Werkbaar werk
Werk op mensenmaat, daar gaan we voor. Van een dolgedraaide 24-uurseconomie, zeven dagen per week, wordt niemand beter, behalve de grote aandeelhouders. Eén op de acht werknemers in België omschrijft zijn werk-privébalans als problematisch. We maken het werk echt werkbaar en geven werknemers zekerheid en recht op rust. We garanderen respect voor uurroosters en arbeidsvoorwaarden en zetten resoluut in op gezondheidspreventie op het werk. We zetten stappen in de richting van een 30-urenweek. Zo maken we de combinatie tussen arbeid en gezin haalbaar. We werken om te leven, we leven niet om te werken.
Een. Maak van 30 uur het nieuwe voltijds
- We passen de wetgeving aan zodat de 30-urenweek met loonbehoud wettelijk mogelijk wordt. Zo maken we tijd voor gezin en hobby’s, bestrijden we burn-out en creëren we nieuwe jobs.
- De overheid zet de bakens uit. We experimenteren met de 30-urenweek bijvoorbeeld in de kinderopvang of in rusthuizen, zoals in het Zweedse Göteborg. Om de weggevallen uren op te vangen, plannen we compenserende aanwervingen.
- We stimuleren bedrijven en sectoren om de 30-urenweek in te voeren. We selecteren 1.000 ondernemingen die de sprong wagen. Durfbedrijven die kiezen voor de toekomst, krijgen financiële ondersteuning en intensieve coaching.
De Zweedse havenstad Göteborg is de sociale trendsetter. Sinds 2015 experimenteert de stad volop met de 30-urenweek voor het stadspersoneel en dat mét loonbehoud. Gedurende 23 maanden liep een experiment in een lokaal woonzorgcentrum. De eindbalans oogt fraai. De arbeidsvoorwaarden voor de verpleegkundigen verbeterden sterk terwijl ook de kwaliteit van de zorg erop vooruitging. Het stadsbestuur van Göteborg evalueerde het experiment positief en startte nieuwe 30-urenweken op in een kindercrèche en voor sociaal werkers.
België kan niet achterblijven en moet resoluut mee het voortouw nemen. De 30-urenweek met loonbehoud is dé oplossing voor heel wat uitdagingen.
Sinds kort zijn er in ons land meer zieken dan werklozen, zowat 400.000. Het helse werktempo en de moeilijke combinatie tussen arbeid en gezin maken ontelbare slachtoffers. Ziek, opgewerkt, tot de burn-out volgt. De tijd als pletwals. Een vijfde van de werknemers loopt een verhoogd risico op burn-out. Een derde van alle ziekteverlet is te wijten aan stress. In tien jaar is het aantal zieke werknemers met 33% gestegen. We moeten dringend de bakens verzetten. De 30-urenweek brengt de loopbaan weer in balans.
Het nieuwe voltijds bevordert de gendergelijkheid. Nu werken heel wat vrouwen noodgedwongen deeltijds; met loonverlies. Ze betalen die arbeidsduurvermindering cash in termen van loon, carrière en pensioen. De 30-urenweek met loonbehoud bestrijdt deze loonkloof door werk en gezin structureel in evenwicht te brengen. Het is geen toeval dat net vrouwenorganisatie FEMMA als eerste in ons land een experiment met de 30-urenweek is gestart.
Wat een schril contrast: werkenden die het begeven onder de tijdsdruk en de werklast, en daarnaast een leger van bijna 400.000 werklozen! Omdat de 30-urenweek voor veel compenserende aanwervingen zorgt, geven we de lokale jobcreatie een duw in de rug. Digitalisering, robotisering en stijgende productiviteit maken de 30-urenweek niet alleen mogelijk, maar ook noodzakelijk.
Concreet willen we de wetgeving aanpassen zodat de 30-urenweek met loonbehoud wettelijk mogelijk wordt. Daarvoor moet onder meer de loonwet van 1996 sneuvelen.
De overheid moet de lijnen uitzetten. We experimenteren met de 30-urenweek bijvoorbeeld in openbare rusthuizen of in de kinderopvang. We selecteren deze proefprojecten zorgvuldig, in nauw overleg met het betrokken personeel. Om de weggevallen uren op te vangen, plannen we compenserende aanwervingen. We introduceren de 30-urenweek in permanente samenspraak met vakbonden en werknemers. Door als overheid zelf het voortouw te nemen, tonen we de samenleving en de privésector dat de 30-urenweek geen verre droom is, maar een haalbare realiteit.
We stimuleren bedrijven en sectoren de 30-urenweek in te voeren. We selecteren 1.000 ondernemingen die de sprong wagen. Durfbedrijven die kiezen voor de toekomst krijgen financiële ondersteuning en intensieve coaching. We richten een taskforce op met vakbondsmensen, HR-experts en arbeidsorganisatiedeskundigen om kmo’s te begeleiden naar de 30-urenweek.
Twee. Werk op mensenmaat
- We maken de uurroosters opnieuw leefbaar. Een werkdag telt minimum 3 en maximum 8 werkuren. Tussen twee arbeidsprestaties garanderen we minstens 14 uur rusttijd.
- Uurroosters moeten minstens een maand op voorhand gecommuniceerd worden, tenzij daarover andere afspraken met de vakbonden gemaakt zijn.
- Werknemers hebben recht op een vaste werkweek. Elk uur bovenop de normale arbeidstijd beschouwen we als een overuur. Werknemers krijgen dan 50% extra loon en mogen hun overuren binnen de drie maand recupereren op een dag naar keuze.
- We maken van overuren opnieuw de uitzondering, niet de regel. Overuren kunnen enkel op vrijwillige basis.
Werken we om te leven of leven we om te werken? “Werkgevers zullen werknemers tot 11 uur per dag of 50 uur per week kunnen doen werken. Ze compenseren dat door kortere werkdagen op een ander moment”, zo legt minister Kris Peeters van CD&V uit. Het is bitter dat de minister dat uitgerekend vertelde bij de voorstelling van zijn “Wet werkbaar en wendbaar werk”.
Superflexibiliteit in een race die almaar versnelt, het is een trend in heel de Europese Unie. Kris Peeters vindt dat het arbeidsrecht “werkgevers moet toelaten pieken en dalen in de productie op te vangen.” Of hoe de mensen zich moeten aanpassen aan de grillen van de markt. Voor de PVDA dient de economie ten dienste te staan van de samenleving en niet omgekeerd.
Flexibiliteit moet de uitzondering blijven en mag niet de norm zijn. Wij verzetten ons tegen een 24-uurseconomie, zeven dagen per week, met wisselende uurroosters en onvoorspelbare werkweken. Om burn-out en stress te vermijden en ons sociaal leven te kunnen organiseren zijn vaste werkweken nodig met voorspelbare uurroosters. Dat is een elementair recht.
We heroveren de greep op onze tijd. We maken uurroosters leefbaar en voorspelbaar. Een werkdag telt minimum 3 en maximum 8 werkuren. Tussen twee arbeidsprestaties garanderen we minstens 14 uur rusttijd. Uurroosters moeten minstens een maand op voorhand gecommuniceerd worden tenzij daarover andere afspraken met de vakbonden gemaakt worden.
We keren terug naar de algemene regel: overuren zijn in principe te vermijden. Dat blijft voor ons een basisgegeven. Overuren maken schaadt de gezondheid, zorgt voor stress en zet het sociale leven onder druk. En waarom zouden ouderen meer werken terwijl jongeren werk zoeken?
Het stelsel van het Plus Minus Conto, onder andere in de automobielsector, ziet overuren als “normale” arbeidsuren. Het is een bedenkelijke vorm van superflexibiliteit volgens de fluctuaties in de productie. Werknemers hebben recht op een vaste werkweek. Voor ons kunnen overuren alleen op vrijwillige basis. Verplichting is hier uit den boze. Elk uur bovenop de normale arbeidstijd beschouwen we als een overuur. Werknemers krijgen dan 50% extra loon en mogen hun overuren binnen de drie maanden recupereren, op een dag naar keuze.
Drie. Recht op rust
- We beperken zondagswerk tot sectoren waar het echt niet anders kan, zoals de horeca, hulpdiensten of rust- en verzorgingstehuizen.
- We bewaken het recht op deconnectie. Smartphones, gsm’s en het internet zijn geen excuus om werknemers dag en nacht, zeven dagen per week te laten werken. We verbieden dat de baas werknemers verplicht buiten de werkuren werkmails te beantwoorden of bereikbaar te zijn.
We beperken zondagswerk tot sectoren waar het niet anders kan, zoals de horeca, hulpdiensten of rust- en verzorgingstehuizen. We stellen paal en perk aan de ongebreidelde groei van de zondagsopeningen in almaar meer stadskernen die als “toeristische zone” erkend worden. Het winkelpersoneel heeft recht op zondagsrust.
Nachtwerk schaadt de gezondheid. In de zorg en in bepaalde economische sectoren zoals de chemie en het staal is nacht- en zondagswerk noodzakelijk. Maar elders beperken we het zoveel we kunnen.
Digitale communicatie heeft een positieve impact op efficiëntie, productiviteit en ons sociaal netwerk. Tegelijk is ze ook een bron van stress en burn-out. De baas kan misbruik maken van sms, e-mail en sociale media om je onder druk te zetten en de arbeidstijd ongemerkt te verlengen. Zo komt je recht op rust in het gedrang. We beschermen daarom het recht op deconnectie. Gsm’s, smartphones en het internet dienen niet als een kneep om werknemers 24/7 te laten werken. We nemen het recht op deconnectie op in de wetgeving en geven sancties voor werkgevers die zich daar niet aan houden. Niemand mag verplicht worden buiten de werkuren werkmails te beantwoorden of bereikbaar te zijn voor de baas. We voorzien ook communicatievrije periodes. In die periodes mogen werkgevers geen mails, sms’en of socialemediaberichten naar personeel sturen. Deze regels gelden ook voor telewerkers. We gieten het recht op deconnectie in precieze afspraken, verankerd in een collectieve arbeidsovereenkomst en beschermd door de vakbonden.
Vier. Inzetten op gezondheidspreventie
- We leggen de eindverantwoordelijkheid voor gezondheid en veiligheid op het werk resoluut bij de werkgever. We zetten daarbij volop in op preventie.
- We erkennen musculoskeletale aandoeningen (pijn in de rug, polsen en ellebogen), stress en burn-out als beroepsziekten.
- We voeren een gezondheidstoets in om de impact van veranderingen in het arbeidsproces op de fysieke en mentale gezondheid te meten.
- We gaan voor een grondige jaarlijkse gezondheidsaudit die uitmondt in een actieplan met concrete doelstellingen, goedgekeurd door de werknemers.
- We geven werknemers reële inspraak in het gezondheidsbeleid van hun bedrijf. Beslissingen in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) worden voortaan bij consensus genomen.
- We versterken de inspectiediensten voor welzijn en gezondheid op het werk en zorgen ervoor dat ook kleine bedrijven beter gecontroleerd worden.
- We maken bedrijfsartsen onafhankelijk, door de oprichting van een publieke Dienst Arbeidsgeneeskunde, gefinancierd door de werkgevers.
Het werkritme is dikwijls niet meer te harden, werkdruk en werkstress stijgen snel. Hyperflexibiliteit en precaire arbeid worden de nieuwe norm. Veel mensen zitten gevangen in ziekmakende “citroenloopbanen”: heel intense, fysiek en mentaal zwaar belastende loopbanen waarin ze als citroenen uitgeperst worden. Kapitalisme is schadelijk voor de gezondheid. Alles moet sneller. Maar velen moeten afhaken. We beleven een epidemie van burn-outs, vergelijkbaar met de plaag van de stoflongen in de vorige eeuw. Onderzoek van Securex geeft aan: 62% van de werknemers in ons land kampt met overmatige stress op het werk. En 17% wordt daadwerkelijk geconfronteerd met burn-out. Zorgwekkend is ook dat meer en meer jongere werknemers af te rekenen krijgen met psychische problemen.
Pijnlijke of vermoeiende houdingen moeten aannemen, mensen of zware lasten moeten dragen en verplaatsen, repetitieve hand- en armbewegingen … Ook als gevolg van de sterke fysieke overbelasting op de werkvloer duiken gezondheidsproblemen op. Zo zien we een sterke toename van musculoskeletale aandoeningen zoals chronische pijn in de rug, polsen en ellebogen.
Meer en meer mensen zijn gewoon mentaal en/of fysiek op. De cijfers spreken voor zich. Ons land heeft de kaap van 400.000 langdurig zieke werknemers gerond. Dat zijn er 100.000 meer dan vijf jaar geleden en dubbel zoveel als 15 à 20 jaar geleden. Het zijn mensen die minstens een jaar arbeidsongeschikt zijn en in de invaliditeit terechtkomen. Ze vormen al 5% van de beroepsbevolking.
De regeringsmaatregelen maken werken nog minder werkbaar. Zo verhoogde de regering-Michel in 2018 de leeftijd voor landingsbanen van 55 naar 60 jaar. Nochtans kampt een kwart van de 55-plussers met gezondheidsklachten.
We leggen de eindverantwoordelijkheid voor gezondheid en veiligheid op het werk bij de werkgever. We zetten daarbij maximaal in op preventie. We breiden de geldende verplichtingen van de werkgever uit naar alle gezondheidsrisico’s, meer bepaald wat betreft musculoskeletale aandoeningen (chronische rugklachten, tendinitis enzovoort) en stressgerelateerde aandoeningen zoals burn-out. De werkgever is via een resultaatsverbintenis verplicht maatregelen te treffen, op straffe van sanctie. We breiden de controles daarover uit. We erkennen musculoskeletale aandoeningen, stress en burn-out als beroepsziekten.
We voeren een gezondheidstoets in om de impact van veranderingen in het arbeidsproces op de fysieke en mentale gezondheid van de werknemers te meten. We gaan voor een grondige jaarlijkse gezondheidsaudit die uitmondt in een actieplan met concrete doelstellingen, goedgekeurd door de werknemers.
We geven werknemers reële inspraak in het gezondheidsbeleid van hun bedrijf. Beslissingen in het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk worden voortaan bij consensus genomen. We versterken de rol van de vakbonden bij alle beslissingen die impact hebben op de gezondheid en het psychisch welbevinden van werknemers.
We versterken de inspectiediensten voor welzijn en gezondheid op het werk en zorgen ervoor dat ook kleine bedrijven goed gecontroleerd worden. We zorgen daarbij voor voldoende personeel.
De arbeidsgeneeskunde is vandaag een concurrentiële, commerciële sector geworden. Bedrijfsarts en werkgever hebben een contractuele relatie waarbij de werkgever – en niet de werknemer – de klant is. Dat brengt de missie van de bedrijfsarts – de preventieve en collectieve bescherming van de gezondheid van de werknemers – in het gedrang. Zo oefent de werkgever vaak druk uit op de bedrijfsarts om langdurig zieke werknemers bij de re-integratiebeoordeling als “definitief ongeschikt” te klasseren, waarop de werkgever de langdurig zieke werknemer op basis van “medische overmacht” kosteloos op straat kan zetten. We richten daarom een Instituut voor de Arbeidsgeneeskunde op, als een publieke gezondheidsdienst. Het instituut wordt via een collectief fonds door de werkgevers gefinancierd, met de nodige garanties op onafhankelijkheid van de bedrijfsartsen.