Europese Unie financiert nieuwe Israëlische gevechtsdrones
Het grootste Israëlische militaire bedrijf krijgt miljoenen euro's aan Europese steun voor de ontwikkeling van nieuwe gevechtsdrones. Bij een van de projecten is ook de Belgische regering betrokken. Dat blijkt uit onderzoek van Investigate Europe en Reporters United. Marc Botenga, Europees Parlementslid voor de PVDA, reageert verontwaardigd en eist een onmiddellijke stopzetting van deze projecten, én een dringende herziening van de Europese regels.
Het Griekse bedrijf Intracom Defense is zopas aangesteld als hoofdcoördinator van het droneprogramma Actus, goed voor een budget van 59 miljoen euro. Het project richt zich met name op de integratie van wapensystemen in drones. Het geld komt via het Europees Defensiefonds van de Europese Commissie en van zeven EU-lidstaten, waaronder België, zo blijkt uit het onderzoek. Alleen: Intracom is nog amper Grieks. Het journalistencollectief Investigate Europe ontdekte dat 94,5% van de aandelen in handen is van Israel Aerospace Industries (IAI), een bedrijf dat eigendom is van de Israëlische staat. Meer nog: Het Israëlische bedrijf zou zelfs alle stemrechten binnen Intracom in handen hebben.
PVDA-Europarlementslid Marc Botenga, lid van de Commissie Veiligheid en Defensie in het Europees Parlement, reageert scherp:
“De drones van IAI spelen vandaag een centrale rol in de Israëlische genocide in Gaza. En tegelijk financiert de Europese Unie de ontwikkeling van nieuwe gevechtsdrones voor Israël? Dat moet onmiddellijk stoppen. De projecten moeten opgeschort worden en het Israëlische bedrijf moet uitgesloten worden.”
Volgens Botenga gaat het ook om een juridische kwestie: “Het Internationaal Gerechtshof roept Europese landen op om een genocide te voorkomen, en wat doet Europa? Het financiert nieuwe bewapende drones voor een bedrijf van de Israëlische overheid? Dat is oorlogsmisdaden aanmoedigen. Het is een flagrante schending van de verplichtingen onder het Verdrag inzake de voorkoming en bestraffing van genocide.”
De Europese financiering werd goedgekeurd terwijl het Israëlische offensief in Gaza al volop bezig was, en zelfs nadat het Internationaal Gerechtshof de internationale gemeenschap had opgeroepen om alles in het werk te stellen om genocide te vermijden.
Voor Marc Botenga legt dit schandaal ook ernstige tekortkomingen bloot in de ethische controlemechanismen, de veiligheidsprotocollen en de ethische controle van de EU en het Europees Defensiefonds: “Artikel 7 van het Europees Defensiefonds stelt duidelijk dat projecten moeten voldoen aan het nationale, Europese én internationale recht. En toch ging er geen enkel alarm af, ondanks de lopende oorlog en de internationale veroordelingen?”
Vorig jaar nog moest de Europese Commissie toegeven dat geen enkel ingediend project bij het Defensiefonds ooit geweigerd werd om puur ethische redenen.
