Militairen verliezen 277 euro pensioen per maand, officieren zelfs tot 790 euro

Lees hier ons volledige dossier

“Militairen draaien tijdens missies of oefeningen zware shiften voor een minimale vergoeding, vaak ver van huis. Ze werken gemiddeld zeven jaar gratis voor dit land. Hun pensioen is dan ook geen privilege of gunst, wel een eerlijke compensatie voor jaren van fysieke en mentale inzet”, stelt De Witte.

De plannen van de regering De Wever voorzien een verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar én een aanpassing van de berekeningswijze van het pensioen. Waar het pensioen vandaag gebaseerd is op de laatste tien jaar van de loopbaan, wil Arizona het voortaan berekenen op de volledige loopbaan. Daarnaast zal het defensiepersoneel ook een pak langer moeten werken om een volledig pensioen op te bouwen.

Niemand ontsnapt aan de pensioenafbraak

Onze analyse, uitgevoerd in samenwerking samenwerking met ACOD Defensie, op basis van de officiële loonschalen voor de verschillende graden in het leger, toont voor de eerste keer de precieze impact van de hervorming aan. Wie start in het leger in 2027, onder het nieuwe pensioenstelsel, zal 277 tot 790 euro pensioen per maand verliezen:

Ook militairen die 35 jaar zijn en al 15 jaar of meer dienstjaren achter de rug hebben, ontsnappen niet aan deze hervorming en zullen 139 tot 378 euro per maand verliezen:

Voor militairen betekent dit een dubbele achteruitgang. Ze gaan langer moeten werken én minder pensioen krijgen. Na een volledige loopbaan ontvangt een soldaat vandaag 2175 euro pensioen, een onderofficier 2667 euro. Buitensporig kan je dat toch moeilijk noemen?

“We zien dat er miljarden worden vrijgemaakt voor oorlogsmateriaal, maar het echte kapitaal van defensie, dat is het personeel, blijft in de kou staan”, zegt De Witte. “In plaats van wat meer erkenning te krijgen voor hun werk, krijgen militairen een zware pensioenafbraak door de strot geramd.”

We roepen de regering op om deze plannen te schrappen. “Wij steunen het defensiepersoneel en de legervakbonden in hun legitiem verzet tegen een verdere pensioenafbraak”, besluit De Witte.