We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Dit is wat koning Filip bij zijn bezoek aan Congo zou moeten zeggen

Marco van Hees (PVDA), federaal volksvertegenwoordiger en rapporteur van de Bijzondere Commissie voor het Koloniale Verleden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, doet hieronder een voorstel voor de toespraak die koning Filip zou moeten houden tijdens zijn bezoek aan Congo.

woensdag 8 juni 2022

Dit is wat koning Filip bij zijn bezoek aan Congo zou moeten zeggen

"Geachte Congolese burgers,

Twee jaar geleden legde ik in een brief aan uw president de nadruk op de ‘gemeenschappelijke verwezenlijkingen’ in onze geschiedenis, terwijl ik tevens mijn spijt betuigde over de ‘gewelddaden en wreedheden’ in de tijd van Congo-Vrijstaat, alsook het aangedane ‘leed en de vernederingen’ tijdens de daaropvolgende koloniale periode.

Nu ik hier in uw land ben, wil ik u formeel mijn verontschuldigingen aanbieden en duidelijk stellen dat deze mishandelingen niet het neveneffect waren van een of andere beschavingsmissie. Lange tijd weigerde mijn familie dit te erkennen, maar nu kan ik niet anders dan toegeven dat kolonialisme wezenlijk een onderneming van overheersing en uitbuiting is, die altijd door geweld tot stand komt. Bloedig en racistisch geweld, waarbij het leven van de plaatselijke bevolking nauwelijks uitmaakt. Geweld dat de ontkenning zelf is van de beweging Black Lives Matter.

Kolonialisme heeft vóór alles een economisch doel. De verrijking van de Belgische elite en grote ondernemingen als de Société Générale de Belgique, de Groep Brussel Lambert of de Union Minière was de doelstelling ervan. Leopold II, de oudere broer van mijn betovergrootvader Filips, werd zelf gedreven door deze ambitie naar macht en verrijking door zich een grondgebied dat 76 maal groter was dan België als zijn persoonlijk patrimonium toe te eigenen en zijn moorddadige dictatuur aan de plaatselijke bevolking op te leggen. Telkens ik voorbij zijn standbeeld loop, naast het Koninklijk Paleis, moet ik denken aan de ontelbare slachtoffers - volgens voorzichtige ramingen meer dan een miljoen - van de massale misdaad die het epos van Congo-Vrijstaat was. Maar in de periode nadien, die van Belgisch Congo, heersten dezelfde grondbeginselen: uitbuiting, overheersing, onderdrukking en racisme.

Zonder de roofbouw op uw land en zijn natuurlijke rijkdommen, zonder de dwangarbeid door uw voorouders, zouden de grote kapitalistische families in België niet zijn wat ze heden geworden zijn. Geef de Belgische bevolking niet de schuld: die was zelf - weliswaar onder andere omstandigheden - onderworpen aan uitbuiting en repressie ten voordele van dezelfde grote industriële en financiële groepen. Groepen waarvan mijn familie aandeelhouder was.

Mijn oom, Koning Boudewijn, legde zich niet neer bij de onafhankelijkheid. Althans niet een echte onafhankelijkheid, zoals die opgeëist werd door Patrice Emery Lumumba. Een Congo waar de Congolese leiders niet langer de belangen van het Belgische grootkapitaal zouden dienen, was voor Boudewijn ondenkbaar. Daarom haatte hij Lumumba.

Zowel de moord op deze laatste, uw allereerste democratisch verkozen Eerste Minister, als de oorlogshandelingen waarbij een groot aantal Congolese onafhankelijkheidsstrijders om het leven kwamen, waren erop gericht de neokoloniale overheersing te handhaven, verdoken achter een scherm van formele onafhankelijkheid. De Belgische staat moet onomwonden zijn verantwoordelijkheid voor deze misdaden erkennen.

Ik moet u zeggen hoe beschaamd ik ben dat pas na mijn bezoek de stoffelijke resten van uw nationale held naar uw land zullen worden overgebracht, 61 jaar nadat hij werd vermoord. Met het risico dat deze overdracht een onbeduidend evenement zal zijn en vooral dat de antikoloniale boodschap en het streven naar soevereiniteit die het denken en handelen van Lumumba kenmerkten, verzwegen zullen worden.

In de zes decennia na de onafhankelijkheid is de situatie in uw land er niet op vooruitgegaan. Het beleid van België en het Westen deed het nodige om Afrika's rol als leverancier van goedkope grondstoffen in stand te houden. In Congo bestond dit beleid erin de neokoloniale dictatuur van Mobutu op te leggen, die uw mooie land nog verder in de hel stortte. Ten tweede teisterden oorlog en chaos uw land twee decennia lang en hielden het in de toestand waarin u zich nu bevindt. Het lot wil dat uw land zo rijk is aan grondstoffen dat het de eetlust wekt van machtige economische belangen.

Deze immense onrechtvaardigheden rechtzetten vormt een enorme uitdaging. Het gaat er niet om dat u enkele tientallen kunstwerken terugkrijgt, het gaat om de erkenning van uw soevereiniteit en onafhankelijkheid, uw recht op compensatie voor de diefstallen en het onrecht uit het verleden. Een volwaardige economie opbouwen die u voedselzekerheid, menswaardige levensomstandigheden, gezondheidszorg en kwaliteitsonderwijs biedt: dat is de uitdaging voor de komende jaren. U zal dit doel niet bereiken door onze zogenaamde hulp en advies aan te nemen, maar wel langs de weg die u voor uzelf uitstippelt.

Deze Belgische staat, waarvan ik het grondwettelijk hoofd ben, moet een einde maken aan het racistisch paternalisme, aan de bevelen, aan de inmenging in uw land aangaande politieke en economische kwesties. Al te vaak, ook onlangs nog, maakten de Belgische ministers van Buitenlandse Zaken zich schuldig aan inmenging en kwamen ze u de les spellen, alsof ze vergeten waren dat Congo geen kolonie meer is.

Wij moeten echt gelijkwaardige betrekkingen tussen onze volkeren tot stand brengen.”