We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Planbureau over miljonairstaks: wat moeten we daarvan denken?

Het Planbureau maakte vanmorgen zijn analyses bekend van de maatregelen van de verschillende partijen. We stelden ons al vragen bij het globale kader en de methodologie van het Planbureau, maar het is interessant om de analyse van het Planbureau over de miljonairstaks eens concreet onder de loep te nemen. Wat kunnen daarvan onthouden? Drie essentiƫle punten alvast.

dinsdag 7 mei 2024

Betoger met een bord 'Miljonairstaks nu'

1. Een miljonairstaks is realistisch en brengt miljarden op

Het Planbureau berekende dat de miljonairstaks van de PVDA jaarlijks 3,9 miljard kan opbrengen. Maar wij berekenen de taks toch anders en komen tot een ander bedrag….

Dat het Planbureau hiervan de doorrekening maakte, is op zich al een grote stap vooruit ten opzichte van de vorige verkiezingen, toen het Planbureau aangaf het voorstel nog niet te kunnen uitrekenen.

Sinds de PVDA het idee op de politieke agenda heeft gezet, wint het steeds meer terrein. Intussen hebben vier andere partijen ook een voorstel van vermogensbelasting laten berekenen. Dat toont al aan dat de PVDA de locomotief op links is.

De miljonairstaks is in elk geval perfect haalbaar en realistisch. Dat gaat in tegen de dogma’s van bepaalde rechtse politici en vertegenwoordigers van het establishment die beweren dat het onmogelijk zou zijn om de allerrijkste één procent te laten bijdragen.

De miljarden die een miljonairstaks opbrengt, kunnen we gebruiken om te investeren in sociale en ecologische noden, zoals gezondheidszorg, onderwijs en renovatie van woningen. Dat zorgt ook voor terugverdieneffecten in de economie: meer jobs en meer koopkracht voor de gewone mensen. Dat wakkert allemaal de economie aan.

2. Het Planbureau schat de economische impact van een miljonairstaks verkeerd in

Een van de grote problemen van de redenering van het Planbureau is dat ze de impact op de economie van zo’n miljonairstaks negatief inschat. Het Planbureau vindt dat de taks neerkomt op een verlaging van het totale beschikbaar inkomen van de hele bevolking. Dat is negatief voor de consumptie en dus voor de economie. En daarom beweert het Planbureau ook dat de maatregelen van de PVDA minder positief zouden zijn voor de economische groei en de werkgelegenheid.

Het Federaal Planbureau gaat hiermee mee in het neoliberale idee van het “trickle down”-effect (ook wel doorsijpeleffect: de idee dat de rijkdom naar beneden sijpelt wanneer de allerrijksten nog rijker worden). Een belasting aan de top zou in die visie op dezelfde manier een negatief effect hebben. Die idee was de verantwoording om decennialang belastingvoordelen toe te kennen aan de allerrijksten en besparingen op te leggen aan de gewone mensen. Ondertussen is het bewezen dat dat doorsijpeleffect helemaal niet werkt, en dat het enkel de allerrijksten ten goede komt.

Alles hangt uiteraard af van wat je met dat geld doet. Door op die grote fortuinen 2 of 3% belasting te heffen, zoals wij voorstellen, kunnen we miljarden aan slapend geld inzetten voor investeringen: in de massale isolatie van onze woningen, in de uitbouw van ons openbaar vervoer of in onderzoek en onderwijs. Dat zijn productieve investeringen die jobs en economische activiteit creëren. En een taks van 2 tot 3% op die fortuinen van tientallen of zelfs honderden miljoenen euro’s, zal niks fundamenteel veranderen aan het consumptiegedrag of de investeringen van rijke families.

Het zette economen als Nobelprijswinnaar Economie Joseph Stiglitz en Thomas Piketty zelfs aan om een vermogensbelasting voor te stellen om het neoliberale tij te keren.

3. Er zijn twee problemen met de schatting van het Planbureau over de miljonairstaks

Volgens het Planbureau brengt het voorstel van de PVDA zo’n vier miljard euro per jaar op. Dit is minder dan de acht miljard die we zelf inschatten. De doorrekening van het Planbureau is conservatief en zelfs betwistbaar om twee redenen.

  1. Ten eerste gaat het Planbureau uit van een te grote belastingontwijking en kapitaalvlucht: 42,5% in totaal. Dat cijfer ligt ver boven andere studies die daarover zijn gevoerd, zoals die van de Franse specialist vermogensbelasting Prof. Gabriel Zucman. Hij schat de belastingontwijking in op 20% voor een belasting van twee tot drie procent.1 De ervaring met de vermogensbelasting in Frankrijk (de ISF) toont alvast aan dat de kapitaalvlucht in werkelijkheid zeer miniem is.
    En bovendien zijn er manieren om belastingontwijking te beperken, bijvoorbeeld door binnen de FOD Financiën een speciale cel Grote Vermogens op te richten, die toegang heeft tot verschillende met elkaar verbonden databanken om de aangiftes te kunnen controleren en fraude tot een minimum te beperken. Het Planbureau houdt hier geen rekening mee. De keuze van het Planbureau om uit te gaan van zo’n grote ontwijking is dus uitermate gekleurd.
     
  2. Ten tweede blijft het Planbureau gebruikmaken van achterhaalde gegevens over de vermogensverdeling in België. Het baseert zich onder meer op oude enquêtes naar het vermogen van de Belgen waarvan bekend is dat ze het vermogen van de rijkste Belgen erg onderschatten. Het Planbureau gaat ervan uit dat de rijkste één procent van de gezinnen zo’n 18,7% van het totale Belgische vermogen bezitten. Recentere wetenschappelijke studies van onderzoekers van de KU Leuven, University of Leeds en de Europese Centrale Bank schatten in dat de rijkste één procent zo’n 24% tot zelfs 33% van het totale Belgisch vermogen bezit.2 Dat is geen detail want het verschil tussen 18,7% en 24% van het Belgisch vermogen is meer dan 140 miljard euro die al dan niet onder een vermogensbelasting valt.

In onze berekening baseren wij ons op die recentere studies en gaan we ervan uit dat de rijkste één procent zo’n 24% van het Belgisch vermogen bezit. Dat levert een bruto rendement van de miljonairstaks op van 10,8 miljard euro, vóór ontwijking. Op die manier komen we met een voorzichtige inschatting van de belastingontwijking (van 26%) aan een opbrengst van 8 miljard euro voor de miljonairstaks. Dat is een meer realistische inschatting dan wat het Planbureau voorstelt.

Het verschil met de voorstellen van de andere partijen

> Vooruit

Het voorstel van Vooruit is geen vermogensbelasting. De partij wil de inkomsten globaliseren om vooral inkomsten uit huur, aandelen, meerwaarden, enz. te belasten. Dit zou een veel bredere groep treffen dan enkel de allerrijksten.

> PSĀ 

Het Planbureau schat de opbrengst van de vermogensbelasting van de PS op 7,6 miljard euro, tegenover 3,9 miljard voor die van ons. Hoe valt dat te verklaren?Ā 

  • Waar de PVDA zich richt op de rijkste 1% met een hogere belasting (2 tot 3%), richt de PS zich op een bredere laag van 4 tot 5% van de bevolking met een lagere belasting (0,4 tot 1,5%).Ā 
  • Het Planbureau past een theoretisch lineair model toe om te schatten hoeveel belastingontwijking er zal zijn. In dat model geldt: hoe hoger het belastingtarief, hoe groter de belastingontwijking. Aangezien de PVDA enkel de zeer grote vermogens wil belasten, maar wel aan 2 tot 3%, en de PS slechts een tarief van 0,4 tot 1,5% hanteert, schat het Planbureau dat er bij het PVDA-voorstel meer belastingontwijking zal zijn, ongeveer twee keer zoveel. Dat model is behoorlijk willekeurig en betwistbaar. Ā 
  • Aangezien het Planbureau het vermogen van de rijkste 1% onderschat (zie hierboven), onderschat het ook sterk de opbrengst van de miljonairstaks van de PVDA.

> Groen

  • Groen stelt voor om een belasting van 0,4% te heffen op de vermogens tussen de 2,5 miljoen en 5 miljoen euro. Wie tussen 5 miljoen en 10 miljoen euro heeft, zou 0,8% moeten betalen. En wie meer heeft dan dat: 1,2%. De opbrengst van zoā€™n vermogensbelasting is 2 miljard.Ā 
  • Dat voorstel is minder ambitieus dan het voorstel van de PVDA.Ā 
  • Zoals uitgelegd in de vergelijking met het voorstel van de PS, voorspelt het Planbureau ook hier willekeurig een lager percentage belastingontwijking dan in het voorstel van de PVDA en onderschat het de vermogens van de 1% rijksten. Maar zelfs met die betwistbare berekeningen, brengt het voorstel van de PVDA nog twee keer meer op.