Nederland: met dezelfde neoliberale politiek zal er niets veranderen
Geert Wilders krijgt klappen, maar dat wil nog niet zeggen dat een beter Nederland om de hoek ligt. Met deze kiesuitslag zal Nederland toch weer bij een asociale en militaristische regering uitkomen. Welke uitdagingen stelt dit voor links, in een politiek landschap dat verder naar rechts opschuift?
BELGA
Wilders krijgt klappen
De extreemrechtse egotripper Geert Wilders krijgt een zware klap met zijn verkiezingsnederlaag, maar behaalt toch nog 26 zetels, ondanks het wereldrecord onbekwaamheid en kibbelen dat zijn kabinet ten toon spreidde.
Met de winst voor JA21 – een soort PVV 2.0, even radicaal-rechts – en het Forum voor Democratie van Thierry Baudet, is extreemrechts verre van verslagen.
Allemaal beweren ze de volkswil te vertolken, stuk voor stuk draaien ze de mensen een rad voor ogen. In 2010 verbrak Wilders al eens zijn centrale verkiezingsbelofte over het terugdraaien van de verhoging van de pensioenleeftijd, toen hij gedoogsteun gaf aan het eerste kabinet-Rutte. In 2024 flikte hij het opnieuw. De pensioenleeftijd bleef op 67 jaar en zal stijgen naar 67 jaar en 3 maanden vanaf 2028, zelfs voor de zware beroepen. De ”doorwerken tot je er bij neervalt”-logica.
Ook van de andere grote verkiezingsbeloftes waarmee Wilders de vorige verkiezingen won, is niets in huis gekomen.
Het verlagen van de huurprijzen? Integendeel, de eigenaars kregen vrij spel en de huurprijzen swingen de pan uit.
De afschaffing van het eigen risico in de zorg (het bedrag dat de zorgverzekering niet dekt)? Is er niet gekomen.
Een belasting op de rijksten en hun vermogen? Niets van.
Maar waar wél budgettaire ruimte voor was onder de regering van Wilders’ premier Dick Schoof, is voor de wapenindustrie en de militarisering van de economie. Nederland is een van de flinkste leerlingen in de Navo-klas van Donald Trump, waar Mark Rutte nu secretaris-generaal is.
Meer van dezelfde neoliberalen recepten
Tegen 2024 was de weg voor extreemrechts en Wilders geplaveid met het jarenlange asociale beleid van Rutte en zijn verschillende coalitiepartners. Daarbij hoorde een hele tijd Frans Timmermans, kopman van GroenLinks-PvdA, die samen met de liberale VVD bespaarde op zorg en sociale huisvesting. Niet verwonderlijk dat deze man en zijn partij niet overkwamen als een valabel alternatief, en dus incasseren zij ook een stevige klap, en geeft Timmermans zelf er de brui aan.
D66 en CDA waren mede-auteurs van het asociaal beleid in Nederland de laatste jaren. Hun oriëntatie is niet gewijzigd, maar ze waren wel zo handig om met een nieuwe verpakking te komen om te doen geloven dat ze voor een andere politiek staan. En met nieuwe lijsttrekkers: D66 met de jongste ‘wonderboy’ van de Nederlandse politiek Rob Jetten, en het CDA van de ‘keurige’ Henri Bontenbal. En laat die nu net allebei ‘business as usual’ voorstellen: politieke rust, om vlotter hard te kunnen bezuinigen en te militariseren. D66 kon in de laatste rechte lijn ook nog profiteren van de nuttige stem tegen Wilders.
Die andere ‘centrumpartij’, de ‘respectabele’ liberale VVD van Dilan Yesilgöz, was het die het kabinet van Wilders een label van sérieux gaf en de extreemrechtse PVV salonfähig maakte. Veel establishmentpartijen en de mainstream media hebben intussen grote delen van het discours van Wilders en co overgenomen en genormaliseerd. De wooncrisis? De schuld van migranten, vluchtelingen en asielzoekers. Als het op tv al eens over de onderfinanciering van onderwijs of zorg gaat, vraagt de journalist ‘maar wat vindt u van asiel?’ Dat is een bewuste framing: de mensen leren naar onder te stampen, om die van boven uit het vizier te houden.
Als er na deze verkiezingsslag – en mogelijk na erg moeizame onderhandelingen – een coalitieregering met deze vier establishment-partijen uit de bus komt, is de verwachting dat die in grote lijnen hetzelfde beleid zal voortzetten. Zowel op (a-)sociaal vlak als op vlak van Navo-liefde en militarisering, van veiligheidsdiscours en nieuwe koude oorlog, tot en met de herinvoering van de dienstplicht – een stokpaardje van D66. Dat is precies het beleid dat het establishment overal in de Europese Unie aanmoedigt en dat de voedingsbodem vormt waarop extreemrechts zo goed gedijt.
In Nederland kan extreemrechts, in zijn verschillende verschijningsvormen (PVV, JA21, FvD), zich dan weer als valse profeten van een ‘volks’ beleid voorstellen, met liegen en bedriegen, en zo een groot deel van de terechte volkswoede over de traditionele politiek voor zich winnen.
Voor een beleid dat op links een breuk maakt
Welke lessen kunnen we trekken uit dit Nederlandse politieke schouwspel?
Ten eerste dat het ware gelaat van extreemrechts helemaal niet sociaal is, maar puur neoliberaal en militaristisch.
Ten tweede dat wie regeert met een traditionele neoliberale agenda en denkt daarmee extreemrechts buiten te houden, die krachten juist in de kaart speelt. We zien dat in Nederland en overal in Europa.
Voor links is de uitdaging om de sociale voedingsbodem van extreemrechts aan te pakken en het ‘dit-kan-echt-niet-langer’ gevoel van werkende mensen en jongeren te vertalen naar een links antwoord. Met concrete breekpunten zoals de pensioenleeftijd op 65 jaar, een miljonairstaks, hogere lonen en uitkeringen, de militarisering terugdraaien, en stoppen met de VS en de Navo achterna te lopen.
Tijdens de campagne heeft alleszins de SP geprobeerd om de consensus voor militarisering te doorbreken en met sociale voorstellen af te komen. Alleen als links, samen met de vakbonden en het middenveld, een echt alternatief beleid van vrede en sociale vooruitgang kan afdwingen, zal het asociale, Trumpiaanse en valse programma van extreemrechts zijn aantrekkingskracht verliezen.