We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Brussels regeerakkoord: een mooi etiket om te verbergen dat er fundamenteel niks verandert

Françoise De Smedt, fractieleidster van de PVDA in het Brussels Parlement, analyseert het Brusselse regeerakkoord: “Het mooie etiket verstopt een liberaal beleid dat ten dienste staat van de rijken en dat de wooncrisis noch de klimaatcrisis zal oplossen. Uw akkoord zal de armoede niet effectief bestrijden, maar juist verergeren.”

vrijdag 19 juli 2019

Brussels regeerakkoord: een mooi etiket om te verbergen dat er fundamenteel niks verandert

Lees verder onder de video

Meneer de minister-president,

Ik heb u een fles met een mooi etiket meegebracht. Op het etiket staat “remedies om de sociale en ecologische noden in Brussel aan te pakken”. Maar als ik het etiket verwijder en kijk wat er echt in de fles zit, dan zie ik niks. Het is geen nieuwe remedie, maar gewoon een oud recept uit het verleden. Welnu meneer de minister-president, dat is precies wat uw regeerakkoord is: een mooi etiket dat moet verbergen dat er fundamenteel niks verandert.

Meneer de minister-president,

ik wil het eerst met u hebben over mensen. Echte mensen, werkmensen, zij die u gevraagd hebben om eindelijk eens te breken met het beleid van het verleden.

Ik wil het met u hebben over Youness, die 1.000 euro huur moet betalen voor een kleine woning waarin hij samen met zijn kinderen opeengepakt zit. Youness is veiligheidsagent en verdient 1.800 euro per maand. Hoe denkt u in die omstandigheden het einde van de maand te halen?

Ik wil het met u hebben over Catherine, een verpleegster die zeven nachten na elkaar moet doen. 70 uren tegen een moordend ritme.

Ik wil het hebben over Marc die al tien jaar lang wacht op een sociale woning en ondertussen 750 huur moet betalen voor een ongezonde woning.

Ik wil het hebben over Nadia die stage liep in het kader van het jongerengarantieplan. Het werk dat Nadia moest doen, strookt helemaal niet bij haar opleiding. Ze kreeg er 800 euro voor. Het bedrijf waar ze stage liep moest daar slechts 200 euro van betalen, de rest werd door de overheid gesubsidieerd.

Ik wil het hebben over Jonas, een jongen van 8 jaar die opgroeit in armoede, het lot van een op de drie kinderen in Brussel. Hij gaat geregeld naar school met een lege brooddoos.

Ik wil het hebben over Sabrina en haar gezin, die verhuisd zijn naar Tubeke omdat ze de huurprijzen in Brussel niet meer konden betalen.

In uw akkoord wordt met al die mensen geen rekening gehouden, meneer de minister-president. Het moet nu toch eens afgelopen zijn deze mensen telkens weer bij de neus te nemen en hen te doen geloven dat uw recepten uit het verleden nu een ander effect zouden hebben, terwijl ze nooit gewerkt hebben. Hen te doen geloven dat dit akkoord op hun maat gemaakt is, terwijl het in feite gemaakt is op maat van degenen die in onze maatschappij al alle macht in handen hebben... De grote bouwpromotoren of de speculanten die steeds meer stukken van onze stad in handen krijgen, of de werkgevers van BECI (Brusselse Kamer van Koophandel, n.v.d.r.), die op zoek zijn naar steeds goedkopere arbeidskrachten...

En ik zal even de tijd nemen om aan te tonen waarom.

Wat zien we onder het etiket “remedie voor sociale noden”?

U zegt dat u van huisvesting een prioriteit wil maken. En dat is voor alle duidelijkheid ook de grootste bekommernis van de Brusselaars.

De afgelopen twintig jaar hebben bouwpromotoren en speculanten het gros van de woningbouw in het Brusselse Gewest voor hun rekening genomen. De nieuwe woningen die gebouwd worden, zijn dus vooral bedoeld als investering, een investering die zichzelf moet terugbetalen, en niet om in te spelen op de behoeften van gezinnen die gewoon op zoek zijn naar een degelijke woning. Het gevolg is dat de huurprijzen ruim boven de kosten voor levensonderhoud zijn uitgestegen.

Om de wooncrisis op te lossen en het aanbod betaalbare woningen te verhogen, hebben we twee hefbomen nodig: het creëren van bijkomende sociale woningen omdat de helft van de gezinnen in Brussel daar feitelijk recht op heeft en omkadering van de huurprijzen op de privémarkt om ze te doen dalen.

Zijn die twee hefbomen opgenomen in het regeerakkoord? Neen dus...

1) U zegt dat het uw doelstelling is dat 15% van de woningen in het Gewest gebruikt zullen worden als sociale woning...

Maar op de dag zelf van uw beleidsverklaring, ja diezelfde dag, vertelt u ’s ochtends aan de pers dat “u zich geen illusies maakt, dat het doel van 15% sociale woningen niet gehaald zal worden”. Dat is toch wel ongelooflijk! Dezelfde dag nog aankondigen dat een maatregel niet gehaald zal worden. Dat zegt veel over uw ambities om de wooncrisis op te lossen.

2) De regering verbindt zich ertoe alle bestaande sociale woningen weer in staat voor verhuur te brengen. Alleen wordt er niet gesproken over binnen welke termijn dat moet gebeuren en met welk budget ...

3) De regering zal een gewestelijke strategie uitwerken voor de aankoop en renovatie van woningen. Maar ze kleeft daar geen streefcijfers op en dus is er geen nieuw plan voor het creëren van sociale woningen …

4) De regering zal binnen de 5 jaar de bouw afwerken van de 6.400 woningen die voorzien zijn in het Gewestelijk Huisvestingsplan en door de Alliantie Wonen. Dat is het enige concrete cijfer dat we zien.

Mevrouw Frémault, de voormalige minister voor Huisvesting, zegt het zelf, het is een voortzetting van het vorige beleid. En het is duidelijk dat dat beleid niet gewerkt heeft.

De cijfers spreken voor zich: al sinds 2004 horen we beloftes voor de bouw van 6.000 extra sociale woningen. Tussen 2005 en 2017 zijn er amper 1.300 nieuwe sociale woningen bijgekomen.

Logisch toch, want als we de grote bouwpromotoren laten beslissen om geen sociale woningen te bouwen op een terrein zoals dat van Tour & Taxis, een gedroomde plek om er een aantal te bouwen, spelen we gewoon in de kaart van de investeerders die trouwens op deze zitting aanwezig zijn, zoals mevrouw Bertrand. Wie is mevrouw Bertrand? Zij maakt deel uit van de raad van bestuur van Ackermans & van Haren, die eigenaar is van dochteronderneming Extensa die er luxewoningen zal bouwen. Dat terwijl 43.000 gezinnen nog steeds wachten op een sociale woning.

5) De regering wil ook de huurtoelage uitbreiden. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien een goed idee. Maar bij nader inzien is het dat helemaal niet.

Enerzijds zou het budget dat daarvoor uitgetrokken wordt, stijgen van 10 naar 12 miljoen euro, een peulenschil volgens de verklaringen van Céline Frémault in 2018. Ze zei ook dat die hervorming van de huurtoelage positieve gevolgen ging hebben voor 3.000 tot 5.000 mensen.(1) Toch maar magertjes als je bedenkt dat 43.000 gezinnen wachten op een sociale woning.

Anderzijds hebben meerdere studies al aangetoond dat het systeem van huurtoelages een perverse bijwerking heeft en de stijging van de huurprijzen mee in de hand werkt(2), zeker als die niet gepaard gaan met een bindend raster voor de huurprijzen(3) omdat het marktmechanisme dan vrij zijn gang kan gaan. Daarom is de PVDA ook veeleer voorstander van een bindend raster voor de huurprijzen, teneinde de huren te doen dalen, in plaats van de grote particuliere verhuurders te sponsoren met overheidsgeld.

In het akkoord wordt ook niks vermeld over een bindend raster voor de huurprijzen. Erger zelfs, jullie zeggen allemaal in koor dat jullie tegen een bindend raster voor de huurprijzen voor alle sociale woningen zijn, PS en Ecolo. Met andere woorden, dat betekent dat de huurprijzen nog zullen stijgen, want zo’n raster is de enige manier om ze te doen dalen!

6) De regering wil ook de gezinnen die uitkijken naar een sociale woning steunen door meer woningen aan te bieden via de SVK’s (Sociale Verhuurkantoren).  We stellen echter vast dat overheidssteun wordt gebruikt om een voldoende hoge winstmarge voor de projectontwikkelaars te garanderen. Dat is nu net het perverse effect dat we op het terrein vaststellen in het mechanisme van de SVK’s. We zijn het helemaal eens met de kritiek van de Brusselse Bond voor het Recht op Wonen (BBRoW) dat de subsidies voor de SVK’s totaal ontspoord zijn. Er verschijnen steeds meer ontwikkelaars die woningen bouwen om ze aan te bieden aan de SVK’s (ook banken, zoals de bank De Groof, investeren in dergelijke projecten). De subsidies en andere publieke voordelen zijn zo interessant geworden dat ze een winstmarge van 3% garanderen. De samenleving investeert op die manier meer dan 5.000 euro per jaar voor een woning die uiteindelijk toch privé-eigendom blijft. Op die manier zullen we nooit in staat zijn om massaal sociale woningen te bouwen, aangezien de return in de vorm van huren niet naar de overheid terugvloeit.

U zegt dat de regering zonder voorbehoud gaat voor het recht op een deftige woning voor een redelijke prijs. Ik meen voldoende te hebben aangetoond dat dit van geen kanten klopt en dat het alleen gaat om oude recepten die de wooncrisis nog zullen verergeren. Temeer omdat het Gewest over enkele jaren 100.000 inwoners meer zal tellen.

Meneer de minister-president, gisteren om 14.00 u. hebt u de bevoegdheid voor huisvesting niet eens een ministerie gegeven maar slechts een staatssecretariaat. Dat tekent uw ambitie! Daarom herhaal ik het nog eens, want het dringt blijkbaar niet door: 43.000 gezinnen staan op een wachtlijst voor een sociale woning! Als we het roer niet drastisch omgooien, staan we strak voor een wooncrisis die nog veel erger is. Aan de andere kant staan de grote projectontwikkelaars mooie tijden te wachten.

Het tweede luik van het etiket “sociale noden” is volledige tewerkstelling

U zegt dat “de regering een overtuiging deelt: dat het uitoefenen van een stabiele, duurzame en degelijke baan elke mens de voorwaarden biedt voor zijn emancipatie”. Maar de Jongerengarantie die u zo koestert, bereikt dit doel niet, integendeel.

De activering van de werklozen verplicht hen om deze gesubsidieerde opleidingen of stages te aanvaarden, waarvan tot 75% van het loon door de gemeenschap wordt betaald. Dit is een buitenkans voor multinationals in de sectoren handel, transport, schoonmaak, industrie en horeca. Werkgevers steken de aanwervingspremie op zak en na afloop van de vereiste periode wordt de werknemer dikwijls ontslagen en vervangen door een andere werknemer om een nieuwe premieperiode op te starten. Dat is wat de vakbonden het carrouseleffect noemen. In feite neemt zo’n “jongerengarantiebaan” de plaats in van een echte job met een contract van onbepaalde duur. ABVV-Brussel luidde de alarmbel in zijn studie “Voor een degelijke job. Niet zomaar een job”. Daaruit blijkt dat in 2017 56% van de jonge Brusselse werknemers werkte in een tijdelijk contract. In 2013 had 37% van de Brusselse jongeren een tijdelijk contract. De toename van deze tijdelijke jobs is ook het gevolg van de invoering van "Jongerengarantie". De vakbond is zeer kritisch omdat “we niet meer doen dan banen creëren die geen perspectief bieden”. En nu wil de nieuwe Brusselse regering de toegang tot de Jongerengarantie uitbreiden tot alle werklozen, een prachtig cadeau voor de werkgevers, en dit alles gefinancierd door de Brusselse belasting, maar vooral ten koste van stabiele banen met een contract van onbepaalde duur.

Zo profiteert Blokker (Nederlandse distributieketen, n.v.d.r.) bijvoorbeeld al enkele jaren van de Jongerengarantie. Een medewerker zei: “In onze winkel zijn we met tien vaste medewerkers, maar we hebben maar een vast contract van 12 uur per week. De extra uren die we werken, zijn toevoegingen bij ons contract die elke maand veranderen, soms 8 uur, soms 10 uur ... We hebben de hele tijd jonge mensen op Actiris-stage. Zij krijgen 200 euro loon van Blokker en 600 euro van Actiris (de Brusselse tegenhanger van de VDAB, n.v.d.r.). Voor Blokker zijn het gewoon spotgoedkope werknemers. Ze hebben een contract van 3 maanden, dat mogelijk met 3 maanden wordt verlengd. Blokker belooft altijd een contract van onbepaalde duur, maar dat gebeurt nooit. Jongeren werken zich uit de naad, in de hoop op een vaste baan, maar tevergeefs ...”

We staan heel ver van de emancipatie waarmee u uitpakt. Uw beleid verhindert zelfs dat die fameuze stabiele jobs er komen. Aan de andere kant zijn de multinationals hier gek op, want het garandeert hen spotgoedkope werknemers.

U spreekt ook met geen woord over de eisen van de werknemers van de lokale overheden, de OCMW’s en de openbare ziekenhuizen. Geen woord over de opwaardering van hun lonen, terwijl zij het slechtst betaald worden van alle overheidsdiensten van het land, terwijl het ziekenhuispersoneel op dit moment al weken betoogt omdat hun arbeidsomstandigheden niet vol te houden zijn.

De enige loonsverhoging gaat naar de schepenen en de gemeenteraadsleden, maar voor de sociaal werkers en voor het verplegend personeel is er gewoon niets. Zij kwamen hier naar de publiekstribune om een verhoging van 10% te eisen, omdat ze al 15 jaar geen loonsverhoging meer hebben gekregen. Zij hebben de laagste loonschalen van alle gewesten. Maar niets! Niets!

De taxichauffeurs streden tegen de ontmanteling van hun sector, ze streden voor een verbetering van het taxiaanbod, ze streden tegen die multinational die geen belasting betaalt. De sector hoopte dat de overheid deze concurrentie zou blokkeren, maar kreeg geen enkele garantie!

De toegang tot de arbeidsmarkt wordt ook bemoeilijkt door discriminatie bij aanwervingen.

Vijf jaar geleden stond in de beleidsverklaring: “De regering heeft zich ertoe verbonden ambitieuze maatregelen te nemen, door van goede bedoelingen ten gunste van diversiteit over te gaan naar concrete maatregelen ter bestrijding van discriminatie op de arbeidsmarkt.”

Vijf jaar later, met nog eens vijf jaar liberaal beleid, dat de toegang tot werkgelegenheid en huisvesting beperkte door toenemende schaarste en concurrentie, neemt de discriminatie explosief toe, zoals alle studies aantonen.

Onlangs nog toonde de laatste Brusselse ABVV-barometer aan dat werknemers van buitenlandse origine moeilijker aan de slag kunnen dan werknemers van Belgische origine en de Monitoring van Actiris van juni hamerde op dezelfde nagel. Het risico op armoede, werkloosheid, lage scholing, afzakken naar een beroeps- of technische sector of naar slechte huisvesting is tegenwoordig veel groter als je een andere kleur hebt of als je naam een buitenlandse afkomst suggereert.

De laatste jaren heeft het Brussels Gewest verschillende instrumenten ontwikkeld (Diversiteitshandvest, Diversiteitsplannen, Diversiteitslabel, enz.) die niet doeltreffend zijn en zelden worden gebruikt (zo zijn er momenteel ongeveer 100 “diversiteitsplannen” in het Brussels Gewest voor enkele duizenden bedrijven). Tot op heden heeft de in september 2008 aangenomen ordonnantie ter bestrijding van discriminatie en gelijke behandeling inzake werk (goedgekeurd in september 2008) tot geen enkele sanctie geleid: er is op basis daarvan niemand veroordeeld. Kortom, het falen van de antidiscriminatiestrijd van de afgelopen tien jaar is onbetwistbaar (cfr Gosuin).

Voor de PVDA is de tijd van vaststellingen voorbij. Het is tijd om discriminatie effectief te bestrijden en gelijke behandeling te garanderen voor alle Brusselse burgers, ongeacht hun afkomst, cultuur, religie of geslacht.

U zei dat u de rechten van de vrouw wil garanderen. Hoe is het mogelijk – met zelfs Ecolo in uw regering – dat uw 128 pagina’s tellend akkoord met geen woord rept over de kwestie van discriminatie op basis van de hoofddoek. Deze kwestie wordt zelfs niet één keer genoemd. We kunnen niet accepteren dat we de openbare vrijheden inperken en vrouwen met een hoofddoek uitsluiten van de arbeidsmarkt of uit het onderwijs. Een verbod is oneerlijk en belemmert de professionele integratie en sociale emancipatie. Waarom staat dat niet zwart op wit in dit akkoord?

De belangrijkste overwinning van de voorbije tien jaar in de strijd tegen discriminatie in het Brusselse Gewest is volgens Unia de goedkeuring door de Brusselse regering van praktijktesten eind 2017. Ondanks de grote verklaringen van 2009 en opnieuw in 2014 heeft het, met de Samira-Cécile-affaire, een lange strijd en mobilisatie gevergd om de zaken in beweging te krijgen. Maar de vorige regering durfde niet de nodige, bindende en proactieve maatregelen te nemen, uit angst om de werkgevers tegen het hoofd te stoten. Overigens zijn er sinds deze maatregel van kracht is, voor het hele jaar 2018 maar vier tests uitgevoerd. Daarom zullen wij de strijd voortzetten en er nauwlettend op toezien dat de plannen die u hier hebt neergeschreven (middelen ter beschikking stellen, proactief optreden en afschrikkende sancties nemen) er effectief komen.

Er staan ook enkele goede dingen in dit regeerakkoord. Er is aanzienlijke vooruitgang geboekt in woorden, zoals in het ambitieuze luik over dekolonialisering, dat in de goede richting gaat. Maar opgepast met goede bedoelingen. We zullen er nauwlettend op toezien dat deze verklaringen, beloften en plannen in de praktijk worden gebracht. En net als op andere gebieden kan er ook hier een kloof blijven bestaan tussen de intentieverklaringen en de werkelijkheid.

Wat lezen we onder het etiket “aanpak van de klimaatnoden”?

Er zijn ambitieuze doelstellingen inzake koolstofneutraliteit tegen 2050 nodig. We moeten die absoluut halen om onze planeet te redden! Maar we zullen er niet in slagen als de kloof tussen de doelstellingen en de middelen die worden vrijgemaakt, zo groot blijft.

De regering heeft een ambitieus plan om het openbaar vervoer uit te breiden. Dat is uiteraard noodzakelijk om de CO2-uitstoot te verminderen, de luchtkwaliteit te verbeteren en de levenskwaliteit in Brussel te verbeteren. Maar het regeerakkoord vermeldt niet hoe men deze plannen wil financieren.

Waar wil de regering het geld halen voor de uitbreiding van de metro en de ontwikkeling van de trams? Hoopt ze opnieuw op enige goodwill van de Europese Unie om uit het begrotingskeurslijf te mogen breken? Wat als die goodwill er niet komt? Zal het Gewest dan zelf uit dat keurslijf stappen? En als ze dat niet doet, wat ziet ze dan als oplossing? Ze heeft maar drie keuzes: of ze begraaft haar mooie plannen, of ze doet de werkende mensen betalen, of ze gaat verder op de weg van publiek-private samenwerking. En als je dit akkoord leest, is het duidelijk dat het een combinatie zal zijn van de laatste twee opties: mensen doen betalen en nog meer publiek-private samenwerking.

Het regeerakkoord biedt geen gratis openbaar vervoer voor iedereen. Deze regering wil daar niet van weten. Het openbaar vervoer niet gratis maken voor iedereen, dat is afzien van een schokmaatregel die zorgt voor minder auto’s en meer mensen in het openbaar vervoer. We moeten ons richten op de groep mensen die de auto het meest gebruiken, namelijk de werkende mensen tussen 25 en 65 jaar. De meeste partijen weten dit maa al te goed. Voor de Ronde van Frankrijk was het openbaar vervoer wel gratis. Dit is het bewijs dat deze gratis openbare dienst mensen overtuigt om de auto te laten staan. En de experimenten van Duinkerke en andere Europese steden bevestigen dit.

Wilt u het autoverkeer met 10% verminderen? Gratis openbaar vervoer vermindert het autogebruik met 15%.

Meneer Maron verklaart dat een klimatologische big bang niet mogelijk is, hier krijgt u er een op een schotel aangeboden, maar die wil u niet!

De jongeren die de straat op trokken wilden deze klimatologische big bang, maar u luistert niet naar hen!

Met de PVDA hadden we een kant-en-klaar voorstel om gratis vervoer voor iedereen te financieren. We hebben alles becijferd, de begroting is opgesteld! Het is gratis, mevrouw de minister, ik stuur het u direct per mail! Het is een voorstel met een forfait voor woon-werkverkeer betaald wordt door grote bedrijven. En dus een financiering die de werknemers niet nog eens doet betalen.

De regering plant wel een kilometerheffing. Als die er ooit komt – want de andere gewesten moeten daarmee instemmen – wordt dat een zeer antisociale maatregel. Een belasting die geen rekening houdt met de inkomens van werknemers, is zeer onrechtvaardig. Zo‘n kilometerheffing heeft een grotere impact voor de werknemer uit Wallonië of Brussel die met een kleine Twingo rijdt dan voor een aandeelhouder in zijn Porsche! Sommige mensen zullen die heffing met plezier betalen en zullen niet minder met de auto rijden dan vandaag, maar anderen zullen die in hun portemonnee voelen.

In het akkoord verklaart u ook dat “de regering de netto-inkomsten van deze hervormingen prioritair zal besteden aan de financiering van het mobiliteitsbeleid”.

U hebt ons er tijdens de campagne van beschuldigd dat wij de Brusselaars willen laten betalen, vandaag is het duidelijk dat u het bent die hen zal doen betalen!

Zoals ik aan het begin van mijn toespraak al zei, worden Youness, Marc, Fatima en alle anderen door uw akkoord gerold, terwijl de rode loper verder wordt uitgerold voor degenen die hen in de problemen brengen.

Het verbaast me niet dat de MR dit regeerakkoord, op een paar komma’s na, had willen tekenen. Het mooie etiket verstopt een liberaal beleid dat ten dienste staat van de rijken en dat de wooncrisis noch de klimaatcrisis zal oplossen. Uw akkoord zal de armoede niet effectief bestrijden, maar juist verergeren. Dit etiket verbergt een lege doos omdat het begrotingskeurslijf het onmogelijk maakt de beloften na te komen.

Om al deze redenen stemmen wij tegen dit regeerakkoord. We willen deze beker niet leeg drinken, omdat hij lacht met de werknemers van onze gemeentelijke en gewestelijke diensten, maar we zullen aan hun zijde staan en samen met Youness, Marc, Nadia en Catherine deze onverteerbare liberale politiek het leven zuur maken! De regering-Vervoort III wordt – en ik citeer Einstein – “Waanzin is de hele tijd hetzelfde doen en toch een ander resultaat verwachten.”