Een sociale klimaatrevolutie
We moeten nu veranderen, voordat het klimaat alles verandert. Om deze uitdaging aan te gaan, kiezen we voor een sociale klimaatrevolutie. Door middel van overheidsinvesteringen willen we onze streek aanpassen aan de grillen van het klimaat, de uitstoot van broeikasgassen radicaal verminderen, de energierekeningen verlagen en banen scheppen. In België en over de hele wereld verdedigen we samenwerking en sociale en klimaatrechtvaardigheid. De grote vervuilers moeten betalen, niet de werkende klasse.
Overstromingen in Pepinster, Italië, Griekenland, Libië en Pakistan, een verwoestende droogte in Europa, extreme hitte die bossen in de as legt in gebieden die tot voor kort een gematigd klimaat hadden, poolkou in Noord-Amerika en Azië ... De klimaatcrisis is een feit, en het is de werkende klasse in de hele wereld die in de zwaarste klappen deelt. Onze gezondheid en toekomst staat op het spel terwijl de grote vervuilende monopolies ongedeerd blijven. Toch bleef de Vivaldi-regering, die zichzelf had uitgeroepen tot "de groenste regering in de geschiedenis", in haar passieve houding en slechte gewoonten steken.
We moeten snel actie ondernemen om onze planeet bewoonbaar te houden. Het doel is duidelijk : de uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk verminderen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. Bovendien verandert het klimaat dermate dat we de controle dreigen te verliezen. We willen de wereldwijde opwarming en de kosten van levensonderhoud blokkeren. We willen een economie die banen schept in plaats van vervuiling uitstoot. We willen een energiesysteem dat onze huizen opwarmt en niet de planeet. Een einde aan de fossiele brandstoffen uit het verleden, met de graaiers, rampen en oorlogen die eraan vasthangen. Welkom, groene energie van de toekomst, met je duurzame jobs, veiligheid en onafhankelijkheid.
Dat doel vormt een van de grootste uitdagingen ooit voor de mensheid. In België en Europa betekent dit volgens de laatste studies van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2040 tot nul moet worden teruggebracht. We zijn nog steeds niet in staat om een ambitieus beleid voor te stellen op internationale klimaattoppen en alle deskundigen voorspellen dat België zijn magere klimaatdoelstellingen niet zal halen. Wanneer leden van gewestelijke of federale meerderheden deelnemen aan klimaatmarsen, betogen ze tegen hun eigen passiviteit. Wiens schuld is dat ? Als we de federale minister van Klimaat, Zakia Khattabi van Ecolo, mogen geloven, zou de blokkade te wijten zijn aan de Vlaamse regering. De Vlaamse minister van Klimaat, Zuhal Demir van de N-VA, heeft effectief de hele legislatuur besteed aan het zo veel mogelijk afzwakken van de klimaatdoelstellingen. De N-VA heeft het liever over ‘eco-modernisme’, een hippe term die er vooral op neerkomt dat ze geloven dat vooralsnog onbestaande technologieën alle problemen zullen oplossen en dat we nu dus vooral niet te veel actie moeten nemen. Dit standpunt wordt gesteund door de voorzitter van de MR, Georges-Louis Bouchez. Elke analyse die onafhankelijk is van de lobby's van de grote vervuilers laat echter zien dat deze pseudo-oplossingen in het beste geval ondoeltreffend zijn en in het slechtste geval nog ernstiger milieuproblemen veroorzaken. In werkelijkheid is het doel van Vlaams en Franstalig rechts om een afleidingsmanoeuvre uit te voeren, om beslissingen te vertragen die de belangen van industriereuzen zouden schaden. Op papier verdedigen de PS, Vooruit en de groenen klimaatdoelen die meer in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Maar wat doen ze om deze ambities in de praktijk te brengen ? In naam van de energietransitie is federaal minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) de hele wereld afgereisd, van Oman tot Chili en Namibië, om markten te openen voor de Belgische private groene-energiereuzen.
Tegelijkertijd trekt de staatssecretaris voor Relance, de socialist Thomas Dermine, van de ene vergadering naar de andere met Engie, ArcelorMittal, Umicore en DEME. Het doel : overheidsgeld ter beschikking stellen van deze industriëlen om hun investeringen in de klimaattransitie ‘risicoloos’ te maken. Op die manier staan de socialistische partijen en groenen aan dezelfde kant als de grote vervuilers die beschermd worden door N-VA en MR.
Waarom? Omdat ze evengoed hun vertrouwen stellen in de markt. In plaats van de klimaattransitie te plannen en zelf keuzes te maken qua technologische ontwikkeling en investeringen, laten ze het initiatief liever over aan privé-investeerders. Ze hopen die te kunnen sturen aan de hand van overheidssubsidies en door een koolstofmarkt te creëren die de uitstoot zou verminderen volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’. Maar dit klimaatbeleid is gedoemd te mislukken, en het zijn de directeurs van de oliegiganten die dat het best verwoorden. "Onze aandeelhouders vinden vooral de duurzaamheid van hun dividenden belangrijk", dixit Patrick Pouyanné, CEO van TotalEnergies. Het is duidelijk dat de klimaattransitie voor hen niet te snel moet gaan om de winst op korte termijn niet te schaden. Shell-baas Wael Sawan zegt iets gelijkaardigs: "Als we in een activiteit geen rendement met 2 cijfers kunnen behalen, moeten we ons absoluut afvragen of we er wel mee door moeten gaan. We willen de CO2-uitstoot verminderen, maar het moet wel rendabel blijven". En dit net voordat hij een daling van de investeringen in groene energie aankondigde en de aandelenkoers van Shell zag stijgen op de beurs. De Europese koolstofmarkt is een mislukking over de hele lijn: de uitstoot daalt te weinig, grote vervuilers worden rijk door te speculeren op deze markt en de kosten worden doorgerekend aan de consument. De vervuiler wordt betaald en de werknemer betaalt. De regeringen hebben de grote vervuilers niet willen aanpakken, en dan laten ze maar de gewone mensen het gelag betalen. Zonder de acties van de PVDA op straat en in het parlement zouden we deze legislatuur hebben afgesloten met een nationale koolstofbelasting en een kilometerheffing in onze hoofdstad. Nu wordt er ook nog gesproken over het invoeren van een Europese koolstofbelasting op verwarming en brandstof. Het is een beleid dat niet werkt en ook nooit zal werken. Kapitalisme met een laagje groene verf zal het klimaat niet redden, en zal de arbeidersklasse duur komen te staan.
Wat we nodig hebben zijn geen groene belastingen, maar overheidsinvesteringen om een klimaatneutrale samenleving op te bouwen en mensen te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Het is tijd om af te rekenen met de recordwinsten van de fossiele brandstofindustrie, het is tijd voor een effectief en sociaal verantwoord klimaatbeleid. Het ordewoord hier is samenwerking, geen concurrentie. Een strategie die eenduidig kiest voor overheidsinvesteringen, weg uit de marktlogica: dat staat in de ontwerpresolutie die ons parlementslid Greet Daems tijdens het najaar 2021 heeft ingediend in het federale parlement, met het oog op de COP 26 in Glasgow. Deze tekst werd natuurlijk verworpen door Vivaldi en de N-VA, die samen de logica verdedigen van de markt en ieder voor zich. Vlaams Belang zinkt verder weg in klimaatscepsis, met het risico dat de kosten van het status quo terechtkomen bij de werkende mensen en hun gezinnen.
In de loop van de geschiedenis zijn zowel milieubeleid als sociaal beleid er altijd gekomen via strijd: de strijd van de werkende klasse. Een ambitieuzer en rechtvaardiger klimaatbeleid zal ons niet zomaar in de schoot geworpen worden. We kunnen niet blijven wachten tot de verandering er vanzelf komt. We moeten verandering afdwingen, en het heft in eigen handen nemen.
Een. De switch naar een klimaatneutraal België
- De switch maken betekent een ambitieus overheidsinvesteringsplan van 160 miljard over tien jaar in hernieuwbare energie, renovatie van woningen en openbaar vervoer.
- In navolging van Denemarken zijn wij voorstander van de nationalisering van de energiesector om de energietransitie werkelijkheid te maken.
- We lanceren een openbare renovatiegolf om huizen te isoleren, zonder dat de mensen hiervoor moeten betalen, zoals in Duitsland.
- In tien jaar tijd bouwen we een openbaar vervoer uit dat frequent, comfortabel en toegankelijk is, zoals in Luxemburg en Zwitserland.
- Om de nodige fondsen te mobiliseren richten we een openbare investeringsbank op.
Om zo snel mogelijk klimaatneutraliteit te bereiken, zullen we eerst de sectoren moeten aanpakken die de meeste broeikasgassen uitstoten. De energieproductie, transport en verwarming van gebouwen zijn samen goed voor bijna twee derde van onze uitstoot. Deze drie gebieden komen overeen met een aantal basisbehoeftes, zoals zich verwarmen, zich verplaatsen, goederen produceren en elektriciteit.
Maar net in deze sectoren handelen onze regeringen te weinig en te laat. Dat is nog zacht uitgedrukt, want soms doen ze net het tegenovergestelde van wat nodig is. Zo snel mogelijk afstappen van fossiele brandstoffen is de boodschap, maar er is nog steeds geen Belgische of Europese strategie voor investeringen in groene energie. Gezinnen die het geluk hebben zonnepanelen te kunnen installeren, zien hun bijdrage onderbroken omdat het elektriciteitsnet hun aandeel niet kan absorberen. Je huis renoveren is een luxe geworden. In plaats van collectieve maatregelen te nemen voor dit sociaal probleem, zijn alle regionale overheden van plan om isolatie te verplichten, op kosten van de bewoners. In plaats van te investeren in de spoorwegen om van de trein een aantrekkelijk alternatief te maken, is federaal minister van Mobiliteit, de groene Georges Gilkinet, blijven besparen op de rug van de gebruiker en het spoorpersoneel, hij heeft de tarieven zelfs nog verhoogd.
Het is een beleid dat werknemers veel geld kost, maar de fossiele brandstofgiganten enorme winsten oplevert doordat we nog steeds afhankelijk zijn van hun vervuilende productie. In 2022 boekten de vijf westerse oliegiganten (Shell, ExxonMobil, BP, Chevron en TotalEnergies) samen een recordwinst van 200 miljard euro. Dat is tien keer meer dan het budget van het Europese Fonds voor een Rechtvaardige Klimaattransitie. Met dit geld zouden we 50.000 windturbines kunnen installeren, bijna twee maal het huidige aantal in Europa. Maar dat is duidelijk niet waarmee de oliegiganten zich hebben beziggehouden. Integendeel, de weinige klimaatdoelen die ze zichzelf hadden gesteld, werden al snel overboord gegooid, omdat gas en olie op korte termijn veel winstgevender zijn. In 2022 daalden de investeringen in windenergie in Europa naar het laagste niveau in meer dan tien jaar. De grote vervuilers blokkeren de omschakeling in onze samenleving en boeken historische winsten. En daar krijgen ze zelfs nog overheidsgeld voor. Na intens gelobby zijn fossiele gassen door de Europese Unie erkend als groene energie, waardoor bedrijven in de sector aanspraak kunnen maken op subsidies. De oorlog in Oekraïne heeft geleid tot een nieuwe afhankelijkheid van zeer vervuilend Amerikaans schaliegas. De overheden investeren miljarden in nieuwe schaliegas-infrastructuur, die ons nog tientallen jaren aan fossiele brandstoffen zal binden, met de hoge prijzen vandien. In eigen land heeft de federale minister voor Energie honderden miljoenen euro vrijgemaakt voor de bouw van nieuwe gascentrales. Werknemers betalen, het klimaat verslechtert en een handvol grote vervuilende bedrijven wordt er rijk van.
We moeten de switch maken en dit beleid stoppen. Nu meteen. Energie, huisvesting en transport zijn de hefbomen voor een leefbaar klimaat. We moeten ze zelf weer in handen nemen. Dit kan door ons toe te spitsen op goedkope, 100% hernieuwbare energie, door met de overheid te investeren in energieproductie, -distributie en -opslag en door de sector terug onder publieke en democratische controle te brengen. Onze inspiratie komt uit Denemarken, één van de wereldleiders in hernieuwbare energie en een kampioen in windenergie, dankzij een overheidsbeleid ten bate van de ecologische transitie. Wij willen echter nog verder gaan, door Engie en consoorten buitenspel te zetten en zo de controle over hun productie en prijzen terug te winnen. We gaan een openbaar investeringsplan lanceren voor woningrenovatie, om energieverbruik en verwarmingsfacturen zo snel mogelijk te verlagen, zonder de bewoners te laten betalen. Hierbij kiezen we voor de Duitse en Weense aanpak en de manier waarop zij daken en muren isoleren, via grootschalige renovaties, wijk per wijk, huis per huis, onder leiding van een openbare bank die de kosten van de werken zal financieren. Goed voor het klimaat, nog beter voor de portemonnee. Dit beleid gaat dan gepaard met een ruimtelijke ordening en een landbouwpolitiek gebaseerd op onze behoeften en niet op die van de betonbaronnen of de agrobusiness.
Wat Luxemburg en Zwitserland doen op vlak van transport, dat kunnen wij ook. Treinen, bussen en trams die je snel, comfortabel en liefst gratis naar je bestemming brengen? Om dit te bereiken, maken we genoeg geld vrij om volop te investeren in openbaar vervoer, in infrastructuur en voertuigen, en om voldoende personeel aan te werven en de prijzen te verlagen. Dit is geen droom, maar een absolute must in een rijk land als België.
Hoe gaan we dat betalen? Om deze switch te maken, is er de komende tien jaar 160 miljard euro nodig. 16 miljard per jaar is minder dan wat de schatkist elk jaar verliest door belastingontduiking of aan belastingverminderingen die bedrijven krijgen. Het gaat om een ambitieus maar haalbaar bedrag, om ons land klaar te stomen voor één van de grootste uitdagingen ooit. Een publieke bank, opgericht voor de burgers, investeert in de klimaattransitie én in sociale maatregelen. Ze biedt de Belgen een aantrekkelijke manier om hun geld opzij te zetten en tegelijk democratisch te controleren waarvoor het wordt gebruikt. Als we nog meer geld nodig hebben, laat het ons dan gaan halen uit de zakken van de grote monopolisten van fossiele brandstoffen en de grote fortuinen, niet uit de zakken van de werkende mensen.
Overheidsinvesteringen in energie, transport en huisvesting zullen de motor van onze industriële transformatie zijn. We zullen meer windturbines, warmtepompen, treinen, bussen, metro's, deelauto's en isolatiematerialen nodig hebben. De werkende klasse is in staat om van België een pionier te maken in de klimaatstrijd en om een duurzame en sociale toekomst te geven aan ons industrieel weefsel. We hebben sterke vakbonden die een rechtvaardige overgang voor en door de werkende klasse in handen kunnen nemen.
Twee. Bindende normen voor grote vervuilers in plaats van groene belastingen voor de werkende klasse
- Wij verwerpen de Europese koolstofbelasting op verwarming en brandstof.
- We willen weg uit de Europese koolstofmarkt en het emissiehandelssysteem (ETS). In plaats daarvan leggen we bindende emissienormen op om de grootste vervuilers te dwingen te investeren in hun transitie.
- We zijn tegen asociale maatregelen zoals kilometerheffingen of CO2-taksen, omdat ze mensen straffen zonder ze een echte oplossing te bieden.
De twintig grootste particuliere uitstoters van broeikasgassen zijn goed voor een derde van de Belgische uitstoot. Het zijn giganten in de energie-, petrochemische en industriële sectoren. Straffer nog: vijf multinationals - Engie, ExxonMobil, ArcelorMittal, BASF en TotalEnergies - zijn verantwoordelijk voor 20 procent van de uitstoot. Om onze klimaatdoelstellingen te halen, moeten we niet alleen investeren in huisvesting, mobiliteit en energie, maar ook de uitstoot van deze gigantische vervuilers terugdringen. Zonder dat dit wordt afgewenteld op hun personeel in de vorm van jobverlies of via prijsverhogingen. Want deze grote bedrijven hebben de middelen om hun overgang in goede banen te leiden. Ze genereren miljarden winst. De kwestie is om hen te dwingen te investeren in andere manieren van produceren in hun Belgische en Europese vestigingen.
Welke was tot nu toe de strategie van onze regeringen ten opzichte van de grote vervuilers? Een Europese koolstofmarkt creëren, het ETS. Het idee daarachter? Elk bedrijf krijgt een plafond dat de hoeveelheid broeikasgassen die het mag uitstoten beperkt in de vorm van emissierechten die op een markt kunnen worden verhandeld. Bedrijven die onder de bovengrens blijven, kunnen hun overtollige emissierechten verkopen aan bedrijven die de limiet overschrijden. Elk jaar verlaagt de EU de hoeveelheid emissierechten om bedrijven aan te moedigen groener te worden. Maar dit systeem is een mislukking, omdat de logica ervan uiteindelijk investeringen in kortetermijnoplossingen aanmoedigt en die beperkt tot wat strikt noodzakelijk is, opdat de kosten van emissierechten niet te veel zouden stijgen. Bijvoorbeeld door een beetje energie te besparen in het productieproces om geen CO2-quota te hoeven kopen, eerder dan te investeren in een nieuwe manier van produceren die volledig CO2-vrij zou zijn. Aan de andere kant is deze markt zeer winstgevend voor de grote vervuilers, die met delokalisatie dreigen als ze geen gratis emissierechten krijgen. Die kunnen ze dan doorverkopen terwijl ze ook nog eens overheidssubsidies binnenrijven voor hun groene transitie. Voor giganten als ArcelorMittal kan het zelfs lucratief zijn om fabrieken te sluiten en ongebruikte broeikasgasemissierechten te verkopen. Sinds de oprichting van de markt in 2005 heeft het bedrijf bijna 2 miljard euro verdiend met de verkoop van ongebruikte emissierechten. Dus ... ‘de vervuiler wordt betaald’. De koolstofmarkt is ook een nieuw jachtterrein voor handelaars. Een recent artikel in Le Monde onthult dat 80 procent van de transacties op de Europese koolstofmarkt puur speculatief is. Deze speculatie is verre van anekdotisch, aangezien de Europese koolstofmarkt in 2021 goed was voor bijna 700 miljard euro aan transacties.
Nochtans heeft deze markt de steun van alle Vivaldi-partijen, en ook van de N-VA. In tegenstelling tot hen willen wij er zo snel mogelijk vanaf en die vervangen door bindende emissienormen en een openbare en democratische sturing van de industriële transitie, in functie van sociale en klimaatdoelstellingen. Net zoals we hebben gedaan in de strijd tegen zure regen en het gat in de ozonlaag, willen we de grootste vervuilers dwingen om te investeren in het transformeren van hun productieproces. Sociale en milieunormen zullen zorgen voor behoud en uitbreiding van banen.
Door zichzelf vast te klampen aan een beleid dat niet in staat is om de grootste vervuilers aan te pakken, worden onze regeringen gedwongen om maatregelen te nemen die de verantwoordelijkheid bij de consumenten en hun portemonnee leggen. Dit is de logica achter de koolstofbelasting: ‘Vervuilende’ producten duurder maken om mensen aan te moedigen hun consumptiegedrag te veranderen. Alsof energie een pakje sigaretten is. Dit beleid is zonder effect omdat het geen invloed heeft op de productiemethoden. Bovendien is het oneerlijk, omdat het in de eerste plaats de werkende klasse treft door de kosten van mobiliteit, verwarming of voedsel te verhogen, terwijl ze tegelijkertijd niet de middelen krijgen om hun huizen te isoleren, op een andere manier te reizen of betere producten te kopen. De eerste daad van de federale minister van Klimaat, Zakia Khattabi (Ecolo), bij haar aantreden, was een nationale koolstofbelasting op tafel te leggen. Gezien de impopulariteit van deze belasting, die we via interventies en vragen aan de minister onder de aandacht van het parlement brachten, werd ze gedwongen af te zien van het project . Maar deze koolstofbelasting dreigt ons toch door de strot te worden geramd, deze keer op Europees niveau: ETS 2. Het plan? De Europese koolstofmarkt uitbreiden naar emissies van autobrandstoffen, gas en stookolie. Als deze koolstofbelasting wordt ingevoerd, zal verwarming gemiddeld 170 euro meer kosten en de prijs van een liter benzine vanaf 2027 10 cent stijgen, gemiddeld 243 euro extra taks per gezin. Deze maatregel werd op Europees niveau verworpen door PVDA, maar gestemd door PS en Vooruit, Les engagés en cd&V, MR en Open VLD, en Ecolo. Er is nog tijd om de invoering in België tegen te houden. Net zoals we ervoor hebben gezorgd dat Vivaldi zijn koolstofbelasting opgaf, zullen we de Europese koolstofbelasting blokkeren.
Dit bestraffend en efficiënt beleid beperkt zich niet tot de koolstofbelasting. De gewestregeringen hebben eveneens de antisociale voorstellen aaneengeregen. Een van de beste voorbeelden hiervan is de voorgestelde kilometerheffing op autoverplaatsingen in het Brussels Gewest, door de regering PS-Ecolo-DéFi. Dankzij de mobilisatie van de PVDA, zij aan zij met de bewoners, konden we dit project tegenhouden door sociaal en ecologisch effectievere alternatieven voor te stellen. Want deze kilometerheffing komt erop neer dat de rekening wordt betaald door mensen die de auto moeten gebruiken door het gebrek aan een openbaar mobiliteitsbeleid. De Gezinsbond heeft berekend dat dit veel gezinnen honderden euro's per jaar zou kosten. De traditionele partijen willen het nochtans weer op de agenda zetten, zowel in Brussel als in de andere Gewesten. Laten we niet vergeten dat de eerste voorstander van de maatregel de N-VA was, voor de partij haar kar draaide, en dat de Open VLD zich al heeft uitgesproken voor een doorstart van het project. We zullen ons blijven verzetten tegen deze belasting als de traditionele partijen proberen ze nieuw leven in te blazen. In dezelfde geest zijn we tegen de verhoging van de prijs van afvalinzameling en tegen alle belastingen die tot doel hebben de kosten van de klimaattransitie op de schouders van de werkende klasse te laden zonder een effectief alternatief voor te stellen.
Drie. Een coherent nationaal klimaatbeleid
- Eén klimaatminister in plaats van vier. CO2 stopt niet bij de taalgrens. We willen het hele klimaatbeleid herfederaliseren.
- Met een kaderwet die van toepassing is op alle bestuurslagen leggen we de basis voor een ecologische, democratische en sociale planning.
- Werknemers, burgers en het maatschappelijk middenveld moeten inspraak krijgen in dit klimaatbeleid.
- Binnen het Federaal Planbureau komt een afdeling Klimaatplanning.
Het beleid van België is eenvoudig samen te vatten: vier klimaatministers, nul klimaatbeleid. In 2021 moest België zonder klimaatplan naar de VN-klimaattop in Glasgow. Dat kwam door een blokkade vanwege de Vlaamse regering en haar minister van Klimaat, de N-VA'er Zuhal Demir. Zij was op vakantie in Marbella op het moment van de onderhandelingen, en kon het niet eens worden met haar ’partners’ van de meerderheid, Open VLD en cd&v, over een gemeenschappelijke doelstelling. En elders? In Brussel werd het Air Climate Energy Plan, voorgesteld door regionaal minister Alain Maron (Ecolo), nog steeds niet goedgekeurd. Een vertraging van meer dan twee jaar. Hierdoor zakte België naar plaats 49 op de Climate Change Performance Index, ver achter landen als China en India. In 2021 werden ook al die ministers veroordeeld omdat hun non-beleid het recht op leven van alle Belgen schendt. Toch bleven ze elkaar de zwartepiet toespelen. Tegelijkertijd sluiten ze hun ogen voor de realiteit, zoals de Waalse minister van Klimaat Philippe Henry (Ecolo), die in het parlement onze vraag om te luisteren naar de klimaatbeweging naast zich neerlegde. Er volgden nog vele saga’s van communautair gekibbel, maar een echt Belgisch klimaatbeleid is er nog altijd niet.
De klimaatcrisis is te ernstig om over te laten aan het Belgische vechtfederalisme. Terwijl er wereldwijd veel op het spel staat, verliezen we kostbare tijd door de splitsing van de bevoegdheden tussen regio's. Als we moeten wachten tot de vier klimaatministers van ons land er samen uit geraken, is de planeet al lang naar de haaien. Erger nog, deze splitsing van bevoegdheden creëert een rookgordijn dat algemene passiviteit verhult, ook bij kwesties waar gewestelijke overheden op eigen houtje zouden kunnen handelen. Daarom willen we één klimaatminister. Met een normenhiërarchie kunnen we ervoor zorgen dat de gewesten dit beleid binnen hun bevoegdheden uitvoeren. Voor de goede gang van zaken leggen we het kader vast in een Belgische klimaatwet.
Deze nationale klimaatstrategie beoogt een transformatie van de hele samenleving. Het maatschappelijk middenveld moet daarom op alle niveaus een plek aan tafel krijgen, als burgers én als werknemers. Vakbonden, milieubewegingen, sociale welzijnsorganisaties en consumentenverenigingen zullen worden geraadpleegd bij het opstellen en implementeren van deze strategie. Het zal niet langer mogelijk zijn om onrechtvaardige en inefficiënte belastingen in te voeren tegen de wensen van werknemers in, of om onvoorwaardelijke geschenken en subsidies te geven aan de grootste vervuilers.
De investeringen in deze transformatie moeten nauwkeurig gepland worden. Binnen het Federaal Planbureau komt een speciale afdeling die toezicht zal houden op een Nationaal Klimaattransformatieplan.
Een sterk klimaatbeleid moet bestand zijn tegen de lobbyisten van privémonopolies. 21 landen hebben daarom al een permanent onafhankelijk expertencomité opgericht dat het klimaatbeleid jaarlijks tegen het licht houdt. België moet dat voorbeeld volgen. In deze Hoge Raad voor het Klimaat zetelen ook experten van sociale en economische disciplines en de Raad brengt openbare adviezen uit, die worden besproken met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het klimaatbeleid.
Voor een effectief klimaatbeleid zijn mensen en middelen nodig. Laten we een einde maken aan de jarenlange kaalslag en de federale en gewestelijke overheidsadministraties versterken. Zo krijgen we lokale besturen die over voldoende personeel en middelen beschikken om een effectief klimaatbeleid te voeren dat dicht bij de mensen staat.
Vier. Bescherming tegen klimaatrampen
- We herfederaliseren het beheer van natuurrampen en zetten een snelle en doeltreffende eenheid van commando op.
- Om de impact van extreme hitte en droogte te beperken en overstromingen te voorkomen, passen we de ruimtelijke ordening aan.
- We verminderen ons waterverbruik en belasten grote particuliere gebruikers. Wij zorgen voor de nodige overheidsinvesteringen om het gezinsverbruik te verminderen (zie hoofdstuk over water).
- We dwingen privéverzekeraars om slachtoffers van rampen volledig en snel schadeloos te stellen.
- We voorzien de brandweer, civiele bescherming en het leger van het nodige personeel en middelen om snel en doeltreffend hulp te kunnen bieden.
Klimaatverandering is nu al een realiteit en we moeten in staat zijn ermee om te gaan en de gevolgen ervan te beperken.
Als er geen preventieve maatregelen worden genomen, komt de rekening voor deze rampen bij de mensen te liggen. "In geval van een ramp zal Wallonië niet meer zo genereus kunnen zijn als tijdens de overstromingen van 2021", dixit de Waalse MR-minister van Begroting, Adrien Dolimont. Dit is een belediging voor de slachtoffers, van wie velen nog steeds wachten op schadeloosstelling, hoewel de onderzoekscommissie waar wij om vroegen en waar ons parlementslid Julien Liradelfo medevoorzitter van was, de zware verantwoordelijkheid van de beleidsmakers inzake klimaat, risicobeheer en regionale planning aan het licht bracht. Er is zeer dringend behoefte aan een plan voor aanpassing aan de klimaatverandering, in overleg met de de bevolking. Om de koe bij de horens te pakken hebben we een tienpuntenplan voorgesteld om droogte en overstromingen te bestrijden.
De belangrijkste hefboom om de effecten van klimaatverandering te verzachten is ruimtelijke ordening. De prioriteit moet verlegd worden van de winsten van projectontwikkelaars naar de behoeften van mensen en het klimaat. We zullen een einde maken aan nutteloze projecten, net zoals we overwinningen behaalden in Seraing met de bescherming van het Bois du Val of in Lummen met het natuurreservaat Groene Delle, door samen met de mensen te vechten tegen de betonbaronnen. Vergunning geven voor een nieuw winkelcentrum beneden in de Vesdervallei, luxewoningen in overstromingsgevoelige gebieden van de Schelde of nutteloze kantoren rond het Zuidstation in Brussel, zijn drie voorbeelden van projecten die worden gesteund door regionale overheden waar we ons tegen verzetten en die we zullen tegenhouden. We zullen boeren ondersteunen in de transitie om hun gewassen en bodems, en daarmee hun inkomen, beter te beschermen tegen klimaatrisico's. We zullen waterlopen, overstromingsgebieden en wetlands herstellen. Openbare ruimtes vergroenen zodat ze koeler zijn in de zomer en regenval kunnen opvangen en opslaan.
Zelfs het beste aanpassingsbeleid kan niet voorkomen dat we vaker geconfronteerd zullen worden met extreem weer. Daarom moeten we de mensen kunnen beschermen tijdens zulke rampen. We moeten ervoor zorgen dat de plannen voor alle vormen van extreem weer regelmatig worden herzien. Zo werd het nationale hittegolf- en ozonplan bijvoorbeeld al sinds 2005 niet meer bijgewerkt.
We moeten snel kunnen ingrijpen wanneer een ramp op komst is of toeslaat. Centraal crisisbeheer is essentieel. Als de federale weerdiensten vanwege eerdere staatshervormingen niet mogen waarschuwen voor gewestelijke overstromingen, zoals het geval was in de zomer van 2021, zijn rampen onvermijdelijk. De preventie en het beheer van natuurrampen moeten daarom weer naar het nationale niveau komen. Met goed opgeleide arbeidskrachten in cruciale infrastructuren zoals dammen en sluizen. Hulpdiensten moeten beschikken over personeel en de nodige middelen om rampen snel en effectief te kunnen bestrijden. Daarom zullen we de besparingen van de regering-Michel op de civiele bescherming terugdraaien en de noodzones herfinancieren.
Tijdens en na natuurrampen moeten mensen en bedrijven een aanspreekpunt hebben. Om dit te bereiken willen we een speciale afdeling binnen het Nationaal Crisiscentrum oprichten. Zijn medewerkers zullen ter plekke de informatie en ondersteuning bieden die nodig zijn voor de wederopbouw. Dit begint met een snelle en volledige schadeloosstelling. Daarom zullen we verzekeraars dwingen om schade snel en volledig te vergoeden zodra een ramp formeel is erkend.
Vijf. Klimaatrechtvaardigheid voor de hele wereld
- Wij zijn voorstander van solidariteit en samenwerking in het licht van de klimaatuitdaging: daarom schaffen we octrooien op groene technologieën af.
- We willen ook een halt toeroepen aan de projecten van de mijnbouw- en energiereuzen die de grondstoffen en hulpbronnen van het Zuiden van de planeet inpikken voor hun eigen gewin: we strijden tegen groen neokolonialisme.
- Vertegenwoordigers van de fossiele industrie worden niet meer uitgenodigd op klimaattoppen.
- We trekken ons terug uit het Energiehandvestverdrag, dat fossielebrandstofbedrijven in staat stelt miljarden dollars van regeringen af te persen.
- Ons land sluit zich aan bij de wereldwijde strijd om de exploitatie van fossiele brandstoffen te stoppen.
- We dringen aan op de oprichting van een wereldwijd openbaar fonds om de schade veroorzaakt door klimaatverandering te herstellen, gefinancierd door de grootste vervuilers.
Meer dan de helft van de wereldbevolking leeft in gebieden die kwetsbaar zijn voor klimaatgerelateerde rampen. Maar het Zuiden deelt eerder en harder in de klappen dan het Noorden. In 2022 zetten extreme moessons een derde van Pakistan onder water. Tegelijkertijd kende de Hoorn van Afrika de ergste droogte in 40 jaar. De grootste boosdoeners zijn bekend: de kapitalistische monopolies in fossiele brandstoffen, financiën en mijnbouw, en de regeringen die hen beschermen.
We moeten onze krachten bundelen om de klimaatcrisis te overwinnen. Octrooien op groene technologieën (productie van windturbines, batterijen of innovaties die de productie van koolstofneutraal staal mogelijk maken, bijvoorbeeld) staan dit echter in de weg. Zoals we in het Europees Parlement de afschaffing van octrooien op medicijnen hebben verdedigd, vechten we tegen de private toe-eigening van onze toekomst. Met eigen wetten en beleid kunnen België en Europa de weg vrijmaken voor echte internationale samenwerking. De groene economie dreigt in dezelfde neokoloniale verhoudingen te vervallen als de fossiele brandstoffen. Denk bijvoorbeeld aan de missies van Tinne Van der Straeten (federaal minister van Energie) naar Afrika, Azië of Zuid-Amerika met energie- en industriegiganten om voor hen markten open te wrikken, met de steun van de Belgische diplomatie. Bedrijven als Umicore en Engie zijn van plan om zich de grondstoffen van de transitie toe te eigenen ten koste van de lokale behoeften. Of het nu gaat om grondstoffen, zoals koper of lithium voor batterijen, of de energie zelf, door waterstof en elektriciteit te importeren. Het is groen neokolonialisme, dat de energieprijzen hier niet zal doen dalen en evenmin elektriciteit naar het zuiden zal brengen.
Vivaldi heeft ook andere kansen gemist: waar wacht België nog op om uit het Energiehandvestverdrag te stappen? Laten we ons ontdoen van internationale verdragen die de fossiele brandstofgiganten beschermen. Deze tekst is door meer dan tien EU-lidstaten verworpen. Het bestaan ervan dient alleen de olie-, gas- en steenkoolgiganten. Zodra een regering een beslissing neemt die hen zou kunnen benadelen, stelt het Energiehandvestverdrag deze bedrijven in staat om compensatie te eisen terwijl ze al verzuipen in de winst. Uit zichzelf gaan de fossiele energiemonopolies nooit stoppen met kool, olie en gas te produceren. Hun plaats aan de tafel in de internationale klimaatonderhandelingen, verhindert het aanpakken van de klimaatcrisis. Het is daarom tijd om hun lobbyisten de deur te wijzen en te zorgen voor een eerlijke vertegenwoordiging van de vertegenwoordigers van de volkeren in het Noorden en het Zuiden en van hun vakbonds- en milieuorganisaties.
Ontmantelen de klimaatbommen van de toekomst. De gecumuleerde CO₂-uitstoot van alle nieuwe olie- en gasprojecten alleen al zou genoeg zijn om het mondiale klimaat te verstoren. We willen deel uitmaken van een internationaal plan om fossiele brandstoffen uit te bannen, een ‘non-proliferatieverdrag’. Er is een initiatief, met drie belangrijke luiken: een moratorium op onderzoek naar en exploitatie van nieuwe bronnen van fossiele brandstoffen, een geleidelijke en rechtvaardige uitfasering van de productie van fossiele brandstoffen en een wereldwijde overgang naar 100 procent goedkope hernieuwbare energie.
Deze monopolies failliet laten gaan betekent ook dat we hun tovenaarsleerlingprojecten voor geo-engineering moeten verwerpen. Die richten zich uitsluitend op het vinden van pseudo-technische oplossingen met onvoorziene neveneffecten in plaats van op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Laten we twee concrete voorbeelden nemen: het eerste is mijnbouw op de zeebodem. De oceanen absorberen een kwart van de CO2-uitstoot en slaan deze op in de zeebodem. Maar dit gas komt weer vrij als je diep in de zee graaft. Daarom hebben we in het federale parlement een resolutie ingediend waarin we vragen om een moratorium op deze projecten. Resolutie afgewezen door Vivaldi. De druk van de Antwerpse baggergigant DEME, die de exploitatie van de oceaanbodem als een nieuwe bron van winst ziet, was daar niet vreemd aan. Dat de belangrijkste aandeelhouder niemand minder is dan de miljardairsfamilie van de Open VLD-staatssecretaris van Begroting Alexia Bertrand, speelt ongetwijfeld een rol ... Een tweede voorbeeld zijn agrobrandstoffen, benzine of diesel geproduceerd uit planten. Vaak worden voedselgewassen zoals koolzaad of suikerriet alleen verbouwd om brandstof te produceren, waardoor de voedselprijzen stijgen, de problemen rond de toegang tot voedsel verergeren en de vernietiging van natuurlijke omgevingen wordt aangemoedigd ten gunste van deze zeer winstgevende gewassen. Op die manier hebben ze een nog slechtere koolstofvoetafdruk dan fossiele brandstoffen. Naar schatting wordt elke dag het equivalent van 15 miljoen broden verbrand in de brandstoftanks van Europese auto's. Vivaldi verwierp echter onze resolutie tegen de ontwikkeling van agrobrandstoffen. In dit geval was het de lobby van de agrofood- en oliegiganten die het laatste woord kreeg.
De macht van de vervuilende monopolies breken betekent ook dat ze hun uitstoot niet langer mogen verhullen. Er moet een einde komen aan pseudo-projecten om de uitstoot van broeikasgassen te compenseren in plaats van te investeren in het terugdringen ervan. Mocht voor elk koolstofkrediet waarmee vervuilers hun uitstoot hebben proberen groen te wassen, werkelijk een boom geplant zijn, dan zou de hele wereld intussen met bos bedekt zijn. In plaats daarvan zien we een explosie van greenwashing: de grote vervuilers geven zichzelf een vals groen imago door emissiekredieten te kopen die allee hun marketing dienen, niet de planeet. Tegelijkertijd ontwikkelt zich een sector van bedrijven die gespecialiseerd zijn in de productie van deze compensaties. Ze besteden heel weinig aandacht aan de koolstofvoetafdruk van de gepresenteerde projecten, die vaak heel slecht of zelfs onbestaande is. Maar deze compensatieregelingen zijn niet alleen ineffectief, ze houden ook in dat land wordt opgekocht en geprivatiseerd om deze projecten te ontwikkelen. Lokale bevolkingen worden van hun land verdreven. Hoewel dit probleem bekend is, heeft Vivaldi-regerng het "Corisa"-systeem goedgekeurd, een nieuwe wereldwijde koolstofmarkt die is opgezet door de grote luchtvaartmaatschappijen en die tot doel heeft compensatie voor uitstoot te kopen en het gebruik van agrobrandstoffen te ontwikkelen. In Vlaanderen lag de focus op het kopen van emissiekredieten om de klimaatbalans te verbeteren. Aankopen betaald door de belastingbetalers. Wij gaan een einde maken aan dat soort mechanismes. We gaan geen gebakken lucht meer verkopen.
De multinationals van het Noorden hebben veel meer bijgedragen aan het veroorzaken van de klimaatverandering dan de bevolking van het Zuiden. Net de landen uit het Zuiden dreigen alles te verliezen. Het is hoog tijd om internationale financiering op te zetten voor de aanpassing aan de zwaarste gevolgen en voor het verlies en de schade in verband met de klimaatverandering. Om dat te financieren steunen we de oproep van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, voor een wereldwijde belasting op de winsten van de fossiele energiemultinationals. De rijkdom die ze hebben vergaard op de rug van de mensen en de planeet moeten we terugwinnen, zodat we ons kunnen wapenen tegen de klimaatcrisis. Dit fonds zou ook mensen kunnen helpen die gedwongen worden te vluchten voor de klimaatverandering en zou vergezeld kunnen gaan van een wereldwijd kader voor klimaatmigratie, dat hervestiging, bescherming en hulp voor ontheemden omvat. Dit staat in schril contrast met de plannen van de regeringen, die de nodige investeringen om zich aan te passen aan de klimaatverandering gebruiken als voorwendsel om de landen van het Zuiden nieuwe, oneerlijke leningen te laten aangaan. Deze klimatologische structurele aanpassingsplannen verhogen de schuldenlast en versterken de neokoloniale afhankelijkheid van het Zuiden.