“De uitdaging is om sociale en duurzame alternatieven aan te bieden aan de pendelaars om een echte modal shift te kunnen realiseren”, zegt Hedebouw. “De mobiliteitsdiscussie is te belangrijk om er geen fundamenteel debat over te voeren.”
De kilometertaks is asociaal en weinig efficiënt tegen de vervuiling
Volgens een studie van de Brusselse regering zélf, zou een kilometertaks het aantal voertuigkilometers tijden de weekdag verminderen met slechts 7,7%, terwijl de voertuigkilometers in het weekend met 3,2 à 4,7% zouden stijgen. Dat komt overeen met een klein deel van de gebruikers die effectief de mogelijkheid hebben om hun mobiliteit aan te passen. Een grote meerderheid van de pendelaars zal simpelweg hun factuur zien stijgen, tot meer dan 1000 euro per jaar voor sommigen. Dit is ook het geval voor veel Brusselaars die dagelijks gebruik moeten maken van hun auto.
“Het probleem", legt Raoul Hedebouw uit, "is dat er voor veel van deze gebruikers simpelweg geen alternatief is. Studies tonen aan dat mensen die met de auto komen, voornamelijk afkomstig zijn uit de gebieden aan de rand van de stad die slecht bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Een deel van de werknemers heeft ook geen keuze omwille van professionele of familiale omstandigheden. Hen belasten zal niets oplossen, maar wel voor bijkomende problemen zorgen bij veel werkende mensen die getroffen worden door de crisis.”
Het alternatief plan van de PVDA
De PVDA stelt een alternatief 4-puntenplan voor om de mobiliteitsproblemen in en rond Brussel aan te pakken.
1. Een investeringsplan voor het spoor met voorrang voor het Gewestelijk Expresnet (GEN) en gratis parkeren rond de stations. Het doel moet zijn om het gebruik van de trein op nationaal niveau te verdubbelen.
2. Het aanbod van de 4 Brusselse openbare vervoersmaatschappijen (MIVB-SNCB-De Lijn-TEC) integreren in één enkel mobiliteitsplan en ervoor zorgen dat een ticket of abonnement van één operator toegang geeft tot alle operatoren in Brussel en de periferie.
3. Collectieve oplossingen aanbieden voor het schoolvervoer. Vandaag is 40% van het vervoer naar scholen met de auto in Brussel. Er moeten collectieve en begeleide alternatieven voor wie te voet, met de fiets of met het openbaar vervoer naar school gaat.
4. Het GEN-netwerk aanvullen met 15 nieuwe snelle bus- en tramlijnen naar de rand van Brussel (zie kaartje). In plaats van te investeren in de verbreding van de ring, moeten gebieden rond Brussel die dat nog niet zijn, worden aangesloten op het openbaar vervoer.
"Om mensen hun auto's op te laten geven, hebben we efficiënte en toegankelijke alternatieven nodig. We streven ernaar het autoverkeer tegen het einde van de legislatuur met 20 tot 30 procent te verminderen, en nog meer op de lange termijn. Met dit plan stellen we sociale en duurzame alternatieven voor Brusselaars en pendelaars voor, zonder asociale belastingen op te leggen", zegt Raoul Hedebouw. "Natuurlijk zal er een interfederale aanpak en samenwerking nodig zijn om dit te bereiken, maar als we de mobiliteit willen verbeteren is er geen andere oplossing. Het is tijd voor de regeringen van dit land om samen te werken in plaats van elkaar in de voet te schieten. Als het aan ons lag, zou er maar één mobiliteitsminister in België zijn", besluit de PVDA-woordvoerder.
Zie de samenvatting van de maatregelen hieronder.
Download hier de volledige studie.