We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Hoe haal je medicijnenproductie terug naar ons werelddeel?

Het tekort aan geneesmiddelen teistert al een tijdje onze apotheken. In heel Europa. De gevolgen voor de patiënt zijn wel degelijk reëel. 

Geschreven door

Marc Botenga Marc Botenga

vrijdag 5 mei 2023

Apothecaris noteert op een klembord

Zo was er in ons land deze winter het tekort aan pijnstillers en antibiotica, recent was er dan weer het verhaal van duizenden alcoholverslaafden die plots geen Antabuse meer kunnen gebruiken door een stopzetting van de productie bij Sanofi. Volgens de federale website farmastatus.be waren er de afgelopen 30 dagen in ons land 263 medicijnen niet beschikbaar.

De hele winter bleef het relatief stil aan de politieke zijde. Onze ministers en de Europese Commissie stonden erbij en keken ernaar. Maar nu zijn er op een week tijd toch twee belangrijke evoluties. Vorige week woensdag was er de publicatie van het wetgevend voorstel door de Europese Commissie, deze woensdag dan was er de discussietekst van 18 lidstaten voor een ‘Critical Medicines Act’, met onze minister Frank Vandenbroucke als een van de initiatiefnemers. Veel nieuwe ideeën om op te reageren. Maar de sleutel in het debat ligt wel bij de productiecapaciteit. Wat te doen als grote farmabedrijven zoals Sanofi of Novartis beslissen om tijdelijk al dan niet definitief niet meer te produceren of minder dan afgesproken?

De cijfers zijn wat ze zijn. Vandaag wordt minstens 66 procent van alle actieve bestanddelen voor onze geneesmiddelen geproduceerd in India en China. In 2000 was dit nog maar 31 procent. Het is evident dat dit toeleveringsproblemen met zich meebrengt. Het positieve is dat de politiek dit nu eindelijk officieel erkent als een probleem. Geneesmiddelen zijn geen koopwaar als een ander. Je hebt ze nodig voor je gezondheid. De beschikbaarheid moet op elk moment zo maximaal mogelijk gegarandeerd zijn. Maar de vraag is waarom de minister vooral focust op de afhankelijkheid van die twee landen, en niet op de afhankelijkheid van de bedrijven, de farmamultinationals, die deze delokalisering de voorbije 20 jaar hebben georganiseerd? De vraag is relevant, want het antwoord is bepalend voor de oplossing waar we nu als samenleving voor moeten gaan.

“Producenten moeten aangemoedigd worden,” stelt de minister Vandenbroucke. Met overheidssteun en prijsafspraken, wordt eraan toegevoegd. We vrezen dat het mooie verhaal van een eigen productiecapaciteit in de feiten zal neerkomen op een nieuwe uitbreiding van overheidssubsidies voor de sector. Het voorbeeld zien we nu al in Frankrijk, één van de 18 ondertekenaars. In 2020 al kondigde de Franse president Macron daar met veel bravoure aan dat hij de productie van paracetamol terug naar Frankrijk wilde halen. 200 miljoen euro subsidies maakte hij vrij, voornamelijk voor de Franse farmareus Sanofi, om dat waar te maken. Nochtans is Sanofi na Total het bedrijf dat het grootste dividend uitkeert van het land.
Wij willen niet dat er nog meer publieke middelen, van ons belastinggeld, naar farmaceutische multinationals vloeien. In ons land krijgt de sector nu al bijna 1 miljard fiscale voordelen, 872 miljoen in 2016 volgens berekeningen van Test-Aankoop. Maar Big Pharma maakt winst genoeg. Met een netto winst van 13,8 % is de farmaceutische industrie de meest winstgevende sector, tegenover een mediane winst in de rest van de economie van 7,7 %. Het Federaal Planbureau beschreef dit jaar nog hoe de prijzen van geneesmiddelen 45 tot 60 % hoger liggen dan wat je zou verwachten op basis van de kosten.

Wie nu kiest voor overheidssteun als manier om productiecapaciteit terug naar Europa te halen, gaat voorbij aan de kern van het probleem. De delokalisering van de productie van actieve bestanddelen naar India en China is één symptoom, maar er is meer. Denk maar aan het just in time-principe waardoor reservevoorraden altijd te beperkt blijven, of aan de paralleldistributie tussen Europese landen en de contingentering. De rode draad in het verhaal is dat Big Pharma de maximalisatie van hun winst belangrijker vindt dan de leveringszekerheid van onze medicijnen.
Als we botsen op de hiaten van het vrijemarktmodel, dan moeten we ook durven om het over een andere boeg te gooien, in plaats van te hopen op overheidssteun om de grootste gaten te dichten. In 2019 al besloot Jim O’Neill, hoofdeconoom bij Goldmann Sachs en adviseur van de Britse premier Cameron rond het gebrek aan nieuwe, effectieve antibiotica, dat een publieke productie nodig zal zijn. De Italiaanse econoom Massimo Florio stelde vorig jaar een rapport op voor het Europees Parlement hoe zo’n publieke optie zou uitgebouwd kunnen worden.

Een inspirerend voorbeeld bestaat in de VS. Geconfronteerd met het probleem van geneesmiddelentekorten nam een 800-tal ziekenhuizen in 2018 het initiatief om de aankoop en productie van hun medicijnen zelf in handen te nemen zodat ze niet langer afhankelijk zijn farmareuzen zoals Pfizer of Roche. Civica RX is een non-profit organisatie die ondertussen al meer dan 50 generische geneesmiddelen verkoopt. Ze doen dit door enerzijds langetermijn contracten te onderhandelen met generische producenten en anderzijds door de uitbouw van een eigen publieke productiecapaciteit.
Initiatieven zoals Civica is wat Europa nu nodig heeft. Het zet de gezondheid van onze patiënten op de eerste plaats en zorgt voor de creatie van nieuwe productiecapaciteit en extra tewerkstelling in onze landen. Tijd dat minister Vandenbroucke en de Europese Commissie ook de publieke optie mee opnemen in ons farmamodel voor de toekomst.