Benjamin Pestieau: "Het zal niet altijd van een leien dakje gaan, maar we kunnen winnen"
De betoging van 14 oktober was een keerpunt. Het cijfer van 140.000 mensen, dat door rechts onmiddellijk geminimaliseerd werd, weerspiegelt het grote ongenoegen van het volk. Benjamin Pestieau, adjunct-algemeen-secretaris van de PVDA, ontleedt de redenen voor deze massale mobilisatie, de strategie van de machthebbers om te verdelen en te onderdrukken, en de essentiële voorwaarden om deze regering van sociale afbraak terug te dringen.
Door Jonathan Lefèvre, Solidair
De vakbondsbetoging van 14 oktober tegen de asociale plannen van Arizona was de grootste en meest indrukwekkende betoging in België van deze eeuw. "De betoging van de 140.000", zoals Benjamin Pestieau ze noemt, zorgde voor een intense mediastrijd tussen de verdedigers van rechts en de werkgevers aan de ene kant en het kamp van de werkende bevolking aan de andere. Hoewel deze mobilisatie in haar geheel moet worden geanalyseerd, en dus moet worden begrepen in relatie tot het vakbondsplan dat een jaar geleden werd gestart, ziet de adjunct-algemeen- secretaris van de PVDA mogelijkheden om de regering terug te dringen, op voorwaarde dat we de ideeënstrijd blijven voeren en gemobiliseerd en georganiseerd blijven.
Laten we beginnen met de strijd rond de cijfers, waarover al veel inkt is gevloeid. Met hoeveel waren we nu op 14 oktober in Brussel? En is het belangrijk om dat cijfergevecht te voeren?
Benjamin Pestieau. Minstens 140.000. Veel indicatoren bevestigen dat: de inschrijvingen bij de vakbonden, de enorme mensenmassa's, betogers die twee uur hebben gewacht bij het Noordstation (waar de betoging begon, nvdr) en niet eens konden betogen voor ze weer op de trein stapten, en het feit dat de betoging ook via parallelle wegen moest verlopen. Alle getuigen die op de betoging van 6 november 2014 tegen de regering Michel-De Wever aanwezig waren, een betoging met 120.000 mensen, bevestigen dat er op 14 oktober veel meer mensen waren.
Dit succes maakte de beslissing van de politiehiërarchie om het aantal van 80.000 deelnemers op te geven totaal absurd. Rechts greep dat onmiddellijk aan en probeerde zo het historische karakter van het evenement te ontkennen. Gelukkig is het daar niet in geslaagd.
Maar waarom verlaagde de politie het cijfer tot 80.000?
Benjamin Pestieau. Let op: het is niet de politie, maar de politiehiërarchie die dat deed. Politieagenten op het terrein spraken over veel meer betogers. Dat is wat onze contacten bij de politie zeggen. De realiteit van deze historische betoging, de grootste deze eeuw in België, bagatelliseren, was een politieke keuze. Bernard Quintin (MR), minister van Binnenlandse Zaken, was aanwezig op het hoofdkwartier van de politie in Elsene. Is er een verband met het cijfer van het aantal manifestanten dat gegeven werd? Die vraag kan je stellen.
Rechts minimaliseerde de opkomst, maar zei ook dat de hervormingen koste wat het kost zouden worden doorgevoerd en dat het luisterde naar het "signaal" van de mensen die niet betoogden. Hoe interpreteer je die manoeuvres?
Benjamin Pestieau. Er waren vier duidelijke manoeuvres om te proberen de inzet en het succes van de betoging te ondermijnen. Ten eerste door de cijfers van het aantal deelnemers te minimaliseren. Ten tweede, totaal absurd, door te zeggen dat de Belgen die niet betoogden de regering steunen. Dat is hetzelfde als zeggen dat de 9,7 miljoen Belgen die niet aanwezig waren op de Witte Mars in 1996 voor Marc Dutroux waren. In werkelijkheid zijn de 140.000 betogers de politieke vertegenwoordigers van een golf van afwijzing van de maatregelen van Arizona, zoals uit alle peilingen blijkt. Het derde manoeuvre bestaat erin te verklaren dat het niets zal uithalen en dat de maatregelen er toch zullen komen. En ten vierde worden bepaalde incidenten gemanipuleerd om het debat van de kern af te leiden en meer repressie tegen sociaal protest te rechtvaardigen.
Het historische karakter van de betoging lag niet alleen in de omvang maar ook in de diversiteit. Welke profielen, sectoren en achtergronden heb je gezien?
Benjamin Pestieau. Alle sectoren waren aanwezig. Naast de sterk gesyndicaliseerde sectoren zoals de industrie hebben we ook sectoren gezien die gewoonlijk minder gemobiliseerd zijn, zoals de dienstensector en de non-profitsector. Leerkrachten uit zowel het noorden als het zuiden waren in groten getale aanwezig, net als de jeugdwerkers en de kinderopvang.
Een belangrijk element is de massale aanwezigheid van jongeren: scholieren, studenten en jonge arbeiders gingen massaal de straat op. Een nieuwe generatie weigert om toeschouwer te zijn en wil een actieve rol spelen in haar toekomst. Ze verwerpt het discours van de regering dat ze voor hen vecht terwijl ze tegelijkertijd hun toekomst onzekerder maakt (verhoging van het inschrijvingsgeld, flexibilisering van het werk, verlaging van de lonen en pensioenen, enz.) Deze jongeren engageerden zich in de klimaatbeweging, vervolgens in de strijd tegen de genocide in Palestina, nu politiseren ze verder en engageren zich in de sociale beweging van vandaag. Dat is indrukwekkend.
Ook het verenigingsleven (justitie, democratische rechten, klimaatverdedigers, enz.) en de kunstenaars, die in het bijzonder worden getroffen door de pensioenmaatregelen, waren goed vertegenwoordigd. De eenheid tussen de drie regio's van het land en tussen de publieke en private sector is erg groot. Er waren weliswaar iets meer Franstaligen dan normaal, vanwege de nieuwe aanvallen in de Franse gemeenschap, maar de opkomst uit de drie delen van het land was enorm.
De fabel die zegt dat werk door deze regering eindelijk beloond zal worden, een fabel gepromoot door Bart De Wever en Georges-Louis Bouchez, botst met de harde realiteit: werk wordt integendeel geprecariseerd en minder betaald.
adjunct-algemeen secretaris
Wat zijn de fundamentele redenen waarom mensen op straat kwamen?
Benjamin Pestieau. Er zijn heel specifieke en heel algemene redenen. Er heerst een algemene ontevredenheid bij de mensen. Ze zijn het beu dat ze als werknemers niet worden gerespecteerd. Beu om het gebrek aan erkenning te zien voor hun zware loopbaan en de dagelijkse bijdrage die ze aan de maatschappij leveren. Werknemers worden geminacht door goed betaalde politici die hun premies willen afschaffen, hen langer en flexibeler willen laten werken en hen ervan beschuldigen boven hun stand te leven. De traditionele politici schijnen te vergeten dat het de werkende klasse is die het land doet draaien, niet zij. De fabel die zegt dat werk door deze regering eindelijk beloond zal worden, een fabel gepromoot door Bart De Wever en Georges-Louis Bouchez, botst met de harde realiteit: werk wordt integendeel geprecariseerd en minder betaald.
Vanwaar de woede over specifieke maatregelen?
Benjamin Pestieau. De vraag om te werken tot 67 vindt geen gehoor. Het is onaanvaardbaar dat ze mensen het recht op rust na een lange loopbaan willen afpakken. Dat is doodeenvoudig diefstal van hun beste jaren, diefstal van hun pensioen. Deze strijd is een mijlpaal in de historische strijd om de arbeidstijd tussen de werkende klasse en de kapitalisten. Die strijd is in de geschiedenis van het kapitalisme georganiseerd rond de 8-urige werkdag, de 5-daagse werkweek - en nu de 4-daagse werkweek – en in toenemende mate rond betaald verlof en het recht op een paar jaar rust in min of meer goede gezondheid na een lange loopbaan.
Deze strijd tussen kapitaal en arbeid draait tegenwoordig om het einde van de loopbaan. De werkende klasse wil het recht op rust vandaag verdedigen omdat het onmogelijk is om tot 67 jaar te werken. De mensen voelen dat en zeggen het ook. De kapitalisten en de regering willen het recht op rust afpakken. Voor hen moeten we leven om te werken en winst genereren, terwijl we volgens de arbeidersbeweging werken om te leven en ons welzijn te bevorderen.
Samen met Kim De Witte, de pensioenspecialist van de PVDA, heb je het zelfs over "pensioendiefstal".
Benjamin Pestieau. Onze pensioenspecialist Kim De Witte ontwikkelt dat idee inderdaad heel goed in zijn jongste boek Werk, zwijg en sterf. De mensen voelen zich beroofd van de rechten die ze collectief hebben opgebouwd. De werkende klasse heeft het recht op pensioen veroverd, niet door er beleefd om te vragen maar door het af te dwingen. Het is geen gunst die haar is verleend, het is een recht dat ze door haar werk heeft opgebouwd. Ze eiste dat een deel van haar werk betaald zou worden in de vorm van een pensioen aan het einde van de loopbaan. Dat heet uitgesteld loon. Een deel van het loon wordt gebruikt om op andere momenten in het leven uitbetaald te worden, zoals hier wanneer je gepensioneerd bent. En dat uitgestelde loon willen de politiek en de kapitalisten nu afpakken. Om wat te doen? Om enkele nieuwe F-35's en raketten te kopen en de rijksten nog wat cadeautjes te geven.
De vraag om te werken tot 67 vindt geen gehoor. Deze strijd is een mijlpaal in de historische strijd om de arbeidstijd tussen de werkende klasse en de kapitalisten.
adjunct-algemeen secretaris
Naast de pensioenen waren er ook veel bordjes met Tax the rich. Vormen eerlijke belastingen ook een centrale eis van de sociale beweging?
Benjamin Pestieau. Zeker en vast. De mensen zijn het beu dat het geld altijd uit hun zakken moet komen (via de lonen of openbare diensten) en dat de miljardairs worden ontzien. Er heerst een groot politiek taboe: de ultrarijken van deze maatschappij echt laten betalen, en steeds meer mensen willen dit taboe opheffen.
Welke andere kwesties brengen de mensen in beweging?
Benjamin Pestieau. Er was een enorme diversiteit aan thema's. Palestina-activisten waren aanwezig om de medeplichtigheid van België aan de genocide in Palestina aan te klagen. De non-profitsector kwam op tegen desinvestering in de ziekenhuissector. De feministische beweging was er ook, want zij beschouwt deze regering als een van de meest vrouwonvriendelijke van de afgelopen jaren. Verenigingen voor de verdediging van democratische rechten betoogden tegen dreigementen om het recht op protesteren te verbieden (zie hieronder).
Een breed gedragen thema was de militarisering van de samenleving en de economie, waarbij de aankoop van F-35's werd gekoppeld aan de onderfinanciering van de openbare diensten. Het is in feite het hele maatschappij project van Arizona dat door de betogers aan de kaak werd gesteld.
Welk maatschappijproject gaat er schuil achter de besparingsplannen van de Arizona-regering?
Benjamin Pestieau. Het bestaat uit bezuinigingen om twee belangrijke redenen. Ten eerste om de samenleving te militariseren en massaal te investeren in bewapening – het enige budget dat door het dak gaat – terwijl er voor de militairen misprijzen is, want hun pensioenen liggen onder vuur. De andere reden waarom de regering besparingen doorvoert, is dat ze de overdracht van onze lonen naar de winsten van de aandeelhouders - die al meer dan 10 jaar plaatsvindt - wil versterken.
De werkende klasse produceert elk jaar een enorme taart dankzij haar harde werk. Je helpt die taart te maken door hem te bakken, door zorg te dragen voor zij die hem maken of door de bakkers van morgen op te leiden. Heel de werkende klasse die deze taart maakt, ziet haar deel ervan verkleinen ten gunste van de grote bedrijven en de superrijken. Dit is echt een regering ten dienste van militarisering en de superrijken.
Het maatschappijproject van de regering De Wever-Bouchez wil ook de oppositie doen zwijgen en anti-democratische maatregelen nemen. Het is een project dat verdeelt en werknemers tegen elkaar opzet: gezonde mensen tegen zieken, jongeren tegen ouderen, mensen met werk tegen werklozen, mensen met papieren tegen mensen zonder papieren, … Het is ook een project van onderwerping aan de oorlogspolitiek van de Navo en de medeplichtigheid met Israël. Dat is allemaal het maatschappijproject van Arizona: alle sociale en democratische verworvenheden van de arbeidersbeweging afbreken.
Een betoging van 140.000 mensen is geen improvisatie. De sociale beweging tegen de Arizona-plannen was nu al twaalf keer op de nationale afspraak. Gaat het crescendo?
Benjamin Pestieau. De woede wordt breder en sterker. Het is een langetermijnplan, met zeer sterke en minder sterke momenten. We hebben net een betoging gehad van 140.000 mensen, maar we hebben ook kleinere betogingen gehad. Dat is normaal. Een sociale beweging is geen lineair proces dat almaar in stijgende lijn gaat. We zien nu duidelijk een opgaande fase met deze betoging en de aankondiging van een week van nationale actie vanaf 24 november, met inbegrip van stakingen in het openbaar vervoer (24 november), de openbare diensten (25 november) en een algemene, sectoroverschrijdende staking op 26 november. Dat getuigt van een zelden geziene mobilisatie en vastberadenheid. Deze beweging klaar is om lang door te gaan.
Ook de PVDA was goed vertegenwoordigd. Welke rol speelde de partij om deze beweging zo breed en diep te maken?
Benjamin Pestieau. Voor de PVDA gaat sociale geschiedenis in de eerste plaats over in beweging komen. Tegenover de macht van de kapitalisten – met hun media, partijen, verenigingen, drukkingsgroepen en “specialisten” – is het van cruciaal belang dat er een tegenmacht uit de wereld van de arbeid komt, die vakbonden, verenigingen, media, intellectuelen en politiek samenbrengt. De PVDA heeft haar steentje bijgedragen aan die tegenmacht. Door te mobiliseren, bewustzijn te creëren en dat te vertolken in het politieke debat om zo de beweging te ondersteunen. En hoewel de overgrote meerderheid van de PVDA-militanten aanwezig was op 14 oktober, bestond hun belangrijkste taak erin hun familie, vrienden en collega's mee te trekken, vakbondsacties te ondersteunen en aan de debatten deel te nemen. De leiding van de partij neemt echt haar hoed af voor alle militanten die op het terrein ongelooflijk werk doen.
Heeft de beweging al concrete resultaten opgeleverd?
Benjamin Pestieau. Ja. Het feit dat de regering zo terughoudend is om haar programma uit te voeren, houdt rechtstreeks verband met de groeiende sociale druk. Ze hebben het moeilijk, of het nu gaat om de begrotingsopmaak of een akkoord over de pensioenen. Dankzij de sociale beweging is de pensioenmalus al met minstens vijf maanden uitgesteld. Ze moesten bijvoorbeeld toegevingen doen met betrekking tot de gelijkstelling van ziekte- en ouderschapsverlof, waarmee rekening zal worden gehouden in de malus.
Een antisociaal offensief gaat altijd gepaard met een antidemocratisch offensief. Wanneer het kapitaal sociale rechten ondermijnt, probeert het ook het verzet te breken door democratische rechten terug te draaien.
adjunct-algemeen secretaris
Tegelijkertijd bereidt de regering, zoals je kort vermelde, een wet voor om het protest in de kiem te smoren. Hoe zie je die achteruitgang van onze democratische rechten?
Benjamin Pestieau. Een antisociaal offensief gaat altijd gepaard met een antidemocratisch offensief. Wanneer het kapitaal sociale rechten ondermijnt, probeert het ook het verzet te breken door democratische rechten terug te draaien. De wet Quintin, genoemd naar de minister van Binnenlandse Zaken, maakt deel uit van een strategie van verdelen en onderdrukken. Ze zou het mogelijk maken om organisaties te verbieden in naam van terrorismebestrijding. Niet door een beslissing van een rechter of op basis van begane feiten, maar op basis van intenties of een rapport over het gevaarlijk karakter. Drie ministers beslissen daarover. Dat is uiterst gevaarlijk, omdat het ministers ultra-politieke macht geeft om te bepalen wat het legitieme actieterrein van een partij of vakbond is. Verenigingen, vakbonden, Amnesty International, de Liga voor Mensenrechten, Greenpeace, enz. zetten zich schrap.
Je blijf optimistisch. Kunnen we in deze context winnen?
Benjamin Pestieau. Natuurlijk. Optimisme is cruciaal, want pessimisme is een politieke houding in het belang van het andere kamp. Het garandeert dat ze asociale maatregelen kunnen blijven nemen. Ons optimisme is niet naïef, het is een strijdbaar optimisme dat altijd op zoek is naar manieren om vooruit te komen.
De belangrijkste bron van optimisme is dat steeds meer mensen, vooral jongeren, besluiten om actoren te zijn in hun bevrijding in plaats van toeschouwers. De regering wacht maar op één ding: dat we pessimistisch blijven en ons terugtrekken. In de afgelopen twaalf maanden hebben we een toenemend aantal mensen gezien die besloten om actie te ondernemen en zich niet te laten slachtofferen. Dat is de definitie van een emancipatorische beweging: actor zijn van je eigen bevrijding, van een betere toekomst, niet alleen toeschouwer zijn. Dat is een grote bron van optimisme. Laten we betrokken raken, in beweging komen, actie ondernemen, want de politieke partijen en werkgevers aan de andere kant wachten maar op één ding: dat we toeschouwers blijven van ons leven, dat we pessimistisch blijven, in onszelf gekeerd.
Wat zijn de voorwaarden voor een toekomstige overwinning?
Benjamin Pestieau. In onze diversiteit gemobiliseerd en verenigd blijven, zoals op 14 oktober. Elke dag dat het protest groeit, moeten we ons nog wat meer organiseren. In vakbonden, verenigingen, in je buurt of elders. Het is belangrijk dat werknemers die nog geen lid zijn zich bij een vakbond aansluiten, dat is een uitdaging voor de komende maanden en jaren.
En natuurlijk in de beste partij van het land de PVDA! Ik nodig iedereen uit die Arizona zat is, die wat zuurstof wil, die zich wil organiseren om te vechten en een andere samenleving wil, om zich aan te sluiten en de PVDA te versterken. We moeten gemobiliseerd, georganiseerd en bewust zijn. De ideeënstrijd is bezig en zal geen rust kennen. Aan de andere kant zullen ze altijd proberen om ons te verdelen, om hun maatregelen op te smukken en ons te laten geloven dat er geen keuze is, of dat ze toch niet zo erg zijn. De tegenstanders zullen altijd proberen om de repressie te vergroten.
Het is belangrijk om te onthouden dat het niet altijd van een leien dakje zal lopen. We hebben allemaal wel eens discussies gehad tijdens familiediners, met collega's en vrienden, waarbij we moeite hadden om mensen te overtuigen, omdat het een intens debat is, omdat we tegen de stroom ingaan van een media-apparaat dat aan de kant van de regering staat. Soms is het makkelijk om mensen te overtuigen, soms is het moeilijker. Maar in het hele bewustwordingsproces is het belangrijk om georganiseerd te zijn. Door een groep te vormen, kunnen we met elkaar overleggen, zijn we niet alleen en kunnen we onze beste en minder goede ervaringen delen. Als we beter georganiseerd zijn, als we het bewustzijn blijven vergroten en als we gemobiliseerd blijven, kunnen we overwinningen behalen. Dat is onze belofte en ons engagement.