We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Van neoliberaal beleid tot valse profeten: wat kunnen we leren van de Nederlandse verkiezingen?

De overwinning van Geert Wilders in Nederland is opnieuw een duidelijk signaal dat veel mensen genoeg hebben van het neoliberale beleid dat overal in Europa domineert. Na jaren van bezuinigingen zoeken arbeiders en jongeren naar een radicaal alternatief. Het kartel rond Frans Timmermans kon dat nooit zijn, hij is net het gezicht van het politieke establishment. Net zoals andere extreemrechtse leiders in Europa is Wilders een vals alternatief, die zelf ook volop graait en de rijken niet wil doen betalen. Welke lessen kunnen we trekken voor België, dat in 2024 ook aankijkt naar belangrijke verkiezingen? 

vrijdag 1 december 2023

Frans Timmermans en Geert Wilders met de rug naar elkaar gekeerd tijdens een verkiezingsshow

BELGA

Het beeld van de boemerang is vaak opgedoken in beschouwingen over de Nederlandse verkiezingen: de regerende rechts-liberale partij VVD wou een verkiezing over migratie, en spreidde daarmee het bedje van de extreemrechtse PVV van Geert Wilders die al jaren bezit heeft van dat thema.

Maar dat is slechts de oppervlakkige boemerang. Verkiezingsspelletjes verklaren niet het succes van extreemrechtse kandidaten als Giorgia Meloni, Marine Le Pen of Donald Trump. Fundamenteler is de boemerang van het neoliberale beleid waarmee de traditionele partijen van centrumlinks tot conservatief rechts de werkende klasse van zich hebben weggeduwd.

“De Nederlandse regering heeft het land de afgelopen veertien jaar bestuurd als een bedrijf, en daar was Rutte ook fier op. Veel mensen hebben daarbij het gevoel uit de boot te vallen”, zei de Nederlandse comedian Jan Jaap van der Wal in De Zevende Dag. “Er is echt behoefte aan iets anders, daar in Nederland.” 

Toen Mark Rutte van de VVD in 2010 aan de macht kwam, waren het de jaren van de bankencrisis en de Eurocrisis, toen de Europese Unie haar soberheidspolitiek oplegde aan de lidstaten. Rutte was vastberaden om de beste leerling van de besparingsklas te zijn.

Balans van tijdperk-Rutte: explosie van de ongelijkheid

Het neoliberale beleid van Rutte, dat ook elders in de EU de toon zet, is niets minder dan een aanslag van de financiële elite op de werkende klasse. 

Nutsbedrijven werden geprivatiseerd; publieke diensten uitgekleed; onderwijs en gezondheidszorg kwamen in handen van professionele managers; kinderopvang werd een wingewest voor private equity fondsen; de sociale huursector werd een schim van wat ze ooit was geweest; en de Nederlandse arbeidsmarkt werd de flexibelste van de hele Europese Unie: een op de drie werknemers heeft een flexibel arbeidscontract. 

De lonen bleven staan en de winsten gingen door het dak. Ruim een miljoen Nederlanders zakte onder de armoedegrens. Voedselbanken die in 2008 nog een schamele 6.000 klanten hadden, hebben dat aantal veertien jaar later zien toenemen tot 120.000.

Burgers moesten maar ‘hun eigen boontjes doppen’, vond Rutte. Multinationals daarentegen konden steeds op zijn hulp rekenen. 

Multinationals met hoofdkwartier in Nederland mochten al hun wereldwijde verliezen aftrekken van de vennootschapsbelasting die ze aan de Nederlandse fiscus verschuldigd zijn. Zo moest Shell jarenlang 0 euro belasting betalen. 

Datzelfde Shell boekte in 2022 een recordwinst van 36 miljard euro: opgehoest door de modale Nederlander die zijn energiefactuur spectaculair zag stijgen. Toch spande Rutte zich aan het einde van zijn loopbaan nog persoonlijk in om een subsidie van 150 miljoen euro voor Shell te regelen. De rijke aandeelhouders zijn de VVD eeuwig dankbaar voor al die jaren van verwennerij.

Al het geld dat de werkende klasse onder Rutte heeft ingeleverd, is namelijk niet in rook opgegaan. Ondertussen bereikt het aantal miljonairs een recordhoogte: maar liefst 317.000 burgers bezitten een vermogen van meer dan een miljoen euro. Schrijnende armoede kwam steeds vaker naast obscene rijkdom. 

Volgens opiniemaker Sander Schimmelpenninck kende Nederland in 2019 de grootste vermogensongelijkheid ter wereld. Dat is het beleid van de afgelopen twee decennia. En dat beleid voerde Rutte door in vier verschillende kabinetten waarbij hij afwisselend met zowat alle centrumpartijen bestuurde.

Timmermans geen geloofwaardig alternatief 

Toen Mark Rutte eerder dit jaar zelf de stekker trok uit zijn vierde en laatste kabinet om ‘desnoods met de PVV’ een strenger migratiebeleid te kunnen voeren, voelden velen de bui al hangen dat extreemrechts goed zou gaan scoren in november. 

Daarop bundelden twee klassieke linkse partijen de krachten, namelijk GroenLinks en de sociaaldemocratische PvdA (niet te verwarren met de PVDA in België). Door met één kieslijst naar de kiezer te stappen, hoopte dit progressieve kartel om de grootste te worden en de premier te leveren. Zo zouden ze vermijden dat Geert Wilders aan de macht komt. 

Het draaide anders uit: GL/PvdA haalde ruim tien zetels minder dan PVV.

In de ogen van veel werkende Nederlanders zijn GroenLinks en PvdA deel van het probleem. De lijsttrekker van het progressieve kartel Frans Timmermans is zowat het gezicht van het politieke establishment. 

De afgelopen jaren had Timmermans de topjob van Europees Commissaris voor Klimaat. In die hoedanigheid trok hij in 2020 naar het Wereldeconomisch Forum in Davos, waar hij voor de verzamelde mondiale elite zijn project voor een Europese koolstoftaks openbaar maakte. Een uiterst onpopulaire taks is dat, die zelfs in geval van zogenaamde sociale correcties neerkomt op een zoveelste groene belasting die de factuur van de klimaatcrisis bij de gewone burger legt.

Voor hij eurocraat werd, was Timmermans minister in het tweede kabinet van Rutte dat zwaar bespaarde op de zorg. Geert Wilders begreep dat dit dodelijk was voor de geloofwaardigheid van GroenLinks/PvdA. 

In een televisiedebat kreeg Timmermans een vraag uit het publiek van een chronisch zieke dame die elk jaar 385 euro eigen risico moet betalen voor haar zorgverzekering en dit niet meer kan betalen. Het antwoord van Timmermans dat hij daar “de komende vier jaar aan wil werken” overtuigde haar niet, waarop Wilders het woord nam: “U staat hier nu met een wachtgeld van 15.000 euro per maand, dat is wat u krijgt van de Europese Commissie. Die mevrouw die kan 385 euro niet betalen en u zegt ‘laten we even wachten’. U kán wachten, maar mevrouw moet nú dat geld hebben. Dat de leider van de sociaaldemocratie niet zegt ‘mevrouw, we gaan dat morgen afschaffen’ is een schande. U bent het contact met de werkelijkheid totaal verloren.”

Dat debat was een keerpunt in de campagne. Tot dan stond Wilders pas vierde in de peilingen en leek GroenLinks/PvdA af te stevenen op een overwinning. Maar met een boegbeeld als Timmermans kon klassiek links nooit de volkse stem stemmers voor zich winnen. In debatten was het kartel een vogel voor de kat, want omgekeerd was Timmermans slecht geplaatst om Wilders een koekje van eigen deeg te geven. 

Op twee weken tijd kon Wilders iedereen voorbijsteken, met ruime voorsprong zelfs, door de afkeer voor de elitaire politieke kaste te vertolken in debatten. “U spreekt misschien zeven talen, maar niet de taal van het volk”, beet Wilders de eurocraat onder meer toe.

Elitaire Wilders gaat met de proteststem lopen

Wilders is echter zélf al dertig jaar een elitaire beroepspoliticus. Hij verdient maar liefst 500 euro per dag; zijn vermogen wordt geschat op 1 miljoen euro. 

In de jaren negentig werkte hij achter de schermen bij de VVD de hardvochtige sociaal-economische koers uit. Rond de eeuwwisseling steunde hij als Tweede Kamerlid de privatisering van de energiesector. Met zijn voorstel om te besparen op huurtoelagen verwierf hij de reputatie van harde liberaal. 

In 2004 brak Wilders met de VVD om zijn eigen anti-islampartij op te richten, maar zes jaar later gaf hij gedoogsteun aan het eerste bezuinigingskabinet van Mark Rutte. Dat Wilders zichzelf plots voorstelt als anti-establishmentkandidaat, is dus pure demagogie.

Waar Wilders ook nooit om verlegen zat, is om ‘linkse’ sociale maatregelen in zijn programma te steken, ondanks zijn verleden als hardvochtige liberaal. Wie een goed geheugen heeft, weet dat Wilders er geen woord van meent. 

In 2010 brak de PVV in een oogwenk al haar sociale verkiezingsbeloftes om gedoogsteun te geven aan het eerste besparingskabinet van Rutte. In plaats van de beloofde investeringen in zorg en sociale zekerheid, werd erop bezuinigd. 

En wat met de centrale verkiezingsbelofte van Wilders om de pensioenleeftijd terug te brengen naar 65 jaar, nadat de uittredende regering die in 2009 had verhoogd tot 67 jaar? Ook dit ‘absolute breekpunt’ van Wilders belandde meteen in de vuilnisbak samen met de rest van zijn programma.

Het gespeelde anti-establishmentprofiel en de sociale demagogie zijn twee ingrediënten van de succesvolle cocktail waarmee extreemrechtse kopstukken als Wilders verkiezingen winnen. Maar wie hun programma’s goed leest, zal merken dat het establishment van hen niets te vrezen heeft: over een miljonairstaks reppen ze met geen woord. In plaats van de financiële elite op haar verantwoordelijkheid te wijzen, leidt extreemrechts alle aandacht af naar de migranten. 

Dat is het derde ingrediënt van de cocktail. Net zoals Van Grieken in België, Meloni in Italië en Le Pen in Frankrijk leert Wilders zijn kiezers om naar beneden te stampen in plaats van naar boven. Verdeel en heers.

Wilders en co proberen de mensen ervan te overtuigen dat al hun sociale problemen te maken hebben met migratie, ook wanneer dat in de feiten niet zo is. 

Politicoloog Koen Damhuis deed onderzoek naar PVV-kiezers: “Waar ik achterkwam bij het doen van dit onderzoek, was dat bijna al die kiezers op de één of andere manier migratie het belangrijkste thema vonden. Maar om heel erg verschillende redenen. Sommigen koppelden het aan zorg, omdat zij geen toegang kregen tot zorg. Anderen aan sociale woningen. (…) Om allerlei verschillende redenen speelt migratie een grote rol in die grote groep Nederlanders die voor de PVV heeft gekozen.”

België is Nederland niet 

Is België gedoemd om hetzelfde scenario te ondergaan in juni 2024? Al zijn er zeker gelijkenissen, er zijn ook belangrijke verschillen tussen onze situatie en die van de noorderburen. 

België kent grote en strijdbare vakbonden, die in staat zijn om grootschalig verzet te organiseren tegen het Europese besparingsbeleid. Tel daar nog eens het sterke middenveld bij, en je begrijpt waarom de ongelijkheid in België minder fel gegroeid is dan in Nederland. 

De vakbonden en het middenveld bereiken veel mensen met een positief en emanciperend project, die anders verleid zouden kunnen geraken door extreemrechts. En dan is er nog een belangrijk politiek verschil, dat schuilt in het onderscheid tussen de sociaaldemocratische PvdA van Timmermans en de authentiek linkse PVDA bij ons…

“Er is een belangrijk verschil met Nederland: bij onze noorderburen stelt extreemlinks minder voor dan bij ons. De antisysteemstemmen zullen dus sowieso meer verspreid zitten in Vlaanderen”, tekende Noël Slangen daags na de overwinning van Wilders op. 

Opiniemakers kunnen er niet om heen dat in België de PVDA wel eens de grote verrassing van de verkiezingen van 2024 zou kunnen worden. De peilingen geven aan dat authentiek links overal in de lift zit, in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. En de campagne moet nog beginnen. Net zoals Wilders kon stunten in de laatste twee weken voor de Nederlandse verkiezingen, zou Raoul Hedebouw in juni de game changer kunnen zijn bij ons.

Drie perspectieven om de valse profeten te verslaan

De situatie is complex. Niemand heeft alle antwoorden. Maar strijdlust is de eerste stap. 

Wij leggen ons er niet bij neer dat, met name in Vlaanderen, extreemrechts teert op de terechte woede tegenover het huidige beleid. Want Vlaams Belang is een Vals Belang; zij rijden enkel voor zichzelf en niet voor de mensen. En hun succes gaat ten koste van de meest kwetsbaren. 

De werkende klasse en de jeugd hebben nood aan een écht alternatief, een positief project om in te geloven. Daar ligt onze ambitie. En wij zien alvast drie perspectieven om daar werk van te maken.

Ten eerste kan links ook leren om de termen van het debat te bepalen. Verschillende traditionele partijen, zelfs sommige sociaaldemocraten, nemen niet alleen de standpunten over migratie van extreemrechts over, maar ook hun woordenschat en mensbeeld. De uitdaging voor links is om het debat terug te brengen naar wat echt belangrijk is: de creatie en verdeling van rijkdom, de ongelijkheid, de sociale tegenstellingen. In één woord: klasse.

Natuurlijk neemt dat niet weg dat er veel aan de hand is over migratie en dat onvermijdelijk een deel van het politieke debat daaraan besteed zal worden. Ook hier is het zaak van een eigen verhaal te vertellen, gebaseerd op een gefundeerde kritiek op het imperialistisch beleid van de grootmachten dat bepaalde delen van de wereld onleefbaar maakt. 

Zoals onze fractieleider in het Vlaams parlement Jos D’Haese zegt: “Wij gaan dat debat niet uit de weg, maar wij doen niet mee aan het geroep van rechts. Wat is het grote taboe als het over migratie gaat? De vraag waarom mensen vluchten. Kijk naar de oorlog in Gaza. Naar waar denk je dat deze mensen zullen vluchten? Naar hier, hè. Maar de partijen die het luidst roepen dat we geen vluchtelingen willen, zijn wel de partijen die Israël steunen.”

Ten tweede mogen we gerust radicaal zijn in onze politieke strijd tegen het neoliberale beleid, want de sociale gevolgen van dat beleid zijn ook heel radicaal. Doordat onze partijleiders en parlementsleden blijven leven aan een gemiddeld werknemersloon, weten ze uit eigen ervaring dat verandering echt nodig is. Dat willen we ook uitstralen. In onze communicatie kiezen we bewust voor een anti-establishmentprofiel.

Ten derde bouwen we ons project op rond de sociale groepen die in staat zijn om het geweld van de financiële elite te trotseren, maar die nu in de netten van extreemrechts verstrikt dreigen te geraken. 

In de eerste plaats is dat de werkende klasse; zij die alle welvaart produceren en de wereld doen draaien. Zij zijn ook de enigen die als ze willen het openbare leven kunnen stilleggen om grote veranderingen af te dwingen. 

Tegenover de benepen nationale of culturele identiteit van rechts, plaatsen wij de fierheid van de werkende klasse. Dat is een identiteit waarmee je iets kan opbouwen; een standpunt van waaruit je de wereld kan begrijpen en opnieuw vormgeven. 

Ook de jeugd laten we niet over aan extreemrechts, want ook jongeren hebben een wereld te winnen. We investeren dus ook in manieren om de jeugd te bereiken en te activeren, van video’s op TikTok tot onze bruisende jongerenbeweging RedFox.

Kortom, met deze drie pistes staan we in een betere positie om zowel tegen het Europese neoliberale beleid te strijden, als tegen de valse profeten van extreemrechts.