We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Miljonairstaks

Twee procent op de één procent! We voeren een miljonairstaks in van twee procent op nettovermogens boven de vijf miljoen euro (en van drie procent op de vermogens boven de tien miljoen euro). Daarmee belasten we de top één procent rijksten. 

Om de taks te innen, breiden we Tax-on-web uit met een Fortune-on-web. Daar kunnen multimiljonairs de gegevens over hun vermogen aanvullen. 

Om kapitaalvlucht en fraude tegen te gaan, schaffen we het bankgeheim af en richten we binnen de overheidsdienst Financiën een cel “Grote Vermogens” op.

“Het is heel eenvoudig voor de rijken om hun fortuin midden in de nacht te verhuizen weg uit België,” zo beweert minister van Financiën Vincent Van Petegem (cd&v). Het is één van de vaakst terugkerende argumenten om de miljonairstaks niet in te voeren. Maar dat argument houdt geen steek. Miljonairs verhuizen niet zo maar omwille van een kleine belasting, zo toont internationaal onderzoek aan.

Een studie van de OESO uit 2018 stelt bijvoorbeeld dat in 2014 slechts 780 Franse miljonairs die de Franse ISF zouden moeten betalen het land verlieten. Op een totaal van 331.10 belastingbetalers is dat slechts 0,23%. Bovendien verhinderde de belasting niet dat hetzelfde jaar zo’n 300 belastingbetalers terugkeerden naar Frankrijk.[23]

Professor Gabriel Zucman bestudeerde in detail de gedragseffecten van Franse miljonairs op het rendement van de ISF. Hieruit blijkt dat het effect van kapitaalvlucht zeer klein is in vergelijking met het rendement van de belasting. “Het resultaat van mijn studie spreekt het idee van een massale fiscale exodus helemaal tegen” besluit hij.[24] Professor Piketty treedt hem hierin bij: “De inkomsten uit de vermogensbelasting (toen deze werd toegepast in Frankrijk, nvdr) groeiden zeer snel van jaar tot jaar, ze vervijfvoudigden in twintig jaar, dus veel sneller dan het BBP, sneller dan het niveau van de vastgoedprijzen... Dus als er echt sprake was geweest van wijdverspreide lekkage, zoals soms wordt beweerd, zouden we deze enorme toename van de inkomsten niet hebben gehad.”[25]

Ook in Denemarken en Zweden is onderzocht of miljonairs verhuizen als gevolg van een miljonairstaks, en ook daar vindt men dat dit verwaarloosbaar is. Een Belgische studie uit 2023 besluit dat er een “verwaarloosbaar effect [is] van internationale migratie in verhouding tot de gegenereerde inkomsten.”[26] Ook wil de zeer beperkte verhuis van enkele miljonairs niet zeggen dat de economische activiteit die hen zo rijk maakt, mee verhuist.

Er zijn ook voorstellen om de enkele hardleerse belastingontwijkers-door-verhuis aan te pakken. Presidentskandidaten Bernie Sanders en Elizabeth Warren stellen daarvoor een exit-tax van 40% en het verlies van de nationaliteit voor.[27] 

Onze miljonairstaks vraagt van de één procent rijksten van het land een voor hen relatief kleine bijdrage. Met dat geld kunnen we investeren om aan sociale noden tegemoet te komen en om de klimaatverandering tegen te gaan. Die investeringen leveren nieuwe jobs en economische activiteit op in sectoren als de groene energieproductie, het transport en de bouw en renovatie van woningen. Na jaren van besparen op alles wat los en vast zit, en nu de productie in Europa terugvalt, zijn zulke publieke investeringen nodig om de economie aan te zwengelen en klaar te maken voor de toekomst. 
Maar, zo luidt de tegenwerping, de belasting zorgt er ook voor dat de superrijken iets minder geld hebben. Dat klopt, het geld dat we investeren in de toekomst van de samenleving, kunnen zij niet meer investeren in speculatieve producten. Dat speculatieve investeringsgedrag heeft echter een negatieve impact op de economische groei.[39]

De economen debatteren volop over wat nu het beste recept is om voor economische groei te zorgen. Neoliberale economen beschouwen de miljonairstaks als een verlies van investeringsmogelijkheden voor de rijksten, en dat is volgens hen altijd slecht voor de economie. Andere economen bekijken het bredere plaatje en stellen de vraag hoe we dan wél gaan investeren in onze samenleving. Zij zien in een vermogensbelasting een eerlijke oplossing om de sterkste schouders meer te laten bijdragen. Edoardo Traversa, professor fiscaal recht van de UCLouvain, wikt en weegt de verschillende soorten belasting en concludeert: “De vermogens op terugkerende basis belasten is waarschijnlijk de minst schadelijke belasting voor economische activiteit.”[40]

Heel recent nog vonden onderzoekers van Berkeley University dat in Frankrijk de rijkentaks  Impôt de Solidarité sur la Fortune, de ISF, geen rem was op de economische groei. Het rapport wijst er zelfs op dat de resultaten van het onderzoek bemoedigend kunnen zijn om een vermogensbelasting te introduceren.[41] Ander onderzoek wees uit dat het afschaffen van deze ISF niet leidde tot hogere investeringen of economische activiteit, maar wel tot een verhoging van de dividenden van Franse bedrijven aan hun aandeelhouders.[42]

Belastingen heffen en aangiftes controleren vraagt natuurlijk tijd van belastingcontroleurs en vraagt investeringen in (computer)infrastructuur om dat efficiënt en transparant te kunnen doen. Dat geldt voor alle belastingen. Vandaag verwerkt de FOD Financiën jaarlijks enkele miljoenen aangiftes in de personenbelasting. De dienst controleert ook de boekhouding van honderdduizenden bedrijven. We willen dat al dat werk gebeurt omdat we weten dat het op het einde van de rit opbrengt. Hoe groter de bedragen waarover het gaat, hoe meer zo’n belastingcontroleur opbrengt. “Een agent van de bijzondere belastinginspectie kost 55.000 euro per jaar, maar levert 425.000 euro op,” vertelden de directeurs van deze dienst aan de krant La Libre.[43] 

Dat geldt ook voor de speciale dienst “Grote Vermogens” die we willen oprichten. Deze dienst is dan de ploeg van belastingcontroleurs die gespecialiseerd zijn in de aangiftes van de 70.000 gezinnen die een miljonairstaks zouden moeten betalen. Zo’n dienst bestaat nog niet in België maar is courant in andere landen. Een OESO-rapport geeft aan dat 23 van de 58 onderzochte landen al in 2017 zo’n aparte dienst hadden. In het Verenigd Koninkrijk zijn er zelfs twee: een dienst die zich richt op zo’n 700.000 Britten met een vermogen groter dan 2 miljoen pond, plus een dienst voor de superrijken met een vermogen groter dan 20 miljoen pond.[44] 

Dankzij onze dienst “Grote Vermogens” en dankzij de vooruitgang in computertechnieken wordt het innen van de miljonairstaks na verloop van tijd goedkoper en efficiënter. Het Planbureau berekende de kosten voor de overheid en schat dat ze in het begin zo’n 3% van de inkomsten zullen bedragen. Een studie uit het Verenigd Koninkrijk verwacht van een vermogensbelasting een opbrengst tot 52 miljard pond per jaar en rekent op een administratieve kost van 1,4% daarvan.[45]

Bart Van Craeynest, de hoofdeconoom van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka, beweert dat qua belastingdruk op het vermogen België al op de tweede plaats staat in de Europese Unie.[46] Om dat te “bewijzen” vergelijkt hij de inkomsten van allerlei belastingen op vermogen – de registratiebelastingen bij een huis, de sociale bijdragen van zelfstandigen, de erfenisrechten enzovoort – met het bruto binnenlands product. Zijn argumentatie is totaal fout. 

Want het zijn gewone mensen, en niet de rijksten, die de belastingen op vermogen die Van Craeynest opsomt, betalen. Meer dan de helft van zijn sommetje bestaat uit transacties, erfenissen en schenkingen. Multimiljonairs doen aan successieplanning om hier niet onder te vallen. 

Een kwart van het sommetje komt van de roerende voorheffing, maar ook die wordt vooral door de kleine belegger betaald, want die betaalt 30% dividendbelasting. Grote kapitalisten zoals de Spoelberchs, de Frères, de Bertrands en anderen betalen vaak geen roerende voorheffing omdat zij hun vermogen opbouwen in patrimoniumvennootschappen en die zijn vrijgesteld van deze belasting. 

Ook voor de registratierechten die je betaalt bij de aankoop van een woning geldt: ze worden vooral door gewone mensen betaald. De meerderheid van de Belgische bevolking bezit immers een eigen woning. Dat geldt ook voor de onroerende voorheffing, die iedereen met een woning betaalt. Merk op dat deze voorheffing vaak zelfs lager ligt in gemeentes met rijkere inwoners. 

Wat de cijfers van de Van Craeynest vooral aantonen is: kleine vermogens worden wel belast, de grootste ontspringen de dans.

Ja. De Franse Impôt de Solidarité sur la Fortune (ISF) heeft 28 jaar lang miljarden opgebracht op basis van de vraag aan de miljonairs hun vermogen zelf aan te geven. Het is dan ook niet nodig te wachten op een Belgisch vermogenskadaster om een miljonairstaks te introduceren. Bij vermoeden van fraude kunnen belastinginspecteurs altijd gericht op onderzoek gaan, zoals met elke andere belasting. 

Een vermogenskadaster is alleen maar een hulp om de controle te vergemakkelijken. Het is een databank waarin alle (grote) bezittingen van de Belgen worden bijgehouden. In principe heeft de Belgische overheid al zeer veel van deze gegevens ergens staan, maar ze zijn nog verspreid over verschillende databanken. We hebben het immobiliën-kadaster, de informatie over rekeningen en hun titularissen in het Centraal Aanspreekpunt van de Nationale Bank, het UBO register met de informatie over wie welke vennootschap bezit, we kunnen de verzekeringswaarde van luxegoederen gebruiken en buitenlandse tegoeden worden nu ook al gemeld aan de Belgische fiscus. 

Als we al deze bronnen met elkaar verbinden, hebben we al de start van een vermogenskadaster. Voormalig gouverneur van de Nationale Bank, Luc Coene, verklaarde tien jaar geleden al dat dit geen technisch probleem vormt: “Veel van die gegevens zoals immobiliën en financiële activa zijn nu al bekend bij diverse overheidsdiensten. Technisch gezien is het met de huidige IT niet moeilijk om die gegevens samen te brengen.” 

Daarmee zou België zich eindelijk aansluiten bij het groeiende lijstje van landen die zo’n kadaster al hebben, waaronder Nederland, Frankrijk, IJsland en Noorwegen.

Lange tijd dacht men ten onrechte dat in België het vermogen veel gelijker verdeeld is dan in andere Europese landen. Onderzoek in die landen wees uit dat de rijkste tien procent zo’n 50 à 60% van het vermogen bezitten en de top één procent tussen 20 en 30%. Het schaarse onderzoek naar de vermogensverdeling in België wees uit dat het bij ons anders zou liggen. De rijkste tien procent zouden “slechts” 45% van het vermogen bezitten, en de top één procent zou een vermogensaandeel hebben van “slechts” 16%. De conclusie was duidelijk: België is veel gelijker dan de andere Europese landen.

De laatste jaren is dat beeld drastisch veranderd. Niet omdat de vermogensverdeling sterk veranderd is, maar omdat er nauwkeuriger onderzoek naar gedaan werd. Door op een andere manier tewerk te gaan, kwam de Nationale Bank van België tot de conclusie dat de rijkste tien procent zo’n 55% van het vermogen bezitten. Recht in de middenmoot van de Europese landen. Een andere recente studie onderzocht ook het aandeel van de rijkste top één procent en vond dat die waarschijnlijk zo’n 24% van het vermogen bezit.[47] Ook dat ligt in lijn met onze buurlanden. De conclusie is duidelijk: België is even ongelijk als andere landen in Europa. En net zoals er elders een miljonairstaks nodig is om er iets aan te doen, is dat ook in België het geval.

De spaarcentjes die wij opzijzetten, zijn inderdaad een deeltje van onze inkomsten die al belast zijn. Maar de echt grote vermogens die we aanspreken met de miljonairstaks komen doorgaans niet van looninkomsten, maar van inkomsten uit investeringen en die zijn veel minder belast dan inkomsten uit arbeid. 

In België is bijvoorbeeld de meerwaarde die je boekt op aandelen, helemaal niet belast. Grote vermogens gebruiken daarbij ook persoonlijke vennootschappen om geen dividendbelasting te moeten betalen. Zo komt het dat de rijksten een veel lager belastingtarief betalen dan de werknemers. Met de miljonairstaks wordt die scheefgroei een beetje rechtgezet.

Overigens is een dubbele belasting niet uitzonderlijk. Wij betalen immers belastingen op ons loon, maar we betalen als we er iets mee kopen nog eens consumptiebelasting, de btw. En we moeten ook belasting betalen op het afval ervan. Daarbij nog dit: het zijn allemaal belastingen die voor een multimiljonair veel minder doorwegen.

1. De miljonairstaks van de PVDA: doelgericht, ambitieus, haalbaar en nodig

a) Doelgericht
De miljonairstaks stelt het vizier scherp op de rijkste één procent. Niet omdat dat mooi zou klinken, wel omdat daar het grootste deel van de rijkdom geconcentreerd zit. De rijkste één procent bezit een kwart van het totale vermogen. 
Onze miljonairstaks richt zich op de vermogens van 5 miljoen euro en meer. De middenklasse blijft buiten schot. 99% van de bevolking betaalt niets. 

b) Ambitieus
De miljonairstaks is ambitieus: we heffen 2% op netto vermogens tussen de 5 en de 10 miljoen euro, 3% op vermogens boven de 10 miljoen euro. Dat brengt 8 miljard euro op.

c) Haalbaar
De miljonairstaks is perfect haalbaar: de superrijken moeten zelf hun fortuin aangeven via Fortune-on-Web. We zorgen voor effectieve controles en pakken fraude streng aan.

d) Nodig 
De miljonairstaks is nodig om te investeren in de sociale noden van onze samenleving: betaalbaar wonen, betere zorg, openbaar vervoer dat werkt…
 

2. Ons voorstel krijgt navolging

Sinds de PVDA op haar verkiezingscongres van begin maart 2024 een nieuw voorstel lanceerde, is de miljonairstaks een hot topic.

Eerlijke belastingen is dé inzet van de komende verkiezingen. Waar gaat de volgende regering het geld zoeken. Durft men het geld eindelijk halen waar het zit, bij de superrijken? Of laten ze de werkende mensen weer opdraaien?

Wij trekken het debat naar links. Ook andere partijen, zoals Groen en Vooruit, beloven nu onder onze druk om de grote vermogens te belasten. Zelfs Bart De Wever begint te beseffen dat de superrijken niet langer buiten schot kunnen blijven. Hoe groter de PVDA wordt, hoe zwaarder wij op het debat wegen.

De voorstellen van Vooruit en Groen zijn echter veel minder ambitieus: de belastingpercentages zijn lager en er is veel minder opbrengst.

Vooruit wil amper 0,3 procent heffen op de financiële vermogens boven de 1 miljoen euro, Groen wil 0,4 tot 1,2 procent heffen op vermogens boven de 2,5 miljoen euro.

Vooruit wil met haar heffing op de financiële vermogens 1 miljard ophalen. De vermogensbelasting die Groen in gedachten heeft mikt op hetzelfde bedrag.

Ter herinnering: in 2014 sprak Groen nog van een vermogenstaks die 7,5 miljard zou opbrengen en in 2019 van een vermogenstaks die 2 miljard zou opbrengen. Nu hebben ze de lat nog verder verlaagd naar 1 miljard euro. Dat is niet ambitieus, en ver onder wat we nodig hebben.

In essentie willen Groen en Vooruit vooral de bestaande effectentaks wat verbeteren. Dat staat ver van de ambitieuze miljonairstaks die wij voorstellen.
 

3. Geen woorden maar daden

Het is altijd hetzelfde liedje: voor de verkiezingen komen ze met mooie beloftes, maar die zijn ze na de verkiezingen snel weer vergeten. Groen en Vooruit hadden de kans om de vermogens aan te pakken, maar hebben dat niet gedaan.

‘En de effectentaks dan?’, horen we hen zeggen. Nee, dat was geen ernstige manier om de rijksten te belasten. Die taks bedraagt slechts 0,15% en brengt amper 400 miljoen euro op. En de allerrijksten blijven in grote mate buiten schot, want hun aandelen staan grotendeels op naam, niet op effectenrekeningen.

Erger nog: de voorbije legislatuur hebben wij 11 keer de miljonairstaks op tafel gelegd in het Parlement. 11 keer stemden Vooruit en Groen, de zelfverklaarde voorstanders van een vermogensbelasting, tégen ons voorstel.

De PVDA blijft strijden voor een miljonairstaks, ook na 9 juni.