We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Cannes, waar politici en bouwpromotoren elkaar opvrijen (en de stad uitverkopen)

Politici en vastgoedmastodonten houden een onderonsje onder de palmbomen van de Côte d’Azur. Op de grote internationale vastgoedbeurs MIPIM worden deals gesloten waarbij het grote bouwpromotoren zijn die bepalen hoe onze steden er straks gaan uitzien. Ver weg van de sociale woonnoden van de burger. Ver weg van een stadsontwikkeling op mensenmaat ...

maandag 12 maart 2018

Op 13 maart gaat in de Zuid-Franse badstad Cannes de jaarlijkse vastgoedbeurs MIPIM van start. Languit: Marché International des Professionnels de l'Immobilier. Stel u daar geen metsers in overall bij voor, maar hoge piefen in dure pakken. MIPIM is het walhalla van iedereen die steenrijk is geworden door gebouwen neer te poten.

Ook onze politici laten zich graag zien daar aan de Middellandse Zee tussen het grote vastgoedgeld. Vastgoed en politiek kruipen bij elkaar op schoot en bedisselen hoe de steden van de toekomst eruit zullen zien, en ze doen dat ver weg van wat de gewone burger daarvan denkt. Ons kent ons op hoog niveau. En als je denkt dat de sociale woonnoden van de bevolking er ter sprake komen, think again.

1.995 euro inkom

Om te vermijden dat Janneke en Mieke opduiken tussen de beau monde wordt de prijs van een toegangskaartje voor MIPIM flink hoog gehouden: 1.995 euro, per persoon, en dan heb je nog niet gegeten, gedronken of overnacht. Voor onze politici geen probleem. Zij betalen dat niet zelf.

Belgische politici zijn al jaren vaste gasten op MIPIM. Aan Vlaamse kant nemen de steden Gent en Antwerpen het voortouw. Ook het Brussels Gewest en het Waals Gewest sturen een delegatie. Ze baten er broederlijk een Belgische paviljoen uit. Als de mondaine bouwjetset gepaaid moet worden, vormen Waalse, Vlaamse en Brusselse politici een stevig blok.

Ook ideologische verschillen vervagen onder de Zuid-Franse zon. De leden van de paarsgroene bewindsploeg van Gent staan er met identiek dezelfde agenda als de N-VA-collega’s uit Antwerpen: hun stad aanbieden aan projectontwikkelaars. Ze concurreren – ook met elkaar – om grote prestigeprojecten binnen te halen die toeristen moeten overhalen hun stad te bezoeken en die de betere burgers moeten overtuigen in de stad te komen/blijven wonen.

En dat mag ook wat kosten. De stad Antwerpen budgetteert 110.000 euro voor de trip van een delegatie naar Cannes. Achteraf mogen ook nog bonnetjes worden ingediend, want “de verbruikskosten van de stedelijke delegatie zijn ten laste van de stad”.

Sleutels uit handen

“De stad Antwerpen positioneert zich als een bijzonder aantrekkelijke stad voor investeerders en nieuwe, internationale vestigers”, zo rechtvaardigt het Antwerpse stadsbestuur zijn aanwezigheid in Cannes. Hiermee geven De Wever en co al aan welke belangen ze dienen, en het zijn niet die van u. “Voor de stad Antwerpen en haar vastgoedpartners moet de aanwezigheid onderscheidend zijn en een echte meerwaarde opleveren. Het merk ‘Antwerpen’ wordt daarom stevig in de internationale markt gezet.”

Er wordt onomwonden gemikt op prestigeprojecten waar de doorsnee Antwerpenaar geen boodschap aan heeft. En dat terwijl honderdduizend Antwerpenaren wonen in een woning van structureel onvoldoende kwaliteit.

“Dat er een wooncrisis bestaat in Antwerpen weet iedereen met een bescheiden inkomen die een betaalbare woning zoekt”, zegt Peter Mertens, fractieleider van de PVDA in de Antwerpse gemeenteraad. “Meer dan de helft van de huurders in Antwerpen geeft meer dan één derde van zijn inkomen uit aan woonkosten.”

Het stadsbestuur belooft telkens dat het in belangrijke stadsvernieuwingsprojecten betaalbare woningen zal realiseren. Maar “betaalbaar” blijkt een rekbaar begrip.

“Naar aanleiding van de stedenbouwkundige ontwikkelingskosten die worden vastgelegd in het project Moonstraat, wordt voor het eerst een prijs op betaalbaar wonen geplakt”, vertelt Peter Mertens. “En dat blijkt een koopprijs van 300.000 euro voor een gezinswoning te zijn.” En het kan nog duurder. “Aan het Kattendijkdok bouwt Land Invest Group nieuwe appartementen tegen 300.000, 400.000 of 500.000 euro per appartement. Dat is niet betaalbaar wonen. Dat is duur wonen”, aldus de PVDA-fractieleider.

De bewoners worden ook op geen enkele manier betrokken. “Zo geeft de stad de sleutels voor haar eigen stedelijke ontwikkeling af aan de bouwpromotoren en mist ze samenhang en een groot stuk democratische inspraak”, aldus Peter Mertens. “Wij willen een stad die niet babbelt over ‘betaalbaar wonen’, maar daar ook echt een punt van maakt.”

Ga liever eens naar Barcelona

Ook in Gent staat het uitje naar Cannes elk jaar op de agenda van het stadsbestuur. Zelfs Groen-schepen Filip Watteeuw werd er gespot. “Het is mijn wereld niet”, zegt hij, maar “het is logisch dat we gaan, zolang er voor de stad meerwaarde uit komt”. Toen Watteeuw nog in de oppositie zat, dacht hij daar heel anders over. Hij kantte zich toen fel tegen de “bizarre praktijk” van het Gentse schepencollege om te gaan lobbyen in Cannes, samen met rechtstreekse belanghebbenden als architect Bontinck, Ghelamco of MG Real Estate.

Gents PVDA-voorzitter Tom De Meester kan het niet vatten dat na het Optima-schandaal het stadsbestuur geen graten ziet in de jaarlijkse uitstapjes naar de MIPIM-vastgoedbeurs: “Hoe onafhankelijk ben je nog als stadsbestuur, als je samen met projectontwikkelaars en betonboeren een lobbyclub opricht, met zetel op het stadhuis en gecoördineerd door de stadssecretaris? Dat N-VA-boegbeeld Jan Jambon een Diamantclub opricht, daar schrikt niemand van. Maar een progressief stadsbestuur houdt best een armlengte afstand van de Club van Cannes.”

“Mensen maken de stad, niet de projectontwikkelaars en bouwpromotoren”, stelt De Meester. “Van een progressief stadsbestuur mag je een tegendraadse visie verwachten. Waarom verspilt het Gentse stadsbestuur kostbare tijd op een pronkerige vastgoedbeurs? Wat valt daar te ontdekken, behalve de macht van het grote geld? Waarom gaat het schepencollege niet op studiereis naar steden die ons écht iets te leren hebben. Naar het Barcelona van Ada Colau bijvoorbeeld, waar burgers in een indrukwekkende inspraakoperatie 10.860 voorstellen bezorgden aan het stadsbestuur, waarvan er 7.284 effectief zijn weerhouden. Dáár valt iets te leren.”

Tegen het einde haar eerste ambtstermijn wil de linkse burgemeester Ada Colau minstens 4.000 nieuwe publieke woningen gebouwd hebben, tienduizenden gezinnen van groene en betaalbare energie voorzien hebben en een radicale omslag gemaakt hebben naar meer duurzame transportmiddelen. Een van de grootste uitdagingen van het beleid is om het water terug in publieke handen te nemen.

Het progressieve stadsbestuur van Barcelona en Comú moet opboksen tegen de MIPIM-cultuur: grote internationale bedrijven, private energiemaatschappijen, vastgoedspeculanten, grote hotelketens, banken, en andere economische machten die alles in de schaal leggen om business as usual te laten voortbestaan in de mediterrane stad. Het antwoord van Barcelona en Comú? Steunen op de inwoners van de stad. Die worden op alle manieren betrokken. Niet passief, maar actief. Door hen te betrekken op wijkniveau, voordat er een nieuw project van start gaat. En dus niet pas wanneer alles eigenlijk al in kannen en kruiken is.

Wordt het niet stilaan tijd voor een stadsontwikkeling op mensenmaat? Als je private projectontwikkelaars vrij spel geeft bouwen ze onze steden vol lofts en luxeappartementen. Hippe ecowoningen voor de rijkere middenklasse – maar onbetaalbaar voor de gewone burger – lossen de wooncrisis niet op, maar zorgen ervoor dat mensen met een lager inkomen verdreven worden uit de buurt.