We brengen de PVDA dichter bij jou en jou dichter bij de PVDA.!

Download onze app

De waarheid over de Engie-deal: aandeelhouders kunnen op beide oren slapen, de belastingbetaler betaalt

Achter de zelfvoldane verklaringen van de regering zien we in werkelijkheid een hold-up die de belastingbetaler miljarden kost. Het is tijd om een andere koers te varen en onze energie weer in eigen handen te nemen.Ā 

maandag 3 juli 2023

Onze studiedienst nam het akkoord tussen de regering en Engie onder de loep. Besluit? Achter de zelfvoldane verklaringen van de regering zien we in werkelijkheid een hold-up die de belastingbetaler miljarden kost. Het is tijd om een andere koers te varen en onze energie weer in eigen handen te nemen. 

“Deal krijgt applaus van Engie-belegger”. De titel in zakenkrant De Tijd vat perfect samen waar de inhoud van het akkoord tussen de federale regering en Engie van donderdag 29 juni op neerkomt. 

“Dit zou weleens de grootste hold-up uit de Belgische geschiedenis kunnen worden”, schrijven onder meer Greenpeace en Bond Beter Leefmilieu over het akkoord.  En met reden. Deze deal garandeert niet dat het licht de komende winters zal blijven branden, maar wat wel gegarandeerd is, is dat de belastingbetaler opdraait voor alle toekomstige kosten en risico's en dat de Franse multinational alle winst opstrijkt. Het is tijd om dit spelletje een halt toe te roepen. We moeten onze energie weer in publieke handen nemen en Engie doen betalen.

Één akkoord, twee doelstellingen 

In maart 2022 besliste de Vivaldi-regering om met Engie rond de tafel te gaan zitten om de levensduur van de kernreactoren Doel 4 en Tihange 3 met tien jaar te verlengen. Die zouden normaal in 2025 sluiten. Het gebrek aan voldoende investeringen om de sluiting voor te bereiden – nochtans was de sluiting al twintig jaar gepland – deed vrezen dat onze elektriciteitsbevoorrading de komende winters in gevaar kon te komen. De regering startte dus onderhandelingen op met de eigenaar van de kerncentrales, de multinational Engie. 

Om akkoord te kunnen gaan met een verlenging had de Franse multinational twee doelstellingen in het achterhoofd. 

De allereerste: niet opdraaien voor de kosten en risico's van de renovatiewerken aan de twee reactoren. Onaangename verrassingen zijn immers mogelijk, zoals we vandaag zien in Frankrijk, waar een derde van de kernreactoren is stilgelegd na vertragingen in het onderhoud of nadat nieuwe fouten en zwakke punten werden ontdekt. Die afschakelingen kosten het Franse energiebedrijf EDF miljarden. 

De tweede, nog fundamentelere doelstelling: niet moeten instaan voor de kosten van de berging van het kernafval van de Belgische kerncentrales. Dat afval moet immers eeuwenlang worden opgeslagen en de technologie hiervoor is nog in volle ontwikkeling. Op dit moment schat men de kosten van de ontmanteling van de twee Belgische kerncentrales en de opslag van het afval op 41 miljard euro. En de kans is groot dat dit bedrag nog veel hoger wordt.

Tot donderdagmorgen 29 juni moest Engie een buffer aanleggen om de ontmanteling te financieren, een fonds waarvan het geld op de financiële markten wordt belegd. Engie heeft al 8 miljard euro opzijgezet voor de ontmanteling en 10,5 miljard euro voor de berging.

Om de drie jaar, en nog tientallen jaren lang, moest een overheidsinstantie, de Commissie voor nucleaire voorzieningen (CNV), het vereiste bedrag herberekenen en de verhogingen doorrekenen aan Engie. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn geweest indien de beleggingen van het fonds minder opbrachten dan verwacht of wanneer de geschatte kosten van het bergen van het kernafval stegen. Zo moest Engie bij de laatste herwaardering in 2022 haar provisies met 3 miljard euro verhogen. Er bestond dus een groot risico dat de volgende herwaarderingen Engie nog miljarden meer zouden kosten. 

Maar dat was tot de ochtend van donderdag 29 juni gerekend.

Plooien voor Engie

Volgens minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) is het akkoord van 29 juni goed nieuws: “Ten eerste voor onze bevoorradingszekerheid. Ten tweede, omdat de rekening voor het kernafval is vereffend, en de vervuiler, Engie, betaalt. En tot slot vermijden we zo overwinsten.” 

Maar de inhoud van de overeenkomst vertelt iets heel anders...

Om de berging van het kernafval te financieren, bepaalt het akkoord dat Engie nog één keer 4,5 miljard aan provisies toevoegt om tot 15 miljard te komen. In ruil daarvoor kunnen we later niets meer eisen van de multinational. 

Van de driejaarlijkse herberekeningen is geen sprake meer. Als de reële kosten voor het beheer van radioactief afval stijgen, of wanneer de investeringen met het geld uit het fonds minder opbrengen, zal de Belgische staat – en dus de belastingbetaler – het verschil moeten bijpassen. Welnu, we weten al dat het fonds waarin deze provisies zijn belegd in 2022 14% van zijn waarde heeft verloren, als gevolg van de instabiliteit van de financiële markten. 

Met andere woorden, onze portemonnee komt al in het vizier.

Daarnaast zijn er nog de kosten voor het upgraden van de twee kernreactoren, die geschat worden op 1,6 tot 2 miljard euro. Daarvoor zal een publiek-private structuur worden opgezet, waarvan de staat en Engie elk voor 50% eigenaar zijn. De Belgische staat betaalt zo de helft van de kosten van de werkzaamheden. De andere helft wordt betaald door Engie. 

Maar Engie heeft de garantie gekregen dat het wordt terugbetaald. Hoe? De staat zal een verkoopprijs garanderen voor de elektriciteit die door de verlengde reactoren wordt geproduceerd. En die prijs zal worden vastgesteld op een peil dat uiteindelijk de kosten van het werk voor Engie zal dekken, met zelfs een winstmarge bovenop. Zelfs wanneer de elektriciteitsprijs op de Europese energiemarkt onder deze gegarandeerde prijs zakt, betaalt de staat – en dus de belastingbetaler – het verschil terug. Wanneer de elektriciteitsprijs daarentegen op de markt hoger is dan de prijs die Engie gegarandeerd krijgt voor de wederverkoop van de productie van de twee verlengde reactoren, steekt de staat het verschil op zak. 

Engie is er dus in geslaagd om de financiële risico's verbonden aan de kosten van de verwerking en de berging van het kernafval de komende eeuwen(!) af te wentelen op de Belgische bevolking. En dat in ruil voor 4,5 miljard euro, een bedrag dat nog niet eens de helft is van de overwinsten die het bedrijf tijdens de energiecrisis in België heeft opgestreken. De risico’s die gepaard gaan met de renovatie van de reactoren worden gedekt door de elektriciteitsfactuur van de mensen wanneer de marktprijs van elektriciteit hoog genoeg is, of door de staat wanneer de prijs daalt. 

De aandeelhouders van het bedrijf zijn dan ook opgetogen: de koers van het Engie-aandeel is sinds de aankondiging van de deal met bijna 8% gestegen op de beurs van Parijs.

Gegarandeerd betalen, geen garantie voor licht

We betalen dus de hoogste prijs voor de verlenging met tien jaar van twee kernreactoren. Krijgen we daar op zijn minst garanties voor een stabiele elektriciteitsbevoorrading voor terug? Volgens Elia, de beheerder van het hoogspanningsnet, wordt dit vooral een probleem voor de winters van 2025-2026 en 2026-27. 

Volgens de overeenkomst verbindt Engie zich ertoe alles in het werk te stellen om de reactoren tegen de winter van 2025 opnieuw op te starten. Maar wat als dat niet lukt? Er is geen boete bepaald wanneer Engie niet in staat blijkt om ze tijdig weer op gang te krijgen.

Het enige potentiële voordeel voor de Belgische bevolking van het verlengen van de levensduur van de kernreactoren, namelijk dat het licht in de komende maanden niet uitgaat, is dus niet eens gewaarborgd! En Engie zal niets te verantwoorden hebben als het zijn belofte niet nakomt.

Erger nog, stel dat Engie er niet in slaagt om de twee reactoren langer te laten werken zoals gepland, waardoor de Belgische elektriciteitsbevoorrading onder druk komt te staan, dan zal dat zeker de stroomprijs op de elektriciteitsbeurzen opdrijven, en dus ook de rekening van de mensen. 

Toppunt van cynisme hierbij is dat Engie altijd aan het langste eind trekt, omdat de multinational de grootste elektriciteitsproducent van het land is en de output van zijn gasgestookte centrales, dammen en windturbines tegen een hogere prijs zal kunnen verkopen. 

En deze hypothese komt niet zomaar uit de lucht vallen. Er bestaan veel onzekerheden rond het langer in dienst houden van kernreactoren. Ten eerste bestaat het risico dat onderdelen of componenten van reactoren meer beschadigd zijn dan verwacht, en de werkzaamheden ingrijpender en tijdrovender worden. Om het werk te versnellen, zal de regering vervolgens ook de nucleaire veiligheidsvoorschriften moeten “versoepelen”. Ten slotte heeft België ook de toestemming nodig van de Europese Unie en de buurlanden. 

Om deze vrijbrief voor Engie te verklaren, wordt ons verteld dat de regering “liever wilde aanmoedigen dan bestraffen”. Voor de regering gelden sancties alleen voor betogers, stakers van Delhaize, langdurig zieken of werklozen, niet voor multinationals die miljardenwinsten maken.

Van twee walletjes eten ... en alle overwinsten voor Engie

Achter de grote glimlach van premier Alexander De Croo, minister van Energie Tinne Van der Straeten en de CEO van Engie België op donderdagochtend 29 juni schuilt een grimmige vaststelling: de bevolking gaat opnieuw financieel opdraaien voor Engie.

En dan moet je nog weten dat Engie, toen het eind jaren 1990 Electrabel overkocht, het kerncentrales overnam die al afbetaald waren, doordat de Belgen in de decennia ervoor hun elektriciteit veel te duur betaald hadden. En Engie moest de mensen niet terugbetalen.

Die afgeschreven centrales en het volledige productiepark van Electrabel waren dus zeer winstgevend. Engie maakte tussen 1998 en 2020 15 miljard winst op zijn Belgische dochteronderneming door te hoge prijzen te vragen voor de verkochte elektriciteit. 

Bovendien profiteerde Engie van de energiecrisis om ons zijn nucleaire elektriciteit te verkopen voor wel tien keer de productiekost. Dat is 9 miljard euro overwinst bovenop de ‘gewone winst’. 

En vandaag schuift Engie, in ruil voor een cheque van 4,5 miljard euro, de financiële risico's van kernafval op ons af, en dat kan ons tientallen miljarden kosten. In ruil kreeg de regering alleen een vrijblijvende toezegging om te proberen twee kernreactoren uit te breiden, en dat op onze eigen kosten. 

Het spreekt voor zich dat er tijdens deze onderhandelingen geen sprake meer was van het belasten van overwinsten of het bevriezen van de prijs van elektriciteitsproductie. Waarschijnlijk om de multinational niet tegen de haren in te strijken ...

Het gaat hier dus wel degelijk om een hold-up, en die is al een tijdje aan de gang. De uitdrukking “van twee walletjes eten” volstaat niet eens om uit te leggen hoeveel we voor Engie hebben betaald en nog zullen moeten betalen. En zoals gewoonlijk geldt het excuus dat “we geen keus hadden”.

Niets is minder waar. Wij wijzen deze deal af. 

  1. Engie moet volledig instaan voor de kosten van het kernafval dat tot op heden is geproduceerd, zoals de wet het voorschrijft. Engie heeft miljarden winst gemaakt met deze nucleaire splijtstof. Het mechanisme voor de indexering van de provisies die aan Engie worden gevraagd om de kosten van de berging van het kernafval te dekken moet worden behouden, totdat we een duidelijk beeld hebben van het bedrag, de toe te passen technologieën enz. Anders wordt het risico volledig bij de staat gelegd, en bij de Belgische bevolking. 

  2. Het akkoord laat zien dat de regering niet eens kan garanderen dat het licht zal branden komende winter, zelfs als ze alle risico's op zich neemt, met het geld van de werkende bevolking. Dat bewijst dat het een totaal fiasco is om ons energiebeheer over te laten aan particuliere multinationals en de markt. De miljarden die al betaald zijn en nog betaald moeten worden, kunnen onze elektriciteitsbevoorrading niet garanderen. We moeten onze energie weer in publieke handen nemen en massaal investeren in productie, opslag en distributie.

  3. Als we al kerncentrales (of gascentrales) nodig hebben om onze energiebalans veilig te stellen, zolang het duurt om voldoende alternatieven te ontwikkelen, dan moeten we ze publiekelijk beheren. Het akkoord bewijst dat Engie niet geschikt is voor deze taak. Laten we Engie buitenspel zetten. Om deze nationalisatie uit te voeren, bestaan er wetten die overgaan tot inbeslagname en zelfs onteigening in het algemeen belang. En zonder bijkomende kosten, want we hebben via onze facturen al meerdere keren betaald voor deze nationalisatie van de elektriciteitsproductie. Deze nationalisering verandert ook niets aan de historische aansprakelijkheid van Engie voor het produceren van afval en dus voor het betalen ervan.

  4. Om te voorkomen dat Engie (en de andere energiereuzen) profiteren van de mogelijke bevoorradingsonzekerheid in de komende jaren om de prijzen op te drijven, moeten we de controle over de prijs terugnemen en niet langer overlaten aan de speculanten op de energiebeurzen. 

Nationalisatie, prijscontrole en Engie laten betalen voor het nucleair passief zijn de doelstellingen van het wetsvoorstel dat we in het parlement hebben ingediend en dat wordt gesteund door een petitie die meer dan 100.000 mensen hebben ondertekend. Bekijk hier ons voorstel voor een energiewet.