We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Confederalisme: hoe verzet opbouwen tegen de hold-up van De Wever in dienst van de grote patroons

De strategie van Bart De Wever na de verkiezingen is duidelijk: het land gijzelen en de andere partijen, zowel Frans- als Nederlandstalig, een staatshervorming (confederalisme) aansmeren om een regering te krijgen. Het is tijd voor een ander geluid.

vrijdag 30 augustus 2019

 Confederalisme: hoe verzet opbouwen tegen de hold-up van De Wever in dienst van de grote patroons

"De Vlaming kiest centrumrechts en Vlaams-nationaal, en dat duidelijker dan ooit tevoren. Franstalig België kiest daarentegen zeer links. Nooit eerder lagen die realiteiten zo ver uit elkaar.”  Met deze woorden pleegde Bart De Wever de avond van 26 mei een hold-up op de verkiezingen. Volgens hem was er gestemd voor het confederalisme.

Nochtans was de splitsing van België geen thema bij de verkiezingen. Met reden: uit peilingen blijkt dat minder dan 10% van de Vlamingen voor een splitsing is. Daarom spreekt de N-VA niet meer over een onafhankelijk Vlaanderen, maar over confederalisme. Zo wil ze de indruk wekken dat België blijft bestaan.

Uit een onderzoek van vijf universiteiten blijkt dat de bevolking veel minder verdeeld is dan de stembus doet vermoeden. Zowel Vlamingen als Walen willen bijvoorbeeld dat grote vermogens meer worden belast en dat er een minimumpensioen van 1.500 euro komt.

Alleen op het vlak van migratie zijn de Vlamingen iets rechtser. Dat heeft enerzijds te maken met de realiteit. De werkloosheid is groter in Wallonië dan in Vlaanderen. Maar anderzijds heeft het vooral te maken met de thema’s die de partijen en de media zelf naar voor schuiven.

Als de bevolking de splitsing niet wil, dan moeten we het volk maar brainwashen, zeggen Vlaams-nationalistische boegbeelden. Professor Bart Maddens (KUL) roept de “Vlaams-nationale familie”, N-VA en VB, op “om hun 18.352.620 euro per jaar en hun 210 parlementaire medewerkers te gebruiken om het einde van het federale België te bespoedigen. Er mag geen dag voorbij gaan zonder dat er een blits filmpje wordt gelanceerd waarin het disfunctioneren van België aan de kaak wordt gesteld en de Vlaamse staat wordt gepromoot.” (Doorbraak, 12 juni 2019)

Geen principiële oppositie

De hold-up van De Wever bestaat erin om de andere partijen, vooral de PS, te dwingen een nieuwe, verregaande staatshervorming te doen aanvaarden, waarbij de sociale zekerheid op de helling komt te staan. Hij heeft CD&V en Open Vld al zover gekregen dat ze uitsluiten om op federaal niveau een regering zonder N-VA te vormen. Voormalig kabinetschef van Jan Jambon, Herman De Bode, ziet het zo: “Ik hoop dat het land onbestuurbaar wordt. Dat zal op korte termijn wel wat pijn doen en geld kosten. Maar als je daardoor tien jaar miserie en aanmodderen bespaart, dan is zo'n crisis dat zeker waard. De enige uitweg uit die politieke verdeeldheid zal een confederaal model zijn. En dat zal er veel sneller komen dan mensen denken.” (De Tijd, 22 december 2018)

De Wever, Francken en andere N-VA kopstukken gaan daar alvast vanuit. Niet helemaal ten onrechte. Er zijn binnen de PS zeer sterke regionalistische tendensen. Voormalig Brussels minister-president, Picqué (PS) gaf al aan hoe de discussie kan verlopen: “N-VA moet een signaal geven dat ze bereid is een sociaaleconomische prijs te betalen in ruil voor het confederalisme.” (Het Laatste Nieuws, 8 augustus 2019)

Ook de meer federalistische krachten kunnen uit pragmatisme stappen in de richting van een splitsing zetten. Elio Di Rupo verklaarde dat de PS “de voormalige Zweedse coalitie (N-VA, MR, CD&V, Open VLD) niet zal depanneren bij de vorming van een federale regering.” Maar hij voegde eraan toe “als er geen actie op sociaal vlak wordt ondernomen”. Dat antwoord kan op twee manieren worden geïnterpreteerd: ofwel is het een weigering om met de N-VA in een regering te stappen, ofwel moet daar de juiste prijs voor betaald worden. Die prijs zou de herziening kunnen zijn van de bijzondere financieringswet. Die voorziet voor Wallonië een jaarlijkse transfer vanuit de federale overheid van 620 miljoen euro. Vanaf 2025 neemt dat bedrag jaarlijks af en in 2033 stoppen de transfers volledig. Volgens economist Philippe Defeyt (Ecolo) is er nu al niet genoeg geld om in de toekomst de kinderbijslag in Wallonië te betalen.  

Weigeren om met N-VA te praten, is dus geen principe voor de PS. Tot vandaag heeft de partij zich verzet tegen de splitsing van de sociale zekerheid en de belastingen. Maar vooral om te “verhinderen dat de Franstaligen daarbij zouden verliezen”. De PS heeft nooit steun gegeven aan de stroming in de Vlaamse publieke opinie, die een federale sociale zekerheid wil behouden. Ze doet niets om de regionalistische en nationalistische stromingen in de twee landsdelen te stoppen. Ze bouwt geen bruggen tussen de twee taalgemeenschappen, zoals de vakbonden dat doen, maar bouwt mee aan een Waals front.

Als de PS haar weigering tot overleg volhoudt, dan is dat omdat ze nog te veel werk heeft om bij haar basis de alliantie met de MR in Wallonië te verdedigen.

De Vlaamse socialisten van hun kant zijn niet tegen gesprekken over confederalisme. Voorzitter John Crombez zei: “Als de PS en de N-VA aan tafel komen, zal het behoud van de federale sociale zekerheid zeker op de agenda staan. Maar als we willen praten over de organisatie van het land - of we het nu confederalisme of iets anders noemen - zal een grote partij erom moeten vragen en we zullen er ook naar moeten luisteren.”  

Het is dus niet denkbeeldig dat na maanden van crisis de PS-leiding, in naam van “er is geen alternatief", een akkoord over het confederalisme zal maken.

Het failliet van veertig jaar separatisme 

Tientallen jaren lang werd het communautaire debat beheerst door de nationalistische ideologie die oplegde dat de overdracht van bevoegdheden in dit land slechts in één richting kon plaatsvinden: naar de gemeenschappen en de gewesten. Met argumenten als “Vlamingen voeden hun kinderen niet op dezelfde manier op als de Franstaligen”. 

Toen de nationalisten zagen dat deze argumentatie niet aansloeg bij de bevolking  kwamen ze met het argument van de efficiëntie: wat we zelf doen, doen we beter. Maar na zes staatshervormingen is de balans ontnuchterend. Ook de zesde staatshervorming, die in 2011 werd goedgekeurd als “het kleinste kwaad” gezien de opkomst van de N-VA, heeft geen zoden aan de dijk gebracht. Volgens de economist Philippe Defeyt (Ecolo) heeft het Waalse Gewest zelfs niet meer genoeg middelen om de kinderbijslagen van de toekomst te betalen.

Wat de Vlaamse en de Waalse regering zelf doen, doen ze niet beter. Ze doen precies hetzelfde. Maar het duurt langer en kost meer. Er zijn meer ministers, regeringen, administraties en overlegcomités nodig om tot een besluit te komen. Een paar voorbeelden.

  • Er staan 48.121 mensen op de wachtlijst van een sociaal verhuurkantoor (SVK). Een jaar geleden waren dat er nog 32.814. De Waalse, Brusselse noch Vlaamse resultaten zijn verre van positief. In geen van de drie regio's komt het aanbod aan sociale woningen tegemoet aan de huisvestingsnoden.
  • In de gezondheidszorg vraagt zelfs Maggie De Block (Open Vld) nu dat er een einde komt aan de versnippering en het gebrek aan hiërarchie tussen de overheden in de gezondheidszorg. “Mijn kabinet moet elke dag ongelooflijk veel meer energie steken in overleg met de gewesten dan in de inhoudelijke dossiers”. 
  • François Bellot, minister van Mobiliteit, spreekt zich nu ook uit voor een herfederalisering van deze bevoegdheid.  Hoe kun je in een klein land als België geloven dat het efficiënter zou zijn om met drie of vier gezagsniveaus te werken in dossiers zoals de Brusselse Ring, de NMBS, de luchthaven van Zaventem …
  • En net nu de bosbranden in het Amazonewoud zonneklaar aantonen dat het klimaat een wereldomvattend probleem is en een overlegde aanpak vereist, zouden in België vier ministers bekvechten zonder het ooit eens te geraken over een klimaatbeleid?
  • Ook inzake energie is het toch absurd dat er voor energiebesparingen andere normen gelden voor de gebouwen in Brussel, Wallonië en Vlaanderen. Is het efficiënt dat installateurs de hele tijd met drie verschillende reglementeringen moeten werken in een gebied van amper 20.000 km2?

Kortom, de splitsing maakt het land niet efficiënter en stelt het niet in staat om tegemoet te komen aan de sociale en ecologische uitdagingen. Niet in Vlaanderen, noch in Brussel of Wallonië.

Verdeel en heers

De splitsing van het land is geen kwestie van efficiëntie. De splitsing van de sociale zekerheid, die bij discussies over confederalisme hoog op de agenda zal staan, past in de eerste plaats in de ambitie om sneller een rechts beleid in Vlaanderen te kunnen voeren. Het is het Vlaanderen waar Voka-voorzitter Luc De Bruyckere  al in december 2009 op het Voka-congres, van droomde. “Vlaanderen staat ver af van zijn ambitie om tot de top-5 regio’s te behoren. We boeken vooruitgang, maar minder snel dan elders in Europa en dus liggen we steeds verder achterop. De Lissabondoelstelling met onder meer een werkzaamheidsgraad van 70 procent tegen 2010, werd al behaald door 23 regio’s en 27 andere zitten er dichtbij. Helaas maakt Vlaanderen geen deel uit van die top-5. We hebben die staatshervorming nodig, niet zozeer om transfers te verminderen – al ware dat welgekomen – maar omdat we een veel efficiëntere omgeving nodig hebben, waarin we onze keuzes kunnen maken, prioriteiten bepalen. Daar behoren de loonkosten, het vergunningenbeleid, de prijs-kwaliteitverhouding van de overheid en de organisatie van de arbeidsmarkt zeker toe.” 

De startnota voor de onderhandelingen over een nieuwe Vlaamse regering klinkt als een echo van dat Voka-congres. Dat “confederalisme” is in de eerste plaats ingegeven door het ongeduld van het establishment in het noorden van het land om een harde, rechtse, antisociale, elitaire en nationalistische politiek op te leggen.

Om dat doel te bereiken willen de nationalisten het land splitsen om de tegenmacht van hete middenveld te verzwakken. Dat is zeker wat Bart De Wever nastreeft. Dat middenveld moet een loyale en volgzame partner worden. Organisaties zoals vakbonden en ziekenfondsen die zich tegen het neoliberaal beleid afzetten, worden afgeschilderd als groep die geen legitimiteit bezit. 

De beste vakbonden zijn voor de N-VA “Vlaamse” vakbonden die samenwerken met de “Vlaamse” patroons zoals …  In-Bev, BASF, zich bezighouden met de productiviteit van de werknemers en steeds het belang van het bedrijf voor ogen hebben. Het is niet toevallig dan Ben Weyts spreekt van akkoorden afsluiten met “bedrijfsbonden”. Vakbonden die actie voeren of staken, vloeken uiteraard met deze visie. Vandaar dat het stakingsrecht moet ingeperkt.  

Het is een reëel gevaar dat de Franstalige partijen, zogezegd om een progressieve politiek te kunnen voeren zonder de druk van de N-VA, meestappen in de logica van het confederalisme of het regionalisme. Maar de sociale zekerheid splitsen zal haar alleen maar verzwakken. En daar draaien alleen de Vlaamse, Waalse en Brusselse werkende mensen voor op. De Waalse Olijfboomregering (PS-Ecolo-cdH) die Wallonië bestuurde tussen 2009 en 2014, geloofde bij haar aantreden 6.000 nieuwe sociale woningen te bouwen maar sloot haar legislatuur af met 2.078 eenheden minder.

In 2009 beloofde ze ook de factuur voor groene energie te verlagen. Vijf jaar later is die factuur gestegen van 650 naar 810 euro. In 2009 beloofde ze ook het aanbod van de Waalse vervoersmaatschappij TEC te verhogen en de prijs van een busticket redelijk te houden. Vijf jaar later waren er minder bussen en minder haltes, waren de tickets 40 procent duurder en is gratis vervoer voor senioren afgeschaft.

De overheden zitten klem in de Europese begrotings- en boekhoudkundige reglementeringen die hen verhinderen om te investeren in energie, sociale huisvesting, vervoer … Als ze het niet aandurven om uit het Europese besparingskeurslijf te breken, dan zullen ze, ook in Wallonië, toch weer het geld gaan halen bij de werkende mensen. En  als je dan weet dat precies de weigering van Elio Di Rupo om af te wijken van de Europese regels het cruciale meningsverschil was waardoor de gesprekken tussen PS en PVDA mislukten …

 Het feit dat de PS en Ecolo in hun Klaproosnota bevestigen dat ze de aanbevelingen van de Raad van de Industrie willen toepassen, voorspelt daaromtrent niet veel goeds. Want die Raad bestaat uit de grote patroons van de multinationals en vraagt vooral meer flexibiliteit, meer “loonmatiging” en meer cadeaus voor de bedrijfswereld.

Los daarvan leidt de splitsingslogica op zichzelf ook tot een verzwakking van de sociale beweging. Zodra je begint te denken dat je in de eerste plaats Waal of Vlaming bent en niet allemaal samen Belgische werkende mensen, draag je het idee uit dat een Vlaamse werknemer meer gemeen heeft met een Vlaamse  werkgever dan met een Waalse werknemer. En ben je meer geneigd om een loonsverlaging en meer flexibiliteit te aanvaarden om de eigen regio concurrentiëler te maken dan de andere.

Als we echt alles op alles willen zetten om een sociale politiek af te dwingen, dan hebben we er alle belang bij om de eenheid van het land te versterken.

Een stappenplan voor een verenigd, solidair en modern België

De staatshervormingen hebben het land onbestuurbaar gemaakt.  Er moeten opnieuw veel meer homogene bevoegdheden komen waarmee we een einde kunnen maken aan de waanzinnige concurrentiespiraal tussen de gewesten, de bedrijven, de individuen.

Wij pleiten voor een onafhankelijke nationale commissie waarbij men ook de vakbonden en de ziekenfondsen betrekt, naast een aantal experten, om de balans en de nefaste gevolgen van de staatshervormingen te evalueren. 

Wij willen stappen zetten in de richting van een België dat model kan staan voor Europa in de toekomst. Een land waar verschillende taalgemeenschappen samenleven in een meertalige staat, zoals nu bijvoorbeeld in Luxemburg of Zwitserland het geval is. Waar het onderwijs initiatieven de tweetaligheid en het respect voor elkaars cultuur bevordert. Met ook een tweetalige hoofdstad. Het onderwijs van de twee grote landstalen moet meer middelen en meer aandacht krijgen. In plaats van het onderwijs op te splitsen zouden er beter tweetalige scholen komen. De gescheiden organisatie van het cultuurleven moet plaatsmaken voor een multiculturele benadering. 

We willen stappen zetten in de richting van een nieuw, verenigd, democratisch België, met een nationale benadering van de grote beleidsoriëntaties op politiek, economisch en sociaal vlak waarin de solidariteit centraal staat en met een gedecentraliseerde uitvoering daarvan.

Gelijkheid in rechten garanderen tussen de inwoners van de drie gewesten en gemeenschappen: alle kinderen zijn gelijk, alle werkloze werknemers zijn gelijk, of ze nu aan de ene of de andere kant van de taalgrens wonen. Zelfde regels, zelfde rechten.

Daarom moet de sociale zekerheid een federale bevoegdheid blijven, of het nu de werkloosheidsuitkeringen betreft, de ziekteverzekering, de invaliditeitsuitkeringen of de pensioenen. Vakbonden en ziekenfondsen moeten vertegenwoordigd blijven in de beheersorganen van de sociale zekerheid.

Van mobiliteit, energie, milieubeleid, en de kinderbijslagen willen wij opnieuw federale bevoegdheden maken. Oprichting van één federaal ministerie (of staatssecretariaat) voor milieu en gezondheid. 

België is wellicht het enige land ter wereld waar ministers zich maar voor een deel van de kiezers moeten verantwoorden. Vlaamse ministers in de federale regering worden niet verkozen door Franstalige kiezers, en omgekeerd. Zodat zij problemen altijd in de schoenen van de andere taalgroep kunnen schuiven. Dit dient enkel om hun eigen machtspositie te versterken, en is niet in het belang van de bevolking. Deze processen spelen in de kaart van partijen die de vernietiging van België voor ogen hebben. 

Het invoeren van een federale kieskring voor de verkiezing van minstens een gedeelte van de federale volksvertegenwoordigers kan daar een rol in spelen.

De eenheid heroveren

Tegenover de N-VA, die een crisis uitlokt om de splitsing te bekomen van de sociale zekerheid, van de spoorwegen en waarschijnlijk ook van een aantal andere bevoegdheden, en dat in ruil voor de vorming van een federale regering, moet een ander geluid klinken. Het Middenveld, met in de eerste plaats de vakbonden, moeten druk zetten om de linkse partijen te overtuigen niet te plooien voor deze chantage. Als de meest asociale en conservatieve krachten hun strategie voor het confederalisme ontrollen, dan moeten de krachten, die het sociale en de solidariteit verdedigen, de eenheid heroveren.