Pensioenmalus treft bijna de helft van het zorgpersoneel
De Arizona-partijen willen een ‘pensioenmalus’ invoeren: een financiële sanctie voor werkende mensen die vervroegd met pensioen gaan en niet aan bepaalde voorwaarden voldoen. Het gaat om werknemers die voor de wettelijke pensioenleeftijd van 66 jaar – of 67 jaar vanaf 2030 – op pensioen gaan en (1) minder dan 35 loopbaanjaren van 156 dagen met effectieve arbeidsprestaties en (2) 7.020 effectief gewerkte dagen over de hele carrière op hun loopbaanteller hebben staan. 44% van het zorgpersoneel dat op vervroegd pensioen gaat, voldoet niet aan deze voorwaarden en zou een malus krijgen. Dat betekent dat ze een pak pensioen verliezen.

Kim De Witte, pensioenspecialist en kamerlid PVDA
1. Een ‘pensioenmalus’ voor wie vervroegd met pensioen gaat
De pensioenmalus is een van de manieren waarop Arizona mensen wil dwingen te werken tot 67 jaar. Het systeem omvat een financiële sanctie voor mensen die vóór de wettelijke pensioenleeftijd van 66 jaar – of 67 jaar vanaf 2030 – met pensioen gaan. De sanctie houdt een definitieve onteigening in van reeds opgebouwde pensioenrechten.
- Enkel mensen die aan een bepaald aantal effectief gewerkte jaren en dagen geraken, ontsnappen aan de pensioenmalus. In het huidige voorstel gaat het om twee voorwaarden:
- 35 loopbaanjaren van elk 156 dagen met effectieve arbeidsprestaties;
7.020 effectief gewerkte dagen over de hele loopbaan
Het voorstel preciseert dat enkel “periodes van moederschapsrust en loopbaanonderbrekingen/verminderingen met zorgmotief, geboorteverlof” gelijkgesteld worden met effectieve arbeidsprestaties. Andere periodes waarin een werknemer tijdelijk niet kan werken, zoals bij ziekte, (tijdelijke) werkloosheid, of bij verminderde arbeidsprestaties in het kader van een landingsbaan, worden niet gelijkgesteld. Dat is geen detail; het zijn juist deze periodes die heel veel werknemers doormaken, en die vandaag het overgrote aandeel binnen de gelijkgestelde periodes vormen.
Per jaar dat je vroeger met pensioen gaat dan de wettelijke pensioenleeftijd van 66 of 67 jaar (vanaf 2030) krijg je een malus van -2% (tot 2030), -4% (tussen 2030 en 2040) of -5% (vanaf 2040). Wie in 2040 op 62 op pensioen gaat en niet aan de strenge voorwaarden voldoet, verliest dus 5* 5% (=25%) van zijn of haar pensioen.
Volgens Axel Ronse, fractieleider van N-VA in De Kamer, zou dit een redelijke maatregel zijn. “Overal waar ik ga spreken zegt iedereen (...) dat is toch zeer redelijk? Waarom komen de mensen op straat? (...) En niet alleen bij ondernemers, ook bij arbeiders, bij werknemers. Zijn er dan zoveel mensen die niet aan die redelijke voorwaarde voldoen?”1
2. Treft bijna de helft van het zorgpersoneel
Uit gloednieuwe cijfers die de PVDA opvroeg bij het kabinet van minister van Pensioenen Jan Jambon (N-VA) blijkt dat 44% van het zorgpersoneel een pensioenmalus zou krijgen bij vervroegd pensioen. Dat is bijna de helft.
Uitleg bij de cijfers: In 2023 vertrokken 7.457 zorgwerkers uit de private en openbare sector op vervroegd pensioen. 3.318 daarvan (44%) voldoet niet aan de voorwaarde van minstens 35 jaar met elk jaar 156 effectief gewerkte dagen én in totaal minstens 7.020 effectief gewerkte dagen.
Een concreet voorbeeld:
Ann Delaere uit West-Vlaanderen begon op haar zestiende te werken in een textielfabriek. Ze kende geen gemakkelijke loopbaan. Na acht jaar maakte ze de overstap naar een magazijn voor papier- en kantoormaterialen, waar ze zestien jaar lang werkte. Drie keer werd ze arbeidsongeschikt verklaard. In 1991 onderging ze een zware rugoperatie, met een langdurige periode van invaliditeit tot en met 1993 als gevolg. In 2003 werd ze opnieuw thuisgezet omdat het magazijnwerk te zwaar is voor een zwangere vrouw. In 2009 volgde een nieuwe operatie aan haar rugprothese.
Ann gaf niet op. In 2012 startte ze een opleiding tot verpleegkundige — niet zomaar een keuze, maar een bewuste stap richting een knelpuntberoep, wat haar passie bleek te worden. Ze studeerde af in 2015 en begon te werken als nachtverpleegkundige. Die zware job doet ze vandaag nog steeds, halftijds, met behoud van rechten.
Op 1 mei 2027, na 44 jaar werken, zou Ann eindelijk op pensioen kunnen gaan. Ze is dan 60 jaar. Haar pensioen zou 1.707,94 euro netto bedragen. Maar de regering-Arizona heeft beslist dat haar jaren van ziekte en opleiding – periodes waarin Ann vocht voor herstel en zich herschoolde om te blijven bijdragen – niet meetellen voor de uitzonderingsregeling op de pensioenmalus.
En dus krijgt Ann, ondanks haar 44 jaar arbeid, een levenslange malus van 12%. Dat betekent: een verlies van 205 euro netto elke maand voor de rest van haar leven.
Het verhaal van Ann maakt duidelijk wat het echte plan is van Arizona. Mensen dwingen om tot 67 jaar te werken. Ann heeft 44 jaar gewerkt en is na elke periode van ziekte meteen weer aan de slag gegaan. Ze heeft zich zelfs bijgeschoold tot een knelpuntberoep. In plaats van Ann te waarderen wordt ze gesanctioneerd.
3. PVDA eist intrekking van de pensioenmalus
Dit najaar komt minister Jambon met een pensioenwet naar het parlement waarin de pensioenmalus wordt ingevoerd. De PVDA eist de intrekking ervan.
Er zijn drie punten die de linkse partij aanhaalt om de onrechtvaardigheid ervan te duiden.
- Dubbele straf. Wie op vervroegd pensioen gaat heeft al minder pensioen. De pensioenmalus is een bijkomende sanctie voor wie met vervroegd pensioen gaat.
- Kiezersbedrog. De malus stond in kiesprogramma’s. Tien jaar geleden, bij de invoering van de 67 jaar, zei de regering Michel - De Wever nog expliciet dat slechts één op tien mensen zou moeten werken tot 67 jaar. Er was immers nog brugpensioen en vervroegd pensioen. Er zou ook een regeling komen voor de zware beroepen. Maar, Arizona schaft het brugpensioen af, schrapt de regeling voor de zware beroepen en wil nu ook de mensen die met vervroegd pensioen gaan een sanctie geven.
- Discriminatie op basis van sociale achtergrond en geslacht. Iemand die op 21 start en 42 jaar werkt, riskeert een malus. Wie op 25 start en exact dezelfde loopbaan heeft, kan geen malus krijgen omdat die stopt op 67 jaar. Het eerste criterium is dus niet het aantal gewerkte jaren, maar wel leeftijd. Dat is discriminerend ten aanzien van de mensen met een zwaar beroep, die in de regel vroeger beginnen werken én 5 à 6 jaar minder lang leven en 10 à 13 jaar minder lang in goede gezondheid verkeren. Daarnaast worden vrouwen ook harder geraakt. Zij hebben meer onderbroken loopbanen en werken meer deeltijds, in de meeste gevallen omdat ze dit combineren met thuis- en zorgarbeid die in ons land niet in aanmerking komt voor de berekening van het pensioen.
1 Bespreking beleidsnota Pensioenen in De Kamer. Raadpleegbaar op https://media.dekamer.be/meeting/56-018358-U0731/fragment/WDDmYIhNbrIviC3Zh5W3fTboEY4dz3AX33TCDT1GtsTyvIZBoM5wMXTFsRehG6DDcmio-Qj4YaHVeTAQFTgnR5jNHiUwqtENwGVn6_xuxBI