We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Het sprookje van het Duitse jobwonder is fake

“Het sprookje van het Duitse jobwonder is fake”, schrijft Kim De Witte (PVDA) vandaag in De Morgen. Het Duitse model, waar Voka, Bart De Wever en Alexander De Croo zo van dromen, heeft niet gezorgd voor meer arbeid. De hoeveelheid arbeid werd alleen over meer koppen verdeeld. Lees hier het opiniestuk.

vrijdag 10 september 2021

Het sprookje van het Duitse jobwonder is fake

”Meer mensen aan de slag’ is het motto van de Vivaldi-regering, 80 procent werkzaamheidsgraad de heilige graal. Die moet onze pensioenen betaalbaar houden, onze economie opstarten en, jawel, zelfs garant staan voor onze welvaartsstaat.

Maar klopt dat wel? Is dat dé oplossing? Ja, zegt Voka-baas Wouter De Geest in deze krant en verwijst daarvoor naar het Duitse voorbeeld (DM 6/9): “Dat heeft ertoe geleid dat mensen massaal aan de slag zijn gegaan en hun talenten hebben kunnen ontwikkelen.”

Ook Bart De Wever is fan van het Deutsche Wirtschaftswunder. De twee vertoeven in goed gezelschap. “Alles werd uit de kast gehaald om toch maar niet het Duitse voorbeeld te moeten volgen”, klinkt het bij Alexander De Croo. “Dat de Duitse werkloosheid in de voorbije jaren halveerde, vergeet men natuurlijk te zeggen.”

De voorstellen van de partij van de premier voor de Werkgelegenheidsconferentie doen alle eer aan het Duitse model: vaste uurroosters afschaffen, deeltijds werk nog flexibeler maken door het minimum van drie uur per dag op te heffen, de vergoeding voor nachtarbeid pas laten ingaan om middernacht, langdurig zieken activeren door hun uitkeringen te korten, werkzoekenden na twee jaar naar het OCMW doorschuiven.

Ook de voorstellen van de Vlaamse regering gaan in die richting. De federale minister van Werk liet al verstaan daar oor naar te hebben, via een ‘asymmetrisch arbeidsmarktbeleid’.
Duitsland maakte onder Schröder komaf met het begrip ‘een baan hebben’. Geen vaste contracten meer, geen vaste uren, geen vast loon. In de plaats kwam een jungle van deeltijdse en flexibele arbeidsregelingen.

”Wij hebben een van de sterkste lagelonensectoren van Europa uitgebouwd”, klopte Schröder zich fier op de borst voor het World Economic Forum. En ja, de competitiviteit van de Duitse bedrijven steeg. Zij konden markten veroveren in het buitenland, op bedrijven die wel nog werken met vaste contracten, collectieve loonafspraken en eerlijke sociale bijdragen.

Maar het sprookje van het Duitse jobwonder? Dat is fake. Er wordt nu niet méér gewerkt dan vroeger. Het aantal arbeidsuren werd alleen over meer koppen verdeeld. In 1990 liep het Duitse arbeidsvolume op tot 62.869 miljoen uren. In 2019, het jaar vóór de pandemie, was dat 62.596 miljoen uren. Het totale aantal gewerkte uren is de laatste dertig jaar zowat gelijk gebleven. Voltijdse banen in twee knippen creëert geen werk. Het biedt meer flexibiliteit voor werkgevers. Maar de sociale prijs is hoog.

Om mensen in die precaire baantjes te dwingen, haalden de Hartz IV-wetten de sociale uitkeringen onderuit en volgde een harde activeringspolitiek. ‘Fördern und fordern’ heette het. In het Nederlands: voor wat hoort wat. Dat beleid is onder Merkel voortgezet. Nog in 2019, toen de SPD er meer afstand van nam, verdedigde Merkel het: “Ten gronde heeft het basisprincipe van fördern und fordern zich waargemaakt.”

Het Duitse ‘mirakel’ werd een sociale catastrofe. Het veroordeelt miljoenen mensen tot onhoudbare werkstress, burn-out en armoede. De armoedestatistiek staat er vandaag op 18,7 procent. Het land kent 3,1 miljoen working poor. Van de armen is 44 procent ‘blijvend’ arm, dubbel zoveel als twintig jaar geleden. 700.000 mensen zijn dakloos.

Ook met de pensioenen zit Duitsland in de rats. Merkel volgde de lijn die Schröder heeft uitgezet. De wettelijke pensioenen in het rijkste land van Europa zijn nog nooit zo laag geweest. En ze zakken verder, naar 43 procent van het gemiddelde inkomen tegen 2030. Duitsland kent vandaag 3,2 miljoen gepensioneerde armen.

Wat het Duitse model en de Vivaldi-regering gemeen hebben, is de eenzijdige fixatie op de ‘activering op de arbeidsmarkt’. Alle andere rollen worden afgewaardeerd. Breng je kinderen groot, zorg je voor kleinkinderen, voor hoogbejaarde ouders? Doe je vrijwilligerswerk? Dat is allemaal van geen tel. Ofwel werk je ‘op de arbeidsmarkt’, ofwel profiteer je van de samenleving!

Mens zijn is meer dan verkoopbaar zijn op de arbeidsmarkt. We werken om te leven, niet omgekeerd. Ons land is op weg naar een half miljoen langdurig zieken. In geen tijd hebben werkstress en burn-out de proporties van een Egyptische plaag aangenomen. De WHO klasseert ze bij de grootste gezondheidsgevaren van de 21ste eeuw.

Het is geen fout in de marge, wel in het systeem zelf. Laten we als samenleving de organisatie van het werk weer in handen nemen en het debat over vaste banen, werkdruk, uurroosters en eerlijke lonen voeren. Het Duitse voorbeeld maakt duidelijk waarom.