We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Tweehonderd jaar Karl Marx: een paradigmawissel naar een samenleving zonder uitbuiting

Hieronder vindt u de toespraak die PVDA-voorzitter Peter Mertens hield op Marx200 in Brussel, op 5 mei 2018.

zaterdag 5 mei 2018

ā€œZonder werkvolk, geen welvaartā€. Die vraag, waar de welvaart vandaag komt, is een cruciale vraag in de geschiedenis.

Dieter Schwarz heeft zijn fortuin van 37 miljard euro niet bijeen geraapt door zijn eigen arbeid. Maar wel door de arbeid van de meer dan 300.000 arbeidsters van Lidl in 25 landen.

Ryanair, Lidl, Carrefour, de les is en blijft de les van Marx: alleen door zich te organiseren kan de onderlinge concurrentie in de werkende klasse opgeheven worden. Apart zijn alle vingers breekbaar. Samen vormen ze een vuist.

Het is een veelzeggende anekdote dat Marx gearresteerd werd met een pamflet onder de titel ā€œProletariĆ«rs aller landen, verenigt u!ā€. Marx en Engels waren internationalisten.

Marx en Engels wisten: de samenleving wordt niet door natuurwetten gemaakt, ze wordt gemaakt door mensen. En ze kan dus ook veranderd worden door mensen.

In het Frans heeft een kat zeven levens, in het Nederlands heeft een kat negen levens, terwijl wij mensen van vlees en bloed maar één keer leven. En één keer sterven. Karl Marx is geen kat, maar er zijn weinigen die zoveel keren dood zijn verklaard als hij. Liefst met veel poeha en tromgeroffel. En die opnieuw geboren worden, in alle hoeken van de planeet. Vandaag voor de tweehonderdste keer. Marx is dood. Lang leve Marx.

Fotoreportage op Facebook | Twitter Moment

Op de strijddag van de arbeidersbeweging, de eerste mei dus, sloot ene Geert Noels zich nog eens graag aan bij die lange internationale stoet van begrafenisondernemers die ondertussen de geschiedenis zijn gepasseerd om Marx te begraven, en waarvan niemand zich nog de naam herinnert. Vermogensbeheerder Geert Noels gaf een aantal kernideeën voor de 1meiboodschap van 2018. Zo zei hij dat “de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal tot het verleden behoort”. Schluss damit, het is gedaan. Er is geen tegenstelling. Zegt de vermogensbeheerder, die tevens ook ideeënbeheerder is van de grote vermogens. En, eenmaal dat conflict is wegverklaard, vindt de vermogensbeheerder ook dat we nu eindelijk eens mogen beseffen dat het de ondernemers zijn die zorgen voor de “welvaart voor iedereen”. Voilà, tegenstelling weg, Marx begraven, het kapitaal zorgt voor ons allemaal.

Terwijl Geert Noels dat allemaal twitterde vanuit zijn veilige comfortzone, gingen de werkneemsters en werknemers van Lidl hun zesde stakingsdag in. Een staking die rond de stellingen van Noels draait, en dus ook die Marx. Volgens Noels is het Dieter Schwarz, de grote CEO van Lidl, die voor de welvaart van iedereen zorgt. Een beetje zoals die Engelse patroon die in de mooie film De jonge Karl Marx aan Karl Marx zegt “zonder mij, geen winst, en geen onderneming”. Marx antwoordt gevat: “zonder werkvolk, geen welvaart”. Die vraag, waar de welvaart vandaag komt, is een cruciale vraag in de geschiedenis.

Welvaart komt uit arbeid. Marx toont aan hoe arbeid zorgt voor meerwaarde, en door welke mechanismen die meerwaarde toegeëigend wordt door een kleine groep. Ten koste van de samenleving. Natuurlijk is dat actueel. Dieter Schwarz heeft zijn fortuin van 37 miljard euro niet bijeen geraapt door zijn eigen arbeid. Maar wel door de arbeid van de meer dan 300.000 arbeidsters van Lidl in 25 landen. Het is door hun labeur dat de familie Schwarz steeds rijker is geworden. Van 10 miljard euro in 2010 naar 37 miljard euro vandaag. 27 miljard euro extra op nauwelijks acht jaar tijd. Dat is 85.000 euro extra per personeelslid, op acht jaar tijd. Dat gebeurt niet zo maar. Daar staat wat tegenover. Ondertussen wordt elke beweging gechronometreerd. De meest moderne technologie wordt ingeschakeld om alle dode momenten — lees: adempauzes — uit te schakelen. De arbeidstijd wordt geïntensifieerd, tot het uiterste. Tot de mensen dolgedraaid zijn: paletten uitladen, rekken vullen, verse broodjes afbakken, de parking schoon houden, de kassa doen, met de glimlach alsjeblieft. Zwoegen voor de enen, 27 miljard euro voor de anderen. Dat is de tegenstelling tussen arbeid en kapitaal vandaag, en je moet al op planeet Twitter zitten om ze niet te zien

Strijd om de tijd en strijd om het loon

De strijd voor tijd en de strijd voor loon is een strijd tussen verschillende belangen in de samenleving, is een strijd tussen verschillende klassen, aldus Marx. Dat is geen ideologisch gegeven, dat is geen kwestie van goede of slechte wil, het is een mechanisme van het kapitaal zelf. “Het kapitaal eigent zich de tijd toe voor de groei, de ontwikkeling en de gezonde instandhouding van het lichaam. Het kapitaal rooft de tijd die nodig is voor het inademen van frisse lucht en zonneschijn. Het kapitaal knabbelt aan de maaltijd … aan de gezonde slaap… Het kapitaal vraagt niet naar de levensduur van de arbeidskracht. Het kapitaal is uitsluitend en alleen geïnteresseerd in het maximum aan arbeidskracht dat in één arbeidsdag vlottend kan worden gemaakt”, schrijft Marx in Het Kapitaal.

“Elke arbeider afzonderlijk delft weerloos het onderspit”, wist Marx. Arbeiders moeten zich organiseren, hun onderlinge concurrentie opheffen en opstaan. Wat is er anders gebeurd, toen ergens bij Lidl een arbeidster neen zei tegen de toenemende druk, en toen haar collega’s dat ook zeiden, en de vakbonden, en toen het hele magazijn, en toen de andere magazijnen? De arbeidsters bij Lidl hebben zich als klasse georganiseerd, en ze hebben hun strijd gewonnen. Een strijd voor de tijd. Een voltijdse aanwerving per winkel, 305 extra banen in totaal. Dat kost 9 miljoen euro aan de familie Schwarz en de andere grote aandeelhouders van Lidl. Negen miljoen euro, losgetrokken door de sociale strijd en de nieuwe krachtsverhoudingen. Marx vatte het conflict samen: “De kapitalist streeft er voortdurend naar het arbeidsloon tot zijn fysieke minimum terug te brengen, en de arbeidsdag tot zijn fysieke maximum uit te breiden, terwijl de arbeider voortdurend in tegenovergestelde richting druk uitoefent. Dit lost zich op in de vraag over de krachtsverhoudingen van de strijdende partijen.”

Die strijd zien wij vandaag overal. Ze krijgt klappen, ze wordt uiteengeslagen, ze zinkt weg, maar ze komt weer terug. Steeds opnieuw, net als Marx zelf. Klein en groot. Bij Carrefour waar mensen 5 minuten extra pauze eisen. Bij Volvo, waar ze exact 71 seconden hebben om hun job te doen vooraleer de volgende auto komt, en waar ze een paar seconden extra vragen. Ademruimte. Strijd om de tijd.

Apart zijn alle vingers breekbaar, samen vormen ze een vuist

Als er een documentaire is over de Belgische sociale geschiedenis die u moet gezien hebben, dan is het wel Misère au Borinage van Henri Storck en Joris Ivens. Over het lot van de mijnwerkers na de crisis van 1929. Kolenputters die de beste kolen uit de grond halen, ten koste van hun gezondheid. Maar die zelf niet genoeg verdienen om hun eigen huis te verwarmen met goede kolen. Mijnwerkers, uit hun huis gezet voor hun deelname aan de algemene staking van 1932. De documentaire is een stille film, en dat maakt hem krachtiger. Hij eindigt met een grote optocht. In de optocht van de mijnwerkers is geen vlag of spandoek te zien. Er is enkel een groot kader, een schilderij. Van Karl Marx. Het symboliseert de kracht van de arbeidersbeweging, en de strijd voor een samenleving zonder uitbuiting van de mens door de mens.

Sindsdien is de situatie veranderd, zal u zeggen. Natuurlijk. Maar vooral omdat de arbeidersbeweging zich heeft georganiseerd, omdat ze strijd heeft gevoerd, bewustzijn heeft gebracht en krachtsverhoudingen heeft opgebouwd. Het organisatierecht, het stakingsrecht, het stemrecht, de betaalde vakantie, de achturendag en de veertigurenweek, de sociale zekerheid… niets is gratis verkregen. Alles is door vaak harde conflicten van onderuit afgedwongen. En in het kapitalisme staan die sociale en democratische verworvenheden voortdurend onder druk. De crisissen van 1973 en van 2008 werden door het kapitaal gebruikt om een wereldwijd tegenoffensief te starten. Lonen bevriezen, arbeid flexibiliseren, werklozen dwingen om gelijk welke job tegen gelijk welk loon aan te nemen, en mensen steeds langer laten werken. Zo kan de druk op loon- er arbeidsvoorwaarden nog opgevoerd worden, ook dat wist Marx al.

“Marx is dood, de klassentegenstellingen bestaan niet meer, kapitaal zorgt voor ons allemaal”, schrijven de roeptoeters van de vrije markt. Ondertussen weten ze niet meer wat te doen met de fenomenale woekerwinsten die het grootbedrijf boekt, en beleggen ze 25.000 miljard euro in belastingparadijzen. Voor ons allemaal? Alleen al die fiscale constructies kosten de Europese schatkisten elk jaar opnieuw 1.000 miljard euro aan belastinginkomsten, een bedrag dat vervolgens bespaard wordt in het gesocialiseerde inkomen van de werkende klasse. Dat zijn de openbare diensten: het openbaar vervoer, het onderwijs, de publieke gezondheidssector of het publiek onderzoek.

“Er is geen tegenstelling meer tussen arbeid en kapitaal”, aldus de herauten van de heersende klasse. Maar erg zeker zijn ze niet van hun zaak, en dus willen ze er ook voor zorgen dat de werkende klasse zich niet kan organiseren in strijdorganisaties. Vandaar de toenemende aanvallen op de vakbondsrechten en op het stakingsrecht. Als je de ruggengraat van de werkende klasse kan breken, dan ligt het hele terrein open. Natuurlijk is dat actueel. Het speelt zich af onder onze neus. Bij Ryanair waar de werknemers met veel vallen en opstaan vakbondsrechten afdwingen tegen kapitalisten als Michael O'Leary. Bij Deliveroo waar jongeren hun collectieve kracht ontdekken en zich organiseren. Bij Lidl, natuurlijk.  En de les is en blijft de les van Marx: alleen door zich te organiseren kan de onderlinge concurrentie in de werkende klasse opgeheven worden. Apart zijn alle vingers breekbaar. Samen vormen ze een vuist.

Internationaal denken en handelen

“Een spook waart door Europa – het spook van het communisme. Alle machten van het oude Europa hebben zich tot een heilige drijfjacht tegen dit spook verbonden, de paus en de tsaar, Metternich en Guizot, Franse radicalen en Duitse politiemannen.” Aldus schreven Karl Marx en Friedrich Engels in de Jean d’Ardennestraat nummer 50, in Elsene. Het zijn de openingswoorden van Het Communistisch Manifest.

Het spook van het communisme waarde rond in Brussel. Marx’ levensloop is nauw met Brussel verbonden. Van Keulen naar Parijs, van Parijs naar Brussel, waar hij welkom was op voorwaarde dat hij niets politiek zou publiceren. Oei. Dat is niet echt gelukt. In Brussel sticht Marx de eerste Bond der Communisten, en schrijft hij samen met Friedrich Engels Het Communistisch Manifest. Wanneer in februari 1848 de revolutie in Frankrijk uitbreekt, krijgt ook de Belgische regering het koud zweet over haar lijf, en beslist ze om Marx uit te wijzen.

Daags voor zijn uitwijzing valt de Brusselse politie binnen op het tweede verdieping van het pension Bois Sauvage aan het Sint-Goedeleplein, waar het gezin Marx verblijft. De verstrooide Marx wil het deurwaardersexploot laten zien dat hij had gekregen om “s anderendaags ons land te verlaten. Maar Marx vergist zich. Hij laat het pamflet van de Communistenbond zien, met daarop in het groot bovenaan: “Proletariërs aller landen, verenigt u!”. Hij wordt toch nog gearresteerd en afgevoerd naar de Amigo, het cachot achter het Brussels stadhuis.

Ons prille kapitalistische land was die dagen wel liberaal, maar ook weer niet zo liberaal dat ook revolutionaire meningen werden getolereerd. Buiten de lijntjes kleuren, het mocht niet. In het parlement geeft de liberale premier Charles Rogier – neen, niet Charles Michel – uitleg bij de uitwijzing van Marx: “Een vreemdeling die in België een vreedzaam en rustig leven leidt, die hulde brengt aan onze liberale instellingen en ze eerbiedigt, die door zijn gedrag geen onrust en oproer tracht te zaaien, die vreemdeling zal hier vrij en kalm mogen leven als de Belgen zelf. Maar de vreemdelingen die het land willen meeslepen buiten de limiet die het zichzelf gesteld heeft, die vreemdelingen zullen we met gestrengheid blijven behandelen. Dat zij in eigen land de triomf gaan zoeken van hun theorieën.”

De uitzetting van Marx uit Brussel levert verder wel iets goed op. Zo belandt hij in het centrum van het toenmalige wereldkapitalisme, Londen. En daar schrijft hij Het Kapitaal. Het is een veelzeggende anekdote dat Marx gearresteerd werd met een pamflet onder de titel “Proletariërs aller landen, verenigt u!”. Marx en Engels waren internationalisten. Marx beschreef hoe de uitroeiing en onderdrukking van de inheemse bevolking in Latijns-Amerika, de plundering van Oost-Indië, de verandering van Afrika tot een gebied voor de handelsjacht op de zwarte bevolking … de dageraad vormden voor de kapitalistische wereldproductie. Hun perspectief was internationaal, en ook hun handelen was internationaal. Ze hebben zich onvermoeid ingezet om een internationale arbeidersbeweging gestalte te geven, en een socialistisch strijdperspectief te bieden, met alle talen, brieven, discussies, strijd, debatten en reizen die daarvoor nodig waren. Om een internationale klasse te smeden, die zelfbewust is, en die opstaat tegen het internationaal georganiseerde kapitaal. Honderdveertig jaar later hebben wij meer van dat soort internationalisme nodig, en niet minder.

Een paradigmawissel naar een samenleving zonder uitbuiting

Toen Copernicus, Kepler, Galilei beweerden dat de aarde en nog hele wat andere planeten rond de zon draaien, en dus niet alles rond de aarde draaide, werden ze voor gek versleten en als ketters weggezet. Zij zorgden voor een revolutie in het denken, maar de tijd was daar nog niet rijp voor. Pas generaties nadien werd duidelijk dat hun model correct is. Zo veranderde de wijze waarop mensen dachten over de aarde en het heelal. Wanneer het heersende denkkader ingrijpend verandert, spreken we van een paradigmawissel. Een breuk met het heersende denkkader loopt altijd over verschillende generaties.  

Dat was bij Karl Marx en Friedrich Engels niet anders. Zij zorgden voor een paradigmawissel in het denken over de menselijke geschiedenis. Zij zochten een antwoord op de vraag hoe doorheen de geschiedenis de ene maatschappijvorm overgaat in een andere maatschappijvorm. Ze zagen dat de mensen zich altijd hebben georganiseerd rond de productie: om te leven, te eten, te wonen en zich te ontwikkelen moeten mensen produceren. Zij toonden aan hoe de ontwikkeling van techniek en wetenschap, van kennis over de productie en van vaardigheden, een drijvende kracht is in de menselijke geschiedenis. En zij vonden ook die andere motor van het rad van de menselijke geschiedenis: het menselijk handelen, de sociale interactie tussen mensen, en de sociale strijd tussen verschillende belangen en klassen in de samenleving.

Verandering komt er door te handelen. “De filosofen hebben de wereld slechts verschillend geïnterpreteerd; het komt erop aan haar te veranderen”, schreef Marx op een papier in Brussel. Marx en Engels waren revolutionairen. Zij hebben hun leven gezet in het teken van de emancipatie van de arbeidersklasse en van de strijd voor een samenleving zonder uitbuiting van de mens door de mens.

Marx en Engels wisten: de samenleving wordt niet door natuurwetten gemaakt, ze wordt gemaakt door mensen. En ze kan dus ook veranderd worden door mensen. De farao’s in Egypte, de Atheense aristocraten, de Chinese keizers, de edellieden in de middeleeuwen, allemaal waren ze ervan overtuigd dat hun rijk eeuwigdurend was en dat geen andere samenlevingsvorm mogelijk was. Tot hun model onder druk kwam te staan: door nieuwe ontwikkelingen in wetenschap en techniek, door nieuwe productiemogelijkheden en door nieuwe inzichten. Tot de sociale spanningen zo hoog opliepen dat de samenlevingsvorm wel moest veranderen.

Een nieuwe samenlevingsvorm breekt niet in één keer door. Ook het kapitalisme heeft een heel lange periode nodig gehad om zich te installeren. Er waren de eerste pogingen in het Genua en Venetië van de tweede helft van de veertiende eeuw. Er was de ontwikkeling van kapitalistische relaties in het Holland en Engeland van de zestiende eeuw. Pas na een heel proces van conflict en compromissen met het versleten feodalisme wist het kapitalisme zich in de negentiende eeuw echt als politiek stelsel door te zetten. Het kapitalisme is niet vanaf zijn eerste pogingen geslaagd. Het zou daarom wel erg bekrompen zijn het socialisme af te serveren omdat het bij de eerste pogingen niet geslaagd is. Het gaat om een lang historisch proces, met vallen en opstaan. Met mooie realisaties, maar ook met ernstige fouten.

De paradigmawissel die Copernicus, Darwin en Marx elk op hun terrein hebben uitgewerkt, betekent natuurlijk niet dat er sindsdien niets meer is veranderd. De wetenschap evolueert voortdurend en er groeien nieuwe inzichten. Dat neemt niet weg dat de paradigmawissel van Marx en Engels vandaag inspirerend blijft. Tegenover de verstikkende pensée unique, het eenheidsdenken, die de samenleving vandaag in haar greep heeft, hebben we opnieuw een andere horizon nodig. De klimaatcrisis, de toenemende oorlogszucht, de mensen op de vlucht, de groeiende tendensen van autoritarisme van militarisering van de samenleving, de belastingparadijzen en het parasitaire karakter van het kapitaal, dat alles vraagt om een globaal antwoord. Het gaat niet om een detail hier en daar. Het gaat om de toekomst van de mensheid en van de planeet. We hebben opnieuw een paradigmawissel nodig om daar een antwoord op te bieden. En een andere samenleving, niet als een utopie of als een romantische wensdroom, maar als een noodzakelijk antwoord op de uitdagingen van vandaag. Hoe groter de puinhoop van het kapitalisme, hoe luider de enge eigenbelangers zullen beweren dat Marx dood is, dat het kapitaal voor ons allemaal zal zorgen, en dat er geen alternatief mogelijk is. Tegelijkertijd zullen generaties nieuwe jongeren op zoek blijven gaan naar een emancipatorisch en bevrijdend perspectief voor mens en planeet, en steeds opnieuw Marx ontdekken. “De waarheid is het kind van de tijd, niet van de autoriteit”, antwoordde Galilei aan zijn aanklagers in een theaterstuk van Bertolt Brecht. Laat de samenleving niet rond de winstmaat draaien. Ze draait het best op mensenmaat. Daarom zijn wij marxisten. Eigentijdse marxisten. Eigenzinnige marxisten. Marx is dood. Lang leve Marx.