We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Hoofdaannemer van ingestorte school in Antwerpen wist al half jaar dat er stabiliteitsproblemen waren

Een jaar geleden, op vrijdag 18 juni 2021, maakte Antwerpen een ramp mee. Een nieuwe school, die enkele weken later zou opgeleverd worden, stortte in. Vijf bouwvakkers kwamen om het leven. Uit een brief die de Antwerpse PVDA kon inkijken, blijkt nu dat de hoofdaannemer van de school die het Antwerps stadsbestuur liet bouwen, al minstens een half jaar voor de ramp op de hoogte was van stabiliteitsproblemen.

donderdag 16 juni 2022

Hoofdaannemer van ingestorte school in Antwerpen wist al half jaar dat er stabiliteitsproblemen waren

Peter Mertens, PVDA gemeenteraadslid te Antwerpen en federaal volksvertegenwoordiger: “Dit is ongelooflijk. Deze brief doet de vraag rijzen waarom de hoofdaannemer geen gevolg gaf aan de ernstige waarschuwingen en of het stadsbestuur ook op de hoogte was van de problemen die zich stelden op de werf. De informatie uit de brief sluit aan bij de getuigenissen die ik eerder hoorde van bouwvakkers die de ramp overleefden. Zij vertelden me dat de problemen op de werf heel groot waren, maar dat zij de indruk hadden dat die niet werden aangepakt”.

De PVDA vroeg via haar inzagerecht de lijst op van de aannemers die actief waren op de werf van de stad. Peter Mertens: “Tot onze grote verbazing staan de 2 firma's waarvoor de 5 dodelijke slachtoffers werkten, niet op die lijst. Dat is onbegrijpelijk. Dat wil zeggen dat de stad Antwerpen, de bouwheer, niet eens op de hoogte is van wie er op haar werven aan het werk is. Dat is alsof een voetbaltrainer niet zou weten wie er voor zijn ploeg op het veld staat”.

De PVDA vraagt dringend een sluitend kader bij overheidsopdrachten voor publieke werven, waarin ook sociale normen worden opgelegd. “We spreken hier niet over de bouw van een pensenkermis, maar van een school. In het ingestorte gebouw zouden 480 kinderen school lopen. Het is niet normaal dat aan de overheid naast de ecologische en mobiliteitsnormen niet ook sociale normen worden opgelegd”, stelt de PVDA volksvertegenwoordiger.

Dit dossier, zo stelt de PVDA, toont ook aan dat de overheid zou moet controleren hoeveel onderaannemers er actief zijn op de werf, en onder welk statuut hun personeel werkt. “We zien dat de keten van onderaanneming geen keten is van specialisatie maar een keten van onderbetaling. Op het laagste niveau duwen ze mensen een aandeel in hun handen en sturen hen dan aan het werk als schijnzelfstandigen voor een hele lage vergoeding, zonder sociale bescherming en zonder veiligheidsnormen. Schijnzelfstandigheid zou uitgesloten moeten worden. Voor alle ruwbouwwerken zou er een verbod moeten komen voor onderaanneming”, besluit Peter Mertens.

Lees hieronder het volledige dossier.

Dossier: Hoofdaannemer van ingestorte school in Antwerpen wist al half jaar dat er stabiliteitsproblemen waren

Peter Mertens, federaal parlementslid, gemeenteraadslid, juni 2022

“Vrijdag 18 juni om 14.30 u. maakte Antwerpen een ramp mee. Een nieuwe school, die binnen enkele weken moest opgeleverd worden, stortte plotseling in op het ogenblik dat er meer dan 80 mensen aan het werk waren om het zo snel als mogelijk afgewerkt te krijgen.

Vijf mannen kwamen om het leven. Ik overloop hun namen. Mihail Balan. Carlos Dias Quiterio. Nicolae Ivanov. Christiano Rebelo Santo. Antonio Do Couto Doro.

Vijf makers van scholen. Vijf bouwvakkers. Vijf mensen. Mannen, echtgenoten, vaders, broers.

Zij kwamen hier om een school te bouwen, maar bekochten hun arbeid met hun leven. In plaats van een school vonden ze op Nieuw Zuid een graf. Naast hen belandden meerdere collega’s in het ziekenhuis. Maar ook wie er ongedeerd uitkwam, draagt dit trauma zijn leven lang mee. (…)

Iedereen heeft gezegd dat we heel veel ‘chance’ hebben gehad dat de school niet open was, met 480 kindjes. Maar wat leren we hier uit?”

Dat zei ik op de Antwerpse gemeenteraad van 28 juni 2021. Ik had toen al met drie bouwvakkers van de werf gesproken, en vragen gesteld over de deadline van de werf, en over de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever van de werf, AG Vespa en de stad Antwerpen.

Lees voort onder de foto

We zijn vandaag exact een jaar na de ramp. Het onderzoek is nog bezig, er loopt een strafzaak en een burgerlijke zaak. Ondertussen duiken nieuwe verontrustende feiten op:

A. Dankzij een gunstige wind uit de aannemerswereld heb ik de brief van het Stabiliteitsbureau Establis in handen gekregen waaruit blijkt dat zij al vóór de ramp gewaarschuwd hebben voor het probleem van de vloerlasten in het project. En dat – naar hun eigen zeggen – verschillende keren, tot enkele dagen vóór de ramp. De brief sluit aan bij de getuigenissen die eerder al werden geleverd over de vragen naar veiligheidsproblemen. Hoe kan het dat die fundamentele problemen een half jaar lang niet zijn opgepikt? Het gaat hier niet om een pensenkermis. Het gaat om een stedelijk project voor een school waar honderden kinderen school zouden lopen. De brief doet ook vragen stellen bij de snelle versie die aanvankelijk door de burgemeester werd gesuggereerd, met name dat de ramp veroorzaakt zou zijn door ”een constructiefout”.

B. Via het inzagerecht kreeg de gemeenteraadsfractie van de PVDA inzicht in de overeenkomst tussen stadsdienst AG Vespa en hoofdaannemer NV Democo. Hieruit blijkt dat de stad Antwerpen slechts de namen kent van een op de zeven onderaannemingen die actief waren op de werf. De Stad had enkel weet van de onderaannemers van het eerste niveau, maar de ijsberg eronder van firma’s actief op het tweede, derde en vierde niveau is niet bekend. Dat betekent dat de rapportering erg oppervlakkig is, en de controle zo goed als onbestaande. Uit de overeenkomst blijkt dat slechts 43 bedrijven die aan de school werkten ook gekend waren; terwijl er bijna 300 bedrijven aan de school hebben meegewerkt. De twee bedrijven waarvoor de vijf dodelijke slachtoffers volgens persartikels werken, komen zelfs niet voor op de lijst. Dat betekent dat zelfs de opdrachtgever, AG Vespa namens de Stad Antwerpen, geen flauw idee heeft wat er zich werkelijk afspeelt op de stadswerven.

C. Dankzij de dokters van Geneeskunde Voor Het Volk ben ik ook in contact gekomen met Victor, 25 jaar, afkomstig uit Moldavië. Victor was die bewuste dag als schijnzelfstandige aan het werk op de werf. Ze hadden Victor één aandeel in zijn handen gegeven van Globa BV, een schijn-zelfstandig bedrijf in opdracht van chapebedrijf Carro-Bel. Victor belandde in het ziekenhuis maar overleefde de ramp. Hij houdt letsels over, maar ook torenhoge rekeningen. Als schijnzelfstandige kan hij niet rekenen op sociale bescherming. Dat betekent dat op de werf schijnzelfstandigen tewerkgesteld waren, die nadien op zo goed als geen enkele bescherming kunnen terugvallen.

A. Brief Stabiliteitsbureau
B. Inzagerecht Stadsbestuur
C. Victor Bet, en de sociale dumping op publieke werven
D. Voorstellen

A. Brief Stabiliteitsbureau

Vandaag blijkt dat er al gedurende maanden door het stabiliteitsbureau werd gewaarschuwd. In een brief van het stabiliteitsbureau Establis van enkele dagen voor de ramp, blijkt dat het bureau bij herhaling en tot net voor het ongeval aandrong bij de hoofdaannemer om dringend actie te ondernemen.

“Via huidig schrijven willen wij u nogmaals uitdrukkelijk wijzen op het probleem van de vloerlasten op de welfsels van dit project, meer bepaald op het feit dat de berekende permanente vloerlasten in de detailstudie van Echo in de praktijk, wat betreft de niet-dragende wanden en vloeropbouwen zijn overschreden. Dit probleem werd reeds meermaals zowel mondeling als per e-mail gemeld door onze projectleider maar wij dienen vast te stellen dat het probleem door u nog niet werd opgelost. Onze projectleider heeft dit probleem reeds de eerste keer aan Democo gemeld via e-mail dd 10.12.2020. (…) Onze projectleider heeft via e-mails dd 09/06/2021 en 14/06/2021 aan Democo aangedrongen dat het probleem dringend door Democo dient te worden opgelost met de firma Echo.”
(ter info: Echo is producent van prefab betonelementen)

De brief, gedateerd 16 juni 2021, stelt dat er al gedurende een half jaar werd aangedrongen om actie te ondernemen, en dat die vragen onbeantwoord bleven. Dat doet ernstige vragen rijzen.

Het gaat hier niet om een pensenkermis. Het gaat om een stedelijk project. Een project van de stad om een school te bouwen waar honderden kinderen gaan leren en spelen, waar tientallen leerkrachten elke dag gaan werken. Een stedelijk project dat kwaliteit moet uitstralen.

Lees voort onder de foto

Hoe kan het dat er fundamentele problemen worden gemeld, en dat die een half jaar lang niet worden opgepikt door de opdrachtgever? Een belangrijke vraag is of het stadsbestuur op de hoogte was van deze ingebrekestelling. Zo ja, wat heeft het Stadsbestuur dan gedaan? Zo neen, hoe kan het dat hoofdaannemer Democo dat niet moet melden aan de opdrachtgever, Stad Antwerpen? Hoe kan het dat de hoofdaannemer of de opdrachtgever niet zegt: zo gaan we hier niet verder? Hoe kan het dat de hoofdaannemer of de opdrachtgever niet ingrijpt voor de veiligheid van bouwvakkers en latere gebruikers?

De brief sluit ook aan bij de getuigenissen die eerder al aan bod kwamen over de veiligheidsproblemen op de werf. Op de gemeenteraad bracht ik eerder al volgende getuigenis:

“‘Er schortte sowieso iets met de timing van dat project’, zegt Ali, een loodgieter die op de werf aan het werken was. ‘Die school moest én zou tegen 1 september klaar zijn. Daar deden de mensen van hoofdaannemer Democo ons élke keer weer aan herinneren. Het tempo op de werf lag dan ook verschroeiend hoog.’ Ali zou naar eigen zeggen tot twee keer toe de veiligheidsproblematiek hebben aangekaart bij Democo, maar telkens bot hebben gevangen. ‘Om de trappen te beschermen wordt over de treden een tapijt gelegd. Maar die zat na verloop van tijd vol gaten en scheuren. Twee keer ben ik nét niet van de trap gedonderd nadat ik over die tapijt was gestruikeld. Toen ik vroeg om het probleem op te lossen, werd ik weggezet. “Zet een helm op”, klonk het botweg. Ook onveilig vond ik het feit dat er maar één in- en uitgang aan het gebouw was. Voor in totaal 90 arbeiders. Ook nu weer kreeg ik geen gehoor. Op de duur durfde ik bij Democo over helemaal niets meer klagen.’”

In het eindeloze cascade-systeem van onderaannemingen zullen verschillende firma’s wellicht de verantwoordelijkheden naar elkaar trachten door te schuiven. Dat maakt integraal deel uit van het probleem. Duidelijk is ondertussen dat we ons niet kunnen permitteren om verantwoordelijkheid en controle op de bouw van publieke gebouwen, via bepaalde constructies, door te schuiven naar de cascade van aannemers.

B. Inzagerecht Stadsbestuur

De PVDA-fractie kreeg inzage in het bouwcontract van de ingestorte school op Nieuw Zuid, afgesloten door AG Vespa en hoofdaannemer NV Democo. Hieruit blijkt dat de stad Antwerpen slechts de namen kent van een op de zeven onderaannemingen die actief waren op de werf.

Ze heeft enkel weet van de onderaannemers van het eerste niveau, maar de ijsberg eronder van firma’s actief op het tweede, derde en vierde niveau is niet bekend. Het lijkt AG Vespa en de Stad Antwerpen niet te interesseren wie er op de stadswerven werkt waarvan zij de opdrachtgever zijn.

De PVDA-fractie kon de overeenkomst tussen de stadsdienst AG Vespa en de opdrachtnemer Democo inkijken en kwam tot onthutsende vaststellingen. De stad heeft geen zicht op alle onderaannemers. Tot driemaal toe vroeg onze gemeenteraadsfractie de volledige lijst van onderaannemingen op, maar ze ving bot.

Het is een publiek geheim dat er rond de driehonderd firma’s aanwezig zijn op de werf. Onze gemeenteraadsfractie kreeg enkel de eerste laag van onderaannemingen te zien. De twee bedrijven waarvoor de vijf dodelijke slachtoffers werkten, komen niet voor op de lijst, want ze bevinden zich niet op het eerste niveau. Er zou sprake zijn van een cascade van onderaannemers tot vier echelons, maar die is niet zichtbaar. Slechts 43 namen stonden op de lijst, dat is maar een zevende van alle firma’s. Dat de stad als opdrachtgever niet beschikt over deze info, is onverantwoord.

Driehonderd firma’s voor één schoolgebouw, tot vier niveaus diep. Dat is absoluut niet werkbaar. Hoe hou je nog het overzicht van wie wat doet op je werf? Hoe weet je welke afspraken gemaakt zijn en wie welke verantwoordelijkheid draagt? Verschillende onderaannemingen tot vier niveaus diep, dat is geen keten van specialisatie, dat is een keten van onderbetaling. Het zijn constructies om de lonen zo laag mogelijk te maken, onderaan zit je met mensen die 5-6 euro per uur verdienen en op elk niveau pikt er wel iemand een graantje mee.

C. Victor Bet, en de sociale dumping op publieke werven

Victor Bet was als 25-jarige man nog maar enkele dagen aan het werk op de werf, als schijnzelfstandige bij Globa BV.

Volgens het Staatsblad van 28 januari 2019 bestaat Globa uit 5 aandeelhouders, waarvan één vennoot 161 aandelen bezit, twee mannen 10 aandelen, één iemand 5 aandelen, en één iemand 0 aandelen. Later is de aandeelhoudersstructuur van Globa BV gewijzigd, en heeft men ook Victor Bet één aandeel gegeven.

Iedereen die een beetje weet van het reilen en zeilen in de bouwwereld ziet onmiddellijk dat het hier om een constructie van schijnzelfstandigheid gaat.

De schijnzelfstandige constructie werkt in opdracht van chapebedrijf Carro-Bel. Carro-Bel is het grootste chape-bedrijf van België, met zetel in Ternat.

Victor overleeft de ramp, komt in het ziekenhuis terecht en draagt tot vandaag de gevolgen van de ramp. Naast zijn gezondheid zorgde dat ook voor torenhoge rekeningen, medische kosten, en loonverlies, waarbij hij niet kan rekenen op sociale bescherming.

Victor zag twee van zijn directe collega’s, Mihail en Nicolae, het leven verliezen in de ramp. Victor stond amper twee meter van hen. Ook Michail, amper 29 jaar oud, en Nicolae, 38 jaar oud, waren van Moldavische origine. Nicolae staat in januari 2019 met 10 aandelen als ‘vennoot’ geboekt bij Globa BV, de schijnzelfstandige constructie in opdracht van chapebedrijf Carro-Bel.

Uit het verhaal van Victor blijkt welke gevolgen het heeft dat er met schijnzelfstandigen wordt gewerkt in ketens van onderbetaling, en welke gevolgen dit heeft voor die mensen.

Wat is het systeem dat we telkens weer zien verschijnen?

Onderaannemingen nemen tegen een bepaald bedrag een deel van de opdracht op zich. Grote opdrachtgevers en hoofdaannemers spelen onderaannemers tegen elkaar uit en wie de laagste prijs biedt, krijgt de opdracht. Dat is maar mogelijk door te werken met mensen die geen volwaardig werknemersstatuut hebben maar zogezegd zelfstandig zijn en een aandeel hebben van het bedrijfje. In realiteit zijn ze helemaal niet zelfstandig, maar ze draaien wel zelf op voor socialezekerheidsbijdragen en verzekeringen. Op die manier hebben veel van die mensen die in de bouw werken vandaag geen werknemersstatuut, noch de bescherming die daarmee samenhangt. Die mensen worden niet betaald per uur maar op basis van hun werk. Ze werken soms shiften van twaalf uur, gewoon om het af te krijgen. Zo worden bedrijven aangenomen die niet gespecialiseerd zijn maar gewoon goedkoper.

Democo, de hoofdaannemer is een van de weinige grote bouwbedrijven in België die omvangrijke openbare opdrachten mogen doen, waar een aantal voorwaarden aan verbonden zijn. Zo hebben ze wel 200 arbeiders in loondienst, maar die staan nauwelijks op de grote werven. Zo waren er in Antwerpen alleen maar werfleiders actief die instructies gaven aan de onderaannemers.

Er is bijna niemand van Democo zelf op de werf aanwezig, want via dat systeem van onderaannemers kan die meer winst maken. Als er meer arbeiders met een vast contract aanwezig zouden zijn, zou dat een verschil maken. Als zij zouden merken dat er iets fout was, dan zouden ze het bedrijf daar veel gemakkelijker op kunnen aanspreken, bijvoorbeeld via hun vakbondsafgevaardigde. Voor werknemers van onderaannemers is dat veel moeilijker, die hebben vaak geen vakbond, schijnzelfstandigen al helemaal niet.

De meeste regels zijn gemaakt ter bescherming van werknemers. Als er iets niet in orde is, ligt de verantwoordelijkheid bij de werkgever. De zelfstandige is zijn eigen werkgever, dus de regels voor de veiligheid zijn daar minimaal. De zelfstandige heeft geen aanspreekpunt, geen baas en krijgt minder betaald. Hij moet een deel van zijn loon spenderen aan zijn eigen veiligheid, schoenen, helm, verzekering... Als er dan iets fout gaat, wordt er naar die schijnzelfstandige gewezen. Er is geen collectieve veiligheid meer daardoor, alles wordt heel individueel.

De meerderheid van slachtoffers en zwaargewonden bij de ramp in Antwerpen had een zelfstandigenstatuut. Van de 13 slachtoffers zijn er maar 4 werknemers; de 9 anderen hadden een zelfstandigenstatuut. Het waren buitenlandse arbeiders waarvan sommigen nog maar pas in België waren en vaak alleen de taal van hun land van herkomst spreken. Naar ondernemingsnummer waren er arbeiders van 11 nationaliteiten actief op de werf: uit België, Polen, Slowakije, Portugal, Slovenië, Roemenië, Hongarije, Kroatië, Duitsland, en Nederland.

D. Voorstellen

  1. Het lijkt mij logisch én dringend dat publieke overheden een sluitend kader opgelegd krijgen bij overheidsopdrachten. Niet enkel met opleveringstermijnen maar ook met sociale normen in de contractuele besprekingen. Dat is perfect mogelijk. Overheden leggen ook ecologische normen en mobiliteitsnormen op voor nieuwe projecten; het zou absurd zijn wanneer ze dan geen sociale normen opleggen.

  2. Het werk dat geen specialisatie vereist moet verplicht door het eigen personeel van de hoofdaannemer gebeuren (de aannemer die rechtstreeks contact heeft met de publieke overheid). Voor de meeste chape en ruwbouwwerken moet het mogelijk zijn eigen personeel te vinden; daar is geen specialisatie voor vereist.

  3. Voor zelfstandigen moeten dezelfde verplichtingen qua welzijn worden opgelegd als voor werknemers

  4. Schijnzelfstandigheid zou uitgesloten moeten worden. De publieke overheid moet controleren hoeveel
    onderaannemers er actief zijn op de werf, en onder welk statuut hun personeel werkt

  5. De opvolging en inspectie van de bouwwerken moet door de publieke overheid zelf gebeuren, in casu de Stad Antwerpen, zowel op vlak van veiligheid als voor het respecteren van de sociale rechten

  6. Er moet volledige transparantie zijn in alle publieke bouwdossiers