We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

PVDA wil eerlijke pensioenen voor vrouwen

Liliane (63) weet nu al dat haar pensioen straks 750 euro per maand zal bedragen. Zoals één op de drie vrouwelijke loontrekkenden en zelfstandigen in ons land zal ze het moeten stellen met een armoedepensioentje van minder dan 750 euro per maand. De PVDA wil deze ongelijkheid aanpakken door het minimumpensioen te verhogen tot 1.500 euro per maand en door een volledige loopbaan voor vrouwen vast te leggen op 40 jaar.

woensdag 6 maart 2019

PVDA wil eerlijke pensioenen voor vrouwen

Liliane is 63 jaar. Deze energieke dame woont in Hasselt. Ze werkt als schoonmaakster in een ziekenhuis. Ze heeft haar hele leven hard gewerkt, maar dat was niet altijd betaalde arbeid. Ze bleef lange tijd thuis om voor de kinderen en haar gezin te zorgen. Tot tien jaar geleden, toen ze scheidde. Vandaag werkt ze dus als schoonmaakster. Hard werk is dat. Maar ze heeft geen andere keuze, en ze is bereid ermee door te gaan “tot ze niet meer kan”, want volgens de website mypension.be zal haar pensioen maar 750 euro per maand bedragen.

“In België zijn er heel vrouwen zoals Liliane. In ons land moet één op de drie vrouwelijke loontrekkenden en zelfstandigen het stellen met een pensioen van minder dan 750 euro per maand”, zegt PVDA-voorzitter Peter Mertens. “Het is duidelijk dat vrouwen geen correct pensioenbedrag krijgen voor hetgeen ze tijdens hun leven gepresteerd hebben.

De Belgische pensioenen – zowel voor mannen als vrouwen – zijn al bij de laagste van heel Europa, en de vrouwen worden nog eens extra gestraft. De pensioenkloof tussen vrouwen en mannen bedraagt in België 34 procent.

De oorzaak van die pensioenkloof is gekend:

1° de loonkloof: vrouwen verdienen gemiddeld 20 procent minder dan mannen;

2° de zorg- en huisarbeid: veel meer vrouwen onderbreken hun loopbaan voor opvoeding van de kinderen, de verzorging van zieke ouders, huishoudtaken;

3° veel meer vrouwen werken deeltijds, vaak onvrijwillig.

“Dat heeft allemaal gevolgen voor hun pensioen”, aldus Peter Mertens. “Met de PVDA willen wij deze ongelijkheden wegwerken. Maar zolang ze bestaan, willen wij er ook rekening mee houden in het pensioen.”

De vorige en huidige regeringen deden net het tegenovergestelde. Ze maakten de situatie nog erger. Vroeger bedroeg een pensioenloopbaan voor vrouwen 40 jaar en voor mannen 45 jaar. De regering-Dehaene (CD&V, cdH, PS en sp.a) verhoogde het vereiste aantal loopbaanjaren voor een volledig pensioen voor vrouwen naar 45 jaar. De regering-Di Rupo en de regering-Michel bouwden de gelijkgestelde periodes voor zorg en werkloosheid af en maakten de voorwaarde om met vervroegd pensioen te gaan veel strenger.

De PVDA wil het probleem van de ongelijkheid die vrouwen treft, bij de wortel uitroeien. Peter Mertens: “Het feministische pensioen van morgen gaat uit van een nieuwe visie: kortere loopbanen en volledige gelijkstelling van zorg- en opvoedingstaken. De vroegere maatregelen in die richting willen wij herstellen.”

Daarom stelt de PVDA voor om:

  • de volledige loopbaan voor vrouwen terugbrengen naar 40 jaar: daardoor telt elk jaar een beetje meer mee voor de opbouw van het wettelijk pensioen

  • het minimumpensioen verhogen tot 1.500 euro netto per maand.
  • periodes van zorgverlof, ziekte en werkloosheid volledig gelijkstellen, zoals dat voor kort het geval was

  • landingsbanen met arbeidsduurvermindering vanaf de leeftijd van 55 jaar; in Oostenrijk bijvoorbeeld kunnen vrouwen vanaf 53 jaar halftijds gaan werken, met behoud van 75 procent van hun loon. Dat is de zogenaamde – en zeer populaire – Altersteilzeit. Met dat soort maatregelen maak je ‘werkbaar werk’ concreet. In
    Denemarken zijn er voor acht op de tien kinderen onder de drie jaar opvangplaatsen
    in kindercrèches, dubbel zoveel als bij ons. Dat is zorgen voor alternatieven.

Een kortere pensioenloopbaan voor vrouwen is een tijdelijke oplossing die de feitelijke ongelijkheid corrigeert door een gelijker recht op pensioen.

“Op termijn willen we inzetten op werkbaar werk voor iedereen, een kortere werkweek voor vrouwen én mannen, meer betaalbare opvangplaatsen voor kinderen én ouderen, een herwaardering van de zorgarbeid voor wie daarvoor kiest en een daadwerkelijke aanpak van de loonkloof op de arbeidsmarkt”, zegt Peter Mertens.

“De maatregelen die we voorstellen zijn dus maar een stap in de strijd voor gelijkheid”, besluit Peter Mertens. "En die gelijkheid zal niet zomaar uit de lucht komen vallen. We zullen ervoor moeten strijden, want gelijkheid gaat ook helemaal in tegen de plannen van de traditionele partijen die meedoen aan de afbraak van de pensioenen. Daarom steunt de PVDA ook de acties in het kader van de vrouwenstaking van 8 maart.”

De PVDA lanceert dan ook een petitie voor eerlijke pensioenen voor vrouwen.

Teken de petitie

Lees ook: Zes redenen om deel te nemen aan de eerste vrouwenstaking in België van 8 maart.

De pensioenen van vrouwen berekenen op 40 in plaats van 45 jaar is een lineaire verhoging met 12 procent. Dat zou 2,7 miljard euro kosten. Maar voor ongeveer een derde van de huidige gepensioneerde vrouwen is de maatregel niet van toepassing. De verlenging van de loopbaan voor vrouwen werd immers pas volledig doorgevoerd in 2009. Daardoor bedraagt de kostprijs slechts 1,8 miljard euro per jaar.

Wij willen deze maatregel koppelen aan een verhoging van het minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen tot 1.500 euro netto per maand. Die maatregel zou op zich 2,8 miljard kosten. Hierdoor zou de vorige maatregel (voor vrouwen een volledig pensioen na 40 jaar loopbaan) nog maar 600 miljoen euro kosten, want heel veel vrouwen zullen dit minimumpensioen krijgen en geen extra verhoging van hun pensioen daarbovenop. De beide maatregelen samen kosten 3,4 miljard euro in totaal.

De PVDA heeft een financieringsplan voor betere pensioenen, bestaande uit vier hoekstenen. De belangrijkste hoeksteen is de sokkel van de sociale zekerheid verbreden met meer stabiele, duurzame en goedbetaalde banen. Elke stijging van de tewerkstellingsgraad met één procent vermindert de vergrijzingskost met een half procent. Voorwaarde is dat het over banen gaat met een goed sociaal statuut, niet over precaire pseudo-jobs waar geen sociale bijdragen op betaald worden. Daarnaast wil de PVDA het geld halen uit drie bronnen: één miljard euro uit de strijd tegen de grote fiscale fraude, één miljard euro uit een belasting op de grootste vermogens en één miljard euro uit een evaluatie van de systematische verlaging van de socialezekerheidsbijdragen voor werkgevers.

Download hier onze studie.