We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Ouders en kinderen willen propere lucht in en rond scholen

Veertig scholen voerden vrijdagochtend actie voor propere schoollucht. De Pano-reportage van de VRT over de luchtkwaliteit was voor veel ouders de druppel die de emmer deed overlopen. Ze voeren actie omdat de overheid nauwelijks prioriteit geeft aan luchtkwaliteit. De PVDA steunt hun eisen en stelt een tienpuntenplan voor.

vrijdag 30 maart 2018

“Help, ik stik”, stond er op vele bordjes die kinderen hadden meegebracht. De oproep van het oudereninitiatief Filter-Café-Filtré om voortaan elke vrijdagochtend aan de schoolpoorten actie te voeren, kreeg veel respons. Vorige week deden 5 scholen mee, deze week al 40, waarvan 22 in Brussel en 18 in divers Vlaamse provincies. Ouders sloten een kwartier lang symbolisch de schoolstraat af. Ze willen dat de overheid in actie komt, maar die staat niet bepaald te springen.

PVDA-gemeenteraadslid Axel Bernard kaartte het probleem ook aan op de gemeenteraad van Schaarbeek. Hij verwees naar de ronduit slechte cijfers die de Carolus Magnusschool van Schaarbeek haalde in de nationale studie van Greenpeace over schoolluchtkwaliteit. Greenpeace mat de stikstofdioxide (NO2) in de lucht.

Waarom NO2 meten?

Blootstelling aan hoge NO2-concentraties kan leiden tot luchtwegen- en longontstekingen, vooral bij astmapatiënten. NO2 is ook een goede indicator voor de algemene luchtvervuiling (roet, fijn stof, enzovoorts). Als de NO2-concentratie hoog is, zal die voor fijn stof dat ook zijn. Luchtvervuiling door fijn stof en NO2 kan leiden tot een verhoogd risico of toename van hart- en vaatziekten, longkanker, leukemie bij kinderen, allergieën, vroegtijdige geboorten, cognitieve beperking … Vooral kinderen zijn er gevoelig voor. 20% van de opstoten van bronchitis bij astmapatiëntjes is een gevolg van luchtvervuiling. In België veroorzaakt luchtvervuiling elk jaar tot 2.320 vermijdbare overlijdens.

In de straat van de Carolus Magnusschool in Schaarbeek stijgen de NO2-concentraties boven de maximaal toegelaten waarde van 40µg/m³. En ook op de speelplaats blijven de concentraties overdag gevaarlijk hoog met resultaten boven de 30µg/m³. Terwijl 20µg/m³ al schadelijk is voor kinderen. De ouders maken zich dus terecht zorgen, maar niet zo burgemeester Clerfayt. Erger, een project om kinderen onder begeleiding met de fiets naar school te laten rijden, had hij voordien afgeschaft omwille van besparingen.

Overheid meet luchtvervuiling amper, daarom doen burgers en middenveld het zelf

Ook de gewestelijke overheden nemen hun verantwoordelijkheden veel te weinig op. Ze meten de luchtvervuiling amper. Het aantal meetpunten in Vlaanderen is ondermaats en vorige berekeningsmodellen onderschatten de werkelijke vervuiling. Sinds er in januari een beter model wordt gebruikt1, blijkt dat er in alle steden straten zijn waar de Europese jaarnorm van 40µg/m³ wordt overschreden, de zogenaamde streetcanyons: smalle straten met hoge bebouwing, waar de lucht niet circuleert en de luchtvervuiling dus blijft hangen.

Bij gebrek aan degelijke metingen namen burgers op tientallen plaatsen zelf het initiatief met lokale meetprojecten. En sinds kort organiseert de krant De Standaard een grootschalig onderzoek onder de naam Curieuzeneuzen. Dat project wil de luchtkwaliteit een maand lang meten met de medewerking van 20.000 burgers. Greenpeace onderzocht met Mijn lucht, mijn school de luchtkwaliteit in en rond 222 scholen2. En in Brussel ontstond het burgercollectief CleanAirBruxellesPropereLucht dat samen met ClientEarth de Brusselse overheid voor het gerecht daagde, omdat die er niet in slaagt de Europese norm van 40µg/m³ na te leven. Die meet de luchtvervuiling in Brussel maar op  elf plaatsen en op twee daarvan waren de instrumenten langdurig buiten werking. Bovendien hingen de meetinstrumenten niet op de meest vervuilde plaatsen, zodat het werkelijke probleem serieus onderschat werd. En zo ontstonden ook in Brussel burgermeetprojecten, zoals het AirCasting project dat Bral en de VUB organiseren, waaraan ook Geneeskunde voor het Volk van Molenbeek meewerkt.

Propere lucht aan de schoolpoorten

De PVDA stelt een 10-puntenplan voor om de luchtkwaliteit in en rond de scholen drastisch te verbeteren.

Hoe het woonst-schoolverkeer snel verminderen?

1. De overheden moeten jaarlijks de luchtkwaliteit in en rond alle scholen meten.

2. In Vlaanderen gebeurt een derde van de verplaatsingen naar school met de auto. In Antwerpen en Gent is dat 13%3. In Brussel 40%4. Elke school moet financieel gesteund en professioneel begeleid worden om een eigen mobiliteitsplan uit te werken5 dat uitgaat van het STOP-principe (stappen, trappen, openbaar vervoer, privévervoer). Kinderen en ouders worden gestimuleerd om te voet, per fiets of met openbaar vervoer naar school te komen. Er worden concrete oplossingen gevonden voor de veiligheid.

1. Kinderen worden in groep van belangrijke nabijgelegen haltes (metro, bus, tram) en naschoolse opvang begeleid naar de school en vice versa.
2. Een fietsleraar begeleidt fietsers in groep langs een parcours waar kinderen opgepikt worden die met de fiets naar school gaan.
3. Schoolstewards begeleiden de kleinsten in de belangrijkste bus-, tram- en metrolijnen bij het op- en afstappen.
4. Schoolstewards zijn aanwezig op de nabijgelegen haltes. Indien nodig worden schoolbussen ingelegd.
5. Kinderen worden niet meer met de auto voor de schoolpoort afgezet. Dat brengt de uitlaatgassen tot voor de schoolpoort. Indien de auto onvermijdbaar is, worden de kinderen afgezet aan dezelfde haltes waar de kinderen in groep vertrekken naar de school.

3.  In de buurt van de scholen wordt de 20km/u de regel.

4. Maak het openbaar vervoer gratis tijdens piekvervuiling, zodat mensen sneller kiezen voor openbaar vervoer.

5. In de hoofdstad Brussel moet een abonnement voor De Lijn, NMBS of MIVB – zonder meerprijs – toegang verschaffen tot alle bussen, trams, treinen of metro’s binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ongeacht of het gaat om lijnen van De Lijn, de TEC, de MIVB of de NMBS. Deze maatregel kan het aantal autoverplaatsingen onmiddellijk met 5% doen dalen.

Spaar de schoolstraten in de gemeentelijke mobiliteitsplannen, maak stappen en fietsen veilig

6. Op middellange termijn moeten de gemeentelijke (en gewestelijke) mobiliteitsplannen aangepast worden, zodat schoolstraten gespaard worden:

1. Sluip- en transitverkeer moet worden omgeleid. Geen minisnelwegen voor de schoolpoort

2. Sluit indien mogelijk de schoolstraat af tijdens het binnen- en buitengaan ‘s ochtends en ‘s namiddags.

7. Organiseer veilige en afgescheiden fietspaden. Beveilig gevaarlijke kruispunten

8. Bouw nieuwe scholen op minstens 500 m van een snelweg, of op minstens 50 m van een provinciale baan

Herdenk school, stad en mobiliteit

9. Vermijd dat mensen zich ver moeten verplaatsen voor hun school.

1.  Zorg voor voldoende kwaliteitsvolle kribbes en kleuter- en lagere scholen in elke gemeente of stadswijk. Zo vermijden we dat tienduizenden kinderen elke dag in een andere stad of gemeente naar school moeten. In Vlaanderen moet 50% van de scholieren zich meer dan 5 km verplaatsen. In Brussel moet een op de drie kinderen naar een andere gemeente voor hun lagere school, en twee op de drie zelfs voor hun secundaire school6.

2. Favoriseer bij het inschrijvingsbeleid korte thuis-schoolafstanden.

10. Maak het mogelijk dat mensen de auto laten staan door te investeren in een modern en performant openbaar vervoer. Dat is de enige manier om de klimaat- én propere luchtdoelstellingen te halen. Fijnmaziger netwerk, frequentere bediening, met propere technologieën: waterstof- en elektrisch. Verlaag de prijs en onderzoek in de grote steden hoe openbaar vervoer gratis kan gemaakt worden (zoals honderd steden in de wereld vandaag al doen). Maak eindelijk werk van GEN-netwerken rond de steden. Bouw ontradingsparkings aan de randen van de grote steden, met aansluiting op sneltrams of premetro’s die naar het centrum gaan.