We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

Willen de Verenigde Staten het Oekraïense volk écht helpen?

De Amerikaanse president Biden stelt zichzelf voor als een verdediger van de vrede en een als vriend van het Oekraïense volk. Maar wat is nu eigenlijk de Amerikaanse strategie ten aanzien van de oorlog in Oekraïne? En is het welzijn van de Oekraïners werkelijk de prioriteit in die strategie?

vrijdag 1 april 2022

Willen de Verenigde Staten het Oekraïense volk écht helpen?

Wanneer de Amerikaanse president Joe Biden over de Russische oorlog in Oekraïne spreekt, verdeelt hij de wereld telkens in twee blokken: de ‘goeden’ (de VS en haar bondgenoten) en de ‘slechten’ (Rusland, maar ook de landen die met Rusland blijven samenwerken). Biden verklaart de Verenigde Staten als verdediger van vrede en democratie, tegenover het autoritaire en agressieve Rusland. Het klinkt alsof de VS belangeloos optreden in het belang van het Oekraïense volk.

Verklaringen zijn één ding, maar hoe de Amerikaanse regering reageert in haar beleid op de Russische oorlog in Oekraïne, vertelt wat anders.

 

De strategie van de VS: van Oekraïne een nieuw Afghanistan maken

In de VS stippelen het Witte Huis en het Pentagon (ministerie van Defensie) het buitenlands- en defensiebeleid uit met behulp van grote denktanks. De meest invloedrijke denktank is de Council On Foreign Relations (CFR), gefinancierd door Wall Street en gespecialiseerd in het aanleveren van politiek personeel. Meer dan de helft van de ministers en medewerkers in de Biden-administratie is lid van de CFR, waaronder vice-president Kamala Harris en minister van buitenlandse zaken Antony Blinken. Een andere machtige denktank is de Atlantic Council, onderdeel van de NAVO en gefinancierd door het Amerikaans militair-industrieel complex, maar ook door Mark Zuckerberg’s Meta (Facebook) en de Britse overheid.

Beide denktanks kwamen vorig jaar al tot de conclusie dat een oorlog in Oekraïne de gelegenheid kan zijn om het regime van Vladimir Poetin te doen wankelen en de VS-bondgenoten op één lijn te krijgen voor een economische oorlog tegen Rusland. De strategie berust op twee pijlers: militaire hulp aan Oekraïne en economische sancties tegen Rusland.

Op 14 december 2021 schrijft John Deni van de US Army College en medewerker van de Atlantic Council een opiniestuk in de Washington Post met als insteek: ‘Waarom de VS een oorlog in Oekraïne moet riskeren’. Dezelfde dag publiceert ook CFR-voorzitter Richard Haass zijn voorstellen om met de verhoogde spanningen om te gaan. Beide verwijzen naar de invasie van de Sovjet-Unie in Afghanistan in 1979. Toen koos de VS ervoor om niet rechtstreeks tussen te komen in de oorlog, maar wel via Pakistan wapens te leveren aan de Mujaheddin (lokale krijgersheren) die tegen de USSR vochten. Door de aanhoudende wapenleveringen slaagde de USSR er niet in om het nochtans veel kleinere Afghanistan onder controle te krijgen. De oorlog sleepte uiteindelijk tien jaar aan. De aanhoudende terugkeer van bodybags van gesneuvelde Russische soldaten maakte de oorlog en bij uitbreiding de Sovjetregering zeer onpopulair. Bovendien liepen de kosten zo hoog op dat de USSR er bijna aan failliet ging. De ‘Afghaanse valstrik’ wordt daarom gezien als één van de aanleidingen voor de val van de Sovjet-Unie.

Zodra de Russische invasie in Oekraïne een feit was, stuwde president Biden de wapenleveringen aan Oekraïne ongekende hoogtes in. Hoogtechnologische raketlanceerders, drones, munitie. Hillary Clinton, die als minister van Buitenlandse Zaken onder president Obama de reputatie had van zeer anti-Rusland te zijn, kwam de Amerikaanse strategie enthousiast uitleggen op de populaire televisiezender MSNBC: “Onthoud, de Russen vielen Afghanistan binnen in 1980. Ondanks geen enkel land zich moeide, waren er wel veel landen die wapens en advies leverden en zelfs adviseurs opstuurden voor zij die gerekruteerd waren om tegen Rusland te vechten. Het eindigde niet goed voor de Russen. (…) Een zeer gemotiveerde, gefinancierde en bewapende opstand heeft de Russen simpelweg uit Afghanistan verdreven. (…) Dat is het model waar mensen volgens mij nu naar opkijken.”

Wat noch Clinton noch de militaire denktanks erbij vermelden, is de hoge menselijke kost van zo’n Afghaans scenario. De originele ‘Afghaanse valstrik’ kostte in de jaren 1980 het leven aan maar liefst 1,8 miljoen Afghanen. De miserie en instabiliteit duren er tot vandaag voort. Wie mensenlevens wil redden, moet kiezen voor snelle vredesonderhandelingen. Maar dat staat kennelijk niet op de Amerikaanse agenda. Sommige stemmen in de VS-elite voelen zich daar zelfs ongemakkelijk bij. “Hoe langer we de oorlog laten duren, hoe meer risico […] dat we tienduizenden Oekraïeners de dood injagen en miljoenen op straat belanden”, schrijft historicus Niall Ferugson in een kritisch opiniestuk over de Amerikaanse strategie.

 

Wie wordt daar dan beter van?

Voorlopig zijn de kritische stemmen in de VS fel in de minderheid. Hoewel Biden momenteel een zeer onpopulaire president is, kreeg hij een staande ovatie van partijgenoten én oppositie toen hij zijn strategie over Oekraïne kwam voorstellen aan het Congres. Wie wellicht extra hard stond te applaudisseren, zijn deze 19 congresleden die investeren in de Amerikaanse oorlogsindustrie. Zij zien door de wapenleveringen aan Oekraïne de waarde van hun aandelen in de hoogte schieten.

De miljarden die de Amerikaanse regering uitgeeft aan militaire ‘hulp’ voor Oekraïne, komen namelijk allemaal terecht bij het militair-industrieel complex. De Stinger luchtafweerraketten bijvoorbeeld worden gemaakt door de multinational Raytheon. De Javelin antitankraketten zijn dan weer een gezamenlijke productie van Raytheon en Lockheed Martin. Deze VS-multinationals profiteren ook van de verhoogde militaire uitgaven van de Europese bondgenoten van de VS. Het eerste contract dat Duitsland sloot in het kader van haar monsterinjectie van 100 miljard euro in het leger, ging naar Lockheed Martin voor de aankoop van F35 gevechtsvliegtuigen. Die aankoop alleen al brengt het bedrijf miljarden op. Het mag duidelijk zijn: de keuze voor een militaire escalatie is koren op de molen van de machtige wapenfabrikanten.

De militaire sector is niet de enige waarmee rekening werd gehouden bij het bepalen van de VS-strategie. De Amerikaanse fossiele industrie probeert al jaren om haar (uiterst vervuilend) schaliegas te verkopen op de Europese markt. Maar dat ging moeizaam, omdat Amerikaans schaliegas in normale omstandigheden veel duurder is dan Russisch aardgas. In 2020 schreef de Atlantic Council dat het Nord Stream 2 project, de aanleg van een pijpleiding tussen Rusland en Duitsland, een gevaar was voor de ‘nationale veiligheidsbelangen’ van de VS. Europa zou minder Russisch gas moeten importeren en meer havens moeten uitrusten met LNG-terminals om Amerikaans gas te kunnen importeren. President Trump sprak de toenmalige Duitse bondskanselier en zelfs de NAVO-baas hierover aan, maar zonder succes.

De oorlog in Oekraïne bood echter de ideale gelegenheid om dit oude verlangen van Big Oil waar te maken. Geschokt door de Russische invasie, gingen de Europese leiders mee op de vraag van Biden om de afhankelijkheid van Russisch gas af te bouwen … en te vervangen door afhankelijkheid van Amerikaans gas. Direct na het uitbreken van de oorlog trok de Duitse regering de stekker uit het Nord Stream 2 project en kondigde aan om LNG-terminals te bouwen in minstens twee Duitse zeehavens. Tijdens zijn Europese tournee in maart sloot Biden alvast contracten af om dit jaar geen 22 maar 37 miljard kubieke meter schaliegas aan Europa te leveren en op termijn zelfs 50 miljard per jaar.

Een derde groep die veel geld verdient aan de oorlog, is de financiële sector in Wall Street. Er wordt momenteel enorm veel gespeculeerd op energieprijzen, wat die prijzen en de algemene inflatie nog meer de hoogte in duwt en reusachtige winsten oplevert. Dat was al voor de oorlog gaande, ook in Europa trouwens, maar de huidige onzekerheid over Russische olie- en gasleveringen tilt de speculatie naar een hoger niveau. De sancties tegen Rusland bieden ook kansen aan Amerikaanse investeerders om gouden zaken te doen in buitenlandse markten. Amerikaanse investeerders staan bijvoorbeeld al te drummen om de eigendommen van de uit Engeland verjaagde Russische oligarchen op te kopen. Het is bovendien sprekend dat de zware sancties tegen Rusland, die de Russische bevolking hard treffen, zo worden opgesteld dat Amerikaanse bedrijven er geen last van hebben. De Amerikaanse grootbank Goldman Sachs profiteert daar volop van door Russische staatschuld op te kopen aan bodemprijzen en met veel winst door te verkopen.

 

Het Witte Huis hoeft geen gelijk te krijgen

De Amerikaanse regering heeft haar strategie klaar. Die dient vooral om haar eigen multinationals te bedienen. Het Witte Huis duwt richting een lange oorlog, waarbij Poetin uiteindelijk het onderspit delft. De slachtoffers, de vernieling, de miljoenen vluchtelingen… Voor Washington is dat allemaal ver van huis. Maar het staat helemaal niet vast dat de VS-regering haar plan zal kunnen doordrukken. Er zijn veel meer mensen die belang hebben bij het omgekeerde van de Amerikaanse strategie: zo snel mogelijk vrede.

Voorlopig lopen de Europese leiders gedwee in de pas achter Biden. Maar de oorlog vindt natuurlijk op hun continent plaats en de gevolgen zullen niet min zijn. De opvang voor vluchtelingen zal niet alleen veel geld kosten, maar als de oorlog lang duurt ook de druk op de arbeidsmarkt, (sociale) woningen, sociale uitkeringen enz. opvoeren. En dat terwijl daar als gevolg van het Europese arbeidsmarkt- en besparingsbeleid al veel tekorten en spanningen zijn. De oorlog zorgt ook voor lege winkelrekken. Hoe lang gaan de Europese consumenten dat verdragen? Om nog maar te zwijgen van de landen in het globale Zuiden zoals Marokko of Egypte die de meerderheid van hun graan uit Rusland en Oekraïne importeren.

Bovenal kunnen de ongezien hoge energieprijzen de plannen van de VS verstoren. Als Europa blijft ingaan op de Amerikaanse verlangens, dan is het einde van de stijgingen nog lang niet in zicht. Vroeg of laat zullen niet alleen Europese burgers, maar ook bedrijven opstandig worden. Op dit moment profiteren de Amerikaanse staalindustrie en chemische sector ervan dat hun Europese concurrenten meer moeten betalen aan energie. Maar de energiemarkten zijn globaal, dat wil zeggen dat de prijzen ook in de VS zullen stijgen. Biden probeert de prijs te drukken door noodreserves aardolie vrij te geven en olieproducerende landen te vragen om hun productie op te drijven. Maar als dat niet lukt, dan ontploft Bidens strategie misschien in zijn eigen gezicht.

 

Vrede is mogelijk, als mensen van zich laten horen

En dan zijn er nog de gewone burgers, die maar al te vaak onderschat worden. De meeste mensen willen vrede. De werkende klasse heeft daar ook belang bij. De Europese elite zal proberen om de kosten van de oorlog zoveel mogelijk af te wentelen op de consumenten en belastingbetalers. De aangekondigde militaire mega-investeringen zullen ten koste gaan van de klimaatplannen en wellicht aanleiding zijn voor nieuwe besparingen op sociale programma’s.

Gelukkig is de vredesbeweging wereldwijd wakker geschoten. In Rusland blijven mensen op straat komen tegen de oorlog, ondanks de hevige onderdrukking. Op 6 maart organiseerde de Amerikaans-Britse campagne Peace In Ukraine een actiedag in zeven landen, waaraan duizenden mensen deelnamen. De campagne pleit voor een snel staakt-het-vuren en vredesgesprekken en verzet zich tegen wapenleveringen. Op 27 maart mobiliseerden Belgische vredesorganisaties samen met de vakbonden vijfduizend mensen rond dezelfde eisen. Deze mobilisaties kunnen het begin zijn van een nieuwe internationale vredesbeweging die de belangen uitdrukt van de meerderheid van de mensheid, tegen de oorlogszucht van Russische, Amerikaanse of andere oligarchen.