We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

We moeten eens praten over... partijfinanciering

Het burgerpanel “We Need To Talk” presenteert dezer dagen de resultaten van hun beraadslagingen. Nu is de politiek aan zet. Raoul Hedebouw lanceert alvast drie ideeën die een frisse wind kunnen doen waaien en schoon schip maken.

Geschreven door

Raoul Hedebouw loopt op straat naast het Warandepark. Raoul lacht en kijkt richting de camera. Hij draagt een grijze blazer en een wit hemd. Raoul Hedebouw

zaterdag 27 mei 2023 5 min leestijd

Raoul Hedebouw, voorzitter PVDA.

De PVDA pleit al lang voor de halvering van de overheidsfinanciering aan politieke partijen. Meer dan 75 miljoen euro per jaar, dat is gewoon te veel. De andere partijen proberen dat debat te vermijden en lanceren daarom allerlei afleidingsmanoeuvres. Ze viseren de hoogte van de lidgelden in plaats van de hoogte van de dotaties. Of ze willen ingrijpen op de manier waarop partijen hun geld besteden, zonder de vraag te stellen hoeveel partijen uit de staatskas graaien.

Voor ons is de cruciale vraag: hoe kunnen we de dotaties verminderen, terwijl we wel een systeem overhouden dat de partijen toelaat om te functioneren? Dan gaat het niet alleen over verminderen, maar ook over verbeteren. We denken dat een slimme financiering van politieke partijen kan bijdragen aan de democratisering van het politiek systeem.

Daarvoor hebben we drie eenvoudige voorstellen die in buurlanden al hun degelijkheid hebben bewezen.

Een vaste enveloppe

Ten eerste stellen we voor dat het parlement jaarlijks de enveloppe vastlegt die beschikbaar is voor de subsidiëring van de politieke partijen. Op die manier weet de bevolking exact hoeveel de overheid besteedt. We bespreken en beslissen dit alles openlijk en transparant. Zo herleiden we de partijfinanciering tot redelijke proporties.

In Duitsland leggen ze elk jaar de totale enveloppe voor de partijfinanciering (de ‘absolute Obergrenze’) vast en dat is daar geen routineprocedure. Een opvallend voorbeeld hiervan was de verhoging voor het jaar 2018, die de normale indexering ruimschoots overschreed. Na een klacht van de oppositie werd deze verhoging uiteindelijk als ongrondwettelijk verklaard.

Eigen bijdrage voor elke euro overheidssteun

We willen de overheidsfinanciering ook op een andere manier beperken. Partijen mogen niet 100% afhankelijk zijn van overheidssubsidies. Daarom stellen we een regel voor waarbij partijen een eigen bijdrage moeten leveren voor elke euro aan overheidssteun die ze ontvangen. ‘Matching funds’ heet dat dan. In Duitsland gaat men daar ver in en mag elke partij maar evenveel geld ontvangen van de overheid als ze zelf ook weet te mobiliseren bij de achterban. Voor elke euro steun of lidgeld, krijgt een partij ook een euro van de overheid.

Dat zorgt ervoor dat de partijen weer dichter bij hun leden en sympathisanten gaan staan. Ze zijn verplicht om verantwoording af te leggen. Ze zullen zorgvuldiger omspringen met hun financiën aangezien hun leden erop zullen toezien dat het geld goed besteed wordt. Inmiddels erkennen ook in België verschillende experten dat een systeem van ‘matching funds’ onvermijdelijk is.

Bij ons is het misschien niet meteen haalbaar om naar een 50-50 verdeling te gaan zoals in Duitsland. Er zijn echter voorstellen gelanceerd voor een systeem waarbij tegenover elke 10 euro eigen middelen, 90 euro overheidsfinanciering zou staan. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. “Een marginale matching fund-component zal niet volstaan om een nieuwe financieringscultuur te creëren binnen de partijen”, stellen prof. Bart Maddens en zijn collega’s dan ook terecht in het tijdschrift Sampol onder de veelzeggende titel “Hoe halen we partijen van het infuus van partijfinanciering?

Het systeem van “matching funds” zorgt ervoor dat Duitsland, na het Verenigd Koninkrijk, het Europese land is waar partijen het minst aan het overheidsinfuus hangen. Ook in Nederland en Ierland vormen lidgelden nog altijd een aanzienlijk deel van de inkomsten. Natuurlijk is het nog steeds belangrijk om mechanismen te voorzien die voorkomen dat grote bedrijven invloed kunnen kopen in het politiek proces. Op dat vlak kunnen we het beter doen dan sommige van die landen.

Nieuwe partijen een kans geven

Ten derde willen we ook nieuwe partijen een kans geven. Momenteel krijgen enkel partijen die al in het parlement zitten een dotatie. Het systeem is ook vooral voordelig voor de grote partijen. Deze twee mechanismes beschermen de groten tegen de kleintjes. We vinden dat ook nieuwe ideeën een kans moeten krijgen. Het is mogelijk om het financieringssysteem te herzien en meer egalitair te maken. Alle partijen die campagne voeren bij lokale of nationale verkiezingen, zouden een deel van hun kosten terugbetaald kunnen krijgen.

Er zijn verschillende voorbeelden van landen waar ook nieuwe partijen een subsidie kunnen krijgen. In Duitsland hebben partijen recht op financiering van zodra ze 1% van de stemmen halen in deelstaatverkiezingen. In Luxemburg ligt de drempel op 2%. Dat is veel lager dan de kiesdrempel van 5%, die tevens bepaalt of partijen in aanmerking komen voor financiering.

Dergelijke ideeën zouden een frisse wind doen waaien in het Belgische politieke systeem en ervoor zorgen dat er schoon schip wordt gemaakt. De ideeën zijn niet eens zo revolutionair. In andere Europese landen worden dergelijke principes al lang toegepast. Waar wacht de Wetstraat nog op?