We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

De recepten van Vivaldi komen uit de Zweedse kookpot

“Ja, mijnheer Bouchez. Zeker, mijnheer Bouchez.” De Vivaldi-regering staat nauwelijks in de startblokken, of daar valt de eerste hakbijl al: er komt, op vraag van de liberalen, géén miljonairstaks. “Dit is gewoon Zweeds bis”, zegt PVDA-fractieleider Raoul Hedebouw, die een “forse, linkse oppositie” belooft.

maandag 28 september 2020

De recepten van Vivaldi komen uit de Zweedse kookpot

Wie premier mag worden, daar wordt in de Wetstraat nog een stevig potje over gebakkeleid, zelfs na bijna 500 dagen ellendige onderhandelingen. Maar dat het nieuwe regeerakkoord in essentie de voortzetting is van de regering-Michel, dat is nu al duidelijk. Na de corona-crisis zou nochtans niets nog hetzelfde zijn, maar die belofte van een sociale ommekeer hebben de klassieke partijen in hun Vivaldi-bubbel van zeven snel weggeslikt. De continuïteit overheerst, Vivaldi lijkt wel een remake van Zweeds.

Vivaldi = Michel bis

“Opvallend aan de nota is dat de voornaamste hervormingen van de regering-Michel, zoals de pensioenhervormingen, de taxshift en de hervorming van de vennootschapsbelasting, behouden blijven”, schrijft De Tijd. Het is verbijsterend hoe gemakkelijk de liberalen hiermee weg komen. De helden die in volle coronacrisis ons land deden draaien, kregen applaus, maar de wet die hun lonen aan banden legt, blijft wel bestaan, en zij moeten blijven werken tot 67 jaar. Een doorgedreven activeringspolitiek, het uithollen van de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid en de afbouw van de vennootschapsbelasting: het zijn donkerblauwe recepten die de werkende klasse niet bepaald ‘vooruit’ brengen, wel achteruit.

Geen vermogensbelasting

In de beruchte ‘afspraaknota-startbasis’, de partituur voor de Vivaldi-regering die Egbert Lachaert en Conner Rousseau op een A4-tje bijeen hebben geklad, wordt die piste afgesneden. Zelfs van een meerwaardebelasting of effectentaks kan geen sprake zijn.

Nochtans was de noodzaak van een vermogensbelasting één van de speerpunten in de kiescampagne, niet in het minst bij Groen en sp.a. Nooit telde ons land méér multimiljonairs. Nooit was er een groter draagvlak voor een miljonairstaks. Meer dan 85 procent van de bevolking is voorstander, net als vooraanstaande economen als Paul De Grauwe – nochtans niet bepaald een communist.

Hoe de progressieve partijen die belofte kunnen inslikken, terwijl de covidcrisis de schrijnende ongelijkheid in onze samenleving zo nadrukkelijk bovenaan de politieke agenda heeft gezet, is onbegrijpelijk. Dit krijg je gewoon niet uitgelegd. Wij zullen niet aanvaarden dat het opnieuw de werknemers, de jongeren, de zelfstandigen zijn, die de rekening krijgen voor de crisis.

Op 67 jaar is elk beroep te zwaar

Sp.a stapt niet in een regering als de pensioenleeftijd niet wordt verlaagd naar 65 jaar. Dat zei Meryame Kitir (sp.a) bij de voorstelling van de verkiezingscampagne, in april 2019. “De pensioenleeftijd opnieuw verlagen naar 65 jaar is een breekpunt voor ons. Er is geen draagvlak om te werken tot 67 jaar”, klonk het toen.

Uit de preformatienota blijkt nu dat de Vivaldi-partijen de pensioenleeftijd gewoon op 67 jaar willen houden. “Wij willen water bij de wijn doen, maar de wijn moet wel nog drinkbaar blijven”, maakte sp.a-preformateur Conner Rousseau zich sterk. Hoe hol klinken die woorden nu. Dit is geen rode wijn meer, dit is een plat waterke.

Glijmiddel

Een minimumpensioen van 1.500 euro, extra geld voor de zorg en hogere uitkeringen moeten de bittere pil doen slikken. Maar wat komt daarvan in huis, nu de liberalen trots rondtoeteren dat zij de budgettaire ruimte voor nieuw beleid van 15 miljard euro naar 4 miljard hebben herleid. Dat is ruim onvoldoende om de sociale beloftes ook waar te maken.

Het zogenaamde minimumpensioen van 1.500 euro is een lege doos. Dat zou er namelijk pas in 2024 komen en in elk geval slechts na een loopbaan van 45 jaar. Maar de helft van de mannen en 90 (!) procent van de vrouwen haalt geen loopbaan van 45 jaar. Wie vandaag 40 jaar gewerkt heeft, krijgt – rekening houdend met de inflatie – in 2024 helemaal geen 1.500 euro pensioen, maar 1.225 euro. Dat is amper 75 euro meer dan vandaag. Een trofee van plastic, glijmiddel voor centrum-liberaal regeerakkoord.

Doos van Pandora

Alsof dat alles niet genoeg is, willen de Vivaldi-partijen ook nog eens de institutionele doos van Pandora openen. Hoe ironisch, dat er wél een nieuwe staatshervorming komt, zónder de N-VA in de regering. Als traditionele partijen onderling inwisselbaar worden, waarom gaan mensen dan eigenlijk nog stemmen?

Twee vicepremiers moeten een nieuwe staatshervorming voorbereiden, en als voorgerecht wordt alvast de hele gezondheidszorg opgesplitst. Een expliciet programmapunt van de N-VA, die nochtans niet eens aan tafel zit. Onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Hebben we dan niets geleerd uit de coronacrisis? Zijn we dan de chaos vergeten van de institutionele hutsepot die ons Belgenlandje is geworden na te veel staatshervormingen? Negen ministers van volksgezondheid, nul beleid.

Wat Vlaanderen zelf doet, doet het niet beter. Het drama in de woonzorgcentra is daarvan het pijnlijke bewijs. Een verdere splitsing van de gezondheidszorg is dus absoluut niet wat we nodig hebben, wel integendeel! We hebben één federaal commando nodig. De regionalisering van het gezondheidsbeleid is bovendien de eerste stap naar een splitsing van de sociale zekerheid. Dat zou catastrofale gevolgen hebben voor de hele werkende klasse.

De bubbel van zeven

De traditionele partijen onderschatten het ongenoegen bij de bevolking. Over politici die bezig zijn met postjes en carrières, maar niet met de sociale noden en de enorme uitdagingen waar onze samenleving voor staat. We zitten midden in de grootste gezondheids- en sociale crisis sinds de Tweede Wereldoorlog en de politieke elite, opgesloten in hun wereldvreemde bubbel-van-zeven, gaat simpelweg over tot de orde van de dag. Business as usual.

Het signaal van de verkiezingen was nochtans glashelder: het beleid moet een andere richting uit. Er is een consequent links beleid nodig om de sociale noden aan te pakken. Hogere lonen, armoede en ongelijkheid aanpakken, eerlijke fiscaliteit, grootschalige investeringen in een sociale en ecologische relance. De coronacrisis heeft deze boodschap nog versterkt. Maar de Vivaldi-bubbel blijkt opvallend geluidsdicht.

De linkse oppositie

Basta, zeggen de mensen, en ze hebben gelijk. Wij staan klaar voor een stevige, linkse oppositie. Een warme en sociale oppositie. Tegenover een Vivaldi-regering die het beleid van de afgestrafte Zweedse regering recycleert. En tegenover het rechtse blok dat teert op haat en ons land wil splitsen.

De coronacrisis leerde ons we wie de echte helden zijn die ons land doen draaien: de verpleegkundigen, de rekkenvullers, de camionchauffeurs, de schoonmaaksters, de huisvuilophalers. De onzichtbaren. Het is daarom dat wij op tafel kloppen voor hogere lonen, voor een miljonairstaks, voor pensioen op 65 jaar, voor investeringen in zorg en onderwijs – in plaats van F35-gevechtsvliegtuigen, voor minder ministers en meer eenheid.

Ik beloof jullie één ding: een sterke, linkse oppositie met een warm hart, op straat en in het parlement.