Na “30 jaar inefficiëntie en verspilling” is Verenigd Koninkrijk gestart met hernationalisering van het spoor
Is privatisering de oplossing voor het spoor? Aan de overkant van het Kanaal weten ze ondertussen dat dat niet het geval is. 30 jaar na de privatisering van het Britse spoor keren ze naar nu op hun stappen terug en gaan ze een eerste spoorwegmaatschappij – de South Western Railway – opnieuw nationaliseren.

“We nemen afscheid van 30 jaar inefficiëntie, verspilling en frustratie bij de reizigers”, sprak de Britse minister van Transport Heidi Alexander deze week toen ze een treindepot bezocht.
In de nasleep van het neoliberale afbraakbeleid en de ontmanteling van de openbare diensten onder premier Thatcher in de jaren 1980, werden een decennium later ook de spoorwegen overgedragen aan private spelers.
De privatisering zou dé oplossing zijn om te beantwoorden aan de noden van reizigers en personeel, zo werd beloofd. Het resultaat? Net het tegenovergestelde: torenhoge tarieven, verouderde treinen, ongevallen, vertragingen...
De ervaringen in het Verenigd Koninkrijk tonen duidelijk aan: alleen een openbare dienst, met voldoende investeringen, kan zorgen voor betaalbare tarieven, kwaliteitsvolle dienstverlening en degelijke arbeidsvoorwaarden voor het personeel.
Maar dat is niet de richting die de Arizona-regering in ons land uitgaat. Zij schroeft de middelen terug en dreigt een twintigtal stations te sluiten. Ze verzwakt doelbewust deze openbare dienst om de deur open te zetten voor de privé.
Tip voor De Wever, Rousseau en co: in plaats van de komst van privéoperatoren op het Belgische spoor voor te bereiden, zou de Arizona-regering beter kijken naar wat er in het Verenigd Koninkrijk gebeurt, en onze spoorwegen versterken.