We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Wat zijn de nationalistische en kapitalistische motivaties voor de oorlog van Poetin in Oekraïne?

De drijfveer achter de oorlog van Poetin tegen Oekraïne zijn de economische belangen van de heersende klasse in Moskou. Wanneer de Sovjet-Unie wordt opgedoekt, slaat het communistische systeem om in extreme kapitalistische anarchie. Wanneer Vladimir Poetin in 2000 president wordt, beweert hij dat hij Rusland opnieuw ‘op de kaart’ wil zetten. Dat wil hij doen door de Russische kapitalisten nieuwe perspectieven te bieden.

dinsdag 19 april 2022

Wat zijn de nationalistische en kapitalistische motivaties voor de oorlog van Poetin in Oekraïne?

De vorming van de kapitalistische Russische elite

In de jaren ‘90 ondergaat post-sovjet Rusland een ware shock therapy, een razendsnelle liberalisering. De publieke industrie en infrastructuur van de ex-Sovjet-Unie staan ‘in solden’ en een kleine elite verrijkt zich door de boel op te kopen. Rusland is verzwakt wanneer Vladimir Poetin in 2000 aan de macht komt. Hij is vastbesloten om het land terug op de kaart te zetten na de economische ineenstorting. Zijn eerste missie: de machtige oligarchen, de nieuwe eigenaars van de industrie, onder het gezag van de staat brengen. Hij neemt enkelen van hen gevangen of dwingt hen om te vluchten (met name Khodorkovsky en Berezovsky) en dwingt zo de rest om het staatsgezag zonder morren te aanvaarden.

De onbenutte productiecapaciteit uit de Sovjetperiode wordt opnieuw geactiveerd, en Rusland wordt één van de snelst groeiende economieën. Poetin creëert een nieuwe elite, een kern van “sterke mannen” uit de veiligheids- en inlichtingensector (siloviki) en technocraten (civiliki), in totaal geschat op zo’n 500 (vooral) mannen. Dit exclusieve groepje heeft zowel de grote staats- en privéconcerns als de staatsinstellingen onder controle. Alle macht, geconcentreerd in handen van de nieuwe, kleine elite. Een strategische keuze, want het gaat om alle sectoren waarvan Rusland structureel afhankelijk is: energie, grondstoffen, bewapening. Eerder dan in wetten en regels deze macht te verzegelen, zijn deze banden gebaseerd op loyaliteit. Het vriendenboekje van Poetin. Politicoloog en Ruslandkenner Jean-Robert Raviot1 omschrijft ze als een ‘pretorische garde’.

De linkse Russische auteur Ilya Matveev analyseert de Russische politiek als een bonapartistisch ‘conservatief rechts-populisme gelegitimeerd door (vervalste) verkiezingen.’ Hij ziet een contradictie tussen de oligarchen die internationaal gericht zijn en buitenlandse investeringen nodig hebben enerzijds en de siloviki rond Poetin die buitenlandse (lees: westerse) invloeden op elk gebied willen weren. Vooral na 2014 nemen de onderlinge spanningen toe, onder meer door de westerse sancties tegen Rusland na de annexatie van de Krim. Na de crisis van 2008 was de groei van de Russische economie al gestagneerd omdat noch de staat, noch de bedrijven geïnvesteerd hadden in capaciteitsuitbreiding en nieuwe activiteiten. De tegenstelling wordt echter onder controle gehouden door de regering die de heersende klasse met voordelen en lucratieve overheidscontracten vergoedt voor de schade aan hun belangen door haar buitenlandse politiek.

Deze machtselite staat pal achter Poetin in een oorlog die ze collectief ziet als een existentiële strijd voor Rusland. Voormalig BBC journaliste Farida Rustamova schrijft dat de westerse persoonlijke sancties tegen de oligarchen zelfs een eenheid onder de verschillende concurrerende clans en ideologische facties hebben verwezenlijkt waar Poetin eerder alleen maar van kon dromen. “Deze mensen zijn al hun bezittingen en hun leven in Europa kwijtgeraakt en zijn nu veroordeeld tot een leven in Rusland met Poetin.” De pro-atlantische liberalen in het staatsapparaat en in de bourgeoisie zijn door de rabiate russofobie in het westen nu bovendien gediscrediteerd en een aantal, waaronder de alom gehate maar invloedrijke Anatoly Chubais, hebben het land verlaten. Anderen, zoals Dmitri Medvedev, stellen zich nu radicaal anti-westers op.

Een regionaal Russisch imperialisme dat botst met het westerse imperialisme

Het Russische systeem is dus duidelijk een staatsgeleid kapitalisme. Maar is Rusland dan ook een imperialistische macht? Het land kan moeilijk beschouwd worden als een volwaardige imperialistische staat die wereldwijde dominantie nastreeft. De export bestaat voornamelijk uit grondstoffen. Voor geavanceerde producten is Rusland afhankelijk van buitenlandse import. Regionale ambities hebben ze wel, en er wordt ook in mindere mate kapitaal geëxporteerd naar buurlanden en ook naar enkele landen in het Globale Zuiden waar het Russische monopoliekapitaal investeert (Rusland staat op de 17de plaats wereldwijd voor Foreign Direct Investment (FDI)) in een eigen markt, met name de vroegere Sovjetrepublieken die nu in de Euraziatische Economische Unie (EAEU) zitten: Kazachstan, Wit-Rusland, Armenië en Kirgizië. Ook Oekraïne blijft een belangrijke exportmarkt voor Rusland, en het wringt dat het land zich niet wil aansluiten bij de EAEU.

De journalist Romaric Godin ziet dat het Russische systeem contradicties genereert die ze probeert op te lossen via dit regionale imperialisme: “De handhaving van de macht berust zowel op het idee van een verbetering van de situatie van de massa's in vergelijking met de jaren '90, als op de handhaving van een zeer geconcentreerde accumulatie. De oplossing van deze tegenstrijdigheid (ligt in) repressie, maar ook in een nationalistische politiek gebaseerd op een gevoel van wraak en opleving na de terugtrekking van de Russische invloedszone. De erfgenaam van de militaire macht van de Sovjet-Unie beschikt over een groot militair arsenaal terwijl het een secundaire economische macht is. […] Omdat de Russische regering niet in staat was het land economisch te ontwikkelen, kon zij slechts massaal investeren in de enige macht waarover zij beschikte om haar stabiliteit te verzekeren: militaire macht. Het Russische regionale imperialisme is het logische gevolg van deze tegenstellingen. De ontwikkeling van dit imperialisme leidt tot fricties met andere invloedssferen, vooral die van de westerse landen, en Oekraïne werd vanaf 2014 de plaats waar deze strijd zich materialiseerde. We mogen niet vergeten dat het kapitalisme voortdurende groei en uitbreiding nodig heeft, inclusief geografische uitbreiding. Wanneer het genereren van meerwaarde almaar moeilijker wordt, zoals het geval is sinds de jaren 1970 en nog meer sinds 2008, wordt geografische expansie noodzakelijk om nieuwe markten te openen, en om grondstoffen en goedkope arbeid te vinden. De terugtrekking van Rusland uit de Centraal- en Oost-Europese invloedssfeer van de Sovjet-Unie ging hand in hand met economische expansie van Duitsland en de militaire overheersing van de Verenigde Staten in dezelfde gebieden. In die opzet werd een clash tussen twee kapitalistische systemen op zoek naar expansie onvermijdelijk.”

Dat zijn de economische en geostrategische motieven voor de invasie van Oekraïne: een nauwe band met Oekraïne is voor Rusland een existentiële vereiste. Zoals onder meer Zbigniev Brzezinski, nationaal veiligheidsadviseur van VS president Carter en eminent geostrateeg, in 19972 schrijft: “Zonder Oekraïne is Rusland geen Euraziatische macht. Maar als Rusland erin slaagt om Oekraïne, met zijn grote bevolking, belangrijke voorraad grondstoffen en toegang tot de Zwarte Zee opnieuw te controleren, heeft het in één klap de capaciteit om een machtige imperialistische speler te worden in Europa én Azië.” Het is precies daarom dat de Verenigde Staten er sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie alles aan doen om Russische controle over Oekraïne tegen te gaan en het land in de westerse invloedssfeer te krijgen, met uiteindelijk lidmaatschap in de EU en de NAVO. Rusland wil Oekraïne (behalve de Krim, de Donbass en een corridor daartussen – mogelijk ook Odessa) hoogstwaarschijnlijk niet aanhechten, maar er wel een niet-pro-Westerse regering hebben en het integreren in de EAEU en de ‘Russische tegenhanger van de NAVO’ – de Collectieve Veiligheidsverdragsorganisatie (CSTO).

Tsarisme 2.0: het Groot-Russische nationalisme van Poetin

Om de bevolking mee te krijgen met de huidige oorlog, grijpt Poetin naar een tsaristische ideologie. Het “Groot-Russische chauvinistische” beleid, om Lenins woorden te gebruiken, is een held in het verbergen van de instrinsieke zwakte van de nationale economie en het onvermogen van het regime om het algemene welzijn van de bevolking te verbeteren. Oekraïne speelt in dit discours een zeer belangrijke rol.

Poetin verduidelijkt zijn visie over de plaats van Oekraïne in zijn tsaristische Russische nationalisme in zijn toespraak op 21 februari waarin hij de erkenning van de volksrepublieken van Lugansk en Donetsk aankondigde en in een essay uit 2021. Enerzijds stelt hij dat “Oekraïne voor ons niet gewoon een buurland is, maar een onvervreemdbaar deel van onze geschiedenis, cultuur en spirituele ruimte. (...) Sinds mensenheugenis hebben de mensen in het zuidwesten van wat historisch altijd Russisch land is geweest, zichzelf altijd Russen en orthodoxe christenen genoemd, zowel vóór de 17de eeuw, toen een deel van het gebied in de Russische staat werd opgenomen, als daarna.” Anderzijds noemt hij de huidige Oekraïense staat “een creatie van de Bolsjevieken aangevat vlak na 1917, toen Lenin en zijn kameraden zonder de mening van de bevolking te vragen een deel van Rusland afscheidden en het Oekraïne noemden. Stalin heeft dat gebied voor en na WO II uitgebreid met delen van Polen, Roemenië en Hongarije en Chroesjtsjev heeft er tenslotte in 1954 om onduidelijke redenen de Krim aan toegevoegd.” Poetin stelt met andere woorden de legitimiteit van het bestaan zelf van het huidige Oekraïne in vraag. En neemt daarbij Lenin en de Bolsjevieken als zijn vijand.

Lenin hechtte inderdaad veel belang aan de emancipatie van de diverse nationaliteiten die in tsaristisch Rusland woonden en omschreef het Groot-Russische chauvinisme als een reactionair overblijfsel van het tsaristische bestel en een dodelijk gevaar voor de eenheid van de werkende klasse, die in de Sovjet-Unie tal van verschillende nationaliteiten omvatte: naast etnisch Russische waren er ook werkers van Kazachse afkomst, Oezbeekse, Georgische, Wit-Russische, Armeense, Azerbeidzjaanse, Tadzjiekse, Oekraïense, Tsjetsjeense, Letse, ... Matveev omschrijft dit ‘Groot-Russische gedachtegoed’ als volgt: “Om het Russische nationalisme te begrijpen, moeten we bedenken dat er twee woorden voor “Russisch” zijn in de Russische taal. Ten eerste “Rossiyskiy”: behorend tot de hedendaagse Russische natie als burger van de Russische Federatie. Ten tweede “Russkiy”, wat een etnische en culturele beschrijving is. Voorheen gebruikte Poetin meestal “Rossiyskiy”, maar tegen 2012 begon hij steeds vaker “Russkiy” te gebruiken, bijvoorbeeld wanneer hij het over de Krim had. Hij sprak over de Krim als de geboorteplaats van de Russkaya beschaving, niet de Rossiyskaya beschaving. Het Russische nationalisme heeft nu deze etnische component gekregen, die uiteindelijk tot uiting kwam in een grondwetswijziging die stelt dat de staat gevormd wordt door het Russische – Russkiy – volk.”

Waarom weigeren een aantal belangrijke staten in het globale Zuiden Rusland te sanctioneren en soms zelfs te veroordelen voor deze oorlog?

Naast de directe confrontatie tussen Rusland en Oekraïne, dat gesteund wordt door Europa en de Verenigde Staten, spelen er veel grotere belangen mee. Dat wordt ook erkend door de Amerikaanse president Biden, die zegt dat de wereld op “een keerpunt” staat dat “om de drie of vier generaties voorkomt” en dat het “aan de VS is om de uitkomst te bepalen”.

Het Russisch-Chinese joint statement dat Poetin en de Chinese president Xi op 4 februari bij de opening van de Olympische winterspelen in Beijing voorstelden, maakt de intentie van beide om Biden’s nieuwe wereldorde af te wijzen zeer expliciet: “Rusland en China verzetten zich tegen pogingen van externe machten om de veiligheid en stabiliteit in hun beider grensgebieden te ondermijnen, zullen inmenging door externe machten in de interne aangelegenheden van soevereine staten onder welk excuus dan ook bestrijden, zich verzetten tegen kleurenrevoluties, en hun samenwerking op al deze gebieden versterken.” Wat China betreft, liggen de zaken zeer duidelijk: het land is zelf het doelwit van toenemende Amerikaanse agressie en heeft Rusland nodig als bondgenoot.

Het moge duidelijk zijn dat Xi Jinping niet bepaald een militaire aanval op een soevereine staat in gedachten had als volgende zet. Desalniettemin weigert China, net als bijvoorbeeld India, Pakistan, Iran, Zuid-Afrika, Mexico, Brazilië - in feite elke niet-westerse staat behalve Japan en Zuid-Korea - Rusland enige sancties op te leggen. De gevolgen van de economische oorlog tegen Rusland brengen landen overal in het Globale Zuiden in ernstige problemen: hun economie wordt ontwricht, er ontstaat een schaarste van basisproducten als voedsel en energie, wat enorme prijsstijgingen en inflatie met zich meebrengt. Daarnaast zien deze landen ook geen reden om deze invasie anders te behandelen dan de talloze invasies en schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten die de Verenigde Staten en Europa tijdens de afgelopen twee decennia van de ‘Global War on Terror’ gepleegd hebben – denk maar aan Afghanistan, Irak en Libïe. Toen werden er geen sancties opglegd, net zoals de Israëlische bezetting van Palestijns gebied en de oorlog die Saoedi-Arabië en de Emiraten tegen Jemen voeren voor het westen geen aanleiding zijn om sancties op te leggen aan de daders.

Wat de BRICS-landen en staten als Pakistan, Mexico of Egypte betreft: zij zien dit conflict als een proxy-oorlog tussen de Navo en Rusland die gaat over het beëindigen of bestendigen van de Amerikaanse hegemonie. Sommigen leggen de schuld voor het conflict zelfs eerder bij de Navo dan bij Rusland. Zo stelt de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa: “De oorlog had voorkomen kunnen worden als de Navo gehoor had gegeven aan de waarschuwingen van haar eigen leiders en functionarissen door de jaren heen dat haar uitbreiding naar het oosten zou leiden tot meer, niet minder, instabiliteit in de regio.” Daarnaast speelt het feit dat Rusland simpelweg onmisbaar is in de geglobaliseerde economie: veel landen in het Globale Zuiden zijn in grote mate afhankelijk van Russisch graan en kunstmeststoffen, van Russische olie en steenkool. Die producten sanctioneren zou voor veel landen hongersnood en economische zelfmoord betekenen. In een situatie waarin tal van lage- en middeninkomenslanden al een enorme schuldenberg torsen na de pandemie, en bovendien met torenhoge energie-, grondstoffen- en voedselprijzen geconfronteerd worden, kunnen ze geen bijkomende last dragen. Vele landen van het Zuiden worden door hun positie als perifere leveranciers van grondstoffen en goedkope arbeid onder het westerse imperialisme in hun ontwikkeling belemmerd, en meer dan dertig onder hen worden zelf getroffen door westerse sancties.

Pakistan heeft sinds de oorlog begon een nieuwe handelsovereenkomst met Rusland afgesloten, terwijl India en Rusland een betalingssysteem op basis van de roebel en roepie hebben opgezet om sancties te vermijden. De brutale druk die de Verenigde Staten op onder meer China, Mexico en India uitoefenen om Rusland te sanctioneren, maken duidelijk hoe groot de inzet voor de VS wel is. Maar terwijl westerse leiders zich op de borst slaan over hun (wankele) hervonden eenheid, moeten we toch vaststellen dat het Westen in feite niet de steun van de hele internationale gemeenschap krijgt.

 

1 Jean-Robert Raviot, « Le “ poutinisme ” : un système prétorien ? », Russie.Nei.Visions, n° 106, Ifri, mars 2018.
2Z. Brzezinski, The Grand Chessboard: Amercian Primacy and Its Geopolitical Imperatives, 1997, Basic Books