We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

#Jobsdeal: krapte op de arbeidsmarkt, een mythe om onze lonen te kunnen aanvallen

Waar de werkgevers al lang van dromen, heeft de regering deze zomer op tafel gebracht: een nieuw plan voor een zoveelste aanval op onze lonen en arbeidsvoorwaarden. Een plan dat de werkende mensen verdeelt. Hoe hebben ze dat gerealiseerd? Door een mythe te creëren over een zogenaamde krapte op de arbeidsmarkt.

vrijdag 3 augustus 2018

Sinds enkele maanden heeft de regering een "nieuw probleem" gevonden: het groeiende tekort aan arbeidskrachten in knelpuntberoepen. Bestaande jobs zouden met andere woorden amper ingevuld geraken. Toch vreemd als je bedenkt dat er nog altijd meer dan 350.000 werklozen zijn in dit land. Op 18 juni trok het Verbond van Belgische Ondernemingen opnieuw aan de alarmbel. Volgens dit VBO zou “het tekort op de arbeidsmarkt de economische groei afremmen”. De werkgevers vrezen dat die situatie kan leiden tot “uit de hand lopende loonstijgingen die het concurrentievermogen van onze bedrijven in gevaar kunnen brengen”1. Een maand later nam Kris Peeters samen met de rest van de regering diezelfde woorden in de mond: “Het tekort op de arbeidsmarkt is een bedreiging voor de economische groei”2. En daar hield het niet op. Deskundigen uit de omgeving van het VBO haastten zich om ook hun zegje te doen in de media en benadrukten dat het probleem dringend moet worden aangepakt. Ze voeren er zelfs een hele campagne rond. De krapte op de arbeidsmarkt vormt dan ook de kern van de “arbeidsdeal” van de regering. Onder het mom van knelpuntenberoepen doet de regering ons opnieuw sociale achteruitgang slikken. Maar is er eigenlijk wel een probleem met de knelpuntberoepen?

We denken van niet. Sterker nog, we kunnen aantonen dat er geen is. Het is simpelweg een goed georkestreerde strategie om de lonen en de arbeidsomstandigheden aan te pakken en de werknemers tegen elkaar op te zetten. De regering moet zich niet focussen op het probleem van de knelpuntberoepen, ze moet zich richten op het probleem van de werkloosheid – die nog steeds hoog is – en de arbeidsomstandigheden die voor almaar meer werknemers steeds ondraaglijker worden.

Tekort aan werkkrachten of tekort aan werk?

In België zouden er iets meer dan 140.000 jobs “vacant” zijn. Volgens de officiële omschrijving is een vacature een “nieuwe of binnenkort vrijkomende, openstaande en betaalde job waarvoor de werkgever actief op zoek is naar een kandidaat”. In België zijn er 350.000 volledig werklozen. Zelfs als al die knelpuntberoepen ingevuld raken, blijven er nog ruim 200.000 werklozen. Het grootste probleem blijft dus echt wel het algemene tekort aan banen. 

Minister van Economie Kris Peeters (CD&V): “Het tekort op de arbeidsmarkt is een bedreiging voor de economische groei.”

Minister van Economie Kris Peeters (CD&V): “Het tekort op de arbeidsmarkt is een bedreiging voor de economische groei.”

De evidente vraag is dan hoe het in godsnaam mogelijk is dat er zoveel jobs niet ingevuld geraken terwijl er zoveel werklozen zijn. Verschillende bureaus voor arbeidsbemiddeling zien drie soorten oorzaken voor dit probleem.

1. De slechte kwaliteit van de aangeboden jobs: heel lage lonen, veel stress, lastig of gevaarlijk werk, onmogelijke werkuren (avondwerk, weekendwerk, deeltijds …) …

2. De bedrijven vinden de kandidaten voor de job niet voldoende bekwaam, ervaren … 

3. Er zijn niet genoeg of geen kandidaten met het vereiste diploma voor de aangeboden job: ingenieurs, dokters, informatici …

Als we de “oorzaken” onder de loep nemen, wordt het snel duidelijk wat de regering en de werkgevers echt willen. 

Werklozen in de armoede duwen of de lonen verhogen? 

Een van de grootste knelpuntberoepen in Vlaanderen is … callcentermedewerker. Jan heeft meerdere jaren in de sector heeft gewerkt: “In het begin kiezen veel jongeren voor de sector. Ze vinden dat ze wel iets van IT afweten en werken in een callcenter lijkt hen wel leuk. Maar de meesten blijven niet lang. Je loon? 1.250 euro netto per maand voor een voltijdse job van 38 uur. En voor dat lage loontje krijg je ongelooflijk veel stress. Je hebt maximaal 10 seconden tijd tussen twee oproepen. Aan het eind van de werkweek was mijn bloeddruk telkens schrikbarend hoog, ook al werkte ik maar vier vijfde. De drie eerste maanden zijn de jongeren nog enthousiast, maar dat verandert snel. Bovendien beseffen ze dan dat ze in dat beroep in feite geen enkele promotiekans hebben.” Andere callcenters zijn kampioen in het gebruik van interimarbeid en laten 70% van de arbeidsuren door interims presteren!3

In België zijn er 350.000 volledig werklozen en 140.000 vacatures.  Zelfs als die allemaal ingevuld raken, blijven er nog ruim 200.000 werklozen.

Het verlagen van de werkloosheidsuitkering is “een stimulans om werk te zoeken”, zei Charles Michel4. Uit het verhaal van Jan begrijpen we eerder dat het vooral een stimulans zal zijn om werknemers die tot dusver 1.400, 1.500 of 1.700 euro verdienden en ontslagen zijn, te dwingen uiteindelijk een knelpuntbaan te aanvaarden, zoals werken in een callcenter. 

Het verhaal van Jan toont ook aan dat een groot deel van de zogenaamde “knelpuntberoepen” er eigenlijk helemaal geen zijn. Waar het schoentje werkelijk knelt, is dat het jobs zijn zonder enig respect voor de werknemer. Sacha Dierckx, onderzoeker bij het progressieve onderzoekscentrum Minerva, legt uit waarom: “Volgens de Amerikaanse econoom Dean Baker betekent krapte op de arbeidsmarkt gewoon dat de werkgevers te weinig loon betalen om hun vacatures in te vullen. Als ze genoeg betalen, zullen ze wel mensen vinden die bij hen willen werken. De vraag is dus of je de verantwoordelijkheid legt bij de werknemer of bij de werkgever.”5

Krapte op de arbeidsmarkt of bedrijven dwingen in mensen te investeren 

Bedrijven klagen dat voor veel beroepen de mensen niet voldoende opgeleid zijn of niet genoeg ervaring hebben. Maar dat is nooit anders geweest en ook volslagen normaal. Om bijvoorbeeld treinmachinist te worden, moet je een opleiding van een jaar lang volgen. De NMBS “klaagt” toch ook niet dat ze geen opgeleide en ervaren machinisten of treinbegeleiders vindt. Het bedrijf zorgt zelf voor de opleiding. De privésector wil geen enkele inspanning in die richting doen. Een jongere is “te jong”, niet genoeg opgeleid of heeft te weinig ervaring. Een oudere is “te oud”, te traag en te duur. Het is altijd wel iets als er in mensen moet worden geïnvesteerd. De bedrijven willen werknemers die onmiddellijk inzetbaar zijn en die niet hoeven te worden opgeleid. Zelfs het VBO ziet zich verplicht zijn leden erop te wijzen dat het onmogelijk is om altijd kandidaten te vinden die “100%” aan de verwachtingen voldoen. De werkgevers leggen alle verantwoordelijkheid voor het opleiden van mensen bij de overheid of bij de werknemers zelf, die zich moeten aanpassen aan alle specifieke behoeften van het bedrijf. 

Het blijkt dus toch nog niet zo erg gesteld met het probleem van de krapte op de arbeidsmarkt. In dit geval kunnen we ook niet spreken over “tekorten”, maar over een gebrek aan goede wil bij de bedrijven om in mensen te investeren: opleiding, aangepaste uurroosters voor oudere werknemers enzovoorts. 

Krapte op de arbeidsmarkt of te weinig investeringen in het onderwijs? 

Voor sommige specifieke beroepen is er inderdaad een tekort aan geschoolde werkkrachten. Alle gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling hebben het bijvoorbeeld over een tekort aan dokters. Dat is een realiteit. En toch blijft de regering vasthouden aan de numerus clausus waardoor de toegang tot de opleiding geneeskunde drastisch wordt ingeperkt. Er is ook een gebrek aan ingenieurs, maar ook daar moet je eerst door het ingangsexamen geraken voor je tot de opleiding wordt toegelaten. Ook voor andere beroepsgroepen, waarvoor een hogere opleiding nodig is, studeren te weinig mensen af, maar toch wordt het inschrijvingsgeld verhoogd in plaats van het hoger onderwijs meer open te stellen.

Er is een tekort aan ingenieurs, maar de regering handhaaft het ingangsexamen 

Opnieuw geldt dus dat we niet zozeer over een krapte op de arbeidsmarkt moeten spreken, maar over een gebrek aan investeringen in het onderwijs.  

Krapte op de arbeidsmarkt maskeert een aanval op de lonen

Alle gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling hebben het  over een tekort aan dokters. En toch blijft de regering vasthouden aan de numerus clausus. (Foto Pixnio)

Alle gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling hebben het over een tekort aan dokters. En toch blijft de regering vasthouden aan de numerus clausus. (Foto Pixnio)

22 maart 2017, Brussels Expo. Het financieel-economische weekblad Trends organiseert zijn grote avond waarop de nationale prijs Trends Gazelle wordt overhandigd. De crême van de werkgevers (groot en klein) van ons land is er neergestreken. Het doel van de avond is de bedrijven te belonen die in elke provincie de grootste groei hebben gekend. Voor Brussel rijft het bedrijf Ikanbi Belgium de prijs binnen. De sociale zetel van dat bedrijf is in Brussel, maar zijn reële vestiging ligt in Herstal. Ikanbi is een dienstenplatform voor digitaal “klantenbeheer” voor andere bedrijven. An Meers, CEO van het bedrijf, is bijzonder trots op haar prijs. De omzet is in vijf jaar tijd meer dan verdubbeld. Wat die avond niet ter sprake komt, is dat Ikanbi voor bijna 70% met interims werkt. En op de vraag of ze geen problemen heeft om werknemers te vinden van personeel, antwoordt ze: “Omdat de werkloosheid in de streek van Herstal vrij hoog is, zijn we er altijd in geslaagd de werknemers te vinden die we nodig hadden.”6

Dit antwoord vat de strategie van de werkgevers goed samen: om tegen lage lonen en ongunstige werkomstandigheden (interims bijvoorbeeld) werknemers te rekruteren, heeft het patronaat een “vrij hoge” werkloosheidsgraad nodig. 

De pro-werkgevers arbeidsmarktdeskundige Jan Denys legt dit mechanisme zeer cynisch uit: “Een hogere werkloosheid en minder beschikbare vacatures zorgen ervoor dat het rekruteringsgedrag van bedrijven en het zoekgedrag van werkzoekenden verandert. Bedrijven zullen, of men het nu wil of niet, de lat hoger leggen. Dit is een logisch gevolg van het feit dat op een concrete vacature ook meer en betere kandidaten gaan solliciteren. (…) Het sollicitatiegedrag van werkzoekenden verandert natuurlijk evenzeer. Ze gaan de eisen die ze aan een job stellen, naar beneden toe herzien, zowel wat betreft de inhoud van de job als het soort bedrijf, het loon en de bijkomende voordelen. Sollicitanten zullen minder eisen stellen op het gebied van de combinatie werk en gezin. Werknemers zullen ook minder opzien tegen een verre verhuis om op hun werk te geraken”.7 Verder in zijn tekst, die hij al in 2010 heeft geschreven, waarschuwt hij de werkgevers dat “het omgekeerde mechanisme speelt” als de werkloosheid vermindert. Er is sprake van echte krachtsverhoudingen op de arbeidsmarkt, legt de werkgeversdeskundige verder uit. 

De essentie van de arbeidsdeal van de regering: veel meer mensen op de arbeidsmarkt en de werklozen onder druk zetten om om het even welke job te aanvaarden

Meer werkloosheid betekent meer concurrentie tussen de werklozen die om het even welke job willen aanvaarden. En de huidige daling van de werkloosheid maakt de werkgevers dus ongerust. De opeenvolgende regeringen hebben vooral veel inferieure jobs gecreëerd (interims, deeltijds, mini-jobs…), maar ze vinden niet altijd mensen die die jobs willen doen, omdat de werkloosheidsgraad “niet meer zo hoog is”. Bovendien vrezen de werkgevers dat met minder werklozen de druk op de lonen “uit de hand zal lopen”. 

Volgens die logica van de werkgevers zijn er daarom dringend twee zaken nodig: veel meer mensen op de arbeidsmarkt en de werklozen onder druk zetten om om het even welke job te aanvaarden. Het VBO stelt daarom dat “het cruciaal is dat alle betrokken beleidsniveaus inzetten op een effectief controle- en sanctiebeleid en efficiënte activering van de werklozen, langdurig zieken, leefloners en andere inactieven.”8 De regering voert uit: “De arbeidsdeal heeft tot doel de (dalende) groep van werklozen (nu nog 345.000) en een arbeidsreserve van 1,8 miljoen mensen die geen betaald werk uitvoeren te activeren”9, zegt Kris Peeters. Die 1,8 miljoen mensen, dat zijn zieken, studenten, bruggepensioneerden, gehandicapten… Uit die groep zal dus geput worden om wat Marx in zijn Het Kapitaal bestempelt als het “reserveleger”, uit te breiden, een leger van werklozen die druk op de lonen zetten: “Het industriële reserveleger weegt op de actieve werknemers om in periodes van hoge welvaart een rem te kunnen zetten op hun aanspraken.”10 Om het reserveleger uit te breiden en het te dwingen om het even welke job te aanvaarden, gaat deze regering de jacht openen op werklozen, maar ook op oudere en zieke werknemers. 

Oudere werknemers het leven zuur maken

De regering heeft al een reeks maatregelen ingevoerd: pensioen op 67 jaar, optrekken van de leeftijd voor vervroegd pensioen naar 63 jaar na 42 jaar dienst, bruggepensioneerden verplichten beschikbaar te blijven voor de arbeidsmarkt, vermindering van de uitkering van bruggepensioneerden enzovoorts. Met al die maatregelen probeert de regering de daling van de werkloosheid af te remmen, want in 2005 al waarschuwde het VBO dat door die daling “de lonen onder druk zouden komen te staan”. Daarom zorgt de regering ervoor dat de mensen langer op de arbeidsmarkt blijven. 

Maar voor de werkgevers volstaan die maatregelen niet, ze eisen er bijkomende. En dat is de regering ook van plan bij aanvang van het nieuwe werkjaar: ze zal een einde stellen aan de mogelijkheid van brugpensioen vóór 60 jaar in geval van herstructurering. En je zult minstens 41 jaar gewerkt moeten hebben. 

Loopbaankrediet op 55 jaar wordt afgeschaft. Pas vanaf 60 jaar zal men ervan kunnen genieten. Veel werknemers van boven de 55 jaar konden op die manier aan het eind van hun loopbaan overschakelen naar 4/5, wat ze enige ademruimte gaf, maar ook die maatregel wordt dus afgeschaft. De enige maatregel die het leven nog enigszins draaglijk maakte van werknemers die hun hele leven hebben gewerkt en volledig opgebrand zijn, wil de regering dus intrekken. Dat is ook een slag in het gezicht van de 70.000 werknemers die op 16 mei betoogden voor een terugkeer naar het pensioen op 65 jaar, het recht op vervroegd pensioen en de algemene invoering van het loopbaankrediet op 55 jaar.

Zieke werknemers het leven zuur maken

Het aantal langdurig zieken is enorm toegenomen. Inmiddels zijn het er meer dan 400.000. Maar hoe komt dat? Omdat veel oudere werknemers het gewoon niet meer volhouden. Omdat veel jongeren kampen met een burn-out vanwege een te grote druk op het werk. In plaats van zieke werknemers de kans te geven hun loopbaan geleidelijk weer op te nemen, in plaats van de werkdruk wat naar beneden te halen door tijdskrediet toe te staan aan het einde van de loopbaan of door de mogelijkheid te bieden om vroeger met pensioen te gaan, heeft deze regering een aantal maatregelen genomen die het makkelijker maakt om langdurig zieken zonder enige vergoeding te ontslaan. En alsof dat nog niet voldoende is, wil de regering bij het begin van het parlementair jaar een wet laten goedkeuren die zieken die niet deelnemen aan een herintegratieprogramma straft door hun ziekte-uitkering te verlagen. Alsof het armer maken van zieken hen sneller zal genezen. En het toppunt van cynisme is dat deze regering, nadat ze het ontslag van de zieke werknemers gemakkelijker heeft gemaakt, middelen wil vrijmaken om ze te dwingen terug te keren naar een “normale” job. De werkgever, die er de oorzaak van is dat de werknemer ziek is geworden, wordt uit de wind gezet. Hij heeft zijn werknemer zonder enige compensatie kunnen ontslaan en al de druk komt op de werknemer te liggen die bovendien ook nog eens financieel gestraft wordt. 

En ook de ziektedagen van de ambtenaren liggen onder vuur. De regering wil het aantal dagen dat een zieke ambtenaar zijn volledig loon behoudt, terugdringen. Net als de werknemers in de privés worden de ambtenaren dubbel gestraft: ze zijn niet alleen ziek, ze zien hun loon ook met 40% dalen. De regering volgt daarmee opnieuw de logica dat het probleem niet de ziekte is, maar de zieke. Door zijn uitkering te verlagen wil ze hem dwingen zo snel mogelijk terug op de arbeidsmarkt krijgen. 

Werklozen het leven zuur maken

Een van de grootste knelpuntberoepen in Vlaanderen is… callcentermedewerker. (Foto Diana Varisova)

Een van de grootste knelpuntberoepen in Vlaanderen is… callcentermedewerker. (Foto Diana Varisova)

En om deze strategie te doen slagen, moet er uiteindelijk zoveel mogelijk druk worden uitgeoefend op de werkloze door hem sneller in de armoede te duwen. Na zes maanden werkloosheid zal de uitkering snel naar beneden gaan, tot het minimum. Nochtans, een lagere uitkering duwt mensen sneller de armoede in en draagt heus niet bij om meer mensen aan het werk te krijgen. Iemand die moet overleven met een inkomen onder de armoedegrens kan zich geen auto veroorloven, moet zijn internetabonnement opzeggen en heeft geen geld om een opleiding te volgen, zijn kinderen naar de opvang te doen of een sociaal netwerk uit te bouwen. Hoe kun je dan werk vinden? Het tegendeel is waar, mensen die een fatsoenlijk inkomen hebben, vinden sneller werk, maar deze regering doet precies het tegenovergestelde.

En de regering gaat ook hier nog een stapje verder. Ze heeft beslist dat “gemeenschapsdienst kan opgelegd worden aan langdurig werklozen”. Het gaat over taken die de werkloze twee keer per week zo goed als gratis moet uitvoeren. Die maatregel zet werklozen er nog meer toe aan om het even welke job te aanvaarden. Wie geen geschikte job vindt, zal binnenkort misschien als werkloze de straten moeten vegen. In Nederland kennen ze dat al: de verplichte tewerkstelling van werklozen heeft daar al vaste jobs gekost. Straatvegers in dienstverband zijn er vervangen door straatvegers die voortaan voor een prikje deze “dienstverlening voor de gemeenschap” voor hun rekening nemen.

Duitse schrik voor werkloosheid om de lonen te verlagen

De hele strategie van de regering is een kopie van de strategie die de roodgroene Duitse regering in de jaren 2000 heeft opgezet: werknemers met een “vaste” job schrik aanjagen. Hoe? Door werklozen en zieken het leven onmogelijk te maken en een arbeidsmarkt met precaire jobs te creëren. Door de angst om werkloos of ziek te worden aan te wakkeren, wou de regering voorkomen dat er eisen voor betere lonen of arbeidsomstandigheden op tafel zouden komen. En enkele jaren lang heeft die strategie ook gewerkt. De werknemers hadden zoveel schrik om werkloos te worden dat ze jarenlang zware loonsverlagingen hebben geslikt.

Schrik kan overslaan naar het andere kamp

Na jaren van nederlagen hebben de Duitse werknemers hun moed echter weer samengeraapt. Nooit eerder heeft Duitsland zoveel stakingen voor hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden gekend. De lonen beginnen weer te stijgen. Het sociaal verzet is er enkele jaren geleden ook in geslaagd een minimumloon af te dwingen, waardoor de lonen opnieuw zijn gaan stijgen. 

Na de betoging van 16 mei, met 70.000 mensen in Brussel, krabbelde de regering terug met haar pensioen met punten. (Foto Solidair, Patrick Govaert)

Na de betoging van 16 mei, met 70.000 mensen in Brussel, krabbelde de regering terug met haar pensioen met punten. (Foto Solidair, Patrick Govaert)

In België hebben de acties voor de pensioenen de regering gedwongen het pensioen met punten in te trekken. Ze moest ook haar wetsontwerp over de zware beroepen uitstellen, wat in feite ook gewoon weer een truc was om ons langer te doen werken voor minder pensioen11. De regering heeft schrikt voor het sociaal verzet. Vooral nu er verkiezingen aankomen. Ook al ontkent ze bij hoog en bij laag, de regering vreest dat het sociaal verzet zich ook zal uiten in een afstraffing bij de verkiezingen in oktober 2018 en mei 2019. En die schrik is terecht. De angst van de regering is des te groter nu de spelletjes die ze speelt duidelijker worden. Zelfs de beurskrant L’Echo moet vaststellen dat “al sinds het begin van haar legislatuur de inspanningen die deze regering vraagt bijna alleen op de schouders van de werknemers terechtkomen.”12

De regering vreest dat het sociaal verzet zich ook zal uiten in een afstraffing bij de verkiezingen

De regering en het patronaat proberen ons schrik aan te jagen. Maar schrik kan snel overslaan naar het andere kamp. Naar onze ministers bijvoorbeeld, als ze het sociaal verzet en de electorale afstraffing voelen aankomen. Als ze voelen dat de mensen hun praatjes niet langer aanvaarden en een andere beleidslijn willen: een met respect voor de werknemers door hen vroeger te laten stoppen, door hen minder te laten werken; door de grote fortuinen te activeren met een miljonairstaks. En door politieke eerlijkheid, waarbij politici die meer dan 5.000 euro netto per maand verdienen niet meer kunnen beslissen het loon te verlagen van mensen met een inkomen van 1.000 euro. 

Afspraak op ManiFiesta!

Europese staking bij Ryanair, een enorme sociale beweging in Duitsland, waar er onder andere werd gestreden voor hogere lonen, historische spoorstaking in Frankrijk, jongeren die in Nederland in actie komen voor deftige lonen ... Dat is het Europa van vandaag, collectieve strijd, sociaal verzet. Elk land heeft zijn eigen probleem, maar ze zijn altijd het resultaat van een Europese besparingspolitiek.

Op 9 september praten we op ManiFiesta met:
• Laurent Brun – algemeen secretaris vn spoorvakbond CGT-cheminots
• Lotte van der Horst - verantwoordelijke FNV Jong (het FNV is de grootste vakbond van Nederland)
• Michael Erhardt – voorzitter IG Metall Frankfurt.

 

Meer weten? Lees alle info hier.

Tickets voor ManiFiesta? Die vind je hier!