Sociale bescherming

De regering opent de jacht op langdurig zieken en werklozen, een beleid dat het slachtoffer de schuld geeft. Wij geven zieken zekerheid. Wij verhogen de danig lage ziekte-uitkeringen en we begeleiden langdurig zieken naar aangepast werk. We investeren in opleiding, stages en coaching van werklozen en wijzen sanctionering en dalende werkloosheidsvergoedingen af. We beschermen het recht op sociale zekerheid en zorgen ervoor dat vervangingsinkomens de welvaart volgen.

Een. Stop de jacht op langdurig zieken

  • We schrappen de wet-De Block die het mogelijk maakt langdurig zieken sneller te ontslaan.
  • We garanderen zieke werknemers gedurende de eerste twee maanden ziekte 100% gewaarborgd loon. De ziekte-uitkering vanaf de derde maand trekken we op tot 80% van het loon.
  • We zetten in op de vrijwillige re-integratie van langdurig zieke werknemers. We geven hen recht op een stapsgewijze werkhervatting en zetten in op aangepast werk. Werkgevers verplichten we alle opties uit te putten: minder werkuren, aangepast werkritme, een andere jobinhoud.

Iedereen moet “geresponsabiliseerd” en “geactiveerd” worden, zelfs langdurig zieken, zo wil het de regering. Eind 2016 voerde ze daarom een “re-integratieprocedure” in: na twee maanden ziekte worden werknemers door de bedrijfsarts van het bedrijf gescreend en gekeurd. De eerste studies daarover wezen uit dat maar liefst zeven op de tien opgeroepen zieke werknemers wegens “medische overmacht” op straat gezet worden, zonder enige ontslagvergoeding en zonder behoud van collectieve sociale rechten. Omdat de bedrijfsarts hen “definitief ongeschikt” verklaart, of omdat de werkgever simpelweg weigert aangepast werk aan te bieden. De re-integratieprocedure wordt zo een kosteloze ontslagmachine op maat van de werkgevers. Werknemers die weigeren in de procedure te stappen, krijgen zware boetes en moeten 5 tot 10% van hun ziekte-uitkering, die gemiddeld nauwelijks 900 euro per maand bedraagt, inleveren.

Minister van Volksgezondheid Maggie De Block verantwoordt deze sancties met de uitleg dat ze de “profiteurs (sic) wil sanctioneren”, en “de karottentrekkers met gerichte controles eruit wil krijgen”. Kankerpatiënten en werknemers met burn-out als profiteurs bestempelen, je moet het maar durven.

Het is onbegrijpelijk dat een partij als de sp.a de verplichte reïntegratietrajecten in het parlement heeft gesteund, samen met de regeringspartijen. De PVDA kiest de kant van de zieken. We schrappen de wet-De Block die het mogelijk maakt langdurig zieken sneller te ontslaan en we verbeteren de rechten van langdurig zieke werknemers.

Tijdens het eerste jaar bedraagt de uitkering voor arbeidsongeschiktheid 60% van het voorafgaande brutoloon. Na één jaar ziekte wordt ze gemoduleerd volgens de gezinssamenstelling: 65% van het begrensd brutoloon voor gezinshoofden, 55% voor alleenstaanden en 40% voor samenwonenden. Dat ligt voor veel langdurig zieken fiks onder de armoedegrens. We garanderen zieke werknemers daarom gedurende de eerste twee maanden 100% van het gewaarborgd loon. We verhogen de uitkering vanaf de derde maand tot 80% van het loon, waarbij ook de werkgevers gedurende de eerste twee jaar een bijdrage betalen – zoals vandaag al het geval is in Nederland. Zo responsabiliseren we werkgevers echt werk te maken van gezondheidspreventie en van de strijd tegen stress en burn-out.

We gaan voor de re-integratie van langdurig zieke werknemers op vrijwillige basis en op het tempo van de werknemer, onder begeleiding van de huisarts. We garanderen het recht op stapsgewijze werkhervatting. Deeltijdse werkhervatting moet ook onbeperkt in de tijd mogelijk zijn, zonder dat het na de periode van gewaarborgd loon leidt tot een financieel verlies voor de werknemer. Werknemers – vooral die met een laag of een gemiddeld loon – verliezen wanneer ze voor meer dan 20% het werk hervatten door de recente regeling van De Block zo’n 200 euro tegenover de oude regeling.

We zien erop toe dat werkgevers bij de re-integratie alle opties uitputten: minder werkuren, aangepast werkritme of een andere jobinhoud. We zetten in op aangepast werk, onbeperkt in de tijd. Daarvoor moet breed binnen het hele bedrijf gekeken worden: binnen de verschillende afdelingen, maar ook binnen eventuele andere (zuster)bedrijven die actief zijn binnen eenzelfde groep. We breiden de controles daarop uit.

Twee. Pak de werkloosheid aan, niet de werklozen

  • We schroeven de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen terug.
  • We investeren in opleiding, stages en coaching van werklozen, in plaats van sancties en schorsingen.
  • We maken maatwerk van arbeidsbemiddeling. We stippelen voor elke werkzoekende een persoonlijk trajectplan uit. We geven competenties evenzeer erkenning als diploma- en ervaringsvoorwaarden.
  • We centraliseren het werkaanbod in heel België in één databank.
  • We garanderen jongeren binnen het jaar na het afstuderen een zinvolle stage, met correcte loon- en arbeidsvoorwaarden.
  • We zorgen voor continuïteit in de zoektocht naar werk. Kwetsbare werkzoekenden kunnen tijdens hun eerste jaar op de werkvloer een beroep blijven doen op jobcoaching en taalcoaching door de VDAB.
  • We zetten in op taal- en beroepsopleidingen voor kortgeschoolde jongeren en versterken de sectorale opleidingsfondsen. We staan erop dat de werkgevers hun beloofde vormingsinspanningen nakomen.
  • We laten werkplek-leren en stages op de werkvloer zoveel mogelijk uitmonden in duurzame jobs, onder meer in de sociale economie.

De “jobdeal” van de regering-Michel is een aantrekkelijk klinkend woord waarmee ze een aantal maatregelen tegen langdurig werklozen probeert verkocht te krijgen. Ze wilde bijvoorbeeld werklozen verplichten gemeenschapsdienst te doen maar zo help je mensen niet vooruit en verdring je ook nog eens vaste, volwaardige tewerkstelling. Opmerkelijk: het Vlaams Belang verzette zich niet tegen de invoering van die gemeenschapsdienst, net zomin als de sp.a. “Gemeenschapsdienst is voor ons geen probleem”, zei Kamerlid Monica De Coninck. Omdat het Grondwettelijk Hof de gemeenschapsdienst voor leefloners onwettelijk verklaarde, kwam er van de maatregel voorlopig niks in huis.

Schoolverlaters hebben nog geen recht op een werkloosheidsuitkering. Werkzoekenden krijgen daarom, wanneer ze een jaar na het beëindigen van hun studies nog altijd geen werk gevonden hebben, een inschakelingsuitkering, waarmee ze financieel het hoofd boven water kunnen houden. Maar in 2015 schrapte de regering-Michel de inschakelingsuitkering voor bijna 30.000 jonge werkzoekenden. Het was een van de omstreden besparingsmaatregelen van de regering-Di Rupo die nu werd ingevoerd.

Ook de uitkeringen voor werklozen staan voor een versnelde afbouw. Kamerlid Raskin van de N-VA zei het zo: “Mijn partij streeft naar een ambitieuze deal. Een verscherpte degressiviteit van de werkloosheidsuitkering moet daar zeker deel van uitmaken. Het beperken van de uitkeringen in de tijd blijft voor ons essentieel, maar deze maatregel vormt alvast een stap in de goede richting.”

De N-VA vindt dat de verscherpte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen “een positieve stimulans” is. In werkelijkheid duwt de regering langdurig werklozen versneld onder de armoedegrens, met een forfaitaire uitkering van welgeteld 1.052 euro voor een alleenstaande. Probeer daar maar eens een maand mee rond te komen. Een op de twee werklozen loopt een verhoogd risico op armoede. In een gezin met twee niet-werkende ouders loopt het armoederisico zelfs op tot 86%.

De professoren André Decoster (KU Leuven) en Johannes Spinnewijn (London School of Economics) formuleren ernstige bedenkingen bij deze hervorming van de werkloosheidsuitkeringen. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat dalende uitkeringen niet leiden tot meer tewerkstelling gewoon omdat er onvoldoende aangepaste jobs zijn voor langdurig werklozen. De professoren vinden ook dat met de hervorming een van de basisdoelstellingen van het werkloosheidsstelsel wordt uitgehold, namelijk mensen verzekeren tegen inkomensverlies. Werknemers betalen maandelijks hoge sociale bijdragen om zich te verzekeren tegen werkloosheid. Dat basisgegeven van de sociale zekerheid, het aspect “verzekering”, komt zo in het gedrang.

Wij willen dat de jacht op werklozen stopt. We pakken wel de werkloosheid aan. We zetten in op emanciperende begeleiding en vorming. We investeren in opleiding, stages en coaching van werklozen. We maken maatwerk van arbeidsbemiddeling en scheiden de begeleiding van werklozen van controle en sancties. We stippelen voor elke werkzoekende een persoonlijk trajectplan uit. We zetten competenties voorop, zodat diploma- en ervaringsvoorwaarden minder zwaar doorwegen. We garanderen jongeren binnen het jaar na het afstuderen een zinvolle stage, met correcte loon- en arbeidsvoorwaarden.

We zorgen voor continuïteit in de zoektocht naar een job. Kwetsbare werkzoekenden kunnen tijdens hun eerste jaar op de werkvloer een beroep blijven doen op jobcoaching en taalcoaching door de VDAB. We zetten resoluut in op taal- en beroepsopleidingen voor kortgeschoolde jongeren en versterken de sectorale opleidingsfondsen. We zorgen dat werkplek-leren en stages op de werkvloer zoveel mogelijk uitmonden in duurzame jobs, onder meer in de sociale economie.

Drie. Menswaardige vervangingsinkomens

  • We maken alle sociale uitkeringen welvaartsvast. Als het gemiddelde inkomen stijgt, moeten ook pensioenen, werkloosheids- en andere uitkeringen volgen.
  • We individualiseren het recht op een sociale uitkering, te beginnen met de werkloosheidsuitkeringen.
  • We kennen sociale rechten automatisch toe.

We maken alle sociale uitkeringen welvaartsvast: als het gemiddelde inkomen stijgt, moeten ook de pensioenen en de werkloosheids- en andere uitkeringen volgen. Wettelijk is er een enveloppe voorzien om ook de uitkeringen te laten meegenieten van de toegenomen welvaart. Om de twee jaar onderhandelen de sociale partners over de invulling van deze enveloppe. Maar de regering gebruikt dat geld liever om het gat in de begroting te vullen en verminderde de welvaartsenveloppe, bedoeld om de minimumuitkeringen op te trekken, met 40%. Wij willen garanderen dat alle sociale uitkeringen welvaartsvast blijven, zodat de koopkracht van mensen met een uitkering en/of pensioen gegarandeerd is.

We willen dat wie bepaalde sociale rechten heeft, die automatisch toegekend krijgt.

We streven ook naar de individualisering van het recht op een sociale uitkering, te beginnen met de werkloosheidsuitkeringen. Regelingen van vervangingsinkomens blijven ook vandaag nog vaak uitgaan van een traditioneel kostwinnersmodel dat tot het verleden behoort. Vooral vrouwen zijn er het slachtoffer van dat uitkeringen op de gezinssituatie afgestemd worden. Ze krijgen een lagere werkloosheidsvergoeding omdat hun partner een volwaardig, normaal inkomen heeft. De persoon in het gezin die de zorg voor de kinderen opneemt en onbetaalde huisarbeid verricht wordt daardoor nog al te vaak benadeeld. Voor de PVDA moeten de rechten van partners erkend worden. Dat kan alleen door hen volledig gelijk te stellen en vervangingsinkomens te individualiseren, te beginnen met de werkloosheidsuitkeringen, waar het armoederisico zeer hoog is.