilige en huiselijke verpleeghuizen. In kleinschalige woonzorgcentra dient er voldoende en goed opgeleid personeel beschikbaar te zijn, dat de bewoners de nodige zorg en aandacht kan geven.

We willen plafonds voor de kost van een woonzorgcentrum. We willen controle houden over de kwaliteit ervan, voor bewoners en personeel. Ouderenzorg hoort niet in handen van de markt.

De vergrijzing zet zich door. In 2060 zullen meer dan 2 miljoen Belgen 67-plussers zijn. En het aantal tachtigers zal dan dubbel zo groot zijn als vandaag. Nu al laat de vergrijzing zich volop voelen. Het beleid schiet hier tekort. Zo komt het dat in de zorg voor ouderen de deuren wijd openstaan voor het winstbejag van multinationals. Die hebben het over de silver economy en spreken niet over “de ouderen” maar over “een deel van de markt”. Wij willen die silver economy niet zomaar op de ouderen loslaten.

Wat wij willen

Een. Thuis oud kunnen worden

  • We ontwikkelen de nodige publieke diensten voor oude mensen die thuis willen blijven: thuisverpleging, huishoudelijke hulp, levering van maaltijden enzovoort.
  • Met een één-loketfunctie maken we ouderen wegwijs door het zorglandschap. We zorgen ook voor de automatische toekenning van sociale rechten en vereenvoudigen de procedures.
  • We promoten en ondersteunen vormen van gemeenschappelijk wonen zoals kangoeroewoningen, zorgwonen en andere solidaire woonvormen. We bouwen ook openbare assistentiewoningen voor senioren, met vaste, betaalbare prijzen.
  • We willen een net van ontmoetingsplekken in de wijken, waar ouderen overdag heen kunnen voor ontspanning en zinvolle activiteiten.
  • Om vereenzaming aan te pakken verplichten we de gemeenten 75-plussers thuis minstens tweemaal per jaar te bezoeken, zoals in Denemarken.
  • Om mantelzorgers te ontlasten investeren we in meer respijtzorg en in een net van vaste aanspreekpunten om hen te ondersteunen.

De meeste ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. We zorgen voor de nodige publieke diensten om dat mogelijk te maken: thuisverpleging, huishoudelijke hulp, levering van maaltijden enzovoort. Ook wijkgezondheidscentra en een toegankelijker openbaar vervoer moeten helpen bij de opvang van de ouderen.

Veel diensten en nieuwe initiatieven worden niet op elkaar afgestemd. Oudere mensen weten dan ook vaak niet wat beschikbaar is en waar ze voor welke hulp terechtkunnen. Een “één-loketfunctie” waarbij ouderen bij één hulpverlener terechtkunnen die hen dan verder wegwijs maakt door het zorglandschap, biedt hier een oplossing.

Het gebeurt vaak dat ouderen de rechten waar ze aanspraak op kunnen maken niet benutten: de non-take-up. De Vlaamse Ouderenraad vraagt aandacht voor deze “onderbescherming” van ouderen. We willen dat de overheid alle sociale rechten automatisch toekent en uitbetaalt. De rechthebbende hoeft daarbij geen aanvraag in te dienen of enige actie te ondernemen. In bepaalde gevallen zal de overheid wel bijkomende informatie kunnen vragen om het dossier te regelen. We willen ook de procedures vereenvoudigen, zodat personen niet telkens weer dezelfde inlichtingen moeten leveren.

We pleiten voor het opzetten van meer experimenten rond gemeenschappelijk wonen, in een regelluwe proefomgeving, meer dan de Vlaamse overheid nu toestaat. Gemeenschappelijk wonen is een verzamelterm voor verschillende woonvormen (bv. cohousing, kangoeroewonen en zorgwonen) waarmee we bewoners een oplossing willen bieden voor betaalbaar of duurzaam wonen en vereenzaming. Het zijn woonvormen waarin het delen, de solidariteit en de onderlinge hulp tussen generaties aan de orde zijn. Zo voorkomen we ook gedwongen verhuizing naar grootschalige woonzorgcentra.

We pleiten daarnaast voor de bouw van openbare assistentiewoningen voor senioren. Die moeten autonomie en huiselijkheid bieden in een comfortabel kader en met de nodige diensten.

We willen de verdere uitbouw van OCMW-dagverzorgingscentra voor ouderen die zelfstandig of met familie thuis wonen, maar gedurende de dag in een huiselijke sfeer extra ondersteuning of gezelschap nodig hebben. Daar onderhouden ze de zelfredzaamheid in dagelijkse vaardigheden. We houden deze centra betaalbaar.

We willen inzetten op meer ontmoetingsmogelijkheden met in de wijken losse ontmoetingsplekken voor senioren. Die plekken bieden activiteiten aan rond bewegen, leren en ontspanning.

Van de Vlaamse 65-plussers voelt 29% zich soms en 7% zich dikwijls eenzaam. Deze uitkomst krijgen we door de ouderen rechtstreeks te bevragen. Als je hen onrechtstreeks peilt naar de mate van eenzaamheid – zonder dat woord te gebruiken – schuiven de cijfers op. Dan komt 45% in de categorie eenzamen. Het grootste deel daarvan is matig eenzaam (36%), maar we zien ook dat 5% ernstig eenzaam is en 3% zeer ernstig eenzaam. Dit vraagt om beleidsmaatregelen.

Als preventiemaatregel verplichten we de gemeenten 75-plussers thuis minstens tweemaal per jaar te bezoeken. Zo kunnen we verlies aan zelfstandigheid zo snel mogelijk ontdekken. In Denemarken geldt deze maatregel al. We willen ook steunen op wijkwerkers om de eenzaamheid van oude mensen te bestrijden.

Bij driekwart van de Vlaamse 65-plussers is er een mantelzorger aanwezig die de organisatie en soms ook de uitvoering van de zorg op zich neemt. We willen vooral dat de mantelzorger een volwaardige partner in de zorg wordt. Nu wordt zij of hij nog te vaak buitengesloten tijdens overleg.

Veel mantelzorgers hebben het gevoel dat ze altijd beschikbaar moeten zijn. Dat is een zware last. Zo kampt 25% van de mantelzorgers met depressieve gevoelens. Bij 4% gaat het om een ernstige depressie. Er is dan ook meer respijtzorg nodig. De oudere een dagje per week naar een dagcentrum brengen, bijvoorbeeld. Dan kan de mantelzorger op adem komen.

We willen daarnaast dat mantelzorgers hulp kunnen vragen bij een netwerk van aanspreekpunten van de overheid. De investering in deze extra ondersteuning kost geld, maar is tegelijkertijd een besparing: als we de middelen beter besteden, kunnen we opnames in ziekenhuizen en woonzorgcentra voorkomen.

Twee. Waardig oud worden, ook in de woonzorgcentra

  • De prijs van woonzorgcentra mag niet hoger zijn dan het pensioen.
  • We voeren een verbod in voor supplementen op basisbehoeftes als schoon linnen, niet-medische bel-oproepen, eten en hygiënische producten.
  • We willen voldoende personeel in de woonzorgcentra. We trekken de wettelijke minimumnorm op, met correcte statuten en arbeidsvoorwaarden.
  • We ondersteunen de multidisciplinaire palliatieve ploegen, zowel wat betreft informatie als wat betreft begeleiding in het levenseinde.

Een woonzorgcentrum is voor velen onbetaalbaar. De prijs is er al snel 1.600 à 2.000 euro per maand. Dat ligt ver boven het gemiddelde pensioen. Zelfs in de publieke woonzorgcentra leeft het idee dat zorg “marktconform” moet zijn. Dat wil gewoon zeggen dat de veel te dure prijzen van de privé voortgezet worden in publieke diensten. Die logica wordt verspreid in de Vlaamse beleidsnota’s over Zorg en Welzijn. Die puilen uit van het profitjargon: cliënten in plaats van patiënten, stakeholders, self-management, resultaatsmeting enzovoort. Deze logica willen we omdraaien. Op zorg maak je geen winst, dat is ons uitgangspunt. Een solidaire samenleving garandeert zelf een kwaliteitsvolle zorg, via financiering met publieke middelen. Met toegang voor iedereen.

Al zijn de woonzorgcentra verschrikkelijk duur, grote luxe moet je er niet verwachten. Negen chef-koks uit woonzorgcentra slaakten in 2016 een noodkreet over wat zich in hun keukens afspeelt, en op het bord van de bewoners. Chefs die het moeten stellen met drie euro per dag per bewoner voor alle maaltijden. Dat is niet menselijk.

Bovendien worden er voor elke pamper, elk medicament en elke extra “service” zoals het extra verversen van een bed zeer hoge supplementen aangerekend. Heb je graag hartig beleg op die boterham, dan moet je wat meer betalen. Heb je graag een verse luier, dat kan pas als ze 65 procent verzadigd is. En zo, met deze bedrijfslogica, verdwijnt de warmte en de menselijkheid uit de zorg. Wij verbieden deze wanpraktijken van supplementen op de basisbehoeften.

In 2015 hield de bediendecentrale van het ACV een enquête bij 2.500 personeelsleden in de bejaardenzorg. Zes op de tien ondervraagden gaf aan dat er elke dag te weinig tijd is om te luisteren naar de bewoners of om even een praatje met hen te slaan. En bijna de helft van het personeel zei dat er te weinig tijd is om de bewoners de zorg te geven die ze nodig hebben.

In een studie uit 2015 van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin staat te lezen dat de overheid voor dertig minder zwaar zorgbehoevende bewoners amper een halve voltijdse zorgverlener voorziet, terwijl dat er eigenlijk vijf moeten zijn. Een halve! De wettelijke norm ligt zo laag dat de publieke sector per tien werknemers er vier meer in dienst heeft dan vereist. En dan nog zit het personeelsbestand fors onder wat de studie van het Steunpunt nodig acht.

In de mediastorm van augustus 2016 over het gebrek aan goede zorg voor ouderen beloofde de CD&V-minister Jo Vandeurzen bijkomende middelen voor personeel. Maar hij kwam toen niet verder dan 26 miljoen euro. Maar de volledige personeelskost in de residentiële ouderenzorg bedraagt 2,4 miljard. De 26 miljoen bijkomende subsidies van Vandeurzen, dat is dus nauwelijks 1,1 procent. Peanuts.

Dat ons landje meer euromiljonairs telt terwijl het beleid bejaarde mensen letterlijk in de shit laat zitten, dat is een politieke keuze, geen kwestie van we-kunnen-onmogelijk-anders. Wij gaan voor een forse verhoging van de budgetten, zowel om aan de stijgende zorgvragen te kunnen beantwoorden als om de ouderenzorg voor iedereen betaalbaar te houden. Daarnaast is het ook cruciaal dat het personeel meer ademruimte krijgt. De werkbaarheid in de sector moet echt omhoog.

Grootbedrijven mogen Vlaanderen volbouwen met grootschalige rusthuizen en serviceflats. Minister Vandeurzen beweerde: “Ik denk eerlijk gezegd niet dat het mogelijk is om in de ouderenzorg superwinsten te maken.” Maar Orpea, een multinational die over heel Europa zo’n 61.000 bedden heeft, draait een omzet van 3,4 miljard euro. Orpea boekte in 2017 een winst van 411 miljoen euro. En Armonea, de Belgische marktleider, realiseerde in 2017 een omzet van een half miljard euro en boekte 40 miljoen euro bedrijfswinst. Achter Armonea zit de Belgische haute finance van de AB-Inbev-groep.

De ligdagprijzen in de privévoorzieningen kunnen dan ook oplopen tot wel 7.000 euro per maand.

We gooien het roer om. We investeren in duurzame zorg die rendeert voor heel de samenleving en niet voor een kleine groep aandeelhouders. Dat vraagt andere budgetkeuzes.