Palestina als laboratorium voor de militarisering in het Westen
Tussen de smeulende ruïnes van Gaza voltrekt zich, naast de directe gruwel van de voortdurende genocide, een stille maar diepgaande verschuiving in de veiligheidsdoctrines van het Westen. De oorlogen tegen het Palestijnse volk dienen als een laboratorium voor het militair-industrieel complex, dat hier zijn technologieën voor oorlog en controle test, verfijnt en vervolgens exporteert.
door David Pestieau
Op al de technologie die ze ontwikkelen kunnen de Israëli’s het label ‘battle-tested/combat-proven’ plakken. “In de sector van defensieproducten geldt dat als een kwaliteitslabel”, aldus Diederik Cops, senior researcher bij het Vlaams Vredesinstituut.1 Die macabere realiteit schetst de contouren van een veiligheidsmodel dat zich stilaan uitbreidt naar Europa en de Verenigde Staten.
Israël, laboratorium en uitstalraam van het westerse militair-industriële complex: het voorbeeld van de F-35
De Britse expert Andrew Feinstein, een kenner van de internationale wapenhandel, verwoordt het scherp: “Israël neemt een unieke positie in als proefterrein én uitstalraam voor westerse wapens.”
In tegenstelling tot de meeste westerse legers, die hun materiaal plannen op basis van theoretische scenario’s, voert het Israëlische leger – de Tsahal – permanente, reële oorlogen. Dat creëert een ongeëvenaarde testomgeving voor wapens, surveillancesystemen en militaire tactieken, allemaal uitgeprobeerd onder operationele omstandigheden tegen echte tegenstanders.
De F-35 is een treffende illustratie van dat mechanisme. Israël beschikt momenteel over 39 exemplaren van dit Amerikaanse gevechtsvliegtuig van de vijfde generatie, in een eigen variant die de F-35I “Adir” wordt genoemd. Tegen 2027 wil het land er 75 hebben aangekocht.2
In 2018 pronkte de Tsahal ermee dat het het eerste leger ter wereld was dat de F-35 daadwerkelijk in de strijd had ingezet. Sindsdien zijn deze toestellen op grote schaal gebruikt bij de bombardementen op Gaza — naar schatting 35 van die toestellen namen deel aan de aanvallen.
Bij het begin van die militaire campagne werkten de Verenigde Staten haastig de missiedatabestanden bij — het digitale “brein” van de Israëlische F-35I’s. Dat onderstreept de nauwe technologische integratie tussen beide landen.
De gevolgen voor de Palestijnse burgerbevolking zijn verwoestend. In juli 2024 werd een F-35 ingezet om drie bommen van 900 kilo af te werpen op Al-Mawasi, een zogenaamd “veilig gebied” in Khan Younis, in het zuiden van Gaza. Daarbij kwamen 90 mensen om en raakten minstens 300 mensen gewond.2
Tijdens recente offensieven gebruikte Israël honderden GBU-31 “bunker buster”-bommen van 907 kilo — het grootste aantal sinds de Vietnamoorlog.
Analyse van satellietbeelden bracht meer dan 500 kraters met een diameter van 12 meter aan het licht in de Gazastrook, een directe indicatie van het massale gebruik van deze zware munitie.
Maar Gaza is meer dan een slagveld — het is ook een testterrein. Israëlische luchtmacht-eskaders hebben bijvoorbeeld afgezien van de stealth-capaciteit van de F-35 door bommen aan de vleugels te hangen in plaats van in de romp. Zo kunnen meerdere missies in één vlucht worden uitgevoerd.
Ook testten ze er ‘s werelds eerste geleide JDAM-bommen met vrije val.3 In november 2023 schoot een Israëlische F-35I bovendien een Jemenitische kruisraket neer — opnieuw een wereldprimeur.
Deze “innovaties” blijven niet beperkt tot het Midden-Oosten. Het label combat-proven is uitgegroeid tot het sterkste marketingargument van de Israëlische wapenindustrie. Een Heron-drone of een Iron Dome-systeem wint onmiddellijk geloofwaardigheid bij buitenlandse kopers, juist omdat het gebruikt werd tegen echte doelwitten.
Duitsland en tal van andere landen hebben zulke systemen aangeschaft op basis van dat “bewijs van gebruik”. Ondanks scherpe kritiek blijft Nederland deelnemen aan de F-35-productieketen — door mensenrechtenorganisaties omschreven als een “keten des doods”.4
Meer dan 230 internationale organisaties eisen intussen dat regeringen die betrokken zijn bij de productie van F-35’s stoppen met het bewapenen van Israël.5
Deze samenwerking gaat over meer dan alleen handelszaken. Israël is niet alleen een tester, maar een echte partner voor onderzoek en ontwikkeling. Bedrijven als Elbit Systems hebben specifieke elektronische systemen ontwikkeld die in de Israëlische F-35 zijn geïntegreerd, waardoor "toegevoegde waarde wordt gecreëerd die het hele programma ten goede komt". De doctrines en lessen die de Tsahal heeft geleerd in de oorlog tegen de Palestijnen worden op grote schaal gedeeld met de Amerikaanse en Europese legers door middel van voortdurende uitwisseling van officieren en inlichtingen.
Deze samenwerking overstijgt louter handel. Israël fungeert niet alleen als tester, maar ook als volwaardige partner in onderzoek en ontwikkeling. Bedrijven als Elbit Systems ontwierpen specifieke elektronische componenten die in de Israëlische F-35’s zijn geïntegreerd, waardoor “toegevoegde waarde wordt gecreëerd die het volledige programma ten goede komt”. De doctrines en ervaringen die de Tsahal opdeed in de oorlog tegen de Palestijnen worden ruim gedeeld met Amerikaanse en Europese legers, via de voortdurende uitwisseling van officieren en inlichtingen.
Artificiële intelligentie als militair wapen: massaal getest in Gaza
Het gaat niet enkel om wapens of klassieke militaire uitrusting, maar ook om het gebruik van nieuwe technologieën en artificiële intelligentie (AI).
Zoals Peter Mertens, auteur van Muiterij, in mei al aan de kaak stelde in zijn podcast "Kantelpunt" #3, speelt AI een cruciale rol in de intensivering en automatisering van oorlogen – en meer specifiek in de context van de genocide in Gaza.
Volgens hem is “Gaza het laboratorium van de eerste door artificiële intelligentie ondersteunde genocide in de geschiedenis”.
Geavanceerde technologieën worden “getest op de bevolking van Gaza en vervolgens wereldwijd geëxporteerd”. Het gaat om bewakingsdrones, spyware, gezichtsherkenningstechnologie en zelfs AI-gestuurde machinegeweren. Het Lavendel-systeem, ontwikkeld door het Israëlische leger, gebruikt AI om doelwitten te selecteren op basis van vermoedelijke connecties met Hamas.
Peter Mertens verwijst in zijn podcast naar een uitspraak van een voormalig juridisch adviseur van het Israëlische leger, die beschrijft hoe het tempo van doelwitbepaling spectaculair is gestegen: “Toen ik tussen 2010 en 2015 in de ‘target room’ zat, was een team van twintig inlichtingenofficieren ongeveer 250 dagen bezig om 200 à 250 doelwitten te verzamelen. Vandaag doet AI dat in één week.”
Een Israëlische soldaat vat het zo samen: “Vroeger identificeerden we vijftig doelwitten per jaar, nu zijn dat er honderd per dag.” Een andere soldaat zegt onomwonden: “Palestijnen doden is tegenwoordig even simpel als een pizza bestellen.”
Een Israëlische officier onthult verder: “Ik besteedde twintig seconden per doelwit en viel tientallen doelwitten per dag aan. Mijn menselijke rol beperkte zich tot een goedkeuringsstempel. Dat bespaarde veel tijd.”
In dat opzicht versterkt militaire artificiële intelligentie, onder Israëlisch-Amerikaanse auspiciën, de genocide met een ongekende mate van cynisme en ontmenselijking.
Samengevat stelt Peter Mertens vast dat AI niet zomaar een technisch hulpmiddel is, maar het centrale instrument van een militaire strategie die gericht is op het versnellen van aanvallen, desensibilisatie en cynisme, wat van Gaza de proeftuin maakt voor deze nieuwe vormen van oorlogvoering.
Het Israëlische model van een gemilitariseerde samenleving: inspiratie van Francken tot Trump
Naast wapens en artificiële intelligentie verspreidt zich ook een geheel maatschappelijk model — een manier om de samenleving te organiseren — van Israël naar Europa en de Verenigde Staten in deze tijd van groeiende militarisering. Zoals Theo Francken schreef in een tweet op 10 mei 2024: “De afgelopen 80 jaar bouwden de Israëliërs het/de sterkste leger/inlichtingendienst/cyberstructuur ter wereld. Maar bovenal bouwden ze een ijzersterke natie met een internationale blik en immens samenhorigheidsgevoel (o.a. door onderwijs en legerdienst).”
Israël is een samenleving waar de grens tussen de burgermaatschappij en krijgsmacht vervaagt. De militaire dienstplicht, die geldt voor de grote meerderheid van mannen en vrouwen, heeft een cultuur voortgebracht waarin het leger een centrale plaats inneemt. Reservisten kunnen tot op hoge leeftijd worden opgeroepen, en er blijft een permanente band tussen burgers en strijdkrachten bestaan.
Deze verregaande militarisering van de samenleving oefent een bijzondere aantrekkingskracht uit op sommige westerse leiders. Filosoof Anton Jäger merkt op dat Theo Francken “sterk dweept met het Israëlische model. Er heerst daar volgens hem een benijdenswaardige militaire ethiek”.
Jäger benadrukt hoe problematisch die visie is, omdat ze neerkomt op een permanente ‘securitisering’ van de samenleving — een toestand waarin veiligheid tot hoogste waarde wordt verheven en waarin maatregelen worden gerechtvaardigd die in andere zogeheten democratische landen zouden worden betwist.6
Politici als Francken, nu minister van Oorlog, willen graag het Israëlische samenlevingsmodel naar hier importeren. En dat gaat gepaard met de militarisering van de geesten en de samenleving. Denk aan de campagne om 17-jarigen te rekruteren via persoonlijke brieven, de positieve mediacampagnes rond het leger, de oriëntatie van universitair onderzoek naar defensieprojecten en de promotie van het leger op scholen.
De verschuiving van het discours: van vrede naar veiligheid
De meest verraderlijke verschuiving die zich voltrekt, betreft het politieke discours zelf.
Het Israëlische veiligheidsdenken rust op een aantal fundamentele pijlers:
de suprematie van "existentiële veiligheid" waarbij elke dreiging als absoluut wordt gezien;
het dogma dat vrede alleen via kracht kan worden bereikt;
het concept van een “versterkte democratie”, waarin veiligheidseisen zwaarder wegen dan democratische rechten;
de voorstelling van de tegenstander — Palestijnen, Iraniërs, Libanezen — als een “fanatieke ideologische vijand” waarmee niet kan worden onderhandeld en die moet worden vernietigd. Die logica leidt tot een volledige ontmenselijking van de tegenpartij, zoals blijkt uit de retoriek tijdens de genocide in Gaza. De Israëlische minister van Defensie, Yoav Gallant, verklaarde al in de eerste dagen van het offensief: “We vechten tegen menselijke dieren.”
Het gevolg is een radicale omkering van de klassieke benadering, waarin veiligheid hand in hand ging met internationale samenwerking, diplomatie en democratische rechten. Vandaag wordt veiligheid de absolute voorwaarde voor elk ander beleid.
Deze veiligheidsretoriek klinkt ook in de oorlogszuchtige taal van Europese leiders in de voorbije maanden, met steeds terugkerende uitspraken als: “Wie vrede wil, moet zich voorbereiden op oorlog” en “Veiligheid gaat boven alles, ook boven democratische vrijheden.”
Geen wonder dat de Europese inlichtingendiensten nauw samenwerken met hun Israëlische tegenhangers. Europese politie- en antiterreureenheden worden in Israël opgeleid in massacontrole, contra-opstandtechnieken en de beveiliging van publieke ruimtes. Europa koopt op grote schaal Israëlische bewakings- en veiligheidstechnologie, en integreert zo dit “model” rechtstreeks in zijn eigen veiligheidsarchitectuur. We hebben dit onlangs gezien met de onthullingen over het gebruik van Israëlische technologie door de lokale politie in België.
De Palestijnen in Gaza betalen een dubbele prijs. Eerst en vooral met hun levens, huizen en waardigheid onder de bommen. Maar ook omdat ze ongewild proefpersonen zijn geworden in een laboratorium dat een veiligheidsmodel voortbrengt, bedoeld om te worden geëxporteerd naar andere landen en andere oorlogen. Elke innovatie die in Gaza wordt getest, wordt daarna een verkoopbaar product, een referentiepunt en een rechtvaardiging voor het beperken van vrijheden in andere landen.
Het systeem draait op een perverse logica: zoals filosoof Anton Jäger opmerkt, moet de “oorlogshonger” voortdurend worden gevoed om de vraag naar wapens in stand te houden.
De militarisering die vandaag op Palestijnen wordt uitgetest, vormt de blauwdruk voor de bewakingstechnologieën, het politiebeleid en de vrijheidsbeperkingen die morgen hier realiteit kunnen worden. Om die vicieuze cirkel te doorbreken, moeten we deze logica verwerpen — en bevestigen dat vrede niet kan worden gebouwd op tot laboratoria herleide puinhopen.
Bronnen
De Standaard, "Europa geeft miljarden uit aan Israëlische defensie om zich te wapenen tegen Rusland", oktober 2025. Beschikbaar via: https://www.standaard.be/buitenland/europa-geeft-miljarden-uit-aan-israelische-defensie-om-zich-te-wapenen-tegen-rusland/96325031.html
Anadolu Agency, "Israël teste sur Gaza les capacités du F-35I, les défenses antimissiles, les drones et les corvettes allemandes", 2024. Beschikbaar op: https://www.aa.com.tr/fr/monde/isra%C3%ABl-teste-sur-gaza-les-capacit%C3%A9s-du-f-35i-les-d%C3%A9fenses-antimissiles-les-drones-et-les-corvettes-allemandes/314174123
Declassified UK, "What is the F-35 fighter jet Israel uses to bomb Gaza and Iran?". Beschikbaar op: https://www.declassifieduk.org/what-is-the-f-35-fighter-jet-israel-uses-to-bomb-gaza-and-iran/ ; Amnesty International Australia, "Over 230 global organisations demand governments producing F-35 jets stop arming Israel". Beschikbaar op: https://www.amnesty.org.au/over-230-global-organisations-demand-governments-producing-f-35-jets-stop-arming-israel/
Al Jazeera, "Netherlands still backs Israeli F-35 supply 'chain of death': Report", juin 2025. Beschikbaar op: https://www.aljazeera.com/news/2025/6/5/netherlands-still-backs-israeli-f-35-supply-chain-of-death-report
Amnesty International Australia, "Over 230 global organisations demand governments producing F-35 jets stop arming Israel". Beschikbaar op: https://www.amnesty.org.au/over-230-global-organisations-demand-governments-producing-f-35-jets-stop-arming-israel/
Anton Jäger, filosoof en auteur, geciteerd in het tijdschrift Solidair (verschijnt binnenkort), over de bewondering van Theo Francken voor het Israëlische model van sociale militarisering.