We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Venezuela: Trump gaat in de aanval, verzet in heel Latijns-Amerika

De afgelopen maanden zien we op televisie en sociale media meer en meer beelden opduiken van VS-aanvallen op schepen in de Caribische zee. De Amerikaanse president Trump beweert dat de aanvallen bedoeld zijn om het “narco-terrorisme van de Venezolaanse regering” te bestrijden. In werkelijkheid willen hij en de grote economische spelers van de VS de grondstoffen van de regio in handen krijgen en elke tegenmacht voorkomen. Om dat te bereiken beperkt de Trump-regering zich niet tot Venezuela: eonomische druk, campagnes om landen te destabiliseren en militaire dreigementen richten zich op alle Latijns-Amerikaanse landen die weigeren zich te onderwerpen aan Washingtons bevelen. 

vrijdag 14 november 2025

Het vliegdekschip USS Gerald R. Ford, het grootste en nieuwste schip van de Amerikaanse marine.

De ‘Monroe-doctrine 2.0’, agressiever dan ooit

“Amerika voor Amerikanen”: onder dit motto kondigde de toenmalig Amerikaanse president James Monroe in 1823 een doctrine af die van Latijns-Amerika de ‘achtertuin’ van de Verenigde staten wou maken. Eigenlijk bedoelde hij ‘Latijns-Amerika en het Caribisch gebied voor de Verenigde Staten’, en niet meer voor de Europeanen, de voormalige kolonisten. Twee eeuwen lang rechtvaardigde deze imperialistische logica een waslijst aan interventies, staatsgrepen en dictaturen die door Washington werden gesteund. Guatemala, het Chili van Allende, Bolivia, en ga zo maar door. 

Nu China aan invloed wint en landen van het mondiale Zuiden streven naar een alternatieve ontwikkelingsweg, heractiveert Trump dit rampzalige erfgoed met ongegeneerde agressiviteit. We zijn getuige van een militaire escalatie die in de afgelopen twintig jaar ongekend is, een veelzijdige agressie die niet alleen Venezuela bedreigt, maar elk project voor soevereiniteit en sociale rechtvaardigheid in Latijns-Amerika. 

Een veelzijdige agressie

Sancties

Tussen 2017 en 2024 hebben de sancties van de Verenigde Staten, de zogenaamde “unilaterale dwangmaatregelen”, Venezuela 213% van zijn bbp aan gemiste olie-inkomsten gekost. Het rapport van de speciale VN-rapporteur Alena Douhan toont aan dat deze maatregelen de reeds bestaande economische crisis hebben verergerd, met verwoestende gevolgen voor de gehele bevolking, en in het bijzonder voor de meest kwetsbaren. 

Het mechanisme is tweeledig: Naast de officiële bevriezing van staatsactiva en handelsbeperkingen blokkeren banken en multinationals alle transacties, uit angst voor zware boetes. Dit legt de invoer van medicijnen, ziekenhuisapparatuur en voedsel lam, waardoor er opzettelijk tekorten ontstaan die bedoeld zijn om onvrede onder de bevolking te zaaien. 

Ondanks hun strengheid hebben deze criminele sancties hun ultieme doel, een ‘regimeverandering’, niet bereikt. De sociale en economische situatie in Venezuela vertoont de laatste jaren tekenen van verbetering, ondanks de sancties. Het land is erin geslaagd zijn economie gedeeltelijk te stabiliseren, zijn partnerschappen te diversifiëren en interne mechanismen in te voeren om de gevolgen van de economische oorlog te verzachten. Internationale waarnemers staan versteld van dit aanpassingsvermogen. 

Directe militaire bedreiging 

Omdat het doel niet is bereikt, gaan ze over naar de harde aanpak: een militaire actie om president Maduro ten val te brengen. In augustus 2025 hebben de VS, onder het mom van een nieuwe “oorlog tegen drugs”, een enorme militaire macht in het Caribisch gebied ingezet voor de kust van Venezuela. Het ging om meerdere oorlogsschepen, drie strategische B-52-bommenwerpers en meer dan 10.000 soldaten, ondersteund door tien F-35-gevechtsvliegtuigen gestationeerd in Puerto Rico.

Al in september gaf Trump de opdracht tot eenzijdige militaire aanvallen op schepen voor de Venezolaanse kust, waarbij ongeveer zeventig mensen omkwamen in wat internationale mensenrechtenrapporten beschreven als buitengerechtelijke executies. “Meerdere dorpen op het Venezolaanse schiereiland Paria zijn in rouw omdat verschillende kustbewoners de voorbije weken zijn omgekomen. Het zijn vissers, arbeiders en kleine criminelen, geen leiders van drugskartels, zoals Washington beweert”, meldt de VRT

Op 2 oktober verklaarde Trump in een nota aan de leden van het Amerikaanse Congres (het parlement) dat de VS betrokken waren bij een “gewapend conflict” tegen de drugskartels die de “nationale veiligheid” van het land zouden bedreigen. Deze bestempeling dient om de militaire operaties in Venezuela legaal te ondersteunen, zonder stemming van het Congres.

Via een besluit dat op 24 oktober werd aangekondigd, zal de Amerikaanse vloot in de Caribische Zee worden versterkt door het vliegdekschip USS Gerald R. Ford, het grootste en nieuwste schip van de Amerikaanse marine. Het heeft zo'n 5.000 matrozen aan boord en beschikt over meer dan 75 vliegtuigen, waaronder F/A-18 gevechtsvliegtuigen. Dit duidelijk buitensporige machtsvertoon komt neer op een militaire blokkade en wordt gebruikt om druk uit te oefenen voor een mogelijk interventiescenario.

Als reactie op deze aanvallen en dreigementen mobiliseerde Venezuela reservisten en vrijwilligers onder de bevolking en zette raketsystemen in langs de kustlijn - met behulp van Rusland. Deze dynamiek geeft een verontrustende logica weer: de militaire druk van de VS dwingt Venezuela tot een ongewilde defensieve wapenwedloop. Maar voor de zekerheid wil Maduro dat dit “integrale verdedigingssysteem” op elk moment inzetbaar is, met de betrokkenheid van duizenden lokale gemeenten en burgerlijke basiseenheden.

“De enige oplossing is het vertrek van Maduro”

Op 15 oktober gaf Donald Trump publiek toe dat hij de CIA (de Amerikaanse inlichtingendienst) toestemming had gegeven om operaties uit te voeren op Venezolaans grondgebied. Zoals De Standaard schrijft, heeft de CIA een lange geschiedenis van agressie en (pogingen tot) staatsgrepen tegen Latijns-Amerikaanse regeringen die weigeren te buigen voor de wil van Washington: van de afzetting van president Jacobo Árbenz in Guatemala, georganiseerd ten voordele van de VS-multinational United Fruit Company (Chiquita), tot de staatsgreep tegen Salvador Allende in Chili in 1973. 

Bovendien heeft Washington een premie van 50 miljoen dollar gezet op het hoofd van de verkozen president Nicolás Maduro, die zonder enig bewijs wordt beschuldigd van het leiden van een “drugskartel”. Tegelijk dient de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan oppositieleidster María Corina Machado als een nieuw propagandamiddel om Caracas onder druk te zetten en een regimewissel te verantwoorden. Deze Venezolaanse extreemrechtse figuur is een bewonderaarster van de genocidale Israëlische premier Netanyahu.

Ze heeft openlijk opgeroepen tot inmenging van de VS in Venezuela, en verklaarde in een recent interview dat “een escalatie door de VS de enige manier is om Venezuela te bevrijden”. 

De omverwerping van de Venezolaanse president Nicolás Maduro via een militaire staatsgreep is precies waar de extreemrechtse stroming binnen de Amerikaanse regering voor pleit. En dat steken ze niet onder stoelen of banken. 

William Brownfield was van 2004 tot 2007 VS-ambassadeur in Venezuela en voormalig assistent-staatssecretaris voor internationale zaken op het gebied van verdovende middelen en wetshandhaving (!). In een interview op de Venezolaanse oppositietelevisiezender Globovisión zei hij: “[Maduro’s] vertrek is de enige oplossing. (…) En welke Venezolanen kunnen daarvoor zorgen? Historisch gezien zijn het in bijna elk land ter wereld de mannen en vrouwen in uniform.” (En Vivo con Mari Montes, Globovisión, 30 mei, 2024)

Een breder front om aan te vallen

De agressie beperkt zich niet tot Venezuela. Ook de Colombiaanse president Gustavo Petro staat op de radar van Washington, dat hem beschuldigt van betrokkenheid bij drugshandel. Intussen werden zijn tegoeden bevroren omdat hij op de zwarte lijst van het Office of Foreign Assets Control (OFAC) werd gezet, die bekend staat als de "Clinton-lijst". Deze aanval toont aan dat het doel groter is: het draait om het verzwakken van alle progressieve regeringen in de regio die hun soevereiniteit durven te verdedigen.

Wat zit er echt achter de agressie?

Wat er vandaag gebeurt, heeft niets te maken met de strijd tegen drugshandel. Volgens het World Drug Report 2025 van de Verenigde Naties speelt Venezuela vrijwel geen rol in het Latijns-Amerikaanse drugscircuit. Het rapport wijst erop dat de grootste cocaïneproducenten in Latijns-Amerika Colombia, Bolivia en Peru zijn. De hoeveelheid drugs die Venezuela in beslag heeft genomen bedraagt slechts 1,9%. De meeste cocaïne die van Zuid-Amerika naar de Verenigde Staten wordt vervoerd is afkomstig uit de Stille Oceaan.

De Amerikaanse Drug Enforcement Administration (DEA) heeft in haar jaarverslagen erkend dat de VS Venezuela niet beschouwen als de belangrijkste route voor drugssmokkel naar hun grondgebied. Hun eigen documenten ontkennen formeel het verhaal dat wordt gebruikt om de militaire agressie en sancties te rechtvaardigen. Het land kent geen illegale teelt van betekenis en wordt slechts genoemd in ongeveer 5% van de smokkelroutes, vergeleken met 87% voor landen als Colombia en Ecuador, via de kust van de Stille Oceaan.

Zoals journalist Ignacio Ramonet, deskundige op het gebied van Latijns-Amerika en voormalig hoofdredacteur van Le Monde diplomatique, uitlegt in de podcast Kantelpunt: “Trump heeft neokoloniale ambities. Het wil beslag leggen op de immense rijkdommen van Venezuela — niet alleen olie en gas, maar ook goud en andere edelmetalen.”

De voormalige ambassadeur van de VS, James B. Story, zei dat Venezuela “een zeer slechte speler is die boven op ’s werelds grootste oliereserves zit, evenals de kritieke mineralen die de economie van de 21e eeuw van brandstof zullen voorzien.”

Het doel van de Verenigde Staten is om deze rijkdom uit de regio in beslag te nemen en tegelijkertijd te voorkomen dat China en Rusland er toegang toe krijgen en hun invloed in de regio consolideren.

Net als elders in de wereld, in de context van de opkomst van de BRICS-landen en het mondiale Zuiden, zijn de Verenigde Staten verwikkeld in een felle strijd om grondstoffen. De bewoordingen winden er geen doekjes om, zoals de recente uitspraken van Trump over Nigeria: “We gaan dingen met Nigeria doen die ze helemaal niet leuk zullen vinden. We zouden dit land wel eens binnen kunnen komen met wapens in onze handen.” 

Dit is een voorbode van een gewapende interventie onder het valse voorwendsel van een “christelijke genocide”. 

Conclusie: we kunnen de dreigingen van militaire interventie door de Verenigde Staten niet analyseren zonder op te merken dat de lijst van gebieden die voor Washington “zones of interest” zijn geworden, samenvalt met de wereldkaart van strategische grondstoffen en hun aanvoerroutes.

Maar er is meer.Venezuela is een belangrijke linkse schakel in Latijns-Amerika en Cuba's belangrijkste bondgenoot. Sinds 1999 belichaamt het Venezuela van Hugo Chávez (de voorganger van Maduro) een alternatieve maatschappijvisie voor het neoliberale model. Zijn omverwerping zou een krachtig signaal zijn om andere progressieve “dominostenen” te doen omvallen, waaronder het Brazilië van Lula, het Colombia van president Petro, het Mexico van president Sheinbaum en, natuurlijk, Cuba. Voor het imperialisme is het noodzakelijk om elke poging om een soeverein Latijns-Amerikaans blok te vormen, met verschillende landen en bewegingen die kijken naar het socialisme, in de kiem te smoren.

Verzet en internationale solidariteit

Het Venezolaanse en Latijns-Amerikaanse verzet wordt op alle fronten en op alle niveaus georganiseerd. De ferme oppositie van progressieve leiders isoleert Washington diplomatiek. De recente poging van Trump om Brazilië onder druk te zetten met een tarievenoorlog liep uit op een faliekante mislukking en veroorzaakte een soevereiniteitsgolf en een stijging in populariteit voor Lula, die verklaarde: “We zijn niemands kolonie, en we zullen ook nooit meer iemands kolonie zijn.”

Colombia, Mexico en Brazilië veroordelen de militaire dreigementen van de Verenigde Staten scherp en verdedigen de visie van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied als een “Zone van Vrede”. Dit idee werd officieel afgekondigd tijdens de top van de Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC) op 28 en 29 januari 2014 in Havana, door alle 33 lidstaten.

Deze afwijzing van de Amerikaanse hegemonie kreeg concreet vorm in een belangrijke politieke daad: nadat Cuba, Venezuela en Nicaragua waren uitgesloten van de organisatie, weigerden de presidenten Gustavo Petro (Colombia) en Claudia Sheinbaum (Mexico) de top van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) bij te wonen, die wordt gezien als een instrument van het buitenlands beleid van de VS. Deze boycot leidde tot de regelrechte afgelasting van de OAS-top.

En hoe zit het met Europa?

In tegenstelling tot de OAS en de wurggreep die Washington uitoefent, zien we een autonome dynamiek op het continent, met name onder leiding van de president van Colombia, Gustavo Petro, voor versterking van CELAC (Gemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten, die de 33 landen in de regio – zonder de Verenigde Staten – omvat). 

CELAC heeft een bilaterale relatie van dialoog en ontwikkeling met de Europese Unie ontwikkeld. Dit partnerschap heeft net zijn 4e topconferentie afgesloten, in Santa Marta, Colombia, op 9-10 november. Hoewel het feit dat de top überhaupt is gehouden een teken is van een zekere mate van diplomatiek succes voor de landen die voorstander zijn van regionale integratie zonder Amerikaanse inmenging, getuigen de discussies over de slotverklaring van de sterke druk die Washington uitoefent op zijn traditionele bondgenoten in de regio. Landen als Argentinië, Costa Rica, Panama en Paraguay distantieerden zich van de meest progressieve paragrafen van de tekst, in het bijzonder die over de veroordeling van het conflict in Gaza, de opheffing van de blokkade tegen Cuba en de herbevestiging van Latijns-Amerika als een “Zone van Vrede”.

De CELAC-EU-top had voor Europa een gelegenheid moeten zijn om te zorgen voor een gelijkwaardige commerciële en politieke dialoog tussen de twee continenten, zonder inmenging van de Verenigde Staten. In plaats daarvan besloten Ursula von der Leyen (voorzitster van de Europese Commissie), Friedrich Merz (bondskanselier van Duitsland) en Emmanuel Macron (president van Frankrijk), onder druk van Trump, niet aanwezig te zijn om de agressieve plannen en operaties van Trump in de regio niet te verstoren. 

De PVDA ondertekende de open brief van de Belgische vredesorganisaties waarin we de Belgische regering en de Europese instellingen vragen:

  • om de Verenigde Staten om verantwoording te vragen over de wettigheid van deze operaties;

  • om op te roepen tot de-escalatie, eerbiediging van het internationaal recht en de soevereiniteit van de landen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied te steunen.

  • om het gebruik van dodelijk geweld buiten elk gerechtelijk kader ondubbelzinnig te veroordelen.

  • om een onafhankelijke stem te hebben en te weigeren de oorlogszucht van Washington te volgen.