We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Sociale verkiezingen: spoorwerknemers verkopen de regering een opdonder

De resultaten van de eerste sociale verkiezingen bij de NMBS zijn bekend. Ze hebben sommige ministers waarschijnlijk een slapeloze nacht bezorgd.

woensdag 19 december 2018

Sociale verkiezingen: spoorwerknemers verkopen de regering een opdonder

Jarenlang hebben rechtse partijen onophoudelijk verklaard dat “vakbonden geen werknemers vertegenwoordigen”, of dat vakbonden “hun verstand verloren hebben”. Het spoorpersoneel geeft deze rechtse partijen een niet mis te verstaan antwoord: de twee grote vakbonden komen versterkt uit deze eerste sociale verkiezingen, iets heel anders dan wat de regering verwacht had.

De mislukte gok van de rechtse regering

Na maanden van voorbereiding werden van 3 tot 6 december 2018 de eerste sociale verkiezingen gehouden in de geschiedenis van de Belgische spoorwegen. Eigenlijk was het een dubbele gok van de regering: ze wou enerzijds de spoorbonden kreupel maken en anderzijds de spoorwegarbeiders verzwakken in hun strijd tegen de voorbereiding van de liberalisering. In het vizier waren de twee grote spoorbonden ACOD-Spoor en ACV-Transcom.

Het idee was om de macht van de werkgevers te versterken door de vakbonden mekaar te laten bekampen. Anderzijds hoopte de regering de vakbonden te isoleren. De rechtse partijen waren ervan overtuigd dat de twee grote vakbonden de werknemers niet echt meer vertegenwoordigen. Inez De Coninck, parlementslid voor de N-VA: “Het is twijfelachtig of ze werkelijk de stem van alle medewerkers vertegenwoordigen.” Voor haar “hebben de spoorbonden hun verstand verloren”. De oplossing werd dus: “Laat het NMBS-personeel zijn eigen vakbondsvertegenwoordigers kiezen”. Impliciet: spoorwegarbeiders zullen veel minder veeleisende vertegenwoordigers kiezen (N-VA persbericht, 7 januari 2016).

Op beide fronten gaven de NMBS-werknemers de regering lik op stuk.

De twee grote vakbonden komen versterkt uit de sociale verkiezingen.

Ten eerste: van de 523 posten die in de verschillende overlegorganen moeten worden ingevuld, worden er 302 (58%) door het ACOD ingenomen en 188 (36%)  door het ACV. De andere vier vakbondsorganisaties ontvangen slechts 6% van het totale aantal mandaten (33). De voorziene versplintering die bedoeld was om de spoorbonden te verzwakken, is dus uitgebleven.

Ten tweede: met een opkomst van 54,3% is het resultaat heel duidelijk. De twee grote bonden behouden overtuigend de steun van de werknemers en de rechtse partijen krijgen niet waarop ze hoopten. Zeker als we weten onder welke omstandigheden de sociale verkiezingen hebben plaatsgevonden.

Door de sociale verkiezingen bij de NMBS op een ander moment te organiseren dan de “klassieke” sociale verkiezingen, die in 2020 worden gehouden, heeft de regering er bewust voor gekozen om de taak van de organisatoren van deze verkiezingen te bemoeilijken. De ambtenaren van HR Rail (het overkoepelende personeelsorgaan) dienden zelf maar uit te zoeken hoe ze deze verkiezingen moesten houden, met zeer weinig hulp van het ministerie van Tewerkstelling.

Bovendien werd er geen budget voorzien om deze verkiezingen te organiseren. Opdat de kosten niet zouden oplopen, moesten enkele medewerkers van HR Rail dan maar de hele verkiezingsprocedure voorbereiden naast hun normale werk. Bovendien staat de wet werknemers toe hun job te verlaten om te gaan stemmen. Maar zonder budget is het een onmogelijke opgave om de continuïteit van de dienst te garanderen als men duizenden werknemers moet laten stemmen.

Daarenboven waren er te weinig stembureaus en waren die niet voldoende geopend om alle arbeiders toe te laten te kunnen stemmen. Veel spoorpersoneel werkt onder omstandigheden die hen niet toelaten om makkelijk te gaan stemmen: honderden spoorarbeiders werken ’s nachts of in afgelegen stations. Zo moesten sommige mensen tientallen kilometers van hun werk gaan stemmen. Spoorarbeiders die ’s nachts werken (22 uur – 6 uur) moesten langer aan het werk blijven om deel te kunnen nemen aan de verkiezingen.

Het is duidelijk: er waren veel hindernissen voor het spoorpersoneel om te gaan stemmen. In deze context is een participatiegraad van 54% een succes, vooral omdat dit de eerste sociale verkiezingen waren in de geschiedenis van het spoor