Verslavingen bestrijden en drugscriminaliteit aanpakken

De war on drugs van Bart De Wever en co is mislukt, zowel vanuit het oogpunt van de volksgezondheid als vanuit dat van de veiligheid. Het is tijd het beleid inzake drugs en verslavingen over een andere boeg te gooien en de bestrijding ervan efficiënter en menselijker aan te pakken. We zetten preventie en hulpverlening centraal. We herwaarderen de douane en federale diensten die nodig zijn om de internationale drugshandel aan te pakken. We stoppen de hypocrisie rond cannabis en halen die drug uit de illegaliteit.

Maandag 9 januari 2023 werd een kind vermoord, Firdaous uit Merksem. Ze was 11 jaar. Ze werd neergeschoten door drugscriminelen die de garagepoort van het ouderlijk huis onder vuur namen. Firdaous is het eerste dodelijke burgerslachtoffer in een drugsbendeoorlog die al verschillende jaren woedt in Antwerpen. Het drugsgeweld waait ook over naar andere steden als Gent, Brussel en Mechelen. Burgers voelen zich niet meer veilig in hun eigen wijk en vragen terecht dat de aanslagen stoppen. We nemen de strijd tegen de georganiseerde misdaad au sérieux.

Naast het veiligheidsprobleem, is er het menselijke en maatschappelijke leed van de verslaving, zowel bij de problematische gebruiker als zijn omgeving. Gezondheidsproblemen, vroegsterfte, agressie, geldproblemen, verwaarlozing van het gezin, vereenzaming… kunnen gevolgen zijn van een verslaving. Zowel legale als illegale drugs zorgen voor problematisch gebruik. Er is wel een groot verschil tussen de gezondheidsrisico’s en overlast bij soft drugs zoals cannabis en harddrugs zoals cocaïne, crack en heroïne (en alcohol). Problemen met bepaalde softdrugs kunnen we beter aanpakken door ze uit de illegaliteit te halen, zeker in het geval van cannabis. Voor harddrugs gaat die redenering niet op.

In onze geïndividualiseerde samenleving waar iedereen moet presteren in een steeds sneller draaiende mallemolen en waarin tegenslag altijd gezien wordt als een persoonlijk falen, grijpen mensen vaker naar verdovende middelen om te kunnen ontsnappen aan de realiteit. Wij streven naar een solidaire, inclusieve maatschappij waarin het gebruik van drugs niet nodig is om je te kunnen ontspannen, om je werk te kunnen volhouden, om je problemen even te kunnen vergeten.

We stappen niet mee in het verhaal om de individuele gebruiker om ter hardst te straffen. Minister Van Quickenborne (Open VLD) wil boetes tot 1.000 euro voor betrapte cocaïnegebruikers. Deze harde aanpak van gebruikers zal ervoor zorgen dat mensen met een verslaving nog minder snel de stap naar hulpverlening zetten.

We pakken dus de verslaving aan en niet de persoon met een verslaving. Alcohol, illegale drugs zoals cocaïne of crack, medicijnen, gokspelen: de lokroep van de verslavingen is alomtegenwoordig. Het gaat niet om dat ene glaasje of dat jointje ter ontspanning. Er is sprake van verslaving als er daardoor problemen ontstaan in je leven en je het toch blijft doen. Dan ben je echt afhankelijk en gebruik je alcohol, medicijnen of andere drugs op een manier die problematisch en schadelijk is voor je gezondheid en je omgeving. Een verslaving is een ziekte.

Een beleid tegen verslaving beoordelen we aan de hand van de daling of stijging op drie terreinen: het aantal verslaafde mensen, de fysieke en psychosociale schade bij de verslaafden, en de gevolgen voor de samenleving.

Voor wie de zaken zo bekijkt, is het huidige beleid een fiasco. Het drugs-, alcohol- en medicijnengebruik stagneert en neemt in de meeste gevallen zelfs nog toe. Officieel erkent men wel dat een geïntegreerde aanpak nodig is, met preventie, hulpverlening, controle en repressie. Maar op het terrein gebeurt qua preventie zo goed als niets. En de hulpverlening heeft een schrijnend tekort aan middelen. Inzake illegale drugs ligt de focus van de Vivaldi-regering vooral op repressie maar met de gekende tekorten. En voor alcohol en gokspelen heeft ze de markt zijn gang laten gaan.

Van alle openbare uitgaven voor alcohol, illegale drugs en psychoactieve medicijnen samen gaat nauwelijks 1,2 procent naar preventie. Het aandeel repressie is disproportioneel groot en dat aandeel neemt nog toe. Of neem meer specifiek de laatste beschikbare gegevens inzake illegale drugs. Die dateren al van een studie uit 2011. Daarin gaat 61 procent van de middelen naar repressie, 35 procent is bestemd voor medische hulp, 3 procent voor preventie en 1 procent voor het beperken van de risico’s.

De prioriteit moet naar preventie gaan. Voorkomen is beter dan genezen. Als tweede komen de hulpverlening en het verminderen van de risico’s. Misbruik van alcohol en andere drugs en toxicomanie hebben heel complexe en pluriforme oorzaken. Net daarom is een geïntegreerde aanpak nodig: voortdurende zorg voor preventie, vroegtijdige interventie, een brede waaier van hulpverlening, risicobeperking en steun bij de integratie enzovoort.

We moeten de kwestie ook bekijken vanuit een breed maatschappelijk oogpunt. Verslavingen gedijen op een voedingsbodem van sociale ongelijkheid, van uitsluiting en eenzaamheid. Of omwille van de (werk)stress, het uit balans raken van werk en gezin. Of omdat alle perspectief verloren gaat. Verslaving is dan een manier om de realiteit te ontvluchten. Daarom wordt de strijd tegen verslavingen ook gewonnen in het opbouwen van een eerlijke, emanciperende samenleving, met perspectief voor de jongeren en met kansen op sociale, culturele en sportieve ontplooiing.

Wat wij willen

Een. Een actieplan ter bestrijding van drugs en verslavingen

  • We maken een globale diagnose en herdefiniëren interfederaal de actieplannen ter bestrijding van drugs en verslavingen (verdovende middelen, alcohol, medicijnen, tabak en gokken). We betrekken daarbij de actoren op het terrein, ervaringsdeskundigen en specialisten.
  • Op basis van de diagnose herzien we de drugswet van 1921 en de gewestelijke decreten. We corrigeren deze wet in functie van de uitdagingen en de kennis van vandaag.
  • We versterken de controle en evalueren het beleid inzake de bestrijding van drugs en verslavingen via het interfederaal orgaan Algemene Cel Drugsbeleid (ACD).
  • Alcohol is in België alomtegenwoordig, gewoon en alledaags. We starten een ambitieus nationaal actieplan ter bestrijding van alcoholmisbruik.

We baseren ons beleid voor de bestrijding van verslavingen op de kennis van wetenschappers en actoren op het terrein. Dat is nu te weinig het geval. Drugsproblemen worden al te vaak bekeken vanuit een zuiver moreel standpunt of om politiek te scoren. We vertrekken vanuit de praktijk. We zetten de actoren rond de tafel, werken met hen aan een globale diagnose en stellen met hen een interfederaal actieplan op. Op basis van hun diagnose herzien we ook de drugswet van 1921. Verder besteden we aandacht aan de opmerkingen van de Algemene Cel Drugsbeleid op de voorgestelde wetswijziging van de drugswet en aan de aanbevelingen van de cel.

Wij doen een bijzondere inspanning voor alcohol. De consumptie daarvan scheert hoge toppen en de perceptie is dat dit doodnormaal is. België is het West-Europese land met het hoogste alcoholgebruik. Daar wordt veel te weinig aan gedaan, zeker op het vlak van preventie. We bieden het hoofd aan de alcohollobby en aan de financiële belangen erachter.

Twee. Investeren in preventie en in sensibiliseringsprogramma’s 

  • We steunen een breed preventiebeleid, dat gericht is op scholen maar ook op jeugdbewegingen, straathoekwerk, ouders, de gezondheidssector, de politie en het gerecht.
  • We nemen krachtige maatregelen tegen publiciteit voor alcohol en gokken. We geven uitvoering aan het besluit inzake identieke neutrale verpakkingen voor alle tabaksproducten.
  • Wat betreft excessief alcoholgebruik zorgen we voor structurele educatie en preventie. We dringen het risico op overmatig alcoholgebruik terug.
  • Voorkomen is beter dan genezen. We zetten over de hele lijn meer in op preventie als eerste linie in de strijd tegen verslavingen.

We breken met het huidige beleid en investeren in een goed preventiebeleid en in sensibiliseringsprogramma’s inzake verslavingen. Daardoor kunnen we later middelen besparen.

Deze programma’s richten zich op verschillende doelpublieken, met infosessies in scholen, jeugdhuizen en jeugdbewegingen en met persoonlijke getuigenissen die dikwijls een grote impact hebben. Maar ook met inspanningen richting cafébazen en de horecasector, justitie en politiediensten, ouders, straathoekwerkers en de medische wereld.

Het is niet normaal dat wie naar een voetbalmatch kijkt, bestookt wordt met reclame voor alcohol en sportweddenschappen. Zoals tabaksreclame geleidelijk verboden werd, zo willen we ook een geleidelijk verbod op reclame voor alcohol en voor gokspelen – online gokken, online kansspelen en casino’s. Te beginnen met sterke drank, maar ook met producten die specifiek op jongeren mikken: alcopops, premix-drinks als Bacardi Breezer, blasters als Wodka Red Bull en shooters.

Drie. Een actieplan tegen de georganiseerde misdaad gelinkt met drugshandel

  • We herinvesteren in de douane, de federale gerechtelijke politie en in het parket. Deze openbare diensten zitten na tientallen jaren besparen op hun tandvlees. We zorgen ervoor dat ze hun werk opnieuw deftig kunnen uitvoeren.
  • We zorgen voor extra mobiele scanners in de haven van Antwerpen.
  • Follow the money: we schaffen het bankgeheim af en treffen de georganiseerde misdaad in hun portefeuille.
  • De druk op landen zoals de Verenigde Arabische Emiraten moet verhoogd worden zodat veroordeelde drugscriminelen effectief worden uitgeleverd.

De grote criminaliteit aanpakken is een taak van de speciaal opgeleide diensten: de federale gerechtelijke politie en het parket gaan achter drugscriminelen. De douane gaat achter de drugs aan. Die diensten weten wat ze moeten doen. Ze doen goed werk. De federale gerechtelijke politie kon de cryptofoons (beveiligde telefoons) waarmee drugsbendes communiceerden kraken en maandenlang hun conversaties volgen. In deze zaak, genaamd Sky ECC, zijn er al verschillende kopstukken opgepakt en werden er drugs, crimineel geld en wapens in beslag genomen. Het parket doet haar uiterste best om de mensen te vervolgen. De douane wist in 2022 maar liefst 110 ton cocaïne in beslag te nemen in de Antwerpse haven.

De Zweedse regering (2014-2018) van Michel - De Wever, heeft hard gesnoeid in het budget. De Federale Gerechtelijke Politie moest onder minister Jambon (N-VA) een besparing van 200 miljoen slikken. Tussen 2014 en 2021 vloeiden 400 personeelsleden af.

Antwerps burgemeester Bart De Wever doet alsof hij de enige is die het drugsprobleem au sérieux neemt en dat alle andere beleidsniveaus falen. De waarheid is dat zijn partij mee verantwoordelijk is voor de grote besparingen in de diensten die achter de grote criminaliteit aangaan. De war on drugs die De Wever 10 jaar geleden pompeus afkondigde is faliekant mislukt. Er zijn niet minder drugs in omloop, er wordt meer verhandeld en gebruikt, de drugskartels zijn sterker dan ooit, er is meer rivaliteit tussen bendes… Zijn beleid legde een overdreven focus op kleine straatdealers en gebruikers, maar de grote kartels blijven in stand.

Vivaldi investeert opnieuw maar ruim onvoldoende: De Federale Gerechtelijke Politie heeft 1000 extra personeelsleden nodig volgens de directie en het parket, maar er worden er maar 400 aangeworven in deze legislatuur. Dat is nog niet de helft van wat er nodig is. Er wordt 310 miljoen geïnvesteerd in de politie, maar tegelijk loopt er een lineaire besparing van 212 miljoen, dat betekent maar een netto investering van 98 miljoen over de hele legislatuur. Een beloofde loonsverhoging voor de politie eind 2022 is uitgesteld. Op die manier maak je de job van politieagent niet aantrekkelijker.

De douane kan nog steeds maar 1 procent van alle containers scannen in de Antwerpse haven. Het is nog steeds wachten op de eerste mobiele drugsscanner die al sinds 2020 wordt beloofd. In de Antwerpse haven met haar uitgestrekte oppervlakte, zijn er 700 douaniers actief. In de haven van Rotterdam, die veel meer gecentraliseerd is 2000. Niet moeilijk dat die haven beter gecontroleerd kan worden.

Bij het openbaar ministerie werken ze met een personeelsnorm die dateert uit 1953. Dan moet men niet alleen snoeien en zich focussen op de prioriteiten, maar men moet binnen de prioriteiten ook nog keuzes maken. Het gaat zover dat het Antwerpse parket moet kiezen waar ze hun mankracht op zetten: op de jacht op mensenhandel (Borealis-schandaal), op de industriële vervuiling (PFOS-schandaal) of op de drugsaanslagen.

Alle machtspartijen hebben jarenlang buzzwords rondgestrooid als “snoeien om te bloeien”, “de tering naar de nering zetten”, “lean en mean zijn”, ‘het overheidsbeslag naar beneden halen”. Dat besparingsbeleid heeft gefaald.

Follow the money. De gangster Al Capone in het Chicago van jaren 30 is niet in de bak gedraaid vanwege zijn smokkel, illegale drank of drugs. Maar door zijn belastingfiche. We moeten die fiches kunnen zien. 40 miljard, dat is het geschatte bedrag van de jaarlijkse omzet van drugs die via de Antwerpse haven ons land binnenkomen. Dat geld moet te volgen zijn.

Het is in het belang van de strijd tegen de drugsmaffia die internationaal opereert dat de geldstromen worden blootgelegd en dat dus het bankgeheim wordt opgeheven. Alle partijen roepen in koor “follow the money”, maar in het federaal en Europese parlement stemmen ze tegen elk initiatief om het bankgeheim op te heffen. België is stilaan een uitzondering in Europa, en dat maakt het de drugsbendes gemakkelijk.

“We moeten vlugger kunnen optreden zonder eerst zoals nu een zware procedure te moeten doorlopen: eerst een vraag om inlichtingen aan de belastingplichtige, dan afwachten om vast te stellen dat die niet wil meewerken, en dan pas mogen we naar de bank gaan. We moeten korter op de bal kunnen spelen.” Dat zegt de topman van de bijzondere belastinginspectie.

We moeten de criminelen raken waar het hen pijn doet. In hun portefeuille. Door het bankgeheim af te schaffen worden banken verplicht aan de fiscus het saldo mee te delen en een jaarlijkse synthese van de transacties op alle bankrekeningen, individuele rekeningen, rekeningen van dochtermaatschappijen in het buitenland enzovoort. Banken zijn dan ook verplicht te antwoorden op vragen van de fiscus.

Al jaren zijn de Verenigde Arabische Emiraten, en met name Dubai, een geliefd toevluchtsoord voor Belgische drugscriminelen en hun zwart geld. In november 2022 werd er een uitleveringsverdrag getekend, maar dat leverde nog geen enkele uitlevering op. Gekende, veroordeelde drugsbaronnen blijven er ongehinderd een luxeleven leiden en hun zaakjes regelen. De druk op het regime van de Verenigde Arabische Emiraten moet verhoogd worden om deze mensen naar België te sturen.

Vier. Draag zorg voor de wijken

  • Investeer in nabijheidspolitie. Aan wijkteams die netwerken uitbouwen, die de wijken kennen en in contact staan met de inwoners.
  • We investeren in brede preventie. We zetten in op goed jeugdwerk, in onderwijs, in goede woningen. We knokken voor elke jongere zodat die niet verleid wordt door het snelle geldgewin.

Volgens criminoloog Jelle Janssens is een wijkagent niet de oplossing voor het drugsgeweld in Antwerpen, maar is hij of zij wel een hoeksteen in de politiezorg. Wijkteams gaan geen granaatinslagen voorkomen, maar zijn wel de oren en ogen op het terrein. Ze vormen een vertrouwd gezicht in de wijk die de bewoners kent én die aanspreekbaar is.

De minimale organisatienorm, per vierduizend inwoners een wijkagent, is te laag, zeker in een stedelijke omgeving. Eén agent voor tweeduizend inwoners zou beter zijn.

Er wordt vaak verwezen naar de aanpak van Rotterdam. De burgemeester gaat er elke week naar de wijken en praat er met de mensen. Wat hebben ze nodig? Hoe kan de overheid hen helpen? Wat vinden zij het belangrijkste dat er moet gebeuren? “Die vorm van community policing zorgt ervoor dat er veel meer steun is voor de politieoptredens.”, zegt professor Paoli “Een community policing, in combinatie met een intelligence led policing waarbij speurders werken met informanten én informatie die zij in die buurten verzamelen door dicht bij de mensen te staan, werkt veel beter. Verschillende buitenlandse voorbeelden, zoals Rotterdam, bewijzen dat.”

Er is ook de kwestie van preventie. Alle specialisten zijn het erover eens dat de strijd tegen drugs en drugsgeweld een brede aanpak vereisen. Er moet ook ingezet worden op het versterken van het sociaal weefsel. Het aantal jongeren dat opgroeit in een gezin in armoede is torenhoog, en het zal in deze economische en energiecrisis wellicht alleen maar hoger worden. Een op acht jongeren in Vlaanderen verlaat de middelbare school zonder diploma. In Antwerpen, Gent en het Brusselse gewest gaat het om één op vijf jongeren.

Door de niet-indexering van de werkingsmiddelen in het jeugdwerk moesten 20 jeugdwerkers in Antwerpen de sector verlaten in 2022. De jongeren hebben een vertrouwensband en een brugfunctie nodig op de pleintjes en in de wijken. De besparingen op jeugdwerk moeten ongedaan gemaakt worden. We hebben meer jeugdwerkers nodig, niet minder.

We moeten knokken voor de toekomst van elke jongere, als we willen vermijden dat ze gerekruteerd worden door de drugsmaffia. In Amsterdam gaan ze op zoek naar 2,3 miljard euro extra voor onderwijs op maat, meer veiligheid, meer sportfaciliteiten, meer jongerencentra, schuldsanering en begeleiding naar werk. Als we willen dat jongeren niet in de val van het snelle geldgewin trappen, moeten we hen perspectief geven op een betere toekomst.

Vijf. Druggebruik: meer hulpverlening en minder risico’s

  • We vergroten de capaciteit van de dagopvangcentra en opvangcentra voor mensen met drugs- en alcoholproblemen zodat al wie dat nodig heeft, de nodige zorgen krijgt en een integratietraject kan volgen.
  • We geven meer middelen aan mobiele psychosociale begeleiders zodat zij met mensen in de persoonlijke woon- en leefsituatie kunnen beginnen werken.
  • We gaan voort op het ingeslagen pad voor ‘risicobeperkende gebruiksruimtes’ zodat drugsgebruik in veiligere omstandigheden kan gebeuren.

Opvangcentra, dagcentra, mobiele ploegen en nooddiensten: ze zijn allemaal nodig voor een efficiënte bestrijding van drugsverslavingen. Ze moeten efficiënte eerstelijnshulp en toegang tot de gespecialiseerde tweede lijn garanderen. Ze hebben de financiële middelen nodig om voor voldoende omkadering te zorgen. Dat is nu dikwijls niet het geval. Zo is er een schrijnend personeelstekort in de psychiatrische ondersteuning in de tweede lijn.

Een opname in een private instelling kost ongeveer 10.000 euro voor een behandeling van 4 à 6 weken. Iemand die financieel aan de grond zit kan dat bedrag niet zomaar ophoesten. Mensen met een lager inkomen maken dus geen kans op een opname. Er bestaan gesubsidieerde opnamecentra waar men tegen een redelijke prijs binnen kan. De wachtlijsten zijn er erg lang (6 tot 9 maanden) en er zijn er maar 3 in Vlaanderen.

Er wordt in ons land bijzonder weinig gedaan om de drugsrisico’s te beperken. Al jaren pleiten specialisten voor ‘risicobeperkende gebruiksruimtes’. Het doel van deze ruimtes is geenszins drugsgebruik te bevorderen, maar om het in veiligere omstandigheden te laten plaatsvinden. Op die manier kan men overdoses vermijden, infecties verminderen en het aantal drugsdoden terugdringen. Risicobeperkende gebruiksruimtes zijn voor drugsverslaafden een alternatief voor de openbare ruimte. Wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat deze aanpak werkt. Luik en Brussel zijn twee steden met een gebruikersruimte. Drugsverslaafden kunnen daar gebruiken omkaderd door de organisaties die jarenlange ervaring hebben in het werken met verslaafden. Als ze van een alcohol- of tabaksverslaving af willen, is er een waaier aan programma’s en hulpverlening. Op deze manier kunnen verslaafden en hun families hulp krijgen om hun leven opnieuw op de rails te zetten.

Verder richten we plaatsen in waar steriel materiaal kan omgeruild worden en plaatsen voor drugstesten om de gebruikers te beschermen en om snel te kunnen uitmaken over welke producten het gaat. Zo krijgen we snel een goed zicht op de drugtrends.

Zes. Cannabis reglementeren

  • We legaliseren en reglementeren de productie, de verkoop en het gebruik van cannabis. Met controle op de kwaliteit en de verkochte hoeveelheid bestrijden we verslavingen. De overheid schrijft de regels van productie en verkoop voor.
  • Op basis van wetenschappelijke studies staan we het gebruik van cannabis voor medicinaal gebruik toe, bijvoorbeeld bij behandelingen met chemotherapie.
  • We verbieden de verkoop van cannabis aan -18-jarigen en op plaatsen waar ook alcohol verkocht wordt. We verbieden reclame voor cannabis.
  • De belastingontvangsten uit cannabis besteden we aan programma’s voor de bestrijding van verslavingen.

Ondanks het verbod gaat het cannabisgebruik niet achteruit. 22,6 procent van de bevolking zegt dat ze op z’n minst één keer cannabis gebruikt heeft. Dikwijls is dat gebruik sporadisch en ‘recreatief’. Toch is er een forse stijging van het aantal mensen dat behandeld wordt wegens gezondheidsproblemen in verband met een cannabisverslaving.

We maken een eind aan de hypocrisie en willen cannabisverslaving eindelijk efficiënt bestrijden. Omdat cannabis een alledaagse maar toch nog altijd verboden drug is, kunnen dealers de prijs hoog houden en er veel geld aan verdienen. Controle op de kwaliteit en samenstelling van het product is in de huidige situatie niet mogelijk. De politieke verantwoordelijken hebben met hun halfslachtig gedoogbeleid blijk gegeven van schijnheiligheid. Maar dat brengt geen oplossing.

Het voorstel om cannabis te reglementeren heeft tenminste het voordeel van de duidelijkheid. De grote meerderheid van de actoren op het terrein en de wetenschappelijke deskundigen staan erachter. In Uruguay en Canada kozen ze al eerder voor dat beleid. In Europa werken Luxemburg, Malta en Duitsland aan een reglementering.

Het komt erop aan om de handel streng te regelen en goed in overheidshanden te houden. Zo vermijden we dat cannabis gecommercialiseerd wordt, wat gebeurde in sommige staten van de VS die cannabis onlangs legaliseerden. In een niet-gereglementeerde markt, of die nu legaal is of niet, is winstbejag de drijfveer. Met alle gevolgen van dien: we zien de resultaten bij alcohol en tabak. Die ervaring moet ons waarschuwen: we gaan ons niet twee keer aan dezelfde steen stoten. Alle reclame voor of promotie van cannabis zal verboden zijn.

We betrekken organisaties op het terrein en experts bij het opstellen van de reglementering en in het bijzonder bij het vastleggen van de toegelaten hoeveelheden. De productie en distributie moeten in elk geval door de overheid gereglementeerd worden: ofwel via een model waarin coöperatieven met licenties werken, zoals de Cannabis Social Club, het Uruguayaanse model; ofwel via een overheidsbedrijf dat instaat voor productie en distributie zoals de Canadese Société québécoise du Cannabis. Gebruikers moeten minstens 18 jaar oud zijn. Ze moeten zich aansluiten bij het distributiepunt zodat follow-up mogelijk is. Er zijn maximaal toegelaten hoeveelheden die je per maand kan kopen. Cannabis verkopen op plaatsen waar ook alcohol wordt verkocht, is verboden.

In ons voorstel wordt het dus legaal om cannabis te produceren, te leveren en te bezitten, maar wel binnen het kader van de geschetste criteria. Zo maaien we het gras weg voor de voeten van de dealers. Met dit voorstel kunnen we ook controles doen op de samenstelling van de cannabis en op de hygiënische omstandigheden waarin die geproduceerd wordt.

Door het verbodsbeleid te laten vallen, besparen we geld. Dat geld gebruiken we voor de strijd tegen de grote drugsbaronnen en voor preventie en hulpverlening. Het geld dat we verdienen met de productie van cannabis en met de belasting erop, herinvesteren we in programma’s om andere verslavingen te bestrijden.

Op basis van wetenschappelijke studies staan we het gebruik van cannabis voor medicinaal gebruik toe, zoals dat in veel Europese landen het geval is. De regelgeving hiervoor verschilt van de regels voor recreatief gebruik. We hanteren hier de verordeningen die gelden voor farmaceutische producten: toezicht en voorschrift van een behandelende arts en beschikbaarheid van het product in de apotheek.