Pensioenprivileges politici : het Arizona-voorstel schiet tekort
Woensdag besprak de vzw ‘Pensioenen van de Volksvertegenwoordigers’ het nieuwe pensioenreglement voor ministers en parlementsleden. Onder druk van de onthullingen door de PVDA worden er stappen vooruit gezet. Toch blijven er nog een reeks voordelen bestaan. De linkse partij diende amendementen in om ook die af te schaffen. Omdat er niet genoeg leden van de meerderheid aanwezig waren, komt de vzw volgende week opnieuw samen voor de stemming.
“Dezelfde politici die met de kettingzaag de pensioenen van de werkende mensen in dit land aanvallen, plannen voor zichzelf halfslachtige hervormingen waarmee ze hun privileges behouden. Die twee maten, twee gewichten zijn onaanvaardbaar. Wij blijven strijden voor waardige pensioenen voor alle werkende mensen in dit land en tegen de privileges van politici”, zegt PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw.
Onder druk van de PVDA zal het Wijninckx-plafond ook van toepassing zijn op buitenlandse pensioenen. Zo zal bijvoorbeeld het pensioen van Didier Reynders (MR), dat momenteel 12.800 euro bruto bedraagt, beperkt worden tot het wettelijke maximum van 8.300 euro bruto.
Verder zal onder meer het parlementaire pensioen berekend worden op het gemiddeld loon van de laatste 10 jaren mandaat en wordt het vakantiegeld gelijkgetrokken met dat voor gepensioneerde ambtenaren. Dat kon eerst oplopen tot bijna 6.500 euro, maar wordt nu ingeperkt tot 330 euro.
“Na deze aanpassing blijft het pensioensysteem van politici zeer genereus”, besluit Hedebouw. “Een politicus zal na twaalf jaar in het parlement al een gemiddeld werknemerspensioen opgebouwd hebben. Het systeem van uittredingsvergoedingen blijft bestaan en telt mee voor de berekening van de pensioenleeftijd en het pensioenbedrag. Sommige politici die al langer zetelen, kunnen nog steeds op pensioen op hun 60e of 62e. De PVDA legt een reeks voorstellen op tafel om ook hier verandering in te brengen.”