We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Investeren in de toekomst

De facturen stapelen zich op, de klimaatproblemen worden erger en de oorlogen woeden voort. Alleen een kleine groep miljardairs wordt daar beter van. Politieke leiders staan erbij en kijken er naar. De mensen moeten maar hun plan trekken, zo zou je hun beleid kunnen samenvatten. Dat moet helemaal anders. We hebben nood aan grootschalige publieke investeringen in energie, huisvesting, transport, gezondheid en technologie. Doe de Switch, noemen wij dat: lagere energiekosten, betaalbare woningen, duurzame energie, isolatie en toegang tot technologische vooruitgang voor iedereen. Als we de handen in elkaar slaan kunnen we opnieuw bouwen aan een hoopvolle toekomst.

Investeren is terug van weggeweest

Investeren of niet investeren in de toekomst? Dat is de vraag. De voorbije tientallen jaren was het antwoord van de opeenvolgende regeringen duidelijk: er is geen geld voor investeringen want we moeten besparen. Na de bankencrisis van 2008 begon ook de Europese Commissie zich ermee te bemoeien. De lidstaten werden onderworpen aan strakke begrotingsregels zodat elke investering onmogelijk werd. Er werd volop gesneden in de overheidsdiensten. Die besparingen moesten de putten die gemaakt werden om de banken te redden zo snel mogelijk vullen. De regeringspartijen lieten het graag gebeuren. ā€œWe leven boven onze standā€, zo vatte een toenmalige vice-premier het samen. Hij werd ondertussen benoemd totĀ vicevoorzitter van de Europese Investeringsbank waar hij 22.000 euro per maand verdient.Ā 

In 2020 sloeg de sfeer om. De wereld ging in lockdown en deze keer was besparen om uit de crisis te geraken geen optie. Daarna kwam de oorlog in OekraĆÆne en de energiecrisis en ook dat deed de roep om investeringen luider klinken.Ā Alleen kwam er nu een nieuwe vraag bij: wie wordt er beter van de investeringen?

In de zomer van 2020 stelden de Europese regeringsleiders en de Europese Commissie met veel bombarie een herstelfonds van 750 miljard euro voor. Dat moest de economie en de gezinnen helpen om zo snel mogelijk te herstellen van de coronalockdowns, zo klonk het. Maar toen in juni 2021 de investeringsplannen werden bekendgemaakt, bleef er van de aanvankelijke sociale beloftes maar weinig over.

Bleek dat het Europese herstelfonds vooral een manier was om subsidies te laten vloeien naar Europese multinationals om hen te helpen in de concurrentiestrijd met de grote buitenlandse spelers, vooral deze uit China en de Verenigde Staten. En dan vooralĀ  op vlak van digitale en groene technologie. ZakenkrantĀ The Financial Times noemt dat de ā€˜globale subsidieoorlogā€™. De bedragen zijn om van te duizelen. De Duitse overheid pompt maar liefst 9,9 miljard euro belastinggeld in twee nieuwe fabrieken van chipbouwer Intel. Als er al nieuwe infrastructuur wordt gebouwd is dat vooral in functie van de noden van die multinationals. Met deze subsidies neemt de overheid de risicoā€™s over van de aandeelhouders.Ā 

Bedrijven als ArcelorMittal, Engie of de Antwerpse petrochemische multinationals varen er wel bij. Investeringen die ze normaal zelf moeten ophoesten, worden nu door de overheid betaald. De winsten die met de gloednieuwe installaties geboekt worden, mogen ze wel houden. Ze spelen bovendien met plezier de VS en de Europese Unie tegen elkaar uit. En zelfs binnen de Europese Unie worden landen tegen elkaar opgezet, zoals we in februari 2024 nog zagen met ArcelorMittal. ā€œMultinationals zijn gewoon subsidieshoppers gewordenā€, zegt het hoofd van de vermaarde Duitse economische onderzoeksgroep Kiel Instituut.Ā 

Belgiƫ is het koninkrijk van de bedrijfssubsidies geworden

BelgiĆ« doet volop mee aan die subsidiehype. Vlaanderen is onder de regering-Jambon kampioen van de bedrijfssubsidies geworden. WalloniĆ« moet niet onderdoen met de zoveelste versie van het Marshallplan. Van alle landen van de Europese Unie zijn de Belgische bedrijfssubsidies het grootst. ā€œLiefdadigheid van de politiek aan bedrijven, met het geld van de burger,ā€ noemt de studiedienst van het ABVV dat.

Geen wonder dus dat ook het geld van het herstelfonds voornamelijk richting bedrijven vloeit. Maar, zoals dat gaat in Belgiƫ, zijn de investeringsplannen verdeeld over de verschillende regeringen. Verschillende beleidsniveaus hebben allemaal hun eigen agenda. Coherentie en samenwerking zijn ver zoek. Subsidieshoppers kunnen zo gouden zaken doen door de verschillende overheden tegen elkaar uit te spelen en nog grotere sommen binnen te rijven. Het grote relanceproject is daardoor een zeer dure slag in het water geworden.

De Europese Commissie eist in ruil voor de middelen in het herstelfonds bovendien ingrijpende asociale hervormingen. Zo moeten sociale bijdragen, betaald door de werkgevers, vervangen worden door ecotaksen, betaald door werknemers. Regeringen voeren daarom brandstofbelastingen en kilometerheffingen in, breken pensioenrechten af en privatiseren overheidsbedrijven. Een lidstaat die onvoldoende maatregelen neemt, kan fluiten naar de centen.Ā 

Het Europese herstelplan biedt amper uitzicht op nieuwe jobs. In BelgiĆ« zouden de investeringen van 6 miljard minder dan 2500 banen opleveren. Het herstelplan is niet bedoeld om banen te scheppen en al evenmin om de slachtoffers van de crisis te helpen. Het is een openbare dienstverlening aan de privĆ©sector.Ā 
"Ons plan is in de eerste plaats een zeer krachtig signaal over de onmisbare rol van overheidsinvesteringen", zegt staatssecretaris voor Relance Dermine (PS). Die rol bestaat er dan blijkbaar enkel uit om de winsten van multinationals te vergroten.

Ook de oorlog in OekraĆÆne brengt een nieuwe golf aan bedrijfssubsidies op gang. De Duitse regering besliste om 100 miljard euro in F-35ā€™s en andere wapens te investeren. ā€œHet begin van andere tijdenā€, aldus de Duitse bondskanselier Scholz.Ā 

In ons land verhoogde de regering zonder noemenswaardig debat het militaire budget met 5 miljard euro per jaar. Wapenfabrikanten van Dassault en Lockheed Martin wrijven zich in de handen. Bedrijven als Airbus en BMW maken zich klaar om ook een graantje mee te pikken van de militaire investeringen. In de hele wereld werd in 2023 meer dan 2200 miljard euro besteed aan wapens. Hernieuwbare energie moest het met een pak minder doen: 750 miljard euro.

Terwijl de werkende mensen van de coronacrisis in de koopkrachtcrisis terecht kwamen, telden de miljardairs hun winsten. In coronajaar 2020 alleen al kwamen er 660 nieuwe miljardairs bij. Ze genoten volop van de vele miljarden aan overheidssteun die in de economie werden gepompt. Ze gingen ook aan het speculeren en deden de prijzen die wij betalen in de winkel naar recordhoogtes stijgen. Oxfam telde in 2022 62 nieuwe miljardairs in de voedselsector.Ā 

We hebben een andere logica nodig, deze van publiek-publiek investeren

De Europese regeringen goochelen met miljarden subsidies voor bedrijven, maar wanneer het gaat om investeringen in publieke voorzieningen klinkt altijd hetzelfde mantra: ā€œHet geld is op.ā€ Beter openbaar vervoer, de wachtlijsten in de gezondheidssector wegwerken, meer geld voor crĆØches, voor onderwijs of voor huisvesting? Sorry, we moeten de buikriem aanspannen.Ā 

Maar als je die subsidiestromen richting banken, miljardairs en wapenfabrikanten ziet, dan blijkt dat er wel degelijk geld is. Bij het doorschuiven van die miljarden is er ook nauwelijks debat. Maar als het gaat om de ongelijkheid aan te pakken, om goedkope en duurzame energie, het creƫren van publieke jobs en betere werkomstandigheden of om de klimaatverandering te stoppen, dan wordt plots de rekenmachine bovengehaald. Erger nog, dan wordt er vooral bespaard en delen die sectoren in de zwaarste klappen.

ā€œDwaasheid is steeds weer hetzelfde doen en dan andere resultaten verwachtenā€, zo zei Einstein ooit. Maar dat is precies wat onze regeringen al dertig jaar doen. Besparen op essentiĆ«le diensten en geld uitdelen aan bedrijven om dan telkens vast te stellen dat ons land helemaal niet voorbereid is op de volgende crisis.

Zo kan het niet verder. Een paradigmawissel dringt zich op. De winstzucht van de grote bedrijven mag niet langer de leidraad vormen voor beleidsbeslissingen.Ā 
Het is hoog tijd voor een Switch. Een Switch die ervoor zorgt dat facturen voor energie en de winkelkar weer betaalbaar worden. Waarom zouden we met zijn allen zo hard afzien enkel en alleen om de energiemultinationals nog rijker te maken? De samenleving, wij dus, moet die sector in eigen handen nemen, zodat de windturbines en energiecentrales eindelijk draaien voor de mensen en niet voor de winst.

Ook het klimaat snakt naar een Switch. Hittegolven en overstromingen wisselen elkaar in snel tempo af. De klimaatverstoring wordt steeds meer voelbaar en toch wordt het roer niet drastisch omgedraaid. Integendeel zelfs, steenkoolcentrales worden opnieuw van onder het stof gehaald en er wordt massaal geĆÆnvesteerd in schadelijk schaliegas. De valse klimaatoplossingen zoals groene taksen en individuele regels maken bovendien de koopkrachtcrisis alleen maar erger.

Onze arbeidsmarkt heeft ook behoefte aan een Switch. Door te knagen aan onze koopkracht bereiden de regeringen en de werkgevers de volgende, nog diepere crisis voor. Wie heeft er na die lawine van torenhoge facturen nog geld over om op restaurant te gaan of te gaan shoppen? Minder geld voor lonen betekent minder consumptie door werknemers. Slechtere verkoopcijfers dus voor bedrijven met als gevolg minder werkgelegenheid en nog minder geld voor lonen.Ā 

Het beleid van de afgelopen decennia laat de mensen aan hun lot over. Dat is een houding die we niet accepteren. Met lapmiddelen en hier en daar een schroef aandraaien zullen we niet uit de crisis geraken. De uitdagingen zijn te groot. De opeenvolging van crisissen leert ons dat de oude liberale recepten van de vorige eeuw niet werken. De vele besparingen en privatiseringen hebben ons kwetsbaar gemaakt voor de grote schokken die op ons afkomen.Ā 

De Switch doen betekent de versleten ideeĆ«n aan de kant schuiven en kiezen voor nieuwe oplossingen. Terwijl werkende mensen worstelen met hoge facturen, op huizenjacht moeten om een betaalbare woning te vinden, botsen op wachtlijsten in de gezondheidszorg, stressen om een crĆØche te vinden of vloeken omdat er weer een trein of bus werd afgeschaft, kunnen de miljardairs rustig achterover leunen. De Switch doen betekent eindelijk ook hen activeren. Het kapitaal dat zich blijft opstapelen moet ingezet worden om onze maatschappij te repareren.Ā 

Doe De Switch

Met het investeringsplan ā€œDoe De Switchā€ draaien we deze bladzijde om. Voortaan investeren we zorgvuldig en bewust in de publieke infrastructuur. Elke euro vloeit rechtstreeks naar de samenleving en verdient zichzelf meer dan terug.Ā 

Dankzij die investeringen blazen we de economie nieuw leven in. Ze zullen nieuwe banen opleveren in de gezondheidszorg, in collectief transport, in de bouw en renovatie, in de nieuwe technologie en in hernieuwbare energie. Van de arbeider tot de wetenschapper, van de technicus tot de kunstenaar, iedereen zal er wel bij varen. Alle woningen isoleren, doet niet alleen de facturen dalen, maar is ook goed voor het klimaat. Dat zal ons behoeden voor de miljardenfactuur die door klimaatcatastrofes op ons afkomt.Ā 

De samenleving plukt de vruchten van de innovaties in de gezondheidszorg en technologie. Zo kunnen we nieuwe inkomsten genereren en kosten besparen. Dat zien we in de Gig City van het Amerikaanse Chattanooga waar een overheidsbedrijf voor het allersnelste internet zorgt, in Denemarken met het openbare energiebedrijf en in het Weense woonbeleid waar de stad de dirigent is van de woningmarkt.

De investeringen voor de Switch zijn transparant en democratisch. We richten een publieke bank op die beroep zal doen op de Belgische spaarders. Zij kunnen intekenen op performante Switch-bons die een eerlijk rendement opleveren en waarvan de impact dankzij de Switch heel duidelijk merkbaar is. Daarnaast spreken we ook de sterkste schouders aan om meer bij te dragen.

Het zijn stuk voor stuk investeringen die zich dubbel en dik terug verdienen. Dankzij lagere facturen en huizenprijzen voor de mensen, dankzij een verkeer dat uit de knoop geraakt en de klimaatopwarming die gestopt wordt, dankzij een levendige digitale economie en dankzij een performante gezondheidszorg.Ā 

Verwarmen rijmt tegenwoordig op verarmen. Vandaag ontstaan er wrijvingen in gezinnen omdat iemand langer dan drie minuten doucht: ā€˜Weet gij wel wat dat kost?ā€™ Daartegenover staan een handvol energiereuzen die niet meer weten wat doen met hun poen en regeringen die weigeren de liberalisering terug te draaien.

Van de productie tot de distributie, van de opslag tot de prijszetting: de energiegiganten hebben er een puinhoop van gemaakt. We moeten de hele sector uit hun handen nemen en de overheid opnieuw aan het stuur zetten. Alleen zo kunnen we de switch naar hernieuwbare energie maken Ć©n de prijzen drastisch doen dalen.

Kijk naar Denemarken. Dat kleine land staat bovenaan de Europese ranglijst van landen met de meeste groene energie. Denemarken heeft die plaats bereikt dankzij een doordacht beleid van investeringen in een publiek energiebedrijf, Ƙrsted. Omdat niet de winsthonger van de private aandeelhouders centraal stond, kon het land de vervuilende kolencentrales sluiten en overschakelen op windenergie. Het ontwikkelde in eigen land een groene energiesector die meer dan 30.000 mensen tewerkstelt in de productie van windturbines. De publieke visie op energie zorgt er zelfs voor dat stadsverwarmingsnetwerken de normaalste zaak van de wereld geworden zijn. Die netwerken slaan tijdelijk energie op wanneer het hard waait en leveren die op andere momenten aan de gebruikers. Het is een zeer efficiƫnte en groene manier om huizen te verwarmen, en dat heb je nodig op een schiereiland waar het flink koud kan worden.

Het geheim van Denemarken is de publiek-publieke logica waarmee de Denen de energiesector en de klimaatuitdagingen hebben aangepakt. Geen enkel privĆ©bedrijf zou bijvoorbeeld de zeer winstgevende kolencentrales gesloten hebben of de ambitieuze investeringen in warmtenetten hebben gedaan. Dat vraagt om een langetermijnperspectief, wat totaal ontbreekt in de directiekamers van multinationals. Je moet durven rekenen op terugverdieneffecten die jaren in de toekomst liggen, maar er wel ooit zullen komen. Zoiets kan enkel in een publieke logica die niet de onmiddellijke ā€œreturn on investmentā€ nastreeft, maar kiest voor de ā€œreturn on societyā€ op lange termijn.Ā 

Dat is wat we bedoelen met ā€œPower to the Peopleā€. We nemen de energiesector opnieuw in publieke handen. Zo maken we energie goedkoop Ć©n duurzaam.Ā 

De zoektocht naar een woning is voer geworden voor spannende televisieprogrammaā€™s vol emoties. Alle macht ligt bij de projectontwikkelaars. Zij kopen de beste bouwgronden en poten daar dure lofts of kantoren neer. Om de schrale grond die overblijft voor betaalbare gezinswoningen wordt een epische strijd uitgevochten. Het resultaat van dat beleid kent iedereen die het ouderlijke huis verlaat. Je bent een rib uit je lijf kwijt als je een woning koopt en houdt nog amper iets over voor de verbouwing of isolatie. Huren dan maar? Ook dat wordt steeds meer onbetaalbaar en bovendien zijn de meeste huurwoningen van slechte kwaliteit.

Het kan anders en daarvoor hoeven we het niet eens zo ver te zoeken. Met een portefeuille van 220.000 huurwoningen is de stad Wenen de grootste huisbaas van Europa. Zo houden ze het woonbeleid in publieke handen. De overheid en niet de bouwpromotoren beslissen wat er waar gebouwd wordt op basis van de noden van de bevolking. Daardoor zijn er altijd betaalbare, duurzame en comfortabele koop- en huurwoningen beschikbaar. Eigenaars krijgen er ook nog eens renteloze leningen om hun woning energiezuinig te maken.

Wenen wordt jaar na jaar uitgeroepen tot de meest leefbare stad ter wereld, maar toch is het er niet peperduur, zoals in Londen, Amsterdam of Parijs. De stad verhuurt zelf 220.000 gemeenschapswoningen en subsidieert daarnaast ook nog eens 200.000 kwalitatieve huurwoningen. Hierdoor komt de Oostenrijkse hoofdstad aan meer dan 50 procent publieke woningen. De huurprijzen van die publieke woningen zijn laag (een alleenstaande betaalt zoā€™n 300 euro voor een comfortabel appartement) en dat drukt de prijzen op de private markt. Het Weense bestuur houdt zo de teugels in eigen handen en niemand hoeft er ooit wakker te liggen van de zoektocht naar een betaalbare woning.Ā 

Naar het Weense voorbeeld willen we ook in ons land de vastgoeddans leiden. We doen dit met de oprichting van Woonunies. Dat zijn publieke bedrijven die bouwprojecten opzetten, het woonbeleid aansturen en panden en gronden opkopen om publieke woningen te bouwen. Zo laten we de woonmarkt niet over aan speculerende projectontwikkelaars die enkel bouwen om zo snel mogelijk met grote winst te kunnen doorverkopen. De Woonunies maken het mogelijk om echt vooruit te plannen en ervoor te zorgen dat de beschikbare ruimte echt wordt benut in functie van de lokale noden op vlak van wonen en de bijhorende voorzieningen en groene ruimte. De voorwaarde is dan wel dat ze transparant en democratisch bestuurd worden, met rechtstreekse controle van de bevolking. Daarom wordt de Woonunie voorgezeten door de (verkozen) schepen van huisvesting en is de raad van bestuur aangevuld met vertegenwoordigers van vakbonden, buurtverenigingen, milieuorganisaties, jeugdwerkingen, seniorenverenigingen en ga zo maar door. Alle vergaderingen en besluiten zijn openbaar. Door op voorhand actief de inspraak van alle betrokkenen te organiseren, vermijden we achteraf dat projecten op de lange baan worden geschoven door een procedureslag vanwege buurtbewoners of belangenorganisaties.Ā 

Tegen 2050 moeten al onze woningen energiezuinig zijn om onze uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Een helse uitdaging die ontzettend veel geld zal kosten. Onze regeringen leggen de verantwoordelijkheid hiervoor bij de burger. Er zijn per regio deadlines waarbinnen bepaalde isolatienormen gehaald moeten worden, op straffe van boetes. De premies en leningen die de regeringen ter beschikking stellen, volstaan echter geenszins om het iedereen mogelijk te maken om te verbouwen. Premies ontvang je pas na start van de werken en dekken niet de volledige kost, terwijl een extra lening afbetalen financieel niet haalbaar is voor veel gezinnen. Net die huishoudens die het meeste hulp nodig hebben, vallen uit de boot. Dat moet anders.

Wij voeren een derdebetalersysteem in voor renovatieleningen. Dat wil zeggen dat de eigenaar van de woning zelf niets betaalt. De publieke investeringsbank schiet de kosten van de verbouwingen voor, zodat de werken direct van start kunnen gaan. Van zodra de werken klaar zijn, genieten de bewoners van een beter geĆÆsoleerd huis en dus ook van een lagere energiefactuur. Een deel van de korting op die energiefactuur wordt gebruikt om de lening in schijven af te betalen aan de publieke bank. Dit systeem staat open voor iedere eigenaar, zowel zelfbewoners als verhuurders. Via de Woonunies moedigen we aan om zoveel mogelijk wijk per wijk, straat per straat te renoveren in ā€˜renovatiegolvenā€™. Zo boeken we efficiĆ«ntiewinsten en beperken we de overlast. Deze efficiĆ«nte aanpak zien we resultaat boeken in Wenen, maar ook in Duitsland. Daar werden op tien jaar tijd vier miljoen huizen geĆÆsoleerd. Dat zijn bijna evenveel woningen als er in heel BelgiĆ« staan. Het is dus ook bij ons perfect mogelijk om via dit systeem ons woningpark te isoleren.

De Woonunies staan de woonmaatschappijen bij om sneller sociale woningen te bouwen en te renoveren, om zo de wachtlijsten weg te werken. We tekenen, op basis van de lokale noden, voor elke gemeente een ambitieus groeipad uit. Voor centrumsteden, waar de woonnood het allerhoogst is, streven we op middellange termijn naar minimaal 20 procent sociale woningen. Voor de andere gemeenten leggen we de lat op 10 procent. We leggen die streefcijfers vast in een bindend sociaal objectief. Naar Weens model verbreden we op termijn de doelgroep die recht heeft op een huurwoning van de staat. Vergeet het achterhaalde idee van sociale woningen als laatste redmiddel voor de allerarmsten: onze moderne en comfortabele publieke woningen worden een normale keuze in het woonaanbod. De ervaring in de Oostenrijkse hoofdstad leert dat een groot aanbod aan aangename publieke woningen, verspreid over de hele stad, er ook voor zorgt dat de private huurmarkt kwaliteit moet leveren aan een redelijke prijs.

Met die publieke logica maken we van wonen een gegarandeerd recht. Gedaan met de krabbenmand die de woonmarkt vandaag geworden is. Gedaan ook met de jacht op veel te dure huizen of de veel te lange wachtlijsten voor een sociale woning. Overal in Europa, ook in BelgiĆ«, laten mensen niet meer met zich sollen en komen ze op straat om het recht op kwaliteitsvol wonen af te dwingen. Gelijk hebben ze. Wenen toont aan dat het kan, waar wachten we op?Ā 

Nagelbijtend in de file staan. Verkleumen op een winderig perron omdat de trein of de bus alweer vertraging heeft of helemaal niet komt. Scrollen doorheen drie apps om een route te berekenen en drie tickets te kopen. Neen, je verplaatsen ā€“ naar het werk, naar familie, vrienden of de sportclub en de bioscoop ā€“ is geen feest in dit land.

Publiek en goedkoop transport met klokvaste en regelmatige treinen, bussen en trams die perfect op elkaar aansluiten, gratis parkings naast de stations en publieke deelsystemen voor auto en fiets: Luxemburg en Zwitserland tonen dat het kan. Er zijn minder files, minder luchtvervuiling en minder stress. Bij ons zeggen regeringen: ā€˜Trek uw plan en zoek het zelf maar uit en als dat niet lukt zullen we de autobestuurders wel wegpestenā€™. Wij maken een einde aan die verkeerschaos en kiezen voor betrouwbare, betaalbare en duurzame alternatieven voor onze mobiliteit.

Zwitserland zat ooit in hetzelfde sukkelstraatje als wij. Eind jaren ā€˜60 hadden de alomtegenwoordigheid van de wagen en de verwaarlozing van het openbaar vervoer geleid tot veel minder treinreizigers. De Zwitsers besloten de switch te maken naar alternatieven voor de wagen, maar dat ging niet zonder slag of stoot. Dankzij publieke druk kwam het plan ā€˜Bahn 2000ā€™ tot stand, een indrukwekkend toekomstplan om het Zwitserse openbare vervoersnet de 21ste eeuw in te loodsen. Het was het startschot voor grootschalige investeringen.

De voorbije tien jaar nam het aandeel van de trein in het personentransport toe tot 20 procent. BelgiĆ« haalt amper 8,4 procent. Zwitserland heeft het meest verfijnde spoornet van Europa. Dankzij de modernisering van het materieel, nieuwe spoorlijnen, meer en grotere stations, verloopt het treinverkeer sneller, vlotter en zonder haperingen. HĆ©t geheim is de ā€˜gecadanceerde dienstregelingā€™. Vergelijk het met een Zwitsers uurwerk: zoals al die fijne radertjes en veertjes perfect op elkaar zijn afgestemd, zo speelt de dienstregeling van treinen, bussen en trams op elkaar in. In Zwitserland hebben ze deze aanpak tot in de kleinste details verfijnd. Van het statige ZĆ¼rich Hauptbahnhof tot het stationnetje van het dorpje Le Brassus, 250 kilometer verder in het Juragebergte: overal is het openbaar vervoer op elkaar afgestemd. Dat kan bij ons ook.

Alles begint bij investeringen in trein, tram, bus en metro en meer personeel om dat alles goed te laten draaien. Daarnaast maken we komaf met de verschillende vervoersmaatschappijen die amper met elkaar communiceren en aparte dienstregelingen en tickets hebben. De nationale vervoersmaatschappij heeft Ć©Ć©n doel voor ogen: reizigers op de best mogelijke manier op hun bestemming te brengen. Het is een maatschappij die bus, tram, trein en metro veel beter op elkaar afstemt en aandacht heeft voor lokale noden en bezorgdheden.Ā 

Neem Brussel. De mensen die in de rand wonen zijn het meest afhankelijk van de auto om te pendelen. Circulatieplannen en lage emissiezones zullen de thuisverpleegster of shiftarbeider niet uit de auto krijgen. We breiden het aanbod van openbaar vervoer in en rond Brussel, vroeg en laat, fors uit om de drukke verkeersaders te ontlasten.Ā 

Ook rond de andere grote steden van het land grijpen we in. Voor Antwerpen, Gent, Luik en Charleroi zorgen we voor een betere ontsluiting via trein en tram, aangevuld met snelle buslijnen.

Buiten de steden pakken we grote openbare vervoerswoestijnen aan. Hier zijn treinen nergens te bespeuren en passeert de bus amper. Wie bijvoorbeeld van Aalst naar Opwijk wil, een regio waar veel mensen zich vestigen op zoek naar een betaalbare woning, is vandaag sneller met de fiets dan met het openbaar vervoer.Ā 

Ā 

We zorgen voor nieuwe treinverbindingen, waar buslijnen op aansluiten. Waar treinsporen geen optie zijn, zorgen sneltrams of -bussen voor een oplossing.Ā 

Industrieparken en KMO-zones werden vaak aangelegd met het idee dat iedereen er met de auto moest geraken. We pakken dat helemaal anders aan. We zorgen voor busverbindingen die tijdens de shiftwissels arbeiders en bedienden afzetten en weer oppikken en naar knooppunten in de buurt brengen. Voor uitgestrekte industriezones als de Antwerpse haven zorgen we voor een lightrail op de sporen die nu al voor goederen worden gebruikt.Ā 

Met de Switch kiezen we voor kwalitatief openbaar vervoer om meer reizigers aan te trekken en we maken het ook gratis. Steeds meer steden kiezen voor gratis openbaar vervoer. In Luxemburg zelfs over het hele grondgebied, voor tram, bus Ć©n trein. ā€˜Als kers op de taartā€™, zeggen de Luxemburgers, want ze hebben eerst fors geĆÆnvesteerd in betere verbindingen en stations. Wij willen ook zoā€™n taart, met een kers er op.Ā 

Zonder toegang tot het internet loop je verloren in de moderne maatschappij. Maar internet is duur. Bovendien wordt het gedomineerd door enkele heel grote bedrijven die bepalen wat we te zien krijgen en die ook nog eens een aanslag plegen op onze privacy.

We bouwen een publiek glasvezelnetwerk uit waarmee we alle gezinnen gratis ultrasnel internet aanbieden. De Amerikaanse stad Chattanooga deed het ons voor. Met een creatiefonds geven we makers van originele inhoud en apps een duwtje in de rug. Zo zorgen we voor een nieuwe creatieve golf waarin technologie ontwikkeld wordt die mensen en hun noden centraal stelt en niet de winst van Google, Amazon en Facebook.

Jarenlang lieten de grote Amerikaanse kabelboeren Chattanooga, een stadje in Tennessee, links liggen. Het publieke energiebedrijf EPB zag in 2007 dat de stad zo de nieuwe internetrevolutie dreigde te missen. Daarom rolde ze naast het elektriciteitsnet ook een glasvezelnetwerk uit. Dit zorgde voor een energiebesparing doordat vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd konden worden en konden alle gezinnen toegang krijgen tot supersnel en stabiel internet tegen een bodemprijs. Het stadje had plots het snelste internet in de Verenigde Staten. Tientallen technologiebedrijven verhuisden erheen en dit leverde de stad de bijnaam Gig City op.Ā 

Ook wij kiezen voor een publiek glasvezelnetwerk. We zorgen er zelfs voor dat het internet gratis wordt aangeboden. Vandaag hebben we met Proximus al een publiek telecombedrijf dat dit perfect kan. Maar Vivaldi en alle vorige regeringen willen liever dat Proximus zich gedraagt als een privaat bedrijf, inclusief de riante toplonen voor de CEO, de sociale dumping op de werven, een gebrekkige klantendienst en peperduur internet. Door van Proximus een modern publiek bedrijf te maken, blijft ook het glasvezelnetwerk in publieke handen en maken we internet gratis.

Sinds 2017 heeft het Franse CNC (Conseil National du CinĆ©ma de lā€™image animĆ©e) een fonds voor YouTubers. Ze steunen er de ontwikkeling van vernieuwende, unieke, ambitieuze en creatieve videoā€™s mee. Van korte clips tot lange docuā€™s, alles is mogelijk, als ze maar gratis te bekijken zijn en vrij zijn van reclame. Zo kunnen makers experimenteren met nieuwe formats en onderwerpen, los van wat private bedrijven graag zien en willen sponsoren.

Ook wij voorzien een creatiefonds zodat makers onafhankelijke en originele digitale mediaprojecten kunnen ontwikkelen. Ze kunnen projecten maken die kritisch zijn voor de maatschappij en ons in beweging zetten. De middelen worden verdeeld door directe democratie. In plaats van grote multinationals geven we de macht aan de mensen om te beslissen wat er gemaakt wordt.Ā 

Elk jaar organiseren we een bevraging van wat het publiek te zien wil krijgen, welke inhoud ze missen en welke makers ze een duwtje in de rug willen geven. Het resultaat van deze bevraging vormt de leidraad bij de beoordeling van de toekomstige projecten. De jury die beslist is een afspiegeling van de hele maatschappij. Het brede middenveld, mensen uit de werkende klasse, studenten en jongeren vormen de basis.

Het creatiefonds zal naast mediaprojecten ook nieuwe technologie ondersteunen. Vandaag is zo veel mogelijk winst maken de enige drijfveer van sociale mediaplatformen met alle misbruiken en schandalen van dien. Met het fonds stimuleren we nieuwe platformen die breken met deze logica.Ā 

ā€˜Uw baby heeft een zeldzame maar levensbedreigende ziekte? Dat is dan twee miljoen euro voor een medicijn.ā€™ Uw geld of uw leven, zeggen veel farmabedrijven. Met het terugverdienen van investeringskosten hebben die absurde prijzen niks te maken, wel met de patenten en de monsterwinsten die je daarmee kan maken. Onze gezondheidszorg kreunt eronder. Dan zijn er ook nog de lange wachtlijsten door het tekort aan zorgkundigen.

We richten een Europees Salk Instituut op. De naam is een eerbetoon aan Jonas Salk, de onbaatzuchtige uitvinder van het poliovaccin. Het Instituut financiert hoogstaand medisch onderzoek. Welk onderzoek er gebeurt wordt bepaald door de noden, niet door de winstgrillen van Big Pharma. Het eindresultaatĀ  wordt een publiek goed, toegankelijk voor iedereen. Het geld dat we uitsparen, investeren we in meer personeel en betere preventie.

Dat dit perfect mogelijk is, toont het in 2003 opgerichte Drugs for Neglected Diseases initiative (DNDi) aan. Franse, Indische, Maleisische en Keniaanse onderzoeksinstellingen ontwikkelden op 15 jaar tijd samen met de Wereldgezondheidsorganisatie niet minder dan acht nieuwe geneesmiddelen voor tropische ziektes. Dankzij haar open samenwerking met vele onderzoekers kon dit veel goedkoper dan de private farma-industrie.Ā 

We hebben zo'n publiek initiatief nodig voor alle ziekten waar nog geen medicijnen voor bestaan. ā€œHad de farmasector wat meer risico genomen en wat meer geduld geoefend en de medicijnproeven niet na de eerste tegenslag afgeblazen, dan hadden we vandaag dichter bij een geneesmiddel gestaanā€, zegt Leuvense toponderzoeker naar Alzheimer Bart Destrooper. Met een publiek initiatief kunnen we de 140.000 Belgische patiĆ«nten met Alzheimer en hun familie opnieuw hoop geven.

Met het Europees Salk Instituut bieden we een perspectief aan miljoenen patiƫnten en brengen we een revolutie teweeg voor het werk van duizenden wetenschappers. Zij kunnen hun talent inzetten om werkelijk het verschil te maken zonder te moeten vrezen dat hun werk gegijzeld wordt door de farmareuzen. Ze kunnen zich concentreren op onderzoek dat er echt toe doet en genieten van de kracht van samenwerking over de grenzen Ʃn over de muren van de bedrijven heen. Het Europees Salk Instituut gaat zo ook de frustrerende verspilling van talent tegen.

Het Europese Salk Instituut houdt de wetenschappelijke knowhow in handen van publieke instellingen. Die staan overheden bij in de onderhandelingen met farmaceutische bedrijven die de geneesmiddelen op de markt zullen brengen. Dankzij de publieke kennis kunnen overheden veel betere prijzen bedingen en op Europese schaal openbare aanbestedingen doen via het zogenaamde kiwi-model. Zo hebben we de goedkoopste medicijnen en drukken we tientallen miljarden kosten in de gezondheidszorg.Ā 

De Switch zal onze maatschappij ingrijpend veranderen. Maar daar zijn natuurlijk middelen voor nodig. Hiervoor richten we een publieke investeringsbank op naar het voorbeeld van de Duitse bank Kreditanstalt fĆ¼r Wiederaufbau. De bank is al jaren een baken van stabiliteit, de veiligste bank ter wereld. Ze is volledig in handen van de overheid en haalt geld op bij spaarders om publieke investeringen te financieren. De Switch-bank krijgt als opdracht om sociale en duurzame publiek-publieke investeringen te doen.Ā 

Dankzij deze bank blijven de investeringen buiten de begroting, en dus ook buiten de besparingsdrift van de Europese Unie. Duitsland kon op die manier een grote sprong vooruit maken op vlak van hernieuwbare energie en het isoleren van woningen.Ā 

De nieuwe publieke bank geeft Switchbons uit aan Belgische spaarders. Die krijgen naast een aantrekkelijke interestvoet en een veilige investering ook alle informatie over wat er met hun geld gebeurt. De bank investeert die spaarmiddelen en de investeringen verdienen zich op lange termijn altijd terug.

Naast de publieke investeringsbank zorgen we ook voor nieuwe inkomsten om de werkingskosten van de publieke bedrijven te dekken: meer bussen en treinen en meer investeringen in onderzoek en ontwikkeling. Een grondige fiscale hervorming is hiervoor nodig. We zorgen voor een echte progressieve kapitaalbelasting, Ć©Ć©n die enkel de allerrijksten viseert. Een miljonairstaks zorgt voor het nodige opstartkapitaal en de latere opbrengsten gebruiken we om de openbare diensten te verbeteren en de sociale zekerheid te versterken. We schaffen fiscale cadeaus voor de rijksten af en voeren een doorgedreven strijd tegen fiscale fraude.